27.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 28/126


P8_TA(2018)0244

Clearingverplichting, rapportagevereisten en risicolimiteringstechnieken voor otc-derivaten, en transactieregisters ***I

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 12 juni 2018 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc-derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van en het toezicht optransactieregisters en de vereisten voor transactieregisters (COM(2017)0208 – C8-0147/2017 – 2017/0090(COD)) (1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2020/C 28/16)

Amendement 1

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT (*1)

op het voorstel van de Commissie


(1)  De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0181/2018).

(*1)  Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool ▌ aangegeven.


Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc-derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van en het toezicht op transactieregisters en de vereisten voor transactieregisters

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4) is op 27 juli 2012 in het Publicatieblad van de Europese Unie (EU) bekendgemaakt en op 16 augustus 2012 in werking getreden. De vereisten in de verordening, te weten de centrale clearing van gestandaardiseerde otc-derivatencontracten, marginvereisten, operationele vereisten inzake risicolimitering voor otc-derivatencontracten die niet centraal worden gecleard, rapportageverplichtingen voor derivatencontracten, vereisten voor centrale tegenpartijen (hierna “CTP's” genoemd) en vereisten voor transactieregisters, dragen bij tot het verminderen van de systeemrisico's in de vorm van meer transparantie op de otc-derivatenmarkt en een lager tegenpartijkredietrisico en operationeel risico dat met otc-derivaten gepaard gaat.

(2)

Een vereenvoudiging van bepaalde gebieden die onder Verordening (EU) nr. 648/2012 vallen, en een evenredigere benadering van die gebieden, is in overeenstemming met het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit) van de Commissie, waarin de nadruk wordt gelegd op de noodzaak van kostenvermindering en vereenvoudiging, zodat de beleidsdoelstellingen van de Unie op de meest efficiënte wijze worden bereikt, en is meer specifiek gericht op het verminderen van de regelgevende en administratieve lasten, onverminderd de overkoepelende doelstelling om de financiële stabiliteit te behouden en de systeemrisico's te verkleinen.

(3)

Efficiëntere en robuustere transactieverwerkende systemen en zekerhedenmarkten zijn essentieel voor een goed werkende kapitaalmarktenunie en versterken de inspanningen ter ondersteuning van investeringen, groei en banen in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de Commissie.

(4)

In 2015 en 2016 heeft de Commissie twee openbare raadplegingen georganiseerd over de toepassing van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad. De Commissie heeft ook input over de toepassing van die verordening ontvangen van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA), het Europees Comité voor systeemrisico's (ECSR) en het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Uit die openbare raadplegingen is gebleken dat de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 648/2012 werden ondersteund door de belanghebbenden en dat er geen behoefte was aan een grondige herziening van die verordening. Op 23 november 2016 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 85, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 een toetsingsverslag aangenomen. Hoewel niet alle bepalingen van Verordening (EU) nr. 648/2012 al volledig van toepassing zijn en een algehele evaluatie van die verordening bijgevolg nog niet mogelijk is, komen in het verslag aspecten aan bod die gerichte actie vereisen om te garanderen dat de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 648/2012 evenrediger, efficiënter en doeltreffender worden verwezenlijkt.

(5)

Verordening (EU) nr. 648/2012 moet betrekking hebben op alle financiële tegenpartijen die een belangrijk systeemrisico voor het financiële stelsel kunnen vormen. De definitie van financiële tegenpartijen moet derhalve worden gewijzigd.

(6)

Sommige financiële tegenpartijen hebben een te beperkt activiteitsvolume op otc-derivatenmarkten om een groot systeemrisico voor het financiële stelsel te vormen en ▌te beperkt om centrale clearing economisch levensvatbaar te maken. Die tegenpartijen, gewoonlijk aangeduid als kleine financiële tegenpartijen (KFT's) , moeten worden vrijgesteld van de clearingverplichting maar moeten wel verplicht blijven om zekerheden uit te wisselen om eventuele systeemrisico's in te perken. De overschrijding door een KFT van de clearingdrempel voor ten minste één klasse van otc-derivaten moet echter leiden tot de activering van de clearingverplichting voor alle klassen van otc-derivaten, gezien de onderlinge verwevenheid van de financiële tegenpartijen en de mogelijke systeemrisico's voor het financiële stelsel wanneer deze derivatencontracten niet centraal worden gecleard.

(7)

Niet-financiële tegenpartijen zijn minder met elkaar verweven dan financiële tegenpartijen. Ook zijn ze vaak in slechts één klasse van otc-derivaten actief. Derhalve houden hun activiteiten voor het financiële stelsel een kleiner systeemrisico in dan de activiteiten van financiële tegenpartijen. Het toepassingsgebied van de clearingverplichting voor niet-financiële tegenpartijen moet daarom worden ingeperkt, zodat die niet-financiële tegenpartijen enkel onderworpen worden aan de clearingverplichting met betrekking tot de activaklasse of activaklassen die boven de clearingdrempel uitkomen ▌.

(7 bis)

Aangezien de financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen verschillende risico’s vormen, moeten er twee aparte clearingdrempels worden ontwikkeld. Teneinde rekening te houden met de ontwikkelingen van financiële markten moeten deze drempels regelmatig worden geactualiseerd.

(8)

Het vereiste om bepaalde otc-derivatencontracten te clearen die zijn gesloten voordat de clearingverplichting van kracht wordt, leidt tot rechtsonzekerheid, operationele problemen en biedt weinig voordelen. Dat vereiste veroorzaakt vooral extra kosten en werk voor de tegenpartijen bij deze contracten, kan tevens de goede werking van de markt belemmeren en zorgt niet voor een meer eenvormige en coherente toepassing van Verordening (EU) nr. 648/2012 of een gelijk speelveld voor marktdeelnemers. Het moet bijgevolg worden geschrapt.

(9)

Tegenpartijen met een beperkt activiteitsvolume op de markt voor otc-derivaten krijgen moeilijk toegang tot centrale clearing, hetzij als cliënt van een clearinglid, hetzij via indirecte clearingregelingen. Het vereiste dat clearingleden indirecte clearingdiensten tegen redelijke handelsvoorwaarden faciliteren, is dan ook niet efficiënt. De clearingleden en cliënten van clearingleden die clearingdiensten rechtstreeks leveren aan andere tegenpartijen of dat indirect doen door hun eigen cliënten dergelijke diensten aan andere tegenpartijen te laten leveren, moeten daarom uitdrukkelijk worden verplicht om dit op eerlijke, redelijke, niet-discriminerende en transparante handelsvoorwaarden te doen.

(10)

De clearingverplichting moet in bepaalde omstandigheden opgeschort kunnen worden. Ten eerste moet opschorting mogelijk zijn wanneer de criteria op basis waarvan een specifieke klasse van otc-derivaten aan de clearingverplichting werd onderworpen, niet meer zijn vervuld. Dat zou het geval kunnen zijn wanneer een klasse van otc-derivaten ongeschikt wordt voor verplichte centrale clearing of wanneer een materiële wijziging is opgetreden in een van die criteria ten aanzien van een specifieke klasse van otc-derivaten. De clearingverplichting moet ook opgeschort kunnen worden wanneer een CTP niet langer een clearingdienst voor een specifieke klasse van otc-derivaten of voor een specifiek type tegenpartij verricht en andere CTP’s die clearingdiensten niet snel genoeg kunnen overnemen. Ten slotte moet de opschorting van een clearingverplichting ook mogelijk zijn wanneer dat noodzakelijk wordt geacht om een ernstige bedreiging van de financiële stabiliteit in de Unie te voorkomen.

(11)

Rapportage van historische transacties is lastig gebleken vanwege het ontbreken van bepaalde rapportagegegevens die vóór de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 648/2012 niet hoefden te worden gerapporteerd, maar nu wel. Dit heeft geleid tot een groot aantal rapportagefouten en een belabberde kwaliteit van de gerapporteerde gegevens, terwijl het rapporteren van die transacties een aanzienlijke belasting vormt. De kans is dan ook groot dat deze historische gegevens nooit zullen worden gebruikt. Bovendien zal een aantal van deze transacties, en de daarmee gepaarde gaande blootstellingen en risico's, reeds verstreken zijn op het moment dat de termijn voor de rapportage van historische transacties van kracht wordt. Om die situatie te verhelpen, moet de verplichting om historische transacties te rapporteren, worden geschrapt.

(12)

Intragroeptransacties met niet-financiële tegenpartijen vertegenwoordigen een relatief klein deel van alle otc-derivatentransacties en worden hoofdzakelijk gebruikt voor interne hedging binnen groepen. Deze transacties dragen derhalve niet in significante mate bij tot systeemrisico's en de verwevenheid tussen instellingen, maar de verplichting om die transacties te rapporteren brengt wel aanzienlijke kosten en lasten voor niet-financiële tegenpartijen met zich mee. Alle transacties tussen filialen binnen de groep waarbij ten minste één van de tegenpartijen een niet-financiële tegenpartij is, moeten daarom van de rapportageverplichting worden vrijgesteld, ongeacht de plaats van vestiging van de niet-financiële tegenpartij .

