27.1.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 28/126 |
P8_TA(2018)0244
Clearingverplichting, rapportagevereisten en risicolimiteringstechnieken voor otc-derivaten, en transactieregisters ***I
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 12 juni 2018 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc-derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van en het toezicht optransactieregisters en de vereisten voor transactieregisters (COM(2017)0208 – C8-0147/2017 – 2017/0090(COD)) (1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(2020/C 28/16)
Amendement 1
AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT (*1)
op het voorstel van de Commissie
(1) De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0181/2018).
(*1) Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool ▌ aangegeven.
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 wat betreft de clearingverplichting, de opschorting van de clearingverplichting, de rapportagevereisten, de risicolimiteringstechnieken voor otc-derivatencontracten die niet door een centrale tegenpartij worden gecleard, de registratie van en het toezicht op transactieregisters en de vereisten voor transactieregisters
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4) is op 27 juli 2012 in het Publicatieblad van de Europese Unie (EU) bekendgemaakt en op 16 augustus 2012 in werking getreden. De vereisten in de verordening, te weten de centrale clearing van gestandaardiseerde otc-derivatencontracten, marginvereisten, operationele vereisten inzake risicolimitering voor otc-derivatencontracten die niet centraal worden gecleard, rapportageverplichtingen voor derivatencontracten, vereisten voor centrale tegenpartijen (hierna “CTP's” genoemd) en vereisten voor transactieregisters, dragen bij tot het verminderen van de systeemrisico's in de vorm van meer transparantie op de otc-derivatenmarkt en een lager tegenpartijkredietrisico en operationeel risico dat met otc-derivaten gepaard gaat. |
(2) |
Een vereenvoudiging van bepaalde gebieden die onder Verordening (EU) nr. 648/2012 vallen, en een evenredigere benadering van die gebieden, is in overeenstemming met het programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (Refit) van de Commissie, waarin de nadruk wordt gelegd op de noodzaak van kostenvermindering en vereenvoudiging, zodat de beleidsdoelstellingen van de Unie op de meest efficiënte wijze worden bereikt, en is meer specifiek gericht op het verminderen van de regelgevende en administratieve lasten, onverminderd de overkoepelende doelstelling om de financiële stabiliteit te behouden en de systeemrisico's te verkleinen. |
(3) |
Efficiëntere en robuustere transactieverwerkende systemen en zekerhedenmarkten zijn essentieel voor een goed werkende kapitaalmarktenunie en versterken de inspanningen ter ondersteuning van investeringen, groei en banen in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de Commissie. |
(4) |
In 2015 en 2016 heeft de Commissie twee openbare raadplegingen georganiseerd over de toepassing van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad. De Commissie heeft ook input over de toepassing van die verordening ontvangen van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA), het Europees Comité voor systeemrisico's (ECSR) en het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB). Uit die openbare raadplegingen is gebleken dat de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 648/2012 werden ondersteund door de belanghebbenden en dat er geen behoefte was aan een grondige herziening van die verordening. Op 23 november 2016 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 85, lid 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012 een toetsingsverslag aangenomen. Hoewel niet alle bepalingen van Verordening (EU) nr. 648/2012 al volledig van toepassing zijn en een algehele evaluatie van die verordening bijgevolg nog niet mogelijk is, komen in het verslag aspecten aan bod die gerichte actie vereisen om te garanderen dat de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 648/2012 evenrediger, efficiënter en doeltreffender worden verwezenlijkt. |
(5) |
Verordening (EU) nr. 648/2012 moet betrekking hebben op alle financiële tegenpartijen die een belangrijk systeemrisico voor het financiële stelsel kunnen vormen. De definitie van financiële tegenpartijen moet derhalve worden gewijzigd. |
(6) |
