|
5.7.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 228/57 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de toekomst van de EU: voordelen voor burgers en respect voor de Europese waarden
(verkennend advies op verzoek van het Roemeense voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie)
(2019/C 228/08)
Rapporteur: Mihai IVAȘCU
Corapporteur: Stéphane BUFFETAUT
|
Raadpleging |
Roemeens voorzitterschap van de Raad, 20.9.2018 |
|
Rechtsgrondslag |
Artikel 304 VWEU |
|
Bevoegd subcomité |
Subcomité „De toekomst van de EU: voordelen voor burgers en respect voor de Europese waarden” |
|
Goedkeuring door de voltallige vergadering |
20.3.2019 |
|
Zitting nr. |
542 |
|
Stemuitslag (voor/tegen/onthoudingen) |
147/6/9 |
1. Conclusies en aanbevelingen
|
1.1 |
Meer dan zestig jaar na de ondertekening van het Verdrag van Rome zullen de lidstaten naar verwachting in mei 2019 in Sibiu een politiek standpunt innemen over de toekomst van de EU. |
|
1.2 |
Menselijke waardigheid en mensenrechten, democratie, vrijheid, sociale rechtvaardigheid, gelijkheid, de scheiding der machten en de rechtsstaat zijn de waarden waarop de EU is gegrondvest. Deze waarden, waarover niet kan worden onderhandeld, en dat moet ook absoluut zo blijven, moeten het uitgangspunt vormen voor de hervorming van de EU en de politieke besluitvorming in Sibiu. |
|
1.3 |
Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is een van de belangrijkste documenten voor het waarborgen van de rechten van onze burgers. Bij belangrijke politieke besluiten, zoals de aanpassing van de Verdragen, moet rekening worden gehouden met dit document, dat moet worden opgenomen in de nieuwe tekst. |
|
1.4 |
Het Europese project heeft de langste periode van vrede in de geschiedenis van het continent gebracht, een regio van ongekende rijkdom en sociale ontwikkeling gecreëerd, vrij verkeer van personen, goederen en diensten mogelijk gemaakt en de grootste eengemaakte markt ter wereld tot stand gebracht. Dit alles zorgt ervoor dat de Europese burgers een aanzienlijk hogere levensstandaard hebben, sociale bescherming genieten en over meer mogelijkheden beschikken dan in de meeste delen van de wereld het geval is. |
|
1.5 |
Deze en andere voordelen worden soms als vanzelfsprekend beschouwd of gebagatelliseerd door populistische en eurosceptische bewegingen. We mogen nooit vergeten dat we dankzij de EU de vruchten plukken van:
|
|
1.6 |
De Unie moet voor meer convergentie tussen regio’s en/of lidstaten zorgen. Opwaartse convergentie van levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, op basis van duurzame groei, is van cruciaal belang om de werking van de eengemaakte markt te verbeteren en om ongelijkheid, armoede en sociale uitsluiting te verminderen. |
|
1.7 |
De burgers van de EU moeten weer gaan beseffen dat optreden op Europees niveau niet betekent dat afstand wordt gedaan van het nationale beleid, maar dat sommige projecten een beter resultaat opleveren wanneer er samen beslissingen worden genomen. Gelijke regels en gelijke kansen voor alle lidstaten en burgers is iets waarover nooit mag worden onderhandeld en de Europese methode garandeert vrijheid en soevereiniteit in een geglobaliseerde wereld. |
|
1.8 |
De invoering van de euro moet een prioriteit zijn in de voltooiing van de Europese eenwording, aangezien de eurozone alleen tot volle wasdom kan komen als alle lidstaten er deel van uitmaken. Samen met een sterke economische en monetaire unie kan het verbeterde Europees stabiliteitsmechanisme (ESM) een belangrijkere rol spelen op het vlak van politieke verantwoordingsplicht en grotere budgettaire verantwoordelijkheid. Bovendien moeten de EU-landen onmiddellijk moedige actie ondernemen om de EU veerkrachtiger te maken, voor het geval zich een nieuwe economische en financiële crisis voordoet. |
|
1.9 |
In een voortdurend veranderende wereld zijn forse investeringen in O&O, aanbod van vaardigheden en infrastructuur nodig, wil de EU haar concurrentievoordelen benutten, zo meent het EESC. Europa moet het hoofd bieden aan de afname en vergrijzing van de bevolking, aangezien deze ontwikkeling gevolgen heeft voor het arbeidsaanbod. Het migratiebeleid moet echter geflankeerd worden door krachtige maatregelen ter ondersteuning van de opvang en integratie van migranten om ernstige sociale en maatschappelijke problemen te voorkomen. Wil de EU concurrerend blijven, dan moet zij zowel het tekort aan arbeidskrachten als het tekort aan vaardigheden aanpakken. Europa heeft behoefte aan een gedegen migratiebeleid om de beroepsbevolking de vaardigheden bij te brengen die de nieuwe technologieën vereisen en tegelijkertijd de groei en ontwikkeling van bedrijven te ondersteunen. Er moeten programma's voor opleiding, omscholing, bijscholing en levenslang leren voor Europese werknemers komen, zodat zij ten volle kunnen profiteren van de technologische veranderingen. |
|
1.10 |
Protectionisme steekt de laatste jaren weer de kop op en er dreigen handelsoorlogen. Het EESC is van mening dat de EU zich moet blijven inzetten voor vrije, eerlijke en duurzame handel in een multilateraal systeem en voor handelsovereenkomsten die de sociale, consumenten- en milieurechten respecteren en tegelijkertijd de groei en ontwikkeling van bedrijven ondersteunen. Burgers zouden geen belang hebben bij protectionisme. Bovendien komt de EU een belangrijke rol toe in de hervorming van de Wereldhandelsorganisatie. |
|
1.11 |
Gezonde economische groei moet gepaard gaan met een stabiele sociale dimensie en de EPSR moet een van de belangrijkste drijvende krachten achter sociale cohesie vormen. De tenuitvoerlegging van de EPSR op nationaal niveau moet worden versneld en alle relevante maatschappelijke organisaties moeten hierbij worden betrokken. De sociale partners en andere maatschappelijke organisaties zijn cruciale spelers in het Europese democratische project. |
|
1.12 |