(13)

De verplichting tot het rapporteren van op de beurs verhandelde derivatencontracten vormt een aanzienlijke last voor tegenpartijen omdat elke dag een groot aantal van dergelijke contracten wordt gesloten. De openbare raadpleging van de Commissie over de geschiktheidscontrole inzake toezichtrapportage, die werd gepubliceerd op 1 december 2017, heeft tot doel bewijs te verzamelen over de kosten van naleving van bestaande vereisten voor rapportage aan toezichthouders op Unieniveau, en over de consistentie, samenhang, doeltreffendheid, efficiëntie en toegevoegde waarde voor de Unie van die vereisten. Deze raadpleging biedt autoriteiten de kans de rapportage van derivatencontracten op holistische wijze te beoordelen samen met alle bestaande en toekomstige stelsels van toezichtrapportage, stelt de autoriteiten in staat rekening te houden met de nieuwe rapportageomgeving na de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 600/2014▌ (5) en biedt de mogelijkheid voorstellen te doen om de ▌last voor marktdeelnemers die transacties van derivatencontracten moeten melden, effectief te verminderen. De Commissie moet rekening houden met die bevindingen om toekomstige veranderingen van de rapportagevereisten krachtens artikel 9, lid 1, voor te stellen in verband met de rapportage van derivatencontracten▌ .

(14)

Om de rapportagelast voor kleine niet-financiële tegenpartijen die niet zijn onderworpen aan de clearingverplichting te verminderen, moet uitsluitend de financiële tegenpartij verantwoordelijk, en wettelijk aansprakelijk, zijn voor de rapportage van een eenvormige gegevensverzameling met betrekking tot otc-derivatencontracten die zijn gesloten met een niet-financiële tegenpartij die niet is onderworpen aan de clearingverplichting ▌, alsmede voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens. Teneinde ervoor te zorgen dat de financiële tegenpartij over de benodigde gegevens beschikt om aan haar rapportageverplichting te voldoen, moet de niet-financiële tegenpartij de informatie met betrekking tot de otc-derivatentransacties verstrekken waarvan redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de financiële tegenpartij hier de beschikking over heeft. Niet-financiële tegenpartijen moeten echter ook de keuze hebben over hun otc-derivatencontracten te rapporteren. In dat geval moet de niet-financiële tegenpartij de financiële tegenpartij dienovereenkomstig informeren en moet zij verantwoordelijk en wettelijk aansprakelijk zijn voor de rapportage, alsmede voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens.

(15)

De verantwoordelijkheid voor het rapporteren van andere derivatencontracten moet ook worden vastgesteld. Daarom moet worden gespecificeerd dat de beheermaatschappij van een instelling voor collectieve belegging in effecten (hierna “icbe” genoemd) verantwoordelijk, en wettelijk aansprakelijk, is voor de rapportage namens die icbe ten aanzien van otc-derivatencontracten die door die icbe zijn gesloten, alsook voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens. Evenzo moet de beheerder van een alternatieve beleggingsinstelling (hierna “abi” genoemd) verantwoordelijk, en wettelijk aansprakelijk, zijn voor de rapportage namens die abi ten aanzien van otc-derivatencontracten die door die abi zijn gesloten, alsook voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens.

(16)

Om inconsistenties bij de toepassing van de risicolimiteringstechnieken in de Unie te vermijden, moeten de toezichthouders risicobeheerprocedures goedkeuren die tijdige, nauwkeurige en passend gescheiden uitwisseling van zekerheden van tegenpartijen vereisen, of belangrijke wijzigingen aan die procedures vooraleer deze worden toegepast.

(16 bis)

Teneinde op internationaal niveau verschillen in regelgeving te vermijden en met het oog op de specifieke aard van de handel in deze derivaten, moet de verplichte uitwisseling van variatiemarges voor fysiek afgewikkelde deviezenforwards en fysiek afgewikkelde valutaswaps alleen van toepassing zijn op transacties tussen de meest systemisch relevante tegenpartijen, namelijk kredietinstellingen en beleggingsondernemingen.

(16 ter)

Posttransactionele risicoverlagingsdiensten, zoals het comprimeren van portefeuilles, kunnen leiden tot een verlaging van het systeemrisico. Door het verminderen van risico’s in bestaande derivatenportefeuilles, zonder aanpassing van de algemene marktpositie van de portefeuille, kunnen deze diensten tegenpartijblootstellingen en tegenpartijrisico's verbonden aan een toename van uitstaande brutoposities, verlagen. “Compressie van een portefeuille” wordt omschreven in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2014 en is uitgesloten van het toepassingsgebied van de Uniehandelsverplichting vastgesteld in artikel 28 van Verordening (EU) nr. 600/2014. Teneinde deze verordening waar nodig in overeenstemming te brengen met Verordening (EU) nr. 600/2014, en rekening houdend met de verschillen tussen deze twee verordeningen en de mogelijkheid om de clearingverplichting te omzeilen, moet de Commissie, in samenwerking met de ESMA en het ESRB, beoordelen welke posttransactionele risicoverlagingsdiensten kunnen worden vrijgesteld van de clearingverplichting.

(17)

Om de transparantie en voorspelbaarheid van de initiële margins te verbeteren en CTP's ervan te weerhouden hun modellen voor initiële margins te wijzigen op manieren die als procyclisch kunnen worden opgevat, moeten CTP's hun clearingleden voorzien van instrumenten om hun vereisten inzake initiële margins te simuleren en van een gedetailleerd overzicht van de modellen voor initiële margins die zij gebruiken. Dit strookt met de internationale normen die zijn gepubliceerd door het Comité betalingen en marktinfrastructuur en de raad van de Internationale organisatie van effectentoezichthouders, en met name met het in december 2012 gepubliceerde openbaarmakingskader (6) en met de in 2015 gepubliceerde openbare kwantitatieve openbaarmakingsnormen voor centrale tegenpartijen (7), die belangrijk zijn voor het bevorderen van een beter begrip van de risico's en de kosten van de deelname van clearingleden aan een CTP en voor het verbeteren van de transparantie van CTP's ten opzichte van de marktdeelnemers.

(18)

Onzeker blijft echter in hoeverre op omnibusrekeningen of individuele aparte rekeningen aangehouden activa beschermd zijn tegen insolventie. Het is derhalve onduidelijk in welke gevallen CTP's cliëntenposities met voldoende rechtszekerheid kunnen overdragen wanneer een clearinglid in gebreke blijft, of in welke gevallen CTP's, met voldoende rechtszekerheid, de opbrengst uit een vereffening rechtstreeks aan cliënten kunnen uitbetalen. Om clearing en de toegang ertoe te bevorderen, moeten de regels inzake bescherming tegen insolventie van die activa en posities worden verduidelijkt.

(19)

De geldboeten die de ESMA aan onder haar direct toezicht staande transactieregisters kan opleggen, moeten voldoende doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn om de doeltreffendheid van de toezichtbevoegdheden van de ESMA te verzekeren en om de transparantie van de posities en blootstellingen van otc-derivaten te verbeteren. De bedragen van de geldboeten waarin Verordening (EU) nr. 648/2012 aanvankelijk voorzag, bleken onvoldoende afschrikkend te zijn in het licht van de huidige omzet van de transactieregisters, hetgeen de toezichtbevoegdheden van de ESMA uit hoofde van die verordening ten aanzien van transactieregisters mogelijk minder doeltreffend zou kunnen maken. De bovengrens van de basisbedragen voor geldboeten moet dan ook worden opgetrokken.

(20)

Autoriteiten van derde landen moeten toegang hebben tot aan transactieregisters van de Unie gerapporteerde gegevens wanneer het derde land aan bepaalde garanties betreffende de behandeling van die gegevens voldoet en voorziet in een wettelijk bindende en afdwingbare verplichting om autoriteiten van de Unie rechtstreekse toegang te verlenen tot in dat derde land aan transactieregisters gerapporteerde gegevens.

(21)

Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad (8) voorziet in een vereenvoudigde registratieprocedure voor transactieregisters die reeds overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn geregistreerd en die registratie wensen uit te breiden om hun diensten aan te bieden in verband met effectenfinancieringstransacties. Een soortgelijke vereenvoudigde registratieprocedure moet worden ingesteld voor de registratie van transactieregisters die reeds overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2365 zijn geregistreerd en deze registratie wensen uit te breiden om hun diensten aan te bieden in verband met derivatencontracten.

(22)

Ontoereikende kwaliteit en transparantie van door transactieregisters geleverde gegevens maken het moeilijk voor entiteiten die tot deze gegevens toegang hebben gekregen om ze te gebruiken voor toezicht op de derivatenmarkten en beletten regelgevers en toezichthouders om risico's voor de financiële stabiliteit tijdig te onderkennen. Om de kwaliteit van de gegevens en de transparantie te verbeteren en de rapportagevereisten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012 in overeenstemming te brengen met die van Verordening (EU) 2015/2365 en Verordening (EU) nr. 600/2014, is verdere harmonisatie van de rapportageregels en -vereisten noodzakelijk, en met name verdere harmonisatie van gegevensnormen, methoden en regelingen voor rapportage, alsook procedures die moeten worden toegepast door transactieregisters voor het valideren van de volledigheid en nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens, en de afstemming van gegevens met andere transactieregisters. Bovendien moeten transactieregisters tegenpartijen op hun verzoek toegang verlenen tot alle namens hen gerapporteerde gegevens zodat die tegenpartijen de nauwkeurigheid van die gegevens kunnen nagaan.

(22 bis)

Om de administratieve last te verminderen en de matching van de transacties te vergroten, moet de ESMA een gemeenschappelijke Uniestandaard voor rapportage aan transactieregisters invoeren. Aangezien CTP's en andere financiële tegenpartijen gedelegeerde rapportageverplichtingen op zich nemen, zou een enkel formaat de efficiëntie voor alle deelnemers vergroten.

(23)

Inzake de door transactieregisters verrichte diensten is bij Verordening (EU) nr. 648/2012 een concurrerende omgeving ingesteld. Tegenpartijen moeten derhalve kunnen kiezen aan welk transactieregister zij rapporteren en, zo zij dat willen, naar een ander transactieregister kunnen overstappen. Om een overstap te vergemakkelijken en te zorgen voor de continue beschikbaarheid van gegevens zonder overlapping, moeten transactieregisters een passend beleid instellen om de ordelijke overdracht van gegevens aan andere transactieregisters op verzoek van een aan de rapportageverplichting onderworpen onderneming te waarborgen.