Sommige financiële tegenpartijen hebben een te beperkt activiteitsvolume op otc-derivatenmarkten om een groot systeemrisico voor het financiële stelsel te vormen en ▌te beperkt om centrale clearing economisch levensvatbaar te maken. Die tegenpartijen, gewoonlijk aangeduid als kleine financiële tegenpartijen (KFT's) , moeten worden vrijgesteld van de clearingverplichting maar moeten wel verplicht blijven om zekerheden uit te wisselen om eventuele systeemrisico's in te perken. De overschrijding door een KFT van de clearingdrempel voor ten minste één klasse van otc-derivaten moet echter leiden tot de activering van de clearingverplichting voor alle klassen van otc-derivaten, gezien de onderlinge verwevenheid van de financiële tegenpartijen en de mogelijke systeemrisico's voor het financiële stelsel wanneer deze derivatencontracten niet centraal worden gecleard. |
(7) |
Niet-financiële tegenpartijen zijn minder met elkaar verweven dan financiële tegenpartijen. Ook zijn ze vaak in slechts één klasse van otc-derivaten actief. Derhalve houden hun activiteiten voor het financiële stelsel een kleiner systeemrisico in dan de activiteiten van financiële tegenpartijen. Het toepassingsgebied van de clearingverplichting voor niet-financiële tegenpartijen moet daarom worden ingeperkt, zodat die niet-financiële tegenpartijen enkel onderworpen worden aan de clearingverplichting met betrekking tot de activaklasse of activaklassen die boven de clearingdrempel uitkomen ▌. |
(7 bis) |
Aangezien de financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen verschillende risico’s vormen, moeten er twee aparte clearingdrempels worden ontwikkeld. Teneinde rekening te houden met de ontwikkelingen van financiële markten moeten deze drempels regelmatig worden geactualiseerd. |
(8) |
Het vereiste om bepaalde otc-derivatencontracten te clearen die zijn gesloten voordat de clearingverplichting van kracht wordt, leidt tot rechtsonzekerheid, operationele problemen en biedt weinig voordelen. Dat vereiste veroorzaakt vooral extra kosten en werk voor de tegenpartijen bij deze contracten, kan tevens de goede werking van de markt belemmeren en zorgt niet voor een meer eenvormige en coherente toepassing van Verordening (EU) nr. 648/2012 of een gelijk speelveld voor marktdeelnemers. Het moet bijgevolg worden geschrapt. |
(9) |
Tegenpartijen met een beperkt activiteitsvolume op de markt voor otc-derivaten krijgen moeilijk toegang tot centrale clearing, hetzij als cliënt van een clearinglid, hetzij via indirecte clearingregelingen. Het vereiste dat clearingleden indirecte clearingdiensten tegen redelijke handelsvoorwaarden faciliteren, is dan ook niet efficiënt. De clearingleden en cliënten van clearingleden die clearingdiensten rechtstreeks leveren aan andere tegenpartijen of dat indirect doen door hun eigen cliënten dergelijke diensten aan andere tegenpartijen te laten leveren, moeten daarom uitdrukkelijk worden verplicht om dit op eerlijke, redelijke, niet-discriminerende en transparante handelsvoorwaarden te doen. |
(10) |
De clearingverplichting moet in bepaalde omstandigheden opgeschort kunnen worden. Ten eerste moet opschorting mogelijk zijn wanneer de criteria op basis waarvan een specifieke klasse van otc-derivaten aan de clearingverplichting werd onderworpen, niet meer zijn vervuld. Dat zou het geval kunnen zijn wanneer een klasse van otc-derivaten ongeschikt wordt voor verplichte centrale clearing of wanneer een materiële wijziging is opgetreden in een van die criteria ten aanzien van een specifieke klasse van otc-derivaten. De clearingverplichting moet ook opgeschort kunnen worden wanneer een CTP niet langer een clearingdienst voor een specifieke klasse van otc-derivaten of voor een specifiek type tegenpartij verricht en andere CTP’s die clearingdiensten niet snel genoeg kunnen overnemen. Ten slotte moet de opschorting van een clearingverplichting ook mogelijk zijn wanneer dat noodzakelijk wordt geacht om een ernstige bedreiging van de financiële stabiliteit in de Unie te voorkomen. |
(11) |