Het EESC is van mening dat alle EU-burgers gelijke kansen en een gelijke behandeling op de arbeidsmarkt moeten krijgen. Hoewel eerlijke mobiliteit moet worden bevorderd, moeten burgers ook in hun woonomgeving toegang tot kwaliteitsvolle werkgelegenheid en een fatsoenlijke levensstandaard hebben om braindrain en sociale dumping te voorkomen. |
|
1.13 |
De Europese burgers maken zich steeds meer zorgen over klimaatverandering en over milieuaangelegenheden in het algemeen. In diverse EESC-adviezen is erop gewezen dat Europa de duurzaamheidsdoelstellingen kan en moet halen. Het is ook essentieel dat de afspraken die in de verschillende overeenkomsten over klimaat, biodiversiteit en water zijn gemaakt, worden nagekomen. De EU kan de milieutransitie stimuleren en tegelijkertijd de sociale cohesie en inclusie van iedereen waarborgen, zodat voor een rechtvaardige transitie wordt gezorgd. |
|
1.14 |
Het EESC is van mening dat actieve programma's ter bevordering van onderwijs aan jongeren en hun intrede op de arbeidsmarkt belangrijk zijn voor de toekomst van de Europese Unie. Programma’s zoals Erasmus+ moeten worden aangemoedigd om jongeren kennis, vaardigheden en competenties bij te brengen. Daarnaast moeten er volgens het EESC onmiddellijk andere, soortgelijke programma’s worden ontwikkeld ter ondersteuning van degenen die over minder economische middelen beschikken. Het is van cruciaal belang de burgers erop attent te maken dat deze programma’s bestaan en erop te blijven hameren dat het EU-lidmaatschap rechtstreekse voordelen oplevert. Bovendien kan en moet Erasmus+ onder meer worden gebruikt om kwaliteitsborging in het hoger onderwijs in Afrika tot stand te brengen om jongeren op beide continenten kennis, vaardigheden en competenties bij te brengen. |
|
1.15 |
De externe veiligheidsproblemen zijn aanzienlijk toegenomen, maar worden door elke lidstaat anders ervaren; daarom wijzen de lidstaten verschillende financiële middelen toe en hebben zij verschillende opvattingen over het gebruik van militaire macht. Het EESC is van mening dat de EU gezamenlijk en gecoördineerd moet optreden om onze burgers te laten zien dat we goed voor veiligheid kunnen zorgen. Even belangrijk voor de veiligheid van burgers zijn maatregelen die cybercriminaliteit in de nieuwe digitale omgeving voorkomen. |
|
1.16 |
Het was schokkend om te zien hoe duizenden migranten, op de vlucht voor conflicten en armoede, met gevaar voor eigen leven de Middellandse Zee overstaken. Door het politieke gekibbel hierover is de indruk ontstaan dat de EU niet weet hoe ze een dergelijke crisis moet aanpakken. Het EESC is ingenomen met het plan van de Commissie voor een evenwichtig, alomvattend en gemeenschappelijk migratiebeleid dat de EU zal helpen om de kansen die migratie biedt, te benutten en tegelijkertijd de uitdagingen aan te pakken. |
|
1.17 |
De positieve effecten van het EU-lidmaatschap worden door de Europese burgers vaak als vanzelfsprekend beschouwd of aan de nationale regering toegeschreven, terwijl tegenspoed veelal in de schoenen van de Europese instellingen wordt geschoven. Volgens het EESC is dit te wijten aan de ontoereikende communicatie over wat het Europese lidmaatschap de burgers te bieden heeft en daarom moeten de EU en de lidstaten zich dan ook veel meer moeite getroosten om het beleid en de doelstellingen van de EU beter over te brengen. |
|
1.18 |
De toekomstige koers houdt ook in dat er zowel meer middelen voor communicatie ter beschikking moeten worden gesteld als gebruik moet worden gemaakt van alle beschikbare kanalen: Europese en nationale kanalen, maar ook de sociale partners en andere organisaties die het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen. Burgers moeten steeds worden gewezen op de voordelen die het EU-lidmaatschap met zich meebrengt en mogen niet vergeten dat toen er nog geen Unie was, het leven vol oorlogen, conflicten en economische problemen was. |
|
1.19 |
Om dichter bij de burger komen, moet de EU voortdurend luisteren naar die burger om te begrijpen wat zijn belangrijkste verwachtingen zijn, en moet zij proberen daarnaar te handelen. Het EESC is dan ook van mening dat communicatie, samenwerkingsplatforms en openbare raadplegingen zoveel mogelijk moeten worden bevorderd en gebruikt, en dat alle lidstaten daarbij moeten worden betrokken. |
|
1.20 |
Het bestrijden van nepnieuws is een andere belangrijke uitdaging in een wereld waar misinformatie, desinformatie en kwalijke informatie hand over hand toenemen. Daarom pleit het EESC voor collectieve en krachtige maatregelen om het kritisch denkvermogen van mensen te vergroten zonder aan de vrijheid van meningsuiting te tornen, de verspreiding van nepnieuws te voorkomen en instrumenten voor het checken en natrekken van feiten te ontwikkelen. |
2. Inleiding
|
2.1 |
Artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt als volgt: „De Unie heeft als doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen.”De Europese Unie begon als een project met als doel vrede te waarborgen en heeft zich ontwikkeld tot de grootste eengemaakte markt ter wereld, met vrij verkeer van kapitaal, producten, diensten en — bovenal — burgers. Deze droom is verrezen uit de as van twee wereldoorlogen en heeft geleid tot de ontwikkeling van het hele continent, dat de langste periode van vrede in zijn geschiedenis doormaakt. |
|
2.2 |
Nu, in 2019, in een jaar van Europese verkiezingen en cruciale veranderingen voor de Unie, moeten alle Europese actoren laten zien dat zij vastberaden zijn om de eenheid, de welvaart en het welzijn van onze burgers te waarborgen door de democratie, de mensenrechten, de scheiding der machten, de rechtsstaat en het Europese sociale model te verdedigen (1). |
|
2.3 |
In het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (2) zijn bepaalde politieke, sociale en economische rechten van burgers in de EU vastgelegd. Dit handvest, dat in 2000 is geratificeerd, heeft een belangrijk element toegevoegd dat tot dan toe ontbrak in de Verdragen: de verplichting voor de EU om in al haar handelen en wetgevend optreden rekening te houden met de rechten en waarden van het handvest, zoals beschreven in de zeven hoofdstukken ervan: waardigheid, vrijheden, gelijkheid, solidariteit, burgerschap, rechtspleging en algemene bepalingen. |