(24)

In Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt bepaald dat de clearingverplichting niet mag gelden voor pensioenregelingen zolang CTP's geen passende technische oplossing hebben ontwikkeld voor de overdracht van andere zekerheden dan contanten als variatiemarge. Aangezien voor centrale clearing door pensioenregelingen nog geen realistische oplossing beschikbaar is, moet de tijdelijke vrijstelling met nog eens twee jaar worden verlengd wat betreft de overgrote meerderheid van pensioenregelingen . Centrale clearing moet wel het einddoel blijven, aangezien de huidige regelgevings- en marktontwikkelingen marktdeelnemers in staat stellen binnen de bovenbedoelde termijn passende technische oplossingen te bedenken. Met ondersteuning van de ESMA, de EBA, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (hierna de “Eiopa” genoemd) en het ESRB, moet de Commissie toezicht houden op de vorderingen van CTP's, clearingleden en pensioenregelingen inzake haalbare oplossingen ter bevordering van de deelname van pensioenregelingen aan centrale clearing en een verslag over die vorderingen opstellen. Dat verslag moet ook informatie bevatten over de oplossingen en de daarmee gepaard gaande kosten voor pensioenregelingen, waarbij rekening moet worden gehouden met de evolutie van de regelgeving en de markt, zoals wijzigingen van het type aan de clearingverplichting onderworpen financiële tegenpartij. De Commissie moet de bevoegdheid worden verleend deze vrijstelling met nog eens een jaar te verlengen, als zij van mening is dat de belanghebbenden tot een oplossing zijn gekomen en meer tijd nodig is voor de uitvoering daarvan.

(24 bis)

Kleine pensioenregelingen, naast die welke zijn aangemerkt als kleine financiële tegenpartijen, brengen niet dezelfde risico’s met zich mee als grotere pensioenregelingen en het is passend om hun een langere vrijstelling van de clearingverplichting toe te staan. Voor dergelijke pensioenregelingen moet de Commissie de vrijstelling van die verplichting verlengen tot drie jaar. Indien, aan het einde van die periode, de Commissie van mening is dat de kleine pensioenregelingen de nodige inspanningen hebben geleverd om passende technische oplossingen te ontwikkelen voor de deelname aan centrale clearing en dat de negatieve gevolgen van centrale clearing van derivatencontracten voor het pensioeninkomen van gepensioneerden onveranderd blijven, moet de Commissie de mogelijkheid hebben de vrijstelling met nog eens twee jaar te verlengen. Wanneer de vrijstelling vervalt, moeten kleine pensioenregelingen onder deze verordening vallen, op dezelfde wijze als alle andere entiteiten die binnen het toepassingsgebied vallen. Vanwege de lagere volumes derivatencontracten die worden gesloten door kleine pensioenregelingen, zullen zij naar verwachting de drempels voor de clearingverplichting niet overschrijden. Dientengevolge zullen de meeste kleine pensioenregelingen, zelfs na het vervallen van de vrijstelling, nog steeds niet aan de clearingverplichting zijn onderworpen.

(24 ter)

De vrijstelling moet van toepassing blijven vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Indien deze verordening in werking treedt na 16 augustus 2018 moet zij ook met terugwerkende kracht van toepassing zijn op alle otc-derivatencontracten die na die datum zijn uitgevoerd. De toepassing met terugwerkende kracht van deze bepaling is nodig om te vermijden dat er een leemte ontstaat tussen het einde van de toepassingsperiode van de bestaande vrijstelling en het begin van de toepassingsperiode van de nieuwe vrijstelling. Beide vrijstellingen dienen namelijk hetzelfde doel.

(25)

Aan de Commissie moet overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de bevoegdheid worden overgedragen om handelingen vast te stellen ter specificatie van de omstandigheden waaronder handelsvoorwaarden inzake het verrichten van clearingdiensten worden beschouwd als eerlijk, redelijk, transparant en niet-discriminerend, en ter verlenging van de periode waarin de clearingverplichting niet mag gelden voor pensioenregelingen.

(26)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, en met name met betrekking tot de beschikbaarheid van informatie uit transactieregisters in de Unie voor de desbetreffende autoriteiten van derde landen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (9).

(27)

Met het oog op een consistente harmonisatie van de regels betreffende risicolimiteringsprocedures, de registratie van transactieregisters en rapportagevereisten, moet de Commissie ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen die zijn opgesteld door de EBA, de EIOPA en de ESMA betreffende de toezichtprocedures voor de initiële en doorlopende validatie van de risicobeheerprocedures die moeten voorzien in tijdige, nauwkeurige en passend gescheiden zekerheden, de bijzonderheden van een vereenvoudigde aanvraag tot verlenging van de registratie van een reeds uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2365 geregistreerd transactieregister, de bijzonderheden van de procedures die het transactieregister moet toepassen om de naleving van de rapportagevereisten door de rapporterende tegenpartij of de indienende entiteit te verifiëren, de volledigheid en nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens en de bijzonderheden van de procedures voor de afstemming van gegevens tussen transactieregisters. De Commissie moet die ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen door middel van gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (10), Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (11) en Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (12).

(28)

De Commissie moet ook de bevoegdheid krijgen om door de ESMA opgestelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 291 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 met betrekking tot de gegevensnormen voor de informatie die moet worden gerapporteerd voor de verschillende klassen van derivaten en de methoden en regelingen voor rapportage.

(29)

Daar de doelstellingen van deze verordening – het waarborgen van de evenredigheid van regels die anders overbodige administratieve lasten en nalevingskosten veroorzaken, zonder de financiële stabiliteit in gevaar te brengen, en het verbeteren van de transparantie van de posities en blootstellingen van otc-derivaten – niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege hun omvang en gevolgen beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(30)

Om alle essentiële uitvoeringsmaatregelen te kunnen vaststellen en marktdeelnemers in staat te stellen de voor nalevingsdoeleinden noodzakelijke maatregelen te nemen, moet de toepassing van sommige bepalingen van deze verordening worden uitgesteld.

(31)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (13) geraadpleegd en heeft op […] een advies uitgebracht.

(32)

Verordening (EU) nr. 648/2012 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

(32 bis)

De clearingverplichting voor derivaten zoals vastgelegd in Verordening (EU) nr. 648/2012 en de handelsverplichting voor derivaten zoals vastgelegd in Verordening (EU) nr. 600/2014 moeten waar nodig en passend met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Bijgevolg moet de Commissie een verslag opstellen over de wijzigingen die deze verordening aanbrengt in de clearingverplichting voor derivaten, met name wat betreft de entiteiten die aan de clearingverplichting en het opschortingsmechanisme onderworpen zijn, die ook moeten worden aangebracht in de handelsverplichting voor derivaten zoals uiteengezet in Verordening (EU) nr. 600/2014.

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt als volgt gewijzigd:

(-1)

In artikel 1 wordt lid 4 vervangen door:

“4.     Deze verordening is niet van toepassing op:

a)

centrale banken en andere overheidsinstellingen die belast zijn met of betrokken zijn bij het beheer van de overheidsschuld;

b)

de Bank voor Internationale Betalingen;

c)

multilaterale ontwikkelingsbanken als vermeld in artikel 117, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013.”;

(-1 bis)

In artikel 1, lid 5, wordt punt a) geschrapt.

(1)

In artikel 2 wordt punt 8 vervangen door:

“8)

“financiële tegenpartij”: een beleggingsonderneming waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2014/65/ EU van het Europees Parlement en de Raad (14), een kredietinstelling waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU , een verzekerings- of herverzekeringsonderneming waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (15), een icbe waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG, behalve als die icbe verband houdt met een aandelenplan voor werknemers , een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening in de zin van artikel 6, onder a), van Richtlijn 2003/41/EG, een alternatieve beleggingsinstelling in de zin van artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU, welke alternatieve beleggingsinstelling in de Unie is gevestigd of wordt beheerd door een beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerder) en beschikt over een vergunning of is geregistreerd overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, behalve als die alternatieve beleggingsinstelling verband houdt met een aandelenplan voor werknemers en, in voorkomend geval, de abi-beheerder in de Unie is gevestigd; en een centrale effectenbewaarinstelling waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (16) ▌;.

(2)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

Lid 1, onder a), wordt als volgt gewijzigd:

i)

de punten i) tot en met iv) worden vervangen door:

“i)

tussen twee financiële tegenpartijen die zijn onderworpen aan de voorwaarden van artikel 4 bis, lid 1, tweede alinea;

ii)

tussen een financiële tegenpartij die is onderworpen aan de voorwaarden van artikel 4 bis, lid 1, tweede alinea, en een niet-financiële tegenpartij die is onderworpen aan de voorwaarden van artikel 10, lid 1, tweede alinea;

iii)

tussen twee niet-financiële tegenpartijen die zijn onderworpen aan de voorwaarden van artikel 10, lid 1, tweede alinea;

iv)

tussen, enerzijds, een financiële tegenpartij die is onderworpen aan de voorwaarden van artikel 4 bis, lid 1, tweede alinea, of een niet-financiële tegenpartij die is onderworpen aan de voorwaarden van artikel 10, lid 1, tweede alinea, en, anderzijds, een in een derde land gevestigde entiteit die aan de clearingverplichting zou zijn onderworpen indien zij in de Unie was gevestigd;”;

(b)

In lid 1 wordt punt b) vervangen door:

“b)

zij worden gesloten of verlengd:

i)

op of na de datum met ingang waarvan de clearingverplichting in werking treedt; hetzij

ii)

op of na de datum met ingang waarvan beide tegenpartijen voldoen aan de onder a) uiteengezette voorwaarden.”;

(c)

de volgende leden worden ingevoegd:

“3 bis.   Clearingleden en cliënten die, rechtstreeks of indirect, clearingdiensten verrichten, doen dat op eerlijke, redelijke en niet-discriminerende en transparante handelsvoorwaarden. Die clearingleden en cliënten nemen alle redelijke stappen bedoeld om belangenconflicten te herkennen, te voorkomen, te beheren en te monitoren, binnen een groep van verbonden entiteiten, met name tussen de handelseenheid en de clearingeenheid, die een negatieve invloed kunnen hebben op de eerlijke, redelijke, niet-discriminerende en transparante verlening van clearingdiensten.