Rapportage van historische transacties is lastig gebleken vanwege het ontbreken van bepaalde rapportagegegevens die vóór de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 648/2012 niet hoefden te worden gerapporteerd, maar nu wel. Dit heeft geleid tot een groot aantal rapportagefouten en een belabberde kwaliteit van de gerapporteerde gegevens, terwijl het rapporteren van die transacties een aanzienlijke belasting vormt. De kans is dan ook groot dat deze historische gegevens nooit zullen worden gebruikt. Bovendien zal een aantal van deze transacties, en de daarmee gepaarde gaande blootstellingen en risico's, reeds verstreken zijn op het moment dat de termijn voor de rapportage van historische transacties van kracht wordt. Om die situatie te verhelpen, moet de verplichting om historische transacties te rapporteren, worden geschrapt. |
(12) |
Intragroeptransacties met niet-financiële tegenpartijen vertegenwoordigen een relatief klein deel van alle otc-derivatentransacties en worden hoofdzakelijk gebruikt voor interne hedging binnen groepen. Deze transacties dragen derhalve niet in significante mate bij tot systeemrisico's en de verwevenheid tussen instellingen, maar de verplichting om die transacties te rapporteren brengt wel aanzienlijke kosten en lasten voor niet-financiële tegenpartijen met zich mee. Alle transacties tussen filialen binnen de groep waarbij ten minste één van de tegenpartijen een niet-financiële tegenpartij is, moeten daarom van de rapportageverplichting worden vrijgesteld, ongeacht de plaats van vestiging van de niet-financiële tegenpartij . |
(13) |
De verplichting tot het rapporteren van op de beurs verhandelde derivatencontracten vormt een aanzienlijke last voor tegenpartijen omdat elke dag een groot aantal van dergelijke contracten wordt gesloten. De openbare raadpleging van de Commissie over de geschiktheidscontrole inzake toezichtrapportage, die werd gepubliceerd op 1 december 2017, heeft tot doel bewijs te verzamelen over de kosten van naleving van bestaande vereisten voor rapportage aan toezichthouders op Unieniveau, en over de consistentie, samenhang, doeltreffendheid, efficiëntie en toegevoegde waarde voor de Unie van die vereisten. Deze raadpleging biedt autoriteiten de kans de rapportage van derivatencontracten op holistische wijze te beoordelen samen met alle bestaande en toekomstige stelsels van toezichtrapportage, stelt de autoriteiten in staat rekening te houden met de nieuwe rapportageomgeving na de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 600/2014▌ (5) en biedt de mogelijkheid voorstellen te doen om de ▌last voor marktdeelnemers die transacties van derivatencontracten moeten melden, effectief te verminderen. De Commissie moet rekening houden met die bevindingen om toekomstige veranderingen van de rapportagevereisten krachtens artikel 9, lid 1, voor te stellen in verband met de rapportage van derivatencontracten▌ . |
(14) |
Om de rapportagelast voor kleine niet-financiële tegenpartijen die niet zijn onderworpen aan de clearingverplichting te verminderen, moet uitsluitend de financiële tegenpartij verantwoordelijk, en wettelijk aansprakelijk, zijn voor de rapportage van een eenvormige gegevensverzameling met betrekking tot otc-derivatencontracten die zijn gesloten met een niet-financiële tegenpartij die niet is onderworpen aan de clearingverplichting ▌, alsmede voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens. Teneinde ervoor te zorgen dat de financiële tegenpartij over de benodigde gegevens beschikt om aan haar rapportageverplichting te voldoen, moet de niet-financiële tegenpartij de informatie met betrekking tot de otc-derivatentransacties verstrekken waarvan redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de financiële tegenpartij hier de beschikking over heeft. Niet-financiële tegenpartijen moeten echter ook de keuze hebben over hun otc-derivatencontracten te rapporteren. In dat geval moet de niet-financiële tegenpartij de financiële tegenpartij dienovereenkomstig informeren en moet zij verantwoordelijk en wettelijk aansprakelijk zijn voor de rapportage, alsmede voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens. |
(15) |
De verantwoordelijkheid voor het rapporteren van andere derivatencontracten moet ook worden vastgesteld. Daarom moet worden gespecificeerd dat de beheermaatschappij van een instelling voor collectieve belegging in effecten (hierna “icbe” genoemd) verantwoordelijk, en wettelijk aansprakelijk, is voor de rapportage namens die icbe ten aanzien van otc-derivatencontracten die door die icbe zijn gesloten, alsook voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens. Evenzo moet de beheerder van een alternatieve beleggingsinstelling (hierna “abi” genoemd) verantwoordelijk, en wettelijk aansprakelijk, zijn voor de rapportage namens die abi ten aanzien van otc-derivatencontracten die door die abi zijn gesloten, alsook voor de nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens. |