|
2.4 |
Hoewel de voordelen voor Europese burgers evident zijn, is niet iedereen zich daarvan bewust of daarvan overtuigd en hebben we de afgelopen jaren te maken gehad met toenemende spanningen in de lidstaten en uiteenlopende opvattingen over de toekomstige koers. Dit heeft natuurlijk vragen doen rijzen als: Welke kant moet het op met de Europese Unie? Moeten we meer of minder samen doen? Waar moet het evenwicht liggen tussen de verschillende samenwerkingsprojecten die de lidstaten bereid zijn te aanvaarden? Verschillende politieke krachten, niet in de laatste plaats in de lidstaten die aan de wieg stonden van de EU, plaatsen vraagtekens bij de koers, de governance en zelfs het principe van Europese integratie. |
|
2.5 |
Dit politiek belangrijke moment valt samen met een groeiend vertrouwen in de EU (3) na een lange periode van wantrouwen jegens de manier waarop de Europese instellingen de dingen aanpakken. Recente uitdagingen — de financiële crisis en de crisis in de eurozone, de migratiesituatie of de brexit — hebben aangetoond hoe gemakkelijk het is om de schuld in de schoenen van de EU-instellingen te schuiven. Eurosceptische bewegingen hebben recente gebeurtenissen gebruikt om hun eigen agenda erdoor te drukken, ongeacht of de EU iets viel te verwijten of niet. De populistische politieke partijen die in verschillende lidstaten aan de macht zijn gekomen, hebben de voordelen van de EU in twijfel getrokken of hebben misleidende informatie over de Unie verspreid. |
3. Voordelen voor Europese burgers
|
3.1 |
Economische interconnectiviteit, meer sociale en politieke samenwerking en vrij verkeer hebben het spook van oorlog uit Europa verjaagd, waardoor we nu de langste periode van vrede in de geschiedenis van het continent beleven. |
|
3.2 |
De Europese eengemaakte markt heeft vrije en vlotte handel tussen de lidstaten mogelijk gemaakt en bijgedragen tot economische welvaart, voorspoed en een van de hoogste levensstandaarden in de wereld. Toch heeft dit de sociale en territoriale ongelijkheden niet weggenomen. |
|
3.3 |
Bovendien is de EU, als één economische onderhandelaar, een zeer invloedrijke speler op het wereldtoneel geworden, die in staat is strategische handelsakkoorden te sluiten en invloed uit te oefenen op het economische beleid op mondiaal niveau. Er worden banen gecreëerd door de toegenomen connectiviteit en lagere operationele kosten voor bedrijven. |
|
3.4 |
Het vrije verkeer van burgers in de Unie heeft het wantrouwen tussen landen helpen wegnemen en heeft talloze kansen op het gebied van onderwijs en werk gecreëerd. Burgers kunnen werken, wonen of met pensioen gaan in om het even welke lidstaat. Zo is een Roemeen die in het Verenigd Koninkrijk heeft gestudeerd en in België werkt, terwijl hij in Nederland woont, nu heel gewoon. |
|
3.5 |
Burgers hebben ook baat bij de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, aangezien de Europese landen een vorm van wederzijdse bescherming kennen. De EU zorgt voor een niveau van veiligheid dat lokale inlichtingendiensten en wetshandhavingsinstanties toegang biedt tot betere gegevensuitwisseling en middelen. |
|
3.6 |
De EU heeft, in al haar vormen, van meet af aan gewerkt aan een beter milieu. Zo is de lucht- en waterkwaliteit op het hele continent sinds de jaren vijftig sterk verbeterd dankzij de coördinatie van inspanningen en regelgeving op EU-niveau. |
|
3.7 |
In het digitale tijdperk wordt in de EU veel belang gehecht aan de bescherming van privacy, getuige de recent aangenomen algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Het is een van de meest krachtdadige databeschermingswetten ter wereld, die het grondrecht van burgers op privacy beschermt. |
|
3.8 |
De EU heeft een van de strengste product- en voedselveiligheidsregelgevingen ter wereld. Nationale autoriteiten sturen informatie over gevaarlijke producten op de markt naar het EU-systeem voor snelle uitwisseling van informatie over gevaarlijke non-foodproducten. De EU houdt zich ook bezig met het opsporen van onveilige producten voordat ze aan consumenten worden verkocht. In de EU moeten werkgevers de gezondheid en veiligheid van werknemers, in alle aspecten van hun werk, waarborgen. |
|
3.9 |
EU-burgers kunnen, wanneer zij zich in een ander EU-land bevinden, op dezelfde voorwaarden als de onderdanen van dat land gebruikmaken van gezondheidszorg. Deze rechten gelden ongeacht of zij tijdelijk in het buitenland zijn voor vakantie of studie, permanent in een ander EU-land verblijven of naar een ander EU-land reizen om een specifieke medische behandeling te ondergaan. |
|
3.10 |
Alle burgers van de EU hebben het recht om te stemmen en zich kandidaat te stellen voor de Europese verkiezingen en/of gemeenteraadsverkiezingen in het EU-land waar zij wonen, op dezelfde voorwaarden als de onderdanen van dat land. Bovendien hebben EU-burgers het recht om te worden aangeworven onder dezelfde voorwaarden als onderdanen van het land waar zij werk zoeken en mogen aan hen geen aanvullende eisen worden gesteld. |
|
3.11 |
Als EU-burger kunt u in elk EU-land, evenals in IJsland, Noorwegen en Liechtenstein, snel en gemakkelijk een bedrijf registreren en een filiaal van een bestaand bedrijf oprichten. Er zijn veel verschillende EU-fondsen en -initiatieven beschikbaar ter ondersteuning van startups en kleine en middelgrote ondernemingen. |
|
3.12 |
Het Europees sociaal model draagt bij tot verbetering van de levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden van een groot deel van de EU-bevolking. Ten behoeve hiervan is ook onlangs de Europese pijler van sociale rechten in het leven geroepen. |
|
3.13 |
De EU is een van de grootste pleitbezorgers van gelijke economische onafhankelijkheid voor mannen en vrouwen. De Unie streeft er voortdurend naar vooruitgang te boeken op het gebied van gendergelijkheid, loonverschillen tegen te gaan en doeltreffende regels en daadkrachtig beleid tegen discriminatie vast te stellen. |
|
3.14 |