Clearingleden of cliënten mogen de risico's controleren die verband houden met de aangeboden clearingdiensten.

3 ter.     Om een consistente toepassing van dit artikel te waarborgen, stelt de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen op tot nadere bepaling van de voorwaarden volgens welke de in lid 3 bis bedoelde handelsvoorwaarden voor clearingdiensten eerlijk, redelijk, niet-discriminerend en transparant worden geacht.

De ESMA dient de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op … [zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] in bij de Commissie.

De Commissie is bevoegd deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen .”;

(3)

Het volgende artikel 4  bis wordt toegevoegd :

“Artikel 4 bis

Aan de clearingverplichting onderworpen financiële tegenpartijen

1.   Een financiële tegenpartij die posities in otc-derivatencontracten inneemt, mag jaarlijks haar geaggregeerde gemiddelde positie berekenen aan het eind van de maand voor de voorgaande twaalf maanden ▌, overeenkomstig lid 3.

Wanneer de financiële tegenpartij haar positie niet berekent of wanneer het resultaat van die berekening de in artikel 10, lid 4, onder b), gespecificeerde clearingdrempels overschrijdt, is de financiële tegenpartij gehouden:

a)

de ESMA en de desbetreffende bevoegde autoriteit onmiddellijk daarvan in kennis te stellen;

b)

zich voor toekomstige otc-derivatencontracten, ongeacht de activaklasse of activaklassen waarvoor de clearingdrempel is overschreden, te onderwerpen aan de in artikel 4 bedoelde clearingverplichting; en

c)

de onder b) bedoelde contracten uiterlijk vier maanden na de datum waarop zij onder de clearingverplichting is komen te vallen, te clearen.

2.   Een financiële tegenpartij die overeenkomstig lid 1 aan de clearingverplichting is onderworpen en vervolgens ten aanzien van de desbetreffende bevoegde autoriteit aantoont dat haar geaggregeerde gemiddelde positie aan het eind van de maand voor de voorgaande twaalf maanden ▌niet langer de in lid 1 bedoelde clearingdrempel overschrijdt, valt niet langer onder de in artikel 4 opgenomen clearingverplichting.

2 bis.     Indien een voordien vrijgestelde financiële tegenpartij onderworpen wordt aan de clearingverplichting overeenkomstig lid 1, cleart zij haar otc-derivatencontracten binnen vier maanden nadat de clearingverplichting op haar van toepassing is geworden.

3.   Bij de berekening van de in lid 1 bedoelde posities neemt de financiële tegenpartij alle otc-derivatencontracten mee die zijn gesloten door die financiële tegenpartij of door andere entiteiten binnen de groep waartoe die financiële tegenpartij behoort.”;

(4)

Artikel 5, lid 2, onder c), wordt geschrapt;

(4 bis)

In artikel 6, lid 2, wordt na punt d) het volgende punt toegevoegd:

d bis)

binnen elke klasse van otc-derivaten waarnaar onder d) wordt verwezen, de gegevens van de contracttypes waarvoor relevante CTP's zijn gemachtigd om te clearen en de datum waarop die CTP's gemachtigd zijn om die contracten te clearen;”.

(5)

Artikel 6, lid 2, onder e), wordt geschrapt;

(6)

Het volgende artikel 6 ter wordt toegevoegd :

“Artikel 6 ter

Opschorting van de clearingverplichting in andere situaties dan afwikkeling

1.   In andere gevallen dan bedoeld in artikel 6 bis, lid 1, mag de ESMA de Commissie verzoeken om tijdelijke opschorting van de in artikel 4, lid 1, bedoelde clearingverplichting voor een specifieke klasse van otc-derivaten of voor een specifiek type tegenpartij, wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de klasse van otc-derivaten komt niet langer in aanmerking voor centrale clearing op basis van de in artikel 5, lid 4, eerste alinea, en artikel 5, lid 5, bedoelde criteria;

b)

een CTP zal de clearing van die specifieke klasse van otc-derivaten waarschijnlijk stopzetten en geen andere CTP is in staat deze specifieke klasse van otc-derivaten zonder onderbreking te clearen;

c)

de opschorting van de clearingverplichting voor een specifieke klasse van otc-derivaten of voor een specifiek type tegenpartij is noodzakelijk om een ernstige bedreiging van de financiële stabiliteit in de Unie te voorkomen of aan te pakken en is evenredig met dit doel.

Voor de toepassing van de eerste alinea, onder c), raadpleegt de ESMA eerst het ESRB.

Wanneer de ESMA de Commissie verzoekt de in artikel 4, lid 1, bedoelde clearingverplichting tijdelijk op te schorten, voert zij redenen en bewijzen aan waaruit blijkt dat aan ten minste één van de in de eerste alinea gestelde voorwaarden is voldaan. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad onverwijld in kennis van het verzoek van de ESMA.

1 bis.     Een verzoek om opschorting van de ESMA zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel kan worden verzocht door een bevoegde autoriteit die is aangewezen in overeenstemming met artikel 22. Wanneer een bevoegde autoriteit de ESMA vraagt een verzoek om opschorting in te dienen, voert zij redenen en bewijzen aan waaruit blijkt dat aan ten minste één van de in de eerste alinea van lid 1 gestelde voorwaarden is voldaan.

Binnen 48 uur na ontvangst van het verzoek van de bevoegde autoriteit en op basis van de door de bevoegde autoriteit aangevoerde redenen en bewijzen, verzoekt de ESMA de Commissie om de clearingverplichting voor de specifieke klasse van otc-derivaten of voor het in lid 1 bedoelde specifieke type tegenpartij op te schorten, ofwel wijst de ESMA het verzoek van de bevoegde autoriteit af. De ESMA stelt de bevoegde autoriteit in kennis van haar beslissing en geeft daarbij een gedetailleerde toelichting van de redenen.

2.   Het in lid 1 bedoelde verzoek wordt niet openbaar gemaakt.

3.   De Commissie beslist binnen 48 uur na het in lid 1 bedoelde verzoek en op basis van de door de ESMA aangevoerde redenen en bewijzen, om de clearingverplichting voor de specifieke klasse van otc-derivaten of voor het in lid 1 bedoelde specifieke type tegenpartij op te schorten, of het verzoek om opschorting af te wijzen. De Commissie stelt de ESMA in kennis van haar beslissing en geeft daarbij een gedetailleerde toelichting van de redenen. De Commissie zendt vervolgens die informatie onverwijld door aan het Europees Parlement en de Raad.

4.   Het besluit van de Commissie tot opschorting van de clearingverplichting ▌wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie, op de website van de Commissie en in het in artikel 6 bedoelde openbaar register bekendgemaakt.

5.   Een opschorting van de clearingverplichting overeenkomstig dit artikel is geldig voor een periode van niet meer dan één maand vanaf de datum van de bekendmaking van die opschorting in het Publicatieblad van de Europese Unie.

6.    Mits de redenen voor de opschorting nog steeds bestaan kan de Commissie na raadpleging van de ESMA en het ESRB de in lid 5 bedoelde opschorting verlengen voor een of meer perioden van een maand , doch in totaal niet meer dan twaalf maanden na het einde van de aanvankelijke opschortingsperiode . Een verlenging van de opschorting wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 4.

Voor de toepassing van de eerste alinea stelt de Commissie de ESMA in kennis van en informeert het Europees Parlement en de Raad over haar voornemen om een opschorting van de clearingverplichting te verlengen. De ESMA brengt over de verlenging van de opschorting binnen 48 uur na die kennisgeving een advies uit.”;

(7)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

Lid 1 wordt vervangen door:

“1.    Financiële tegenpartijen, niet-financiële tegenpartijen die voldoen aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 10, lid 1, tweede alinea , en CTP's zorgen ervoor dat de gegevens betreffende elk derivatencontract dat zij hebben gesloten en betreffende elke wijziging van het contract of de beëindiging ervan, overeenkomstig lid 1 bis worden gerapporteerd aan een overeenkomstig artikel 55 geregistreerd of een overeenkomstig artikel 77 erkend transactieregister. De gegevens worden uiterlijk op de werkdag volgend op de sluiting, wijziging of beëindiging van het contract gerapporteerd.

De rapportageverplichting is van toepassing op derivatencontracten die ▌op of na 12 februari 2014 zijn gesloten.