(16) |
Om inconsistenties bij de toepassing van de risicolimiteringstechnieken in de Unie te vermijden, moeten de toezichthouders risicobeheerprocedures goedkeuren die tijdige, nauwkeurige en passend gescheiden uitwisseling van zekerheden van tegenpartijen vereisen, of belangrijke wijzigingen aan die procedures vooraleer deze worden toegepast. |
(16 bis) |
Teneinde op internationaal niveau verschillen in regelgeving te vermijden en met het oog op de specifieke aard van de handel in deze derivaten, moet de verplichte uitwisseling van variatiemarges voor fysiek afgewikkelde deviezenforwards en fysiek afgewikkelde valutaswaps alleen van toepassing zijn op transacties tussen de meest systemisch relevante tegenpartijen, namelijk kredietinstellingen en beleggingsondernemingen. |
(16 ter) |
Posttransactionele risicoverlagingsdiensten, zoals het comprimeren van portefeuilles, kunnen leiden tot een verlaging van het systeemrisico. Door het verminderen van risico’s in bestaande derivatenportefeuilles, zonder aanpassing van de algemene marktpositie van de portefeuille, kunnen deze diensten tegenpartijblootstellingen en tegenpartijrisico's verbonden aan een toename van uitstaande brutoposities, verlagen. “Compressie van een portefeuille” wordt omschreven in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2014 en is uitgesloten van het toepassingsgebied van de Uniehandelsverplichting vastgesteld in artikel 28 van Verordening (EU) nr. 600/2014. Teneinde deze verordening waar nodig in overeenstemming te brengen met Verordening (EU) nr. 600/2014, en rekening houdend met de verschillen tussen deze twee verordeningen en de mogelijkheid om de clearingverplichting te omzeilen, moet de Commissie, in samenwerking met de ESMA en het ESRB, beoordelen welke posttransactionele risicoverlagingsdiensten kunnen worden vrijgesteld van de clearingverplichting. |
(17) |
Om de transparantie en voorspelbaarheid van de initiële margins te verbeteren en CTP's ervan te weerhouden hun modellen voor initiële margins te wijzigen op manieren die als procyclisch kunnen worden opgevat, moeten CTP's hun clearingleden voorzien van instrumenten om hun vereisten inzake initiële margins te simuleren en van een gedetailleerd overzicht van de modellen voor initiële margins die zij gebruiken. Dit strookt met de internationale normen die zijn gepubliceerd door het Comité betalingen en marktinfrastructuur en de raad van de Internationale organisatie van effectentoezichthouders, en met name met het in december 2012 gepubliceerde openbaarmakingskader (6) en met de in 2015 gepubliceerde openbare kwantitatieve openbaarmakingsnormen voor centrale tegenpartijen (7), die belangrijk zijn voor het bevorderen van een beter begrip van de risico's en de kosten van de deelname van clearingleden aan een CTP en voor het verbeteren van de transparantie van CTP's ten opzichte van de marktdeelnemers. |
(18) |
Onzeker blijft echter in hoeverre op omnibusrekeningen of individuele aparte rekeningen aangehouden activa beschermd zijn tegen insolventie. Het is derhalve onduidelijk in welke gevallen CTP's cliëntenposities met voldoende rechtszekerheid kunnen overdragen wanneer een clearinglid in gebreke blijft, of in welke gevallen CTP's, met voldoende rechtszekerheid, de opbrengst uit een vereffening rechtstreeks aan cliënten kunnen uitbetalen. Om clearing en de toegang ertoe te bevorderen, moeten de regels inzake bescherming tegen insolventie van die activa en posities worden verduidelijkt. |
(19) |
De geldboeten die de ESMA aan onder haar direct toezicht staande transactieregisters kan opleggen, moeten voldoende doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn om de doeltreffendheid van de toezichtbevoegdheden van de ESMA te verzekeren en om de transparantie van de posities en blootstellingen van otc-derivaten te verbeteren. De bedragen van de geldboeten waarin Verordening (EU) nr. 648/2012 aanvankelijk voorzag, bleken onvoldoende afschrikkend te zijn in het licht van de huidige omzet van de transactieregisters, hetgeen de toezichtbevoegdheden van de ESMA uit hoofde van die verordening ten aanzien van transactieregisters mogelijk minder doeltreffend zou kunnen maken. De bovengrens van de basisbedragen voor geldboeten moet dan ook worden opgetrokken. |
(20) |
