EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 13.9.2017
COM(2017) 493 final
BIJLAGE
bij
Aanbeveling voor een Besluit van de Raad
houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een verdrag tot oprichting van een multilateraal gerecht voor de beslechting van investeringsgeschillen
{SWD(2017) 302 final}
{SWD(2017) 303 final}
BIJLAGE
Het onderhandelingsproces:
1.De Unie moet ernaar streven dat het onderhandelingsproces over het verdrag alle belanghebbende landen en internationale organisaties de mogelijkheid biedt om daadwerkelijk bij te dragen aan de onderhandelingen en aan het bereiken van consensus.
2.De Unie wordt tijdens de hele duur van de onderhandelingen vertegenwoordigd door de Commissie. In overeenstemming met de beginselen van loyale samenwerking en van eenheid van externe vertegenwoordiging, zoals vastgelegd in de verdragen, moeten de Unie en de lidstaten van de Unie die deelnemen aan de onderhandelingen volledig samenwerken en dienovereenkomstig handelen tijdens de hele duur van de onderhandelingen.
3.De onderhandelingen worden gevoerd onder auspiciën van de VN-Commissie voor internationaal handelsrecht (Uncitral). In het geval van een stemming, oefenen de lidstaten die lid zijn van de VN-Commissie voor internationaal handelsrecht hun stemrecht uit in overeenstemming met deze richtlijnen en met de op voorhand overeengekomen EU-standpunten.
4.De Unie streeft ernaar dat de onderhandelingen op transparante wijze worden gevoerd, zo mogelijk door middel van audio- en/of webstreaming, en dat vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld de gelegenheid hebben om als geaccrediteerde waarnemers aan de besprekingen deel te nemen.
De inhoud van de onderhandelingen:
5.Het verdrag moet de Unie in staat stellen om geschillen die voortvloeien uit overeenkomsten waarbij de Unie partij is of partij zal zijn, voor te leggen aan het multilaterale gerecht. Bijgevolg moet de Unie partij kunnen worden bij het verdrag, en de bepalingen van het verdrag moeten worden opgesteld op een wijze die een werkelijke gebruikmaking ervan in de Europese Unie mogelijk maakt.
6.Het verdrag moet de lidstaten van de Unie en derde landen ook in staat stellen om geschillen die voortvloeien uit overeenkomsten waarbij zij partij zijn of partij zullen zijn, voor te leggen aan het multilaterale gerecht.
7.Het voornaamste mechanisme van het verdrag moet zijn dat de bevoegdheid van het multilaterale gerecht zich uitstrekt tot een bilaterale overeenkomst wanneer beide partijen bij de overeenkomst zijn overeengekomen om geschillen die voortvloeien uit de overeenkomst voor te leggen aan het multilaterale gerecht. In het geval van multilaterale verdragen moet het verdrag twee of meer partijen bij een dergelijke overeenkomst toestaan om geschillen in het kader van de multilaterale overeenkomst voor te leggen aan het multilaterale gerecht.
8.Het multilaterale gerecht moet bestaan uit een gerecht van eerste aanleg en een hof van beroep. Het hof van beroep moet bevoegd zijn om beslissingen van het gerecht van eerste aanleg te herzien op grond van onjuiste rechtsopvattingen of een kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten. Het hof van beroep moet bevoegd zijn om zaken terug te verwijzen naar het gerecht van eerste aanleg voor de voltooiing van de procedure in het licht van de conclusies van het hof van beroep ("vernietiging").
9.De onafhankelijkheid van het gerecht moet worden gegarandeerd. De leden van het gerecht (zowel van het gerecht van eerste aanleg als van het hof van beroep) moeten voldoen aan strenge eisen ten aanzien van hun kwalificaties en onpartijdigheid. In het verdrag moeten voorschriften inzake ethiek en wrakingsmechanismen worden opgenomen. De leden van het gerecht moeten een vaste bezoldiging ontvangen. Zij moeten worden benoemd voor een vaste, lange en niet-hernieuwbare termijn en onafzetbaar zijn, en alle nodige garanties van onafhankelijkheid hebben. De leden moeten worden benoemd door middel van een objectieve en transparante procedure.
10.Het verdrag moet zodanig flexibel zijn dat dit kan worden aangepast aan veranderingen in het ledenbestand, alsmede aan mogelijke ontwikkelingen in de aard van de overeenkomsten die kunnen worden voorgelegd aan het gerecht. Het verdrag mag de mogelijkheid niet uitsluiten dat het gerecht een beroep doet op de secretariële ondersteuning van een bestaande internationale organisatie, of in een later stadium wordt geïntegreerd in de structuur van een dergelijke organisatie.
11.De procedures bij het multilaterale gerecht moeten op transparante wijze worden gevoerd, met de mogelijkheid van interventies door derde partijen, vergelijkbaar met of met gebruikmaking van de voorschriften en normen van Uncitral betreffende transparantie van op een verdrag gebaseerde arbitrage tussen investeerders en staten.
12.Beslissingen van het multilaterale gerecht moeten worden ondersteund door een doeltreffende internationale handhavingsregeling.
13.Een van de doelstellingen van de onderhandelingen moet zijn dat het multilaterale gerecht op een kosteneffectieve wijze functioneert, en daardoor toegankelijk is voor kleine en middelgrote ondernemingen en natuurlijke personen. De vaste kosten van het gerecht, inclusief de kosten voor de bezoldiging van zijn leden, en de kosten voor administratieve en secretariële ondersteuning, moeten in beginsel worden gedragen door de verdragsluitende partijen bij het verdrag tot oprichting van het multilaterale gerecht. De verdeling van deze kosten tussen de verdragsluitende partijen moet worden vastgesteld op een billijke grondslag waarbij rekening kan worden gehouden met factoren zoals de mate van economische ontwikkeling van de partijen, het aantal overeenkomsten per partij, de respectieve omvang van de internationale investeringsstromen of -bestanden van de partijen.
14.De Unie moet ervoor zorgen dat steun beschikbaar kan worden gesteld om ervoor te zorgen dat de ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen doeltreffend kunnen functioneren in het stelsel voor investeringsgeschillenbeslechting. Een dergelijk initiatief kan deel uitmaken van het oprichtingsproces van een multilateraal investeringsgerecht of kan afzonderlijk worden uitgevoerd.
15.Het verdrag tot oprichting van het multilaterale gerecht moet openstaan voor ondertekening en toetreding door elk belanghebbend land en elke belanghebbende regionale organisatie voor economische integratie dat/die partij is bij een investeringsovereenkomst. Het moet een vroege inwerkingtreding mogelijk maken, zodra een minimumaantal akten van bekrachtiging is ingediend.