Niettegenstaande het bepaalde in artikel 3 is de rapportageverplichting niet van toepassing op otc-derivatencontracten binnen dezelfde groep wanneer ten minste een van de tegenpartijen een niet-financiële tegenpartij is of als niet-financiële tegenpartij zou worden aangemerkt als zij in de Unie was gevestigd, mits:

a)

beide tegenpartijen op volledige basis zijn opgenomen in dezelfde consolidatie;

b)

beide tegenpartijen zijn onderworpen aan passende gecentraliseerde risicobeoordelings-, meet- en controleprocedures; en

c)

de moederonderneming geen financiële tegenpartij is .”;

(b)

De volgende leden 1 bis en 1 ter worden ingevoegd:

“1 bis.   De in lid 1 bedoelde gegevens betreffende derivatencontracten worden als volgt gerapporteerd:

b)

▌ de gegevens betreffende otc-derivatencontracten die zijn gesloten tussen een financiële tegenpartij en een niet-financiële tegenpartij die niet voldoen aan de in artikel 10, lid 1, tweede alinea, bedoelde voorwaarden, worden als volgt gerapporteerd:

i)

financiële tegenpartijen zijn bij uitsluiting verantwoordelijk en wettelijk aansprakelijk voor de rapportage van een eenvormige gegevensverzameling , alsook voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens. Teneinde ervoor te zorgen dat de financiële tegenpartij over de benodigde gegevens beschikt om aan de rapportageverplichting te voldoen, verstrekt de niet-financiële tegenpartij aan de financiële tegenpartij de informatie met betrekking tot de tussen hen gesloten otc-derivatencontracten waarvan redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de financiële tegenpartij hier de beschikking over heeft. De niet-financiële tegenpartij is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van die gegevens ;

ii)

onverminderd punt i) kunnen niet-financiële tegenpartijen die al geïnvesteerd hebben in het opzetten van een rapportagesysteem, ervoor kiezen de gegevens betreffende hun otc-derivatencontracten met financiële tegenpartijen te rapporteren aan een transactieregister. In dat geval stellen de niet-financiële tegenpartijen de financiële tegenpartijen waarmee zij otc-derivatencontracten zijn aangegaan vooraf in kennis van hun beslissing. De verantwoordelijkheid en wettelijke aansprakelijkheid voor de rapportage en de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens blijven in deze situatie bij de niet-financiële tegenpartijen berusten.

(b bis)

in het geval van otc-derivatencontracten die zijn aangegaan door een niet-financiële tegenpartij die niet is onderworpen aan de in artikel 10, lid 1, tweede alinea, bedoelde voorwaarden, met een in een derde land gevestigde entiteit die bij vestiging in de Unie een financiële tegenpartij zou zijn, is die niet-financiële tegenpartij niet gehouden te rapporteren op grond van artikel 9 en is deze niet wettelijk aansprakelijk voor de rapportage en de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens betreffende die otc-derivatencontracten als:

i)

de betreffende juridische regeling voor rapportage van het derde land gelijkwaardig geacht wordt op grond van artikel 13 en de financiële tegenpartij uit het derde land dergelijke informatie heeft gerapporteerd op grond van de juridische regeling van het betreffende derde land;

ii)

de betreffende juridische regeling voor rapportage van het derde land niet gelijkwaardig is verklaard op grond van artikel 13 en de financiële tegenpartij uit het derde land ervoor kiest onderworpen te zijn aan de voorschriften van dit artikel, alsof het een financiële tegenpartij is die in de Unie gevestigd is, en zich laat registeren bij de ESMA.

De ESMA maakt een Uniebreed register van de financiële tegenpartijen uit derde landen die ervoor kiezen om onderworpen te zijn aan dit artikel overeenkomstig punt ii), openbaar op haar website;

(c)

de beheermaatschappij van een icbe is verantwoordelijk voor de rapportage van de gegevens betreffende otc-derivatencontracten waarvoor die icbe een tegenpartij is, alsook voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens;

(d)

de beheerder van een abi is verantwoordelijk voor de rapportage van de gegevens betreffende otc-derivatencontracten waarvoor die abi een tegenpartij is, alsook voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens;

(e)

tegenpartijen en CTP's die otc-derivatencontracten rapporteren aan een transactieregister zorgen ervoor dat de gegevens van hun derivatencontracten correct worden gerapporteerd en dat zij niet meermaals worden gerapporteerd.

Tegenpartijen en CTP's die onderworpen zijn aan de in lid 1 bedoelde rapportageverplichting kunnen die rapportageverplichting delegeren.

1 ter.     De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen ter specificatie van de gegevens die moeten worden verstrekt door een financiële tegenpartij uit een derde land voor haar registratie bij de ESMA als bedoeld in lid 1 bis, eerste alinea, onder b bis), ii).

De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op … [zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] in bij de Commissie.

De Commissie is bevoegd deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen .”;

(c)

Lid 6 wordt vervangen door:

“6.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de leden 1 en 3 te garanderen, stelt de ESMA in nauwe samenwerking met het ESCB ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op ter bepaling van:

a)

de gegevensnormen en -formats voor de informatie die moet worden gerapporteerd, waaronder ten minste het volgende:

i)

het mondiale identificatienummer van juridische entiteiten (“legal entity identifier – LEI”);

ii)

de internationale effectenidentificatiecode (“international securities identification number – ISIN”);

iii)

de unieke transactie-identificatiecode (unique trade identifier – “UTI”);

b)

de methoden en regelingen voor rapportage;

c)

de frequentie van de rapporten;

d)

de uiterste datum waarop de derivatencontracten moeten worden gerapporteerd, met inbegrip van een eventuele gefaseerde invoering van de contracten die zijn gesloten voordat de rapportageverplichting van toepassing is.

Bij het ontwikkelen van die ontwerpen van technische normen houdt de ESMA rekening met internationaal overeengekomen ontwikkelingen en normen op Unie- of wereldniveau, en de consistentie ervan met de rapportagevereisten zoals vastgelegd in artikel 4 van Verordening (EU) 2015/2365 (*1) en artikel 26 van Verordening (EU) nr. 600/2014.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op [ twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigings verordening] in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.";

(8)

In artikel 10 worden de leden 1 tot en met 4 vervangen door:

“1.   Een niet-financiële tegenpartij die posities in otc-derivatencontracten inneemt, mag jaarlijks haar geaggregeerde gemiddelde positie berekenen aan het eind van de maand voor de voorgaande twaalf maanden ▌, overeenkomstig lid 3.

Wanneer de niet-financiële tegenpartij haar positie niet berekent of wanneer het resultaat van die berekening als bedoeld in de eerste alinea , de in artikel 10, lid 4, onder b), gespecificeerde clearingdrempels overschrijdt, is die niet-financiële tegenpartij gehouden:

a)

de ESMA en de overeenkomstig lid 5 aangewezen autoriteit onmiddellijk daarvan in kennis te stellen;

b)

wanneer zij haar positie niet heeft berekend, zich aan de in artikel 4 bedoelde clearingverplichting te onderwerpen voor toekomstige otc-derivatencontracten in alle activaklassen en aan de in artikel 11, lid 3, neergelegde voorschriften;

b bis)

wanneer het resultaat van die berekening als bedoeld in de eerste alinea, de in lid 4, onder b), gespecificeerde clearingdrempels overschrijdt , zich voor toekomstige otc-derivatencontracten in de activaklasse of activaklassen waarvoor de clearingdrempel overschreden is, te onderwerpen aan de in artikel 4 bedoelde clearingverplichting, en vrijgesteld te zijn van de in artikel 11, lid 3 neergelegde vereisten in de andere activaklasse of activaklassen waarvoor de clearingdrempel niet overschreden is ;

c)

de onder b) bedoelde contracten uiterlijk vier maanden na de datum waarop zij onder de clearingverplichting is komen te vallen, te clearen.

2.   Een niet-financiële tegenpartij die overeenkomstig lid 1, tweede alinea, onder de clearingverplichting is komen te vallen en die vervolgens tegenover de overeenkomstig lid 5 aangewezen autoriteit aantoont dat haar geaggregeerde gemiddelde positie aan het eind van de maand voor de voorgaande twaalf maanden ▌de in lid 1 bedoelde clearingdrempel niet langer overschrijdt, valt niet langer onder de clearingverplichting van artikel 4.

3.   Bij de berekening van de in lid 1 bedoelde posities houdt de niet-financiële tegenpartij rekening met alle otc-derivatencontracten die zijn gesloten door de niet-financiële tegenpartij of door andere niet-financiële entiteiten binnen de groep waartoe de niet-financiële tegenpartij behoort en waarvan niet objectief kan worden aangetoond dat ze risico's verminderen die rechtstreeks met de commerciële bedrijvigheid of de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen van de niet-financiële tegenpartij of van die groep verband houden.

4.   Om een consistente toepassing van dit artikel te garanderen, stelt ESMA, na raadpleging van het ESRB en andere relevante autoriteiten, ontwerpen van technische reguleringsnormen op, waarin het volgende wordt gespecificeerd:

a)

criteria om te bepalen van welke otc-derivatencontracten objectief kan worden vastgesteld dat zij risico's verminderen die rechtstreeks verband houden met de commerciële activiteiten of de activiteiten betreffende kasbeheer als bedoeld in lid 3; en

b)

de waarden van de clearingdrempels die worden vastgesteld met inachtneming van de systeemrelevantie van de som van de nettoposities en risicoposities per tegenpartij en per klasse van otc-derivaten.

De ESMA kan voor financiële en niet-financiële tegenpartijen verschillende clearingdrempels vaststellen waarbij rekening gehouden wordt met de verwevenheid van financiële tegenpartijen en hun hogere systeemrisico.

Na een open publieke raadpleging te hebben gehouden, legt ESMA deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 30 september 2012 voor aan de Commissie en werkt die stelselmatig bij .

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.