Autoriteiten van derde landen moeten toegang hebben tot aan transactieregisters van de Unie gerapporteerde gegevens wanneer het derde land aan bepaalde garanties betreffende de behandeling van die gegevens voldoet en voorziet in een wettelijk bindende en afdwingbare verplichting om autoriteiten van de Unie rechtstreekse toegang te verlenen tot in dat derde land aan transactieregisters gerapporteerde gegevens. |
(21) |
Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad (8) voorziet in een vereenvoudigde registratieprocedure voor transactieregisters die reeds overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn geregistreerd en die registratie wensen uit te breiden om hun diensten aan te bieden in verband met effectenfinancieringstransacties. Een soortgelijke vereenvoudigde registratieprocedure moet worden ingesteld voor de registratie van transactieregisters die reeds overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2365 zijn geregistreerd en deze registratie wensen uit te breiden om hun diensten aan te bieden in verband met derivatencontracten. |
(22) |
Ontoereikende kwaliteit en transparantie van door transactieregisters geleverde gegevens maken het moeilijk voor entiteiten die tot deze gegevens toegang hebben gekregen om ze te gebruiken voor toezicht op de derivatenmarkten en beletten regelgevers en toezichthouders om risico's voor de financiële stabiliteit tijdig te onderkennen. Om de kwaliteit van de gegevens en de transparantie te verbeteren en de rapportagevereisten uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012 in overeenstemming te brengen met die van Verordening (EU) 2015/2365 en Verordening (EU) nr. 600/2014, is verdere harmonisatie van de rapportageregels en -vereisten noodzakelijk, en met name verdere harmonisatie van gegevensnormen, methoden en regelingen voor rapportage, alsook procedures die moeten worden toegepast door transactieregisters voor het valideren van de volledigheid en nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens, en de afstemming van gegevens met andere transactieregisters. Bovendien moeten transactieregisters tegenpartijen op hun verzoek toegang verlenen tot alle namens hen gerapporteerde gegevens zodat die tegenpartijen de nauwkeurigheid van die gegevens kunnen nagaan. |
(22 bis) |
Om de administratieve last te verminderen en de matching van de transacties te vergroten, moet de ESMA een gemeenschappelijke Uniestandaard voor rapportage aan transactieregisters invoeren. Aangezien CTP's en andere financiële tegenpartijen gedelegeerde rapportageverplichtingen op zich nemen, zou een enkel formaat de efficiëntie voor alle deelnemers vergroten. |
(23) |
Inzake de door transactieregisters verrichte diensten is bij Verordening (EU) nr. 648/2012 een concurrerende omgeving ingesteld. Tegenpartijen moeten derhalve kunnen kiezen aan welk transactieregister zij rapporteren en, zo zij dat willen, naar een ander transactieregister kunnen overstappen. Om een overstap te vergemakkelijken en te zorgen voor de continue beschikbaarheid van gegevens zonder overlapping, moeten transactieregisters een passend beleid instellen om de ordelijke overdracht van gegevens aan andere transactieregisters op verzoek van een aan de rapportageverplichting onderworpen onderneming te waarborgen. |
(24) |
In Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt bepaald dat de clearingverplichting niet mag gelden voor pensioenregelingen zolang CTP's geen passende technische oplossing hebben ontwikkeld voor de overdracht van andere zekerheden dan contanten als variatiemarge. Aangezien voor centrale clearing door pensioenregelingen nog geen realistische oplossing beschikbaar is, moet de tijdelijke vrijstelling met nog eens twee jaar worden verlengd wat betreft de overgrote meerderheid van pensioenregelingen . Centrale clearing moet wel het einddoel blijven, aangezien de huidige regelgevings- en marktontwikkelingen marktdeelnemers in staat stellen binnen de bovenbedoelde termijn passende technische oplossingen te bedenken. Met ondersteuning van de ESMA, de EBA, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (hierna de “Eiopa” genoemd) en het ESRB, moet de Commissie toezicht houden op de vorderingen van CTP's, clearingleden en pensioenregelingen inzake haalbare oplossingen ter bevordering van de deelname van pensioenregelingen aan centrale clearing en een verslag over die vorderingen opstellen. Dat verslag moet ook informatie bevatten over de oplossingen en de daarmee gepaard gaande kosten voor pensioenregelingen, waarbij rekening moet worden gehouden met de evolutie van de regelgeving en de markt, zoals wijzigingen van het type aan de clearingverplichting onderworpen financiële tegenpartij. De Commissie moet de bevoegdheid worden verleend deze vrijstelling met nog eens een jaar te verlengen, als zij van mening is dat de belanghebbenden tot een oplossing zijn gekomen en meer tijd nodig is voor de uitvoering daarvan. |