Het Europese toetredingsproces en het vooruitzicht van toetreding tot de Unie hebben de totstandbrenging van een levensvatbare markteconomie bevorderd, de sociale bescherming verbeterd en stabiele democratische instellingen in Europa tot stand gebracht. |
|
3.15 |
EU-burgers hebben recht op bescherming door de diplomatieke of consulaire instanties van een ander EU-land wanneer zij zich in een land buiten de EU bevinden waar hun eigen staat geen vertegenwoordiging heeft. Dit recht is verankerd in artikel 46 van het handvest van de grondrechten. Er zijn slechts drie landen waar alle lidstaten diplomatiek vertegenwoordigd zijn, namelijk de Verenigde Staten, China en Rusland. In noodsituaties moeten EU-landen elkaars burgers helpen evacueren alsof het hun eigen onderdanen waren. Deze bescherming geldt ook in alledaagse situaties, zoals in het geval van een gestolen paspoort, een ernstig ongeval of een ziekte. |
|
3.16 |
In de Europese Unie wordt veel belang gehecht aan onderwijs. Het wereldberoemde uitwisselingsprogramma Erasmus+ geeft studenten en academici de kans om hun vaardigheden en arbeidskansen te vergroten door een periode door te brengen in een academische omgeving in een ander land, iets waar sinds 2014 meer dan drie miljoen mensen gebruik van hebben gemaakt. Bovendien heeft de uitwisseling van ideeën en cultuur mensen met elkaar in contact gebracht en meegeholpen aan de vorming van een Europese identiteit. |
4. Europese waarden en grondrechten
|
4.1 |
Om de belangen van de burgers zo goed mogelijk te beschermen, moet de tekst van het handvest van de grondrechten in de volgende versie van de Verdragen worden opgenomen en mag geen enkele lidstaat zich aan de naleving ervan onttrekken. Momenteel wordt in het Verdrag van Lissabon verwezen naar het handvest als apart document, dat door het Verenigd Koninkrijk en Polen niet wordt onderschreven. |
|
4.2 |
Hoewel Europa voor veel uitdagingen staat en er altijd gezamenlijke besluiten moeten worden genomen, zijn de waarden die aan de EU ten grondslag liggen en in de verdragen zijn vastgelegd — eerbiediging van de menselijke waardigheid en mensenrechten, democratie, vrijheid, gelijkheid, scheiding der machten en de rechtsstaat — niet onderhandelbaar en deze waarden moeten het uitgangspunt vormen voor een EU „nieuwe stijl”. |
|
4.3 |
Over gelijke behandeling en regels voor EU-burgers mag nooit worden onderhandeld en de EU heeft in dit opzicht belangrijke en onnodige compromissen gesloten: visa voor de Verenigde Staten voor slechts enkele lidstaten, dubbele voedselkwaliteitsnormen enz. De EU moet streven naar een gelijke bescherming van de belangen van al haar burgers, ongeacht hun nationaliteit. |
|
4.4 |
Het EESC vindt dat optreden op Europees niveau niet indruist tegen nationale belangen en evenmin dat Europese en nationale belangen botsen; het betekent gewoon dat sommige dingen beter gezamenlijk kunnen worden gedaan. Welke richting de Unie ook inslaat, er zullen belangrijke hervormingen moeten worden doorgevoerd en duidelijke regels voor de governance van de Unie moeten worden vastgesteld om de bestaande politieke spanningen en de toenemende diversiteit aan te pakken. De Europese methode garandeert vrijheid en soevereiniteit in een geglobaliseerde wereld. Burgers profiteren van het EU-lidmaatschap omdat het hun een rechtsruimte met kansen en dezelfde regels voor iedereen biedt, terwijl discriminatie op grond van nationaliteit strikt verboden is. |
|
4.5 |
Het was schokkend om te zien hoe duizenden migranten, op de vlucht voor conflicten en armoede, met gevaar voor eigen leven de Middellandse Zee overstaken. Door het politieke gesteggel hierover is de valse indruk ontstaan dat de EU niet weet hoe ze een dergelijke crisis moet aanpakken. Het EESC is ingenomen met het plan van de Commissie voor een evenwichtig, alomvattend en gemeenschappelijk migratiebeleid dat de EU zal helpen om de kansen die migratie biedt, te benutten en tegelijkertijd de uitdagingen aan te pakken. Het EESC steunt met name het nieuwe beleid van de Commissie om Europa aantrekkelijk te houden voor migranten nu zijn bevolking krimpt, terwijl de prikkels voor irreguliere migratie worden verminderd. Dit vergt ook krachtige maatregelen ter ondersteuning van de opvang en integratie van migranten. |
|
4.6 |
De grootste uitdaging voor de EU is een Unie te blijven die haar burgers verdedigt, beschermt en kracht geeft. Daarom moet de EU oplossingen bieden voor de dingen waarover mensen echt inzitten: „Het Comité blijft ervan overtuigd dat een goede toekomst mogelijk is en dat een sterkere EU kan helpen om de mondialisering en digitalisering in goede banen te leiden teneinde alle burgers goede perspectieven te bieden.” (4) |
|
4.7 |
De grondleggers van het Europese project hebben erkend dat de EU nog lang niet dezelfde mate van legitimiteit heeft als de gevestigde democratieën van de lidstaten. We zijn al een eind op weg, maar ieder nieuw verdrag moet de transparantie en democratische controle tot stand brengen die de Unie de nodige legitimiteit geven in de ogen van de burgers. Bovendien moet ervoor worden gezorgd dat de lidstaten de EU-wetgeving beter naleven. |
5. Duurzame economische ontwikkeling
|
5.1 |
Wereldwijd heeft Europa de grootste eengemaakte markt en de op een na meest gebruikte munt. Het is de grootste handelsmacht, die goed is voor 16,5 % van de wereldwijde in- en uitvoer (5) en de grootste donor van ontwikkelings- en humanitaire hulp. Mede dankzij Horizon 2020, het meest omvangrijke multinationale onderzoeksprogramma ter wereld, is Europa koploper op het gebied van innovatie. De concurrentie met de Verenigde Staten en Azië lijkt echter feller dan ooit. Eén ding is duidelijk: geen enkele lidstaat kan in zijn eentje een prominente rol spelen op het wereldtoneel. |
|
5.2 |
De euro is bijna twintig jaar oud en kan pas tot volle wasdom komen als alle lidstaten de munt hebben ingevoerd en de economische en monetaire unie is voltooid. Dit zou betekenen dat er duidelijke regels worden aanvaard door en van toepassing zijn op iedereen, dat het ESM wordt opgewaardeerd en een belangrijkere rol krijgt, vergelijkbaar met de rol die het IMF internationaal speelt, dat er politieke verantwoording wordt afgelegd en dat de begrotingsraden worden versterkt (6). Invoering van de euro moet tot de prioriteiten horen bij de opbouw van de EU. |