De ESMA toetst, na raadpleging van het ESRB en andere relevante autoriteiten, periodiek de drempels als bedoeld onder b) , en stelt, waar passend, met name om te zorgen voor een grotere deelname aan centrale clearing , technische reguleringsnormen voor tot wijziging van die drempels.”;

(8 bis)

In artikel 11 wordt het volgende lid ingevoegd:

“1 bis.   De in lid 1 van dit artikel bedoelde vereisten zijn niet van toepassing op de in artikel 3 bedoelde intragroeptransacties wanneer een van de tegenpartijen een niet-financiële tegenpartij is die niet onder de in artikel 10, lid 1, tweede alinea, bedoelde clearingverplichting valt.”;

(8 ter)

Artikel 11, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:

“3.     Financiële tegenpartijen beschikken over risicobeheerprocedures die een tijdige, nauwkeurige en passend gescheiden uitwisseling van zekerheden voorschrijven met betrekking tot otc-derivatencontracten die op of na 16 augustus 2012 worden gesloten. Niet-financiële tegenpartijen als bedoeld in artikel 10 mogen geen risicobeheerprocedures toepassen die een tijdige, nauwkeurige en passend gescheiden uitwisseling van zekerheden voorschrijven met betrekking tot otc-derivatencontracten in de activaklasse of activaklassen waarvoor de clearingdrempel niet overschreden is.”;

(9)

Artikel 11, lid 15, wordt als volgt gewijzigd:

(a)

Punt a) wordt vervangen door:

“a)

de risicobeheerprocedures, inclusief de in lid 3 bedoelde niveaus en categorie zekerheden en scheidingsregelingen, alsook de desbetreffende toezichtprocedures om te zorgen voor de initiële en doorlopende validatie van deze risicobeheerprocedures;”;

(b)

De eerste zin van de tweede alinea wordt vervangen door:

“De EBA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk [ twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] bij de Commissie in.”;

(10)

Aan artikel 38 worden de volgende leden 6 en 7 toegevoegd:

“6.   Een CTP verschaft haar clearingleden een simulatie-instrument waarmee zij, op brutobasis, het bedrag kunnen bepalen van de aanvullende initiële margin die de CTP na het clearen van een nieuwe transactie kan verlangen. Dat instrument is enkel toegankelijk via een beveiligde toegang en de resultaten van de simulatie zijn niet bindend.

7.   Een CTP verschaft haar clearingleden informatie over de modellen voor initiële margins die zij gebruikt. Die informatie voldoet aan alle volgende voorwaarden:

a)

het ontwerp van het model voor initiële margins en de werking ervan worden erin uitgelegd;

b)

de belangrijkste aannames en beperkingen van het model voor initiële margins en de omstandigheden waaronder die aannames niet meer gelden, worden erin uitgelegd;

c)

de informatie is gedocumenteerd.”;

(11)

Aan artikel 39 wordt het volgende lid 11 toegevoegd:

“11.    De nationale insolventiewetgeving van de lidstaten belet niet dat een CTP handelt in overeenstemming met artikel 48, leden 5 tot en met 7, ten aanzien van de activa en posities die zijn vastgelegd in de rekeningen bedoeld in de leden 2 tot en met 5 van dit artikel. ”;

(12)

Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

Lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Voor de toepassing van artikel 55, lid 1, dient een transactieregister bij de ESMA een van de volgende aanvragen in:

a)

een registratieaanvraag;

b)

een aanvraag tot verlenging van de registratie indien het transactieregister reeds is geregistreerd uit hoofde van hoofdstuk III van Verordening (EU) 2015/2365.”;

(b)

Lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Om een consistente toepassing van dit artikel te garanderen, stelt de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen op voor:

a)

de gegevens in de in lid 1, onder a), bedoelde registratieaanvraag;

b)

de gegevens van een vereenvoudigde aanvraag tot verlenging van de registratie als bedoeld in lid 1, onder b).

De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;

(c)

Lid 4 wordt vervangen door:

“4.   Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van lid 1 te garanderen, stelt de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op waarin het volgende is gespecificeerd:

a)

het formaat van de in lid 1, onder a), bedoelde registratieaanvraag;

b)

het formaat van de aanvraag tot verlenging van de registratie als bedoeld in lid 1, onder b).

Met betrekking tot punt b) van de eerste alinea stelt de ESMA een vereenvoudigd formaat op.

De ESMA dient die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [9 maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;

(12 bis)

Artikel 62, lid 5, wordt geschrapt.

(12 ter)

Artikel 63, lid 1, wordt vervangen door:

“1.     Om haar taken krachtens deze verordening uit te voeren, kan de ESMA alle nodige inspecties ter plaatse in elke bedrijfsruimte en op elk terrein van de in artikel 61, lid 1, bedoelde rechtspersonen verrichten. Wanneer dit voor het behoorlijk en efficiënt verrichten van de inspecties nodig is, kan de ESMA de inspectie ter plaatse onaangekondigd verrichten.”;

(12 quater)

Artikel 63, lid 2, wordt vervangen door:

“2.     De functionarissen en andere personen die door de ESMA gemachtigd zijn een inspectie ter plaatse uit te voeren, kunnen de bedrijfsruimten of gebouwen van onder de onderzoeksbeschikking van de ESMA vallende rechtspersonen betreden en hebben alle in artikel 62, lid 1, bepaalde bevoegdheden. Zij zijn tevens bevoegd tot het verzegelen van alle ruimten en boeken of vastleggingen van het bedrijf voor de duur van en voor zover nodig voor de inspectie.”;

(12 quinquies)

In artikel 63 wordt lid 8 geschrapt.

(12 sexies)

Artikel 64, lid 4, wordt als volgt gewijzigd:

“4.     Wanneer de onderzoeksfunctionaris het dossier met de bevindingen aan de ESMA voorlegt, stelt hij de aan het onderzoek onderworpen personen daarvan in kennis. Die personen zijn gerechtigd toegang tot het dossier te krijgen, onder voorbehoud van het rechtmatige belang van andere personen bij de bescherming van hun zakengeheimen. Het recht op toegang tot het dossier geldt niet voor vertrouwelijke informatie of interne voorbereidende documenten van de ESMA.”;

(12 septies)

Artikel 64, lid 8, wordt vervangen door:

“8.     Indien de ESMA bij het vervullen van haar taken krachtens deze verordening tot de bevinding komt dat er ernstige aanwijzingen zijn voor het mogelijke bestaan van feiten waarvan zij weet dat ze strafbaar zijn volgens het toepasselijke recht, verwijst zij de zaak voor onderzoek en mogelijke strafrechtelijke vervolging door naar de bevoegde instanties. Bovendien ziet de ESMA af van het opleggen van geldboeten of dwangsommen wanneer zij weet er weet van heeft dat een eerdere vrijspraak of veroordeling in een krachtens het nationale recht gevoerde strafprocedure wegens dezelfde feiten of in wezen gelijkaardige feiten reeds in kracht van gewijsde is gegaan.”;

(12 octies)

Artikel 65, lid 1, tweede alinea, wordt geschrapt.

(13)

Artikel 65, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

(a)

onder a) wordt “20 000 EUR” vervangen door “200 000 EUR”;

(b)

onder b) wordt “10 000 EUR” vervangen door “100 000 EUR”;

(c)

het volgende punt c) wordt ingevoegd:

“c)

voor de inbreuken bedoeld in afdeling IV van bijlage I bedragen de geldboeten niet minder dan 5 000 EUR en niet meer dan 10 000 EUR.”;

(13 bis)

In artikel 67 wordt aan lid 1 de volgende alinea toegevoegd:

“De eerste alinea is niet van toepassing indien dringende maatregelen nodig zijn om significante en dreigende schade aan het financiële stelsel of significante en dreigende schade aan de integriteit, transparantie, efficiëntie en ordelijke werking van de financiële markten te voorkomen, met inbegrip van de stabiliteit of de nauwkeurigheid van de aan transactieregisters gerapporteerde gegevens. In dat geval kan ESMA een voorlopig besluit nemen en worden de betrokken personen zo spoedig mogelijk na het nemen van het besluit in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.”.

(14)

Artikel 72, lid 2, wordt vervangen door:

“2.   Het bedrag van een vergoeding die een transactieregister wordt aangerekend, dekt alle door de ESMA voor haar activiteiten op het gebied van registratie en toezicht redelijkerwijs gemaakte administratieve kosten en is evenredig met de omzet van het betrokken transactieregister en het type registratie en toezicht dat is uitgeoefend.”;

(15)

Het volgende artikel 76 bis wordt ingevoegd:

“Artikel 76 bis

Wederzijdse rechtstreekse toegang tot gegevens

1.   Indien noodzakelijk voor de uitoefening van hun taken krijgen de desbetreffende autoriteiten van derde landen waar een of meer transactieregisters zijn gevestigd, rechtstreeks toegang tot in transactieregisters in de Unie bewaarde informatie, op voorwaarde dat de Commissie daartoe overeenkomstig lid 2 een uitvoeringshandeling heeft vastgesteld.

2.   Bij de indiening van een in lid 1 bedoeld verzoek door de autoriteiten kan de Commissie overeenkomstig de in artikel 86, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure uitvoeringshandelingen vaststellen om te bepalen of de regelgeving van het derde land van de verzoekende autoriteit beantwoordt aan de volgende voorwaarden:

a)

aan in dat derde land gevestigde transactieregisters is een vergunning verleend;

b)

transactieregisters in dat derde land zijn doorlopend aan effectief toezicht en effectieve handhaving van hun verplichtingen onderworpen;

c)

er bestaan waarborgen inzake het beroepsgeheim die ten minste gelijkwaardig zijn aan de in deze verordening opgenomen waarborgen, met inbegrip van de bescherming van bedrijfsgeheimen die de autoriteiten met derden delen;

d)

de transactieregisters waaraan in dat derde land een vergunning is verleend, zijn onderworpen aan een wettelijk bindende en afdwingbare verplichting om de in artikel 81, lid 3, bedoelde entiteiten rechtstreekse en onmiddellijke toegang tot de gegevens te verlenen.”;

(16)

In artikel 78 worden de volgende leden 9 en 10 toegevoegd:

“9.   Een transactieregister stelt de volgende procedures en gedragslijnen vast:

a)

procedures voor de effectieve afstemming van gegevens tussen transactieregisters;

b)

procedures om de volledigheid en nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens te waarborgen;

c)

gedragslijnen voor de correcte overdracht van gegevens aan andere transactieregisters op verzoek van de in artikel 9 bedoelde tegenpartijen of CTP's of indien anderszins noodzakelijk.