(24 bis) |
Kleine pensioenregelingen, naast die welke zijn aangemerkt als kleine financiële tegenpartijen, brengen niet dezelfde risico’s met zich mee als grotere pensioenregelingen en het is passend om hun een langere vrijstelling van de clearingverplichting toe te staan. Voor dergelijke pensioenregelingen moet de Commissie de vrijstelling van die verplichting verlengen tot drie jaar. Indien, aan het einde van die periode, de Commissie van mening is dat de kleine pensioenregelingen de nodige inspanningen hebben geleverd om passende technische oplossingen te ontwikkelen voor de deelname aan centrale clearing en dat de negatieve gevolgen van centrale clearing van derivatencontracten voor het pensioeninkomen van gepensioneerden onveranderd blijven, moet de Commissie de mogelijkheid hebben de vrijstelling met nog eens twee jaar te verlengen. Wanneer de vrijstelling vervalt, moeten kleine pensioenregelingen onder deze verordening vallen, op dezelfde wijze als alle andere entiteiten die binnen het toepassingsgebied vallen. Vanwege de lagere volumes derivatencontracten die worden gesloten door kleine pensioenregelingen, zullen zij naar verwachting de drempels voor de clearingverplichting niet overschrijden. Dientengevolge zullen de meeste kleine pensioenregelingen, zelfs na het vervallen van de vrijstelling, nog steeds niet aan de clearingverplichting zijn onderworpen. |
(24 ter) |
De vrijstelling moet van toepassing blijven vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Indien deze verordening in werking treedt na 16 augustus 2018 moet zij ook met terugwerkende kracht van toepassing zijn op alle otc-derivatencontracten die na die datum zijn uitgevoerd. De toepassing met terugwerkende kracht van deze bepaling is nodig om te vermijden dat er een leemte ontstaat tussen het einde van de toepassingsperiode van de bestaande vrijstelling en het begin van de toepassingsperiode van de nieuwe vrijstelling. Beide vrijstellingen dienen namelijk hetzelfde doel. |
(25) |
Aan de Commissie moet overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de bevoegdheid worden overgedragen om handelingen vast te stellen ter specificatie van de omstandigheden waaronder handelsvoorwaarden inzake het verrichten van clearingdiensten worden beschouwd als eerlijk, redelijk, transparant en niet-discriminerend, en ter verlenging van de periode waarin de clearingverplichting niet mag gelden voor pensioenregelingen. |
(26) |
Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, en met name met betrekking tot de beschikbaarheid van informatie uit transactieregisters in de Unie voor de desbetreffende autoriteiten van derde landen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (9). |
(27) |
Met het oog op een consistente harmonisatie van de regels betreffende risicolimiteringsprocedures, de registratie van transactieregisters en rapportagevereisten, moet de Commissie ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen die zijn opgesteld door de EBA, de EIOPA en de ESMA betreffende de toezichtprocedures voor de initiële en doorlopende validatie van de risicobeheerprocedures die moeten voorzien in tijdige, nauwkeurige en passend gescheiden zekerheden, de bijzonderheden van een vereenvoudigde aanvraag tot verlenging van de registratie van een reeds uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2365 geregistreerd transactieregister, de bijzonderheden van de procedures die het transactieregister moet toepassen om de naleving van de rapportagevereisten door de rapporterende tegenpartij of de indienende entiteit te verifiëren, de volledigheid en nauwkeurigheid van de gerapporteerde gegevens en de bijzonderheden van de procedures voor de afstemming van gegevens tussen transactieregisters. De Commissie moet die ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen door middel van gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (10), Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (11) en Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (12). |