|
5.3 |
Het EESC heeft er in het verleden al op gewezen dat de EU traag heeft gereageerd op de financiële crisis en dat de economische en monetaire unie nodig moet worden hervormd (7). Sindsdien is er stug doorgewerkt aan hervorming en aan de voltooiing van de bankenunie en de kapitaalmarktenunie. Net als in het verleden (8) juicht het EESC verdere marktconsolidatie toe, maar waarschuwt het voor het ontstaan van posities die te veel beslissingsbevoegdheid in handen van een klein aantal mensen leggen. Met de voltooiing van de EMU moet een nieuw tijdperk aanbreken waarin burgers en bedrijven in de EU één munt gebruiken met alle voordelen van dien: aanzienlijke beperking van de transactiekosten, geen wisselkoersrisico's meer, transparantere prijzen in de handel en geringere investeringsrisico's. |
|
5.4 |
In een voortdurend veranderende wereld moet Europa zich richten op gebieden als O&O, aanbod van vaardigheden en infrastructuur, wil zij haar concurrentievoordelen kunnen benutten. Europa moet het hoofd bieden aan de afname en vergrijzing van de bevolking, aangezien deze ontwikkeling gevolgen heeft voor het arbeidsaanbod. Wil de EU concurrerend blijven, dan moet zij zowel het tekort aan arbeidskrachten als het tekort aan vaardigheden aanpakken. Europa heeft behoefte aan een gedegen migratiebeleid en een langetermijnperspectief om de beroepsbevolking voor te bereiden op toekomstige uitdagingen en tegelijkertijd bedrijven te helpen groeien en ontwikkelen. Het migratiebeleid moet echter geflankeerd worden door een krachtig beleid om sociale en maatschappelijke problemen te voorkomen. |
|
5.5 |
Het EESC heeft er ook in verschillende adviezen op aangedrongen om meer te investeren in infrastructuur en openbare diensten, projecten die groei en welzijn voor de burgers kunnen genereren. Het EESC heeft ook gezegd voorstander te zijn van een „gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB), alsook voor financiële transacties, brandstoffen en emissies van kooldioxide, die indien die op Europees niveau wordt toegepast, een transnationale belastinggrondslag zou kunnen vormen en de mondiale effecten op het milieu zou kunnen tegengaan (9).”Dit zou belastingontwijking tegengaan en zorgen voor uniformiteit in het fiscaal beleid. Daarnaast heeft het EESC aangegeven dat het erop lijkt „dat Europa een sterke positie heeft als het aankomt op het tot groei brengen van innovatieve hightechbedrijven, maar wanneer deze ondernemingen robuuste kapitaalinvesteringen nodig hebben, gaan ze meestal failliet (10).” |
|
5.6 |
De EU heeft uitgebreide handelsovereenkomsten gesloten met als doel de handel in goederen en diensten te bevorderen en tegelijkertijd de rechten van werknemers te beschermen en te verbeteren en aandacht te besteden aan milieuproblemen. Protectionisme steekt de laatste jaren echter weer de kop op en er dreigen handelsoorlogen. De EU moet zich blijven inzetten voor vrije, eerlijke en duurzame handel in een multilateraal systeem en voor handelsovereenkomsten die de sociale, consumenten- en milieurechten respecteren en tegelijkertijd de groei en ontwikkeling van bedrijven ondersteunen. Burgers hebben geen belang bij protectionisme. De Wereldhandelsorganisatie (WTO) zal een belangrijke rol spelen, en het is van cruciaal belang dat de EU bij de hervorming ervan wordt betrokken (11). Het sluiten van grenzen en blokkeren van handel is in geen geval de weg die moet worden bewandeld. |
|
5.7 |
De gevolgen van de klimaatverandering zijn wereldwijd te merken en het EESC heeft meer dan eens aanbevelingen gedaan om de biodiversiteit en de voor ons voortbestaan noodzakelijke hulpbronnen beter te beschermen. Het wijst erop dat de bescherming van de biodiversiteit even belangrijk is als het voorkomen van klimaatverandering. Het EESC dringt aan op meer politieke wil en op samenhang in de wetgeving op dit gebied en pleit er daarom voor dat alle nodige middelen snel ter beschikking worden gesteld. |
|
5.8 |
Een rechtvaardige transitie moet centraal staan in het klimaatbeleid. Dit betekent mede dat er maatregelen moeten worden getroffen om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten en om schade en verlies te compenseren. Het model van de circulaire economie moet zo veel mogelijk de voorkeur krijgen en het desbetreffende regelgevingskader moet worden verbeterd. Er moeten meer korte aanvoerketens komen, met name in de voedingssector, en het mobiliteitsbeleid moet op een nieuwe — efficiëntere en duurzamere — leest worden geschoeid. In het kader van de klimaatconferentie van Parijs (2015) heeft de EU zich ertoe verbonden bepaalde streefcijfers te halen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. De EU heeft al aanzienlijke vooruitgang geboekt en kan nog meer collectieve inspanningen leveren om de tijdens de COP21 aangegane verbintenissen na te komen en in de huidige behoeften te voorzien. Desondanks voeren jongeren en studenten in verschillende lidstaten actie omdat zij willen dat er meer wordt gedaan om het milieu te beschermen. |
6. Sociale vooruitgang en onderwijs
|
6.1 |
„Naar internationale maatstaven zijn de Europese maatschappijen welvarende plekken om te wonen. Zij bieden het hoogste niveau van sociale bescherming ter wereld en scoren hoog op het vlak van welzijn, menselijke ontwikkeling en levenskwaliteit.” (12) Aangezien de ongelijkheid echter toeneemt en er qua sociale cohesie enorme verschillen binnen de Unie bestaan, moeten we ernaar streven de kloof tussen de lidstaten te verkleinen. Opwaartse convergentie van de levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden op basis van duurzame groei zal betere sociale omstandigheden en minder ongelijkheid opleveren. Het streven hiernaar moet dan ook centraal staan in de toekomstplannen van Europa. |
|
6.2 |
