27.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 28/160


P8_TA(2018)0255

Verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 13 juni 2018 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (COM(2018)0127 – C8-0108/2018 – 2018/0058(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2020/C 28/24)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0127),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 212, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0108/2018),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien de gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement en de Raad die is aangenomen samen met Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (1),

gezien de door de vertegenwoordiger van de Raad bij brief van 29 mei 2018 gedane toezegging om het standpunt van het Europees Parlement overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie goed te keuren,

gezien artikel 59 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie internationale handel en het advies van de Commissie buitenlandse zaken (A8-0183/2018),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd;

3.

verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)  PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15.


P8_TC1-COD(2018)0058

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 13 juni 2018 met het oog op de vaststelling van Besluit (EU) 2018/... van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Besluit (EU) 2018/947.)


BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN HET PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

Het Parlement, de Raad en de Commissie herinneren eraan dat als randvoorwaarde voor de toekenning van macrofinanciële bijstand geldt dat het begunstigde land doeltreffende democratische mechanismen eerbiedigt, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel en de rechtsstaat, en de eerbiediging van de mensenrechten waarborgt.

De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zien tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand van de Unie erop toe dat aan die randvoorwaarde is voldaan.

Gezien het feit dat niet aan de voorwaarden betreffende corruptiebestrijding is voldaan en dat hierdoor de derde tranche van het vorige programma van macrofinanciële bijstand op grond van Besluit (EU) 2015/601 niet is uitbetaald, onderstrepen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie dat verdere macrofinanciële bijstand afhankelijk zal zijn van vooruitgang op het gebied van corruptiebestrijding in Oekraïne. Daarvoor moeten in het memorandum van overeenstemming tussen de Europese Unie en Oekraïne voorwaarden op het gebied van economisch beleid en financiële voorwaarden worden opgenomen, die onder andere de verplichting omvatten het bestuur, de administratieve capaciteiten en de institutionele structuur in het bijzonder met het oog op de bestrijding van corruptie in Oekraïne, te versterken. Het gaat hier in het bijzonder om een systeem voor de verificatie van vermogensaangiften, de controle van de gegevens van ondernemingen over hun uiteindelijke begunstigden en een goed werkende gespecialiseerde corruptiebestrijdingsrechtbank overeenkomstig de aanbevelingen van de Commissie van Venetië. Voorwaarden over de bestrijding van witwaspraktijken en belastingontduiking moeten eveneens worden overwogen. Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, zal de Commissie de uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie tijdelijk opschorten of die annuleren overeenkomstig artikel 4, lid 4.

De Commissie zal niet alleen het Europees Parlement en de Raad regelmatig informeren over ontwikkelingen betreffende de bijstand en hun relevante documenten verschaffen, maar ook zal zij bij elke uitbetaling openbaar verslag doen over de naleving van alle voorwaarden op het gebied van economisch beleid en alle financiële voorwaarden voor de betreffende uitbetaling, in het bijzonder de voorwaarden op het gebied van corruptiebestrijding.

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie brengen in herinnering dat deze macrofinanciële bijstand aan Oekraïne moet bijdragen aan met de Europese Unie gedeelde waarden, met inbegrip van duurzame en maatschappelijk verantwoorde ontwikkeling die leidt tot nieuwe banen en minder armoede, en de inzet voor een sterk maatschappelijk middenveld. De Commissie zal het ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Commissie ter goedkeuring van het memorandum van overeenstemming vergezeld doen gaan van een beoordeling van de verwachte maatschappelijke impact van de macrofinanciële bijstand. In overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 zal deze beoordeling worden ingediend bij het Comité lidstaten en beschikbaar worden gesteld aan het Parlement en de Raad via het register van de werkzaamheden van het comité.