(28) |
De Commissie moet ook de bevoegdheid krijgen om door de ESMA opgestelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 291 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 met betrekking tot de gegevensnormen voor de informatie die moet worden gerapporteerd voor de verschillende klassen van derivaten en de methoden en regelingen voor rapportage. |
(29) |
Daar de doelstellingen van deze verordening – het waarborgen van de evenredigheid van regels die anders overbodige administratieve lasten en nalevingskosten veroorzaken, zonder de financiële stabiliteit in gevaar te brengen, en het verbeteren van de transparantie van de posities en blootstellingen van otc-derivaten – niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege hun omvang en gevolgen beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken. |
(30) |
Om alle essentiële uitvoeringsmaatregelen te kunnen vaststellen en marktdeelnemers in staat te stellen de voor nalevingsdoeleinden noodzakelijke maatregelen te nemen, moet de toepassing van sommige bepalingen van deze verordening worden uitgesteld. |
(31) |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (13) geraadpleegd en heeft op […] een advies uitgebracht. |
(32) |
Verordening (EU) nr. 648/2012 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
(32 bis) |
De clearingverplichting voor derivaten zoals vastgelegd in Verordening (EU) nr. 648/2012 en de handelsverplichting voor derivaten zoals vastgelegd in Verordening (EU) nr. 600/2014 moeten waar nodig en passend met elkaar in overeenstemming worden gebracht. Bijgevolg moet de Commissie een verslag opstellen over de wijzigingen die deze verordening aanbrengt in de clearingverplichting voor derivaten, met name wat betreft de entiteiten die aan de clearingverplichting en het opschortingsmechanisme onderworpen zijn, die ook moeten worden aangebracht in de handelsverplichting voor derivaten zoals uiteengezet in Verordening (EU) nr. 600/2014. |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt als volgt gewijzigd:
(-1) |
In artikel 1 wordt lid 4 vervangen door: “4. Deze verordening is niet van toepassing op:
|
(-1 bis) |
In artikel 1, lid 5, wordt punt a) geschrapt.
|
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing met ingang van … [vijf maanden na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening].
Onverminderd de tweede alinea van dit artikel , zijn artikel 1, lid 7, onder d), en de leden 8, 10, en 11 van artikel 1 van toepassing met ingang van … [▌zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening] en artikel 1, lid 2, onder c), artikel 1, lid 7, onder e), en artikel 1, lid 9, artikel 1, lid 12, onder b) en c), en artikel 1, lid 16, van toepassing met ingang van [▌18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening].
Indien deze verordening na 16 augustus 2018 in werking treedt, is artikel 89, lid 1, met terugwerkende kracht van toepassing op alle otc-derivatencontracten die door pensioenregelingen na 16 augustus 2018 en vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn uitgevoerd.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te …,
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
Voor de Raad
De voorzitter
(1) PB C […] van […], blz. […].
(2) PB C […] van […], blz. […].
(3) Standpunt van het Europees Parlement van … (PB …) en Besluit van de Raad van …
(4) Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).
(5) Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).
(6) http://www.bis.org/cpmi/publ/d106.pdf
(7) http://www.bis.org/cpmi/publ/d125.pdf
(8) Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1)
(9) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(10) Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).
(11) Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).
(12) Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
(13) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
(14) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
(15) Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
(16) Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).”
(*1) Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1).”
BIJLAGE
Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
In afdeling I worden de volgende punten i), j) en k) toegevoegd:
|
(2) |
In afdeling IV wordt het volgende punt d) toegevoegd :
|