Een belangrijke drijvende kracht achter sociale vooruitgang moet de Europese pijler van sociale rechten zijn, een initiatief dat door het EESC wordt omarmd, in het kader van een uitgebreide en overkoepelende strategie om de agenda voor duurzame ontwikkeling 2030 te verwezenlijken. Om onze burgers een welvarende toekomst te bieden, is het EESC fervent voorstander van alle inspanningen die streven naar „een billijke en echte pan-Europese arbeidsmarkt en een triple A op sociaal gebied voor Europa”, en zouden kunnen dienen „als kompas voor hernieuwde convergentie in de eurozone (13)”. De tenuitvoerlegging op nationaal niveau moet worden versneld en gepaard gaan met het besef dat gezonde economische groei vergezeld moet gaan van een stabiele sociale dimensie. Alle relevante maatschappelijke organisaties komt, samen met de EU en de lidstaten, een belangrijke rol toe. Het EESC acht het voor het welzijn van de EU-burgers van belang dat de EU de vorderingen met de tenuitvoerlegging van de EPRS in het kader van het Europees Semester blijft volgen en de sociale partners en andere maatschappelijke organisaties daarbij ten volle betrekt. |
|
6.3 |
Het EESC wijst er bovendien nogmaals op dat „de Europese Unie ten volle gebruik moet maken van de ervaring en capaciteiten van de sociale partners en andere maatschappelijke organisaties die op lokaal, nationaal en Europees niveau actief zijn, door ze samen met de gebruikers van de diensten en naargelang hun rol, te betrekken bij de programmering, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van de EU-financiering. De sociale partners en de andere maatschappelijke organisaties zijn cruciale spelers in het Europees democratisch project.” (14) De EU moet collectieve onderhandelingen bevorderen en de autonomie van de sociale partners respecteren. |
|
6.4 |
Digitalisering, automatisering, kunstmatige intelligentie enz. vereisen een snelle en duurzame respons. Behalve de dringende en enorme behoefte aan investeringen in hoogwaardig onderwijs en O&O — waarbij de EU qua uitgaven als percentage van het bbp achterloopt bij andere economische machten (15) — heeft de economie van de EU een beroepsbevolking nodig die beschikt over de nodige vaardigheden om het hoofd te bieden aan de uitdagingen die het veranderende concurrentieklimaat met zich meebrengt. Dit betekent dat werkgevers en werknemers een gedeeld belang en een gedeelde verantwoordelijkheid hebben om bij te dragen aan opleiding, omscholing, bijscholing en een leven lang leren voor jongeren en volwassenen, wat leidt tot succesvolle ondernemingen en goed opgeleide arbeidskrachten, samen met de EU, de lidstaten, de sociale partners en andere relevante organisaties uit het maatschappelijk middenveld. Het digitaliseren van de EU-economie moet plaatsvinden binnen een rechtvaardig transitiekader voor technologische veranderingen en moet ervoor zorgen dat dit bijdraagt tot betere levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van het scheppen van kwaliteitsbanen en meer gelijke kansen in de samenleving. |
|
6.5 |
Uitgaande van de beginselen van de EPSR is het van essentieel belang dat er stappen worden gezet om de toekomstige uitdagingen voor de arbeidsmarkt aan te pakken. Het benutten van de mogelijkheden die de technologische vooruitgang biedt, moet daarom hand in hand gaan met het aanpakken van de uitdagingen op het vlak van industriële veranderingen en arbeidsmarkthervormingen. Gebeurt dat niet, dan zal er een enorme weerstand tegen verandering ontstaan of zal een aanzienlijk deel van de bevolking niet profiteren van de ontwikkeling van nieuwe technologieën. |
|
6.6 |
Het EESC heeft er al eerder op aangedrongen dat de toenemende ongelijkheid, armoede en sociale uitsluiting op alle niveaus en door alle betrokkenen wordt bestreden. Met het oog hierop moet er meer worden gedaan om op de juiste niveaus gemeenschappelijke beginselen, normen, beleidsmaatregelen en strategieën vast te stellen teneinde tot een betere loonconvergentie te komen, en om minimumlonen vast te stellen of op te trekken tot een behoorlijk niveau, met volledige inachtneming van de autonomie van de sociale partners. Voorts is het zaak een minimuminkomen voor alle burgers te garanderen. Om op toekomstige uitdagingen te kunnen inspelen, moeten meer middelen worden bestemd voor sociale samenhang en sociale investeringen (16). |
|
6.7 |
Het EESC is van mening dat alle EU-burgers gelijke kansen en een gelijke behandeling op de arbeidsmarkt moeten krijgen. Hoewel eerlijke mobiliteit moet worden bevorderd, moeten burgers ook in hun woonomgeving toegang tot kwaliteitsvolle werkgelegenheid en een fatsoenlijke levensstandaard hebben, om braindrain en sociale dumping te voorkomen. |
|
6.8 |
De toekomst van de EU is afhankelijk van actieve programma’s die het onderwijs aan jongeren en hun integratie op de arbeidsmarkt vergemakkelijken. Programma's zoals Erasmus+ en de voorganger daarvan, Erasmus, hebben een ongelooflijke invloed gehad op de ontwikkeling van een Europese identiteit en hebben jongeren tegelijkertijd de kans geboden om kennis, vaardigheden en competenties te verwerven. Het voornemen van de Commissie om het budget van Erasmus te verdubbelen, is een belangrijke stap voorwaarts, al heeft het EESC er in oktober 2018 voor gepleit de financiering nog verder op te trekken (17). Dit soort programma’s moet worden voortgezet en uitgebreid tot jongeren die anders, als gevolg van economische problemen, maar moeilijk toegang zouden hebben tot kwaliteitsonderwijs en contact met andere culturen. |
|
6.9 |
Zoals het in een eerder advies heeft aangegeven, is het EESC van oordeel dat „de strategie (...) meer zou moeten aansluiten op bestaande EU-programma's, zoals Erasmus+, de jongerengarantie en het Europees Solidariteitskorps”en „ook een bredere betrokkenheid van de burgers moet stimuleren, met inbegrip van stemrecht, vrijwilligerswerk, door jongeren geleide ngo's, democratie op de werkplek en sociale dialoog” (18). Het is van essentieel belang de burgers erop attent te maken dat deze programma’s bestaan en er steeds op te wijzen dat het EU-lidmaatschap rechtstreekse voordelen oplevert. |