(10)   Met het oog op een consistente toepassing van dit artikel stelt de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen op waarin het volgende is gespecificeerd:

a)

de procedures voor de afstemming van gegevens tussen transactieregisters;

b)

de procedures die het transactieregister moet toepassen om na te gaan of de rapporterende tegenpartij of indienende entiteit de rapportageverplichtingen nakomt en om de volledigheid en nauwkeurigheid van de op grond van artikel 9 gerapporteerde informatie te verifiëren.

De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op … [twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;

(17)

Artikel 81 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

Aan lid 3 wordt het volgende punt q toegevoegd:

“q)

de relevante autoriteiten van een derde land waarvoor overeenkomstig artikel 76 bis een uitvoeringshandeling is vastgesteld;”;

(b)

Het volgende lid 3 bis wordt ingevoegd:

“3 bis.   Een transactieregister verschaft de in artikel 9, lid 1 bis, tweede alinea, bedoelde tegenpartijen en CTP’s de namens hen gerapporteerde informatie.”;

(c)

Lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Om een consistente toepassing van dit artikel te garanderen, stelt de ESMA nadat zij de leden van het ESCB heeft geraadpleegd, ontwerpen van technische reguleringsnormen op voor:

a)

de informatie die moet worden bekendgemaakt of beschikbaar moet worden gesteld overeenkomstig de leden 1 en 3;

b)

de frequentie van de bekendmaking van de in lid 1 bedoelde informatie;

c)

de operationele normen die nodig zijn om gegevens tussen registers te kunnen aggregeren en vergelijken en om de in lid 3 bedoelde entiteiten toegang tot deze informatie te kunnen verschaffen;

d)

de voorwaarden, regelingen en vereiste documentatie op basis waarvan transactieregisters toegang verlenen tot de in lid 3 bedoelde entiteiten.

De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op [ twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigings verordening] in bij de Commissie.

Bij het opstellen van deze ontwerpen van technische normen draagt de ESMA er zorg voor dat er bij de bekendmaking van de in lid 1 bedoelde informatie geen contractpartijen worden geïdentificeerd.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.”;

(18)

Artikel 82, lid 2, wordt vervangen door:

“2.   De in artikel 1, lid 6, artikel 4, lid 3, artikel 64, lid 7, artikel 70, artikel 72, lid 3, artikel 76 bis en artikel 85, lid 2, bedoelde bevoegdheden worden aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd.”;

(19)

Artikel 85 wordt als volgt gewijzigd:

(a)

Lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Uiterlijk op … [ drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening ] beoordeelt de Commissie de toepassing van deze verordening en stelt zij er een algemeen verslag over op. De Commissie legt dat verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad, samen met eventuele passende voorstellen.”;

(a bis)

Het volgende lid wordt ingevoegd:

“1 bis.     Uiterlijk op … [drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] dient de ESMA bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een verslag in met een analyse van de gevolgen voor de marktdeelnemers van bij Verordening (EU) 2018/… [deze wijzigingsverordening] ingevoerde wijzigingen van het rapportagesysteem. In dat verslag wordt met name het gebruik en de toepassing beoordeeld van de respectieve bepalingen die het delegeren van rapportage aan financiële tegenpartijen mogelijk maken en de rapportage van contracten door CTP's verplichten. In het kader van het verslag wordt daarnaast onderzocht of die nieuwe bepalingen daadwerkelijk hebben geleid tot de beoogde vermindering van de rapportagelast voor kleinere tegenpartijen. Tevens wordt onderzocht hoe deze nieuwe bepalingen de concurrentie tussen transactieregisters hebben beïnvloed en of en in welke mate zij hebben geresulteerd in een minder concurrerende omgeving en minder keuzevrijheid voor clearingleden en hun cliënten.”;

(b)

Lid 2 wordt vervangen door:

“2.   Uiterlijk op … [één jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] en vervolgens elk jaar daarna tot … [twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] stelt de Commissie een verslag op waarin beoordeeld wordt of realistische technische oplossingen zijn ontwikkeld voor de overdracht door pensioenregelingen van contanten en andere zekerheden dan contanten als variatiemarge en of er behoefte is aan maatregelen om die technische oplossingen te faciliteren.

De ESMA dient uiterlijk op … [zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] en vervolgens elk jaar daarna tot … [twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening], in samenwerking met de Eiopa, de EBA en het ESRB, een verslag in bij de Commissie, waarin het volgende wordt beoordeeld:

a)

of centrale tegenpartijen, clearingleden en pensioenregelingen passende inspanningen hebben geleverd en realistische technische oplossingen hebben ontwikkeld ter bevordering van de deelname van pensioenregelingen aan centrale clearing door het storten van contanten en andere zekerheden dan contanten als variatiemarge, met inbegrip van de gevolgen van die oplossingen voor de liquiditeit van de markt en procyclische effecten en de mogelijke juridische en andere implicaties daarvan ;

b)

de omvang en de aard van de activiteiten van pensioenregelingen op geclearde en niet-geclearde otc-derivatenmarkten, per activaklasse, en eventuele daarmee verband houdende systeemrisico's voor het financiële stelsel;

c)

indien pensioenregelingen aan de clearingverplichting voldoen, de gevolgen voor hun beleggingsstrategieën, met inbegrip van elke verandering in hun contante en niet-contante allocatie van activa;

d)

de gevolgen van de in artikel 10, lid 4, bedoelde clearingdrempels voor pensioenregelingen;

e)

het effect van andere wettelijke voorschriften op het kostenverschil tussen geclearde en niet-geclearde otc-derivatentransacties, met inbegrip van marginvereisten voor niet-geclearde derivaten en de overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 uitgevoerde berekening van de hefboomratio;

f)

of verdere maatregelen nodig zijn ter bevordering van een clearingoplossing voor pensioenregelingen.

De Commissie stelt overeenkomstig artikel 82 een gedelegeerde handeling vast tot eenmalige verlenging met twee jaar van de in artikel 89, lid 1, bedoelde termijn van drie jaar, indien zij tot de conclusie komt dat er geen realistische technische oplossing is ontwikkeld en dat de negatieve gevolgen van het centraal clearen van derivatencontracten voor het pensioeninkomen van toekomstige gepensioneerden ongewijzigd blijven.”;

(c)

Lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Uiterlijk … [ twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening ] ▌gaat de Commissie over tot

a)

het indienen van een voorstel voor een andere bindende oplossing dan permanente of verdere tijdelijke vrijstellingen van pensioenregelingen van de clearingverplichting, als de Commissie van mening is dat de belanghebbenden niet tot een oplossing zijn gekomen; hetzij

b)

het vaststellen van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 82, met het oog op het eenmalig voor een periode van één jaar verlengen van de in artikel 89, lid 1, bedoelde periode van twee jaar, uitsluitend als zij van mening is dat de belanghebbenden tot een oplossing zijn gekomen en meer tijd nodig is voor de uitvoering daarvan; hetzij

c)

het laten vervallen van de vrijstelling en het tegelijkertijd aansporen van de belanghebbenden om hun oplossing vroegtijdig toe te passen indien de Commissie van mening is dat er een oplossing is gevonden.”;

(c bis)

de volgende leden worden ingevoegd:

“3 bis.     Uiterlijk op … [drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] stelt de Commissie overeenkomstig artikel 82 een gedelegeerde handeling vast tot eenmalige verlenging met twee jaar van de in artikel 89, lid 1 bis, bedoelde termijn van drie jaar, uitsluitend indien zij tot de conclusie komt dat de pensioenregelingen als bedoeld in artikel 89, lid 1 bis, de nodige inspanningen hebben geleverd om passende technische oplossingen te ontwikkelen en dat de negatieve gevolgen van het centraal clearen van derivatencontracten voor het pensioeninkomen van gepensioneerden ongewijzigd blijven.

3 ter.     De ESMA dient uiterlijk op … [twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] een verslag in bij de Commissie waarin wordt beoordeeld of de lijst van financiële instrumenten die als zeer liquide instrumenten met een zeer laag krediet- en marktrisico kunnen worden beschouwd, overeenkomstig artikel 47, kan worden uitgebreid en of in deze lijst een of meer geldmarktfondsen waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1131, kunnen worden opgenomen.”;

(e)

de volgende leden worden toegevoegd:

“6.     Uiterlijk op … [zes maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] dient de Commissie, na raadpleging van de ESMA, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de aanpassing van de handelsverplichting voor derivaten op grond van Verordening (EU) nr. 600/2014, met de wijzigingen op grond van Verordening (EU) 2018/… [deze wijzigingsverordening] aan de clearingverplichting voor derivaten, met name wat betreft de entiteiten die aan de clearingverplichting en het opschortingsmechanisme onderworpen zijn. Indien deze aanpassing nodig en passend wordt geacht, gaat het verslag vergezeld van een wetgevingsvoorstel waarin de nodige wijzigingen worden opgenomen.

7.     De ESMA dient uiterlijk op … [18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening], in samenwerking met de Eiopa en de EBA een verslag in bij de Commissie, waarin wordt beoordeeld of het in artikel 4, lid 3 bis, bedoelde beginsel van eerlijke, redelijke, niet-discriminerende en transparante handelsvoorwaarden doeltreffend is geweest om de toegang tot clearing te vergemakkelijken.