|
6.10 |
Het EESC benadrukt het belang van subsidiariteit en regionale governance bij de verwezenlijking van het cohesiebeleid. Gezien de grote verschillen in welvaart en ontwikkeling tussen de verschillende regio’s, en zelfs binnen een en dezelfde lidstaat, is het van vitaal belang dat het beleid wordt gevoerd door degenen die de grootste problemen het best begrijpen en daarom het best zijn toegerust om op te treden. De EU-instellingen moeten bescherming blijven bieden tegen discriminatie van welke aard dan ook, racisme, vreemdelingenhaat en antisemitisme. |
|
6.11 |
Het Europees sociaal model is uniek in de wereld en blijft een van de belangrijkste voordelen voor Europese burgers. De EU moet samen met de lidstaten beleid voeren dat haar sociale model beschermt, verdedigt en bevordert en de economische vooruitgang en sociale cohesie stimuleert, rekening houdend met het feit dat grondrechten hand in hand moeten gaan met sociale rechten. |
7. Veiligheid en defensie
|
7.1 |
In een wereld vol onenigheid en verdeeldheid is Europa een toonbeeld van vrijheid en stabiliteit. Van de 25 meest vreedzame landen bevinden zich er 15 in de EU. Maar door terroristische aanslagen, de aanwezigheid van onbestuurde en instabiele regio's aan de overkant van de Middellandse Zee en in Sub-Sahara-Afrika, alsook de heropleving van vijandige mogendheden in het Oosten is duidelijk geworden dat we krachtige maatregelen moeten nemen om onze vrede en veiligheid te beschermen. |
|
7.2 |
Hoewel de uitdagingen op het gebied van de interne en externe veiligheid inderdaad aanzienlijk zijn toegenomen, worden zij verschillend beoordeeld door de lidstaten, die niet dezelfde perceptie van externe bedreigingen hebben, verschillende financiële middelen ter beschikking stellen voor veiligheid en defensie en verschillende opvattingen hebben over het gebruik van militaire macht. Aangezien veel van de dreigingen waarmee we worden geconfronteerd transnationaal van aard zijn, is het EESC van mening dat de lidstaten en de EU zoveel mogelijk samen moeten optreden en moeten streven naar een collectieve en gecoördineerde reactie om onze bondgenoten te laten zien dat we goed voor veiligheid kunnen zorgen. |
|
7.3 |
Gecoördineerd defensieoptreden levert onze lidstaten niet alleen geloofwaardige „hard power”op, maar draagt ook bij tot het scheppen van banen in hightechsectoren en het bevorderen van innovatie en technologische ontwikkeling. Het EESC dringt er bij de lidstaten en de Europese Commissie op aan om gezamenlijke actie op dit gebied te ondersteunen, en constateert tot zijn genoegen dat er reeds stappen zijn ondernomen (19). |
|
7.4 |
Cyberaanvallen kosten de wereldeconomie naar schatting 400 miljard EUR (20) per jaar en vormen een reële bedreiging voor de privacy en veiligheid van burgers. Het EESC is van mening dat de EU ernaar moet streven de strijd tegen cyberspionage, cyberterrorisme en alle andere vormen van cybercriminaliteit die gericht zijn tegen Europese burgers en bedrijven, op te voeren. |
8. Communicatie met de burger
|
8.1 |
De positieve effecten van het EU-lidmaatschap worden door de Europese burgers vaak als vanzelfsprekend beschouwd of geassocieerd met de nationale regering, terwijl tegenspoed veelal aan Europese bureaucratie en bemoeizucht wordt toegeschreven. Dit is vooral te wijten aan slechte communicatie en slecht contact met de gemiddelde burger. De EU en de lidstaten moeten zich dan ook veel meer moeite getroosten om het beleid en de doelstellingen van de EU beter over te brengen. |
|
8.2 |
De EU moet meer middelen voor communicatie ter beschikking stellen en moet gebruikmaken van elk beschikbaar kanaal: niet alleen via de lidstaten, maar ook via de sociale partners en de andere organisaties die het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen. De EU moet zowel leiders als burgers erop wijzen dat zij voor vrede, stabiliteit en economische en sociale ontwikkeling zorgt, en moet haar boodschap in alle officiële EU-talen verspreiden. |
|
8.3 |
In 2012 wees het EESC erop dat het „van het allergrootste belang”is „dat artikel 11 onverkort wordt toegepast, omdat de EU dan bij de burgers aan democratische legitimiteit wint. Ten slotte kan Europa alleen door meer transparantie, een sterker gevoel van een Europese identiteit en meer participatie voor zijn burgers en maatschappelijke organisaties, zowel in de lidstaten als in EU-verband, extremisme voorkomen, zijn democratische waarden uitdragen en een gemeenschappelijke lotsbestemming tot stand brengen” (21). |
|
8.4 |
Als de EU dichter bij de burger wil komen (en als dat niet lukt, is de hele Unie tot mislukking gedoemd), moet zij luisteren en doorgronden wat haar burgers werkelijk willen en proberen daarnaar te handelen. Mensen willen bescherming, eerlijke regels voor werknemers en bedrijven, gezonde levensomstandigheden en arbeidsvoorwaarden en een duidelijk antwoord op externe uitdagingen. Om dit te bereiken, moet Europa de katalysator blijven voor economische en sociale ontwikkeling en democratische stabiliteit en ervoor zorgen dat iedereen zich bewust is van zijn engagement. |
|
8.5 |
Allerlei actoren, waaronder staten, lobbygroepen, de media en individuele personen, bedienen zich steeds vaker van misinformatie, desinformatie en kwalijke informatie. Op zich zijn deze technieken oud, maar dankzij de ontwikkeling en mogelijkheden van sociale media heeft dit verschijnsel een breed publiek weten te bereiken. Nepnieuws kan het beste worden tegengegaan door feiten aan te dragen en mensen te helpen kritischer te worden. Terwijl de strijd tegen leugens niet mag verslappen, is het net zo belangrijk dat de vrijheid van mening en meningsuiting te allen tijde gerespecteerd wordt. |
|
8.6 |
Communicatie- en samenwerkingsplatforms moeten worden bevorderd en alle lidstaten moeten hierbij worden betrokken. Wat in de ene lidstaat werkt, kan ook in een andere lidstaat werken en wat één lidstaat heeft onderzocht, kan worden gebruikt of verbeterd door een andere lidstaat. |
Brussel, 20 maart 2019.
De voorzitter
van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Luca JAHIER
(1) PB C 110 van 22.3.2019, blz. 1.
(2) PB C 326 van 26.10.2012, blz. 391.
(3) Persbericht van het Europees Parlement van 23 mei 2018.
(4) PB C 81 van 2.3.2018, blz. 145.
(5) EU volgens thema — Handel.
(6) Independent fiscal institutions.
(7) PB C 227 van 28.6.2018, blz. 1.
(8) PB C 262 van 25.7.2018, blz. 28.
(9) PB C 81 van 2.3.2018, blz. 131.
(10) PB C 440 van 6.12.2018, blz. 79.
(11) PB C 159 van 10.5.2019, blz. 15.
(12) Discussienota van de Commissie over de sociale dimensie van Europa.
(13) PB C 125 van 21.4.2017, blz. 10.
(14) PB C 62 van 15.2.2019, blz. 165.
(15) OECD Data, Gross domestic spending on R&D.
(16) PB C 81 van 2.3.2018, blz. 145.
(17) PB C 62, 15.2.2019, blz. 194.
(18) PB C 62 van 15.2.2019, blz. 142.
(19) PB C 129 van 11.4.2018, blz. 58.
(20) Hervorming van de cyberbeveiliging in Europa.
BIJLAGE
De onderstaande wijzigingsvoorstellen, waarvoor ten minste een kwart van de stemmen werd uitgebracht, werden tijdens de beraadslaging verworpen:
Wijzigingsvoorstel 12
Punt 5.5
Als volgt wijzigen:
|
5.5 |
Het EESC heeft er ook in verschillende adviezen op aangedrongen om meer te investeren in infrastructuur en openbare diensten, projecten die groei en welzijn voor de burgers kunnen genereren. Het EESC heeft ook gezegd voorstander te zijn van uitgebreide maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling en winstverschuiving (BEPS) door multinationale ondernemingen, waaronder de invoering van een „gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB), en van de bestrijding van btw-fraude door middel van dagelijkse nauwere samenwerking tussen de lidstaten, alsook voor financiële transacties, brandstoffen en emissies van kooldioxide, die indien die op Europees niveau wordt toegepast, een transnationale belastinggrondslag zou kunnen vormen en de mondiale effecten op het milieu zou kunnen tegengaan” (1). Dit zou belastingontwijking tegengaan en zorgen voor uniformiteit in het fiscaal beleid. Daarnaast heeft het EESC aangegeven dat het erop lijkt „dat Europa een sterke positie heeft als het aankomt op het tot groei brengen van innovatieve hightechbedrijven, maar wanneer deze ondernemingen robuuste kapitaalinvesteringen nodig hebben, gaan ze meestal failliet” (2). |
Motivering
Om misverstanden te voorkomen, dient men zich tot een algemene uitspraak te beperken. Noch de belasting van multinationale ondernemingen als bron van eigen middelen van de EU, noch een gezamenlijke Europese belastinggrondslag voor brandstoffen en de uitstoot van kooldioxide dan wel de belasting daarvan zijn tot nu toe binnen het Comité aan de orde geweest. Door de belasting op financiële transacties zouden de pensioenen van werknemers worden verlaagd. Het werk dat de Raad al jarenlang verricht via nauwere samenwerking is volledig tot stilstand gekomen. Soortgelijke opmerkingen zijn gemaakt bij de wijziging van het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de „Discussienota over de toekomst van de EU-financiën”(COM(2017) 358 final) (3).
Dit wijzigingsvoorstel is met 76 stemmen voor, 98 tegen, bij 16 onthoudingen, verworpen.
Wijzigingsvoorstel 11
Punt 5.6
Als volgt wijzigen:
|
5.6 |
De EU heeft uitgebreide handelsovereenkomsten gesloten, zoals die met Japan, met als doel de handel in goederen en diensten te bevorderen en tegelijkertijd de rechten van werknemers te beschermen en te verbeteren en aandacht te besteden aan milieuproblemen. Protectionisme steekt de laatste jaren echter weer de kop op en er dreigen handelsoorlogen. De EU moet zich blijven inzetten voor vrije, eerlijke en duurzame handel in een multilateraal systeem en voor handelsovereenkomsten die de sociale, consumenten- en milieurechten respecteren en tegelijkertijd de groei en ontwikkeling van bedrijven ondersteunen. Burgers hebben geen belang bij protectionisme. De Wereldhandelsorganisatie (WTO) zal een belangrijke rol spelen, en het is van cruciaal belang dat het EESC bij de hervorming ervan wordt betrokken (4). Het sluiten van grenzen en blokkeren van handel is in geen geval de weg die moet worden bewandeld. |
Motivering
Het komt de leesbaarheid ten goede als er een specifiek voorbeeld van de vrijhandelsovereenkomsten van de EU wordt gegeven, in dit geval de economische partnerschapsovereenkomst met Japan.
Zoals bekend, is deze overeenkomst op 1 februari 2019 in werking getreden en is het de grootste handelsovereenkomst die door de twee partijen is gesloten.
De overeenkomst heeft betrekking op 640 miljoen mensen in de EU en Japan, bijna een derde van het mondiale bbp en 37 % van de wereldhandel.
74 000 bedrijven uit de EU exporteren naar Japan en 600 000 banen houden verband met de uitvoer van de EU naar Japan. De overeenkomst is ook goed voor de consument, aangezien er meer te kiezen zal zijn tegen lagere prijzen. Bovendien wordt er ook een duidelijk signaal mee afgegeven dat twee van de grootste economieën ter wereld een groot voorstander zijn van vrije, eerlijke en op regels gebaseerde handel.
Dit wijzigingsvoorstel is met 73 stemmen voor, 111 tegen, bij 11 onthoudingen, verworpen.
(1) PB C 81 van 2.3.2018, blz. 131.
(2) PB C 440 van 6.12.2018, blz. 79.