De Commissie dient uiterlijk op … [twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in waarin wordt beoordeeld of het beginsel van eerlijke, redelijke, niet-discriminerende en transparante handelsvoorwaarden doeltreffend is geweest om de toegang tot clearing te vergemakkelijken en waarin, in voorkomend geval, verbeteringen van dat beginsel worden voorgesteld. In dit verslag worden de bevindingen van het in de eerste alinea bedoelde verslag in aanmerking genomen. Het verslag gaat, in voorkomend geval, vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

8.     Uiterlijk op … [twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] stelt de Commissie een verslag op waarin wordt beoordeeld of transacties die rechtstreeks voortvloeien uit posttransactionele risicoverlagende diensten, met inbegrip van het comprimeren van portefeuilles, moeten worden vrijgesteld van de in artikel 4, lid 1, bedoelde clearingverplichting. In dit verslag neemt de Commissie met name in aanmerking in welke mate deze transacties de risico's beperken, met name het tegenpartijkredietrisico en het operationele risico, alsook in hoeverre de clearingverplichting via deze transacties kan worden omzeild en centrale clearing kan worden ontmoedigd. De Commissie legt dat verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad, samen met eventuele passende wetgevingsvoorstellen.

Ter ondersteuning van de Commissie bij de uitwerking van het in de eerste alinea bedoelde verslag, dient de ESMA uiterlijk op … [zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening], in samenwerking met het ESRB, bij de Commissie een verslag in waarin wordt beoordeeld of transacties die rechtstreeks voortvloeien uit posttransactionele risicobeperkingsdiensten, moeten worden vrijgesteld van de clearingverplichting. In dit verslag worden het comprimeren van portefeuilles en andere beschikbare niet-prijsvormende posttransactionele risicoverlagende diensten onderzocht die niet-marktrisico's in derivatenportefeuilles verlagen, zonder het marktrisico van de portefeuilles te veranderen, zoals herbalanceringstransacties. In het verslag worden ook de doelstellingen en de werking van dergelijke posttransactionele risicoverlagende diensten uiteengezet, en de mate waarin deze risico's beperken, met name het tegenpartijkredietrisico en het operationele risico, en wordt de behoefte beoordeeld om dergelijke transacties te clearen of om ze vrij te stellen van clearing, om systeemrisico's te beheersen. Tevens wordt beoordeeld in hoeverre een vrijstelling van de clearingverplichting voor dergelijke diensten centrale clearing ontmoedigt en ertoe kan leiden dat tegenpartijen de clearingverplichting omzeilen.

9.     Op basis van onder meer de bevindingen van de openbare raadpleging van de Europese Commissie over de geschiktheidscontrole inzake toezichtrapportage die op 1 december 2017 zijn bekendgemaakt, en het op grond van de tweede alinea door de ESMA ingediende verslag, evalueert de Commissie uiterlijk op … [twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] de toepassing van artikel 9, lid 1 bis, en brengt zij daarover een verslag uit. De Commissie legt dat verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad, samen met eventuele passende wetgevingsvoorstellen. Bij de beoordeling van de toepassing van artikel 9, lid 1 bis, beoordeelt de Commissie of de verplichting om transacties te melden uit hoofde van artikel 26 van Verordening (EU) nr. 600/2014 leidt tot onnodige dubbele transactiemeldingen voor niet-otc-derivaten en of de vereiste om transacties van niet-otc-derivaten te melden overeenkomstig artikel 9, lid 1 bis, kan worden beperkt zonder onnodig verlies van informatie, met het oog op de vereenvoudiging van de rapportageketens voor niet-otc-derivaten voor alle tegenpartijen, met name voor niet-financiële tegenpartijen die niet onderworpen zijn aan de in de tweede alinea van artikel 10, lid 1, bedoelde clearingverplichting.

De ESMA dient uiterlijk op … [zes maanden na inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening], in samenwerking met het ESRB, een verslag in bij de Commissie, waarin het volgende wordt beoordeeld:

a)

de samenhang tussen de rapportageverplichtingen voor niet-otc-derivaten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 600/2014 en uit hoofde van artikel 9 van deze verordening, zowel wat betreft de gegevens van het gerapporteerde derivatencontract als de toegang tot gegevens door de relevante entiteiten;

b)

of het mogelijk is de rapportageverplichtingen voor niet-otc-derivaten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 600/2014 en uit hoofde van artikel 9 van deze verordening, met elkaar in overeenstemming te brengen, zowel wat betreft de gegevens van het gerapporteerde derivatencontract als de toegang tot gegevens door de relevante entiteiten. en

c)

de haalbaarheid om de rapportageketens voor alle tegenpartijen, inclusief alle indirecte cliënten, te vereenvoudigen, rekening houdend met de noodzaak van tijdige rapportage en de handelingen en maatregelen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 4, van deze verordening en artikel 30, lid 2, van Verordening (EU) nr. 600/2014.”.

(20)

In artikel 89 wordt de eerste alinea van lid 1 vervangen door:

“1.   Tot en met … [twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] is de in artikel 4 vastgestelde clearingverplichting niet van toepassing op otc-derivatencontracten waarvan objectief kan worden aangetoond dat ze beleggingsrisico's verminderen die rechtstreeks met de financiële solvabiliteit van pensioenregelingen verband houden, en op entiteiten die zijn opgericht om leden van pensioenregelingen te compenseren wanneer een pensioenregeling in gebreke blijft.

Pensioenregelingen, CTP's en clearingleden spannen zich tot het uiterste in om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van technische oplossingen die de clearing van dergelijke otc-derivatencontracten door pensioenregelingen vergemakkelijken.

De Commissie richt een deskundigengroep op bestaande uit vertegenwoordigers van pensioenregelingen, CTP's, clearingleden en andere relevante partijen die bij die technische oplossingen zijn betrokken teneinde hun inspanningen te volgen en de voortgang te beoordelen bij het ontwikkelen van technische oplossingen die de clearing van dergelijke otc-derivatencontracten door pensioenregelingen vergemakkelijken. Deze deskundigengroep komt ten minste eens per zes maanden bijeen. Bij het opstellen van haar verslagen overeenkomstig artikel 85, lid 2, eerste alinea, neemt de Commissie de door de pensioenregelingen, CTP's en clearingleden verrichte inspanningen in aanmerking.”

(20 bis)

In artikel 89 wordt het volgende lid ingevoegd:

“1 bis.     Niettegenstaande lid 1, is tot en met … [drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] de in artikel 4 vastgestelde clearingverplichting niet van toepassing op otc-derivatencontracten waarvan objectief kan worden aangetoond dat ze beleggingsrisico's verminderen en die rechtstreeks verband houden met de financiële solvabiliteit van pensioenregelingen die behoren tot de categorie kleine pensioenregelingen, en entiteiten die zijn opgericht om leden van pensioenregelingen te compenseren wanneer een pensioenregeling in gebreke blijft.

De Commissie stelt overeenkomstig artikel 82 een gedelegeerde handeling vast om deze verordening aan te vullen door te bepalen welke pensioenregelingen kunnen worden beschouwd als kleine pensioenregelingen overeenkomstig de eerste alinea van dit lid, waarbij in aanmerking wordt genomen dat de categorie kleine pensioenregelingen niet meer dan vijf procent mag vertegenwoordigen van de door pensioenregelingen afgesloten otc-derivatencontracten.”;

(21)

Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing met ingang van … [vijf maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening].

Onverminderd de tweede alinea van dit artikel , zijn artikel 1, lid 7, onder d), en de leden 8, 10, en 11 van artikel 1 van toepassing met ingang van … [▌zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] en artikel 1, lid 2, onder c), artikel 1, lid 7, onder e), en artikel 1, lid 9, artikel 1, lid 12, onder b) en c), en artikel 1, lid 16, van toepassing met ingang van [▌18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening].

Indien deze verordening na 16 augustus 2018 in werking treedt, is artikel 89, lid 1, met terugwerkende kracht van toepassing op alle otc-derivatencontracten die door pensioenregelingen na 16 augustus 2018 en vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn uitgevoerd.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te …,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  PB C […] van […], blz. […].

(2)  PB C […] van […], blz. […].

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van … (PB …) en Besluit van de Raad van …

(4)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).

(6)  http://www.bis.org/cpmi/publ/d106.pdf

(7)  http://www.bis.org/cpmi/publ/d125.pdf

(8)  Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1)

(9)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(10)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

(11)  Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

(12)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(13)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(14)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(15)  Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).

(16)  Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).”

(*1)  Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1).”


BIJLAGE

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

(1)

In afdeling I worden de volgende punten i), j) en k) toegevoegd:

"i)

een transactieregister schendt artikel 78, lid 9, onder a), door geen passende procedures vast te stellen voor de afstemming van gegevens tussen transactieregisters;

j)

een transactieregister schendt artikel 78, lid 9, onder b), door geen passende procedures vast te stellen om de volledigheid en nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens te verzekeren;

k)

een transactieregister schendt artikel 78, lid 9, onder c), door geen passende beleidsmaatregelen vast te stellen voor de ordelijke overdracht van gegevens aan andere transactieregisters wanneer dit gevraagd wordt door de in artikel 9 genoemde tegenpartijen en ctp's of wanneer dit anderszins noodzakelijk is.";

(2)

In afdeling IV wordt het volgende punt d) toegevoegd :

"d)

een transactieregister schendt artikel 55, lid 4, door de ESMA niet tijdig in kennis te stellen van significante wijzigingen in de voorwaarden voor zijn registratie.".