Brussel, 13.9.2017

COM(2017) 482 final

2017/0220(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het Europees burgerinitiatief

(Voor de EER relevante tekst)

{SWD(2017) 294 final}


TOELICHTING

1.    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

·    Motivering en doel van het voorstel

De organisatie van een Europees burgerinitiatief (EBI) is een recht dat is vastgelegd in het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Artikel 11, lid 4, VEU bepaalt: "Wanneer ten minste één miljoen burgers van de Unie, afkomstig uit een significant aantal lidstaten, van oordeel zijn dat inzake een aangelegenheid een rechtshandeling van de Unie nodig is ter uitvoering van de Verdragen, kunnen zij het initiatief nemen de Europese Commissie te verzoeken binnen het kader van de haar toegedeelde bevoegdheden een passend voorstel daartoe in te dienen." Dit instrument heeft ten doel de deelname van burgers aan het democratisch bestel van de Europese Unie te versterken door hun de mogelijkheid te bieden de Commissie rechtstreeks te verzoeken een voorstel voor rechtshandelingen van de Unie in te dienen met het oog op de tenuitvoerlegging van de Verdragen.

Overeenkomstig artikel 24 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zijn bij Verordening (EU) nr. 211/2011 over het burgerinitiatief van 16 februari 2011 1 de bepalingen vastgesteld voor de procedures en voorwaarden voor het EBI-instrument. Die verordening is in april 2012 van toepassing geworden. Het rechtskader voor het EBI is aangevuld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie van 17 november 2011 tot vaststelling van technische specificaties voor systemen voor het online verzamelen van steunbetuigingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 211/2011 2 .

In haar eerste verslag over de toepassing van de verordening, dat is vastgesteld in 2015 3 , noemde de Commissie een aantal uitdagingen die voortvloeiden uit de tenuitvoerlegging van de verordening in de eerste drie jaar nadat deze van toepassing was geworden. In dat verslag beloofde de Commissie maatregelen uit te voeren om de werking van het EBI-instrument te verbeteren alsmede de impact van deze uitdagingen nader te analyseren. De afgelopen jaren startte de Commissie meerdere technische studies inzake deze uitdagingen en kwesties, zoals bijvoorbeeld de systemen voor het online verzamelen van steunbetuigingen voor het EBI en de vereenvoudiging van de gegevensvoorschriften voor ondertekenaars.

Na de vaststelling van het verslag van de Commissie in 2015 is het EBI-instrument de afgelopen twee jaar aan een toetsingsproces onderworpen. Andere EU-instellingen en organen alsmede belanghebbenden uit het maatschappelijk middenveld hebben het instrument eveneens beoordeeld en geëvalueerd. Daarbij zijn zowel tekortkomingen in de werking van het EBI-instrument geconstateerd als belemmeringen waarmee organisatoren bij het starten van een burgerinitiatief te maken krijgen. Met name is in de resolutie van het Europees Parlement 4 een aantal uitdagingen vastgesteld en opgeroepen tot herziening van Verordening (EU) nr. 211/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie, alsook tot vaststelling van een reeks wijzigingen om de werking van het EBI-instrument te verbeteren.

Vijf jaar nadat de verordening van toepassing is geworden, hebben de instellingen van de Unie, de lidstaten en belanghebbenden ook ervaring opgedaan met de tenuitvoerlegging van dit instrument voor participerende democratie op EU-niveau. Het verslag van de Commissie en de in het kader van het toetsingsproces ontvangen bijdragen stemmen overeen wat betreft een aantal belangrijke punten waarop de tenuitvoerlegging van het EBI voor verbetering vatbaar is en het instrument gebruiksvriendelijker kan worden gemaakt voor de burger. Hoewel de Commissie daartoe binnen het huidige rechtskader diverse maatregelen heeft genomen, vloeit een aanzienlijk aantal van de geconstateerde knelpunten voort uit bepalingen in de verordening en deze kunnen alleen worden verholpen door de verordening te herzien. Derhalve is een wetgevingsvoorstel nodig.

Dit voorstel heeft ten doel de werking van het EBI te verbeteren door de tekortkomingen die de laatste jaren zijn vastgesteld, te verhelpen. De belangrijkste beleidsdoelstellingen zijn daarbij: i) het EBI toegankelijker, minder omslachtig en gebruiksvriendelijker maken voor organisatoren en medestanders; en ii) het EBI optimaal benutten als middel om debat en participatie op EU-niveau te bevorderen, ook onder jongeren, en de EU dichter bij de burger te brengen.

·    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het versterken van de democratische legitimiteit in de EU door te zorgen voor grotere betrokkenheid en meer burgerparticipatie is een van de tien prioriteiten van de Commissie (prioriteit nr. 10: Een Unie van democratische verandering) 5 . Dit voorstel draagt rechtsreeks bij tot de verwezenlijking van deze prioritaire doelstelling: het maakt het EBI-instrument minder omslachtig en gebruiksvriendelijker, zodat het optimaal kan worden benut als instrument voor burgerparticipatie op EU-niveau en het de EU dichter bij de burger kan brengen. Een verbeterd EBI-instrument vormt een aanvulling op de politieke rechten die EU-burgers reeds genieten, namelijk het actief en passief kiesrecht bij verkiezingen voor het Europees Parlement en bij gemeenteraadsverkiezingen 6 . Het verruimt de mogelijkheden van jonge Europese burgers om te participeren op Europees niveau.

De Commissie heeft uitvoering gegeven en blijft uitvoering geven aan een reeks niet-wetgevingsmaatregelen ter vereenvoudiging van het gebruik van het instrument door organisatoren en burgers. Het gaat met name om: i) meer ondersteuning en assistentie voor organisatoren; ii) verbeteringen in de registratiefase, zoals de mogelijkheid om initiatieven gedeeltelijk te registreren; iii) het aanbod om de systemen voor het online verzamelen van steunbetuigingen voor burgerinitiatieven te hosten op servers van de Commissie; iv) verbeteringen in de software voor het online verzamelen van steunbetuigingen voor het EBI, die ook kosteloos ter beschikking worden gesteld van organisatoren; en v) de geplande oprichting van een online samenwerkingsplatform voor het EBI. Wil het instrument volledig tot zijn recht komen, dan moet er echter meer in het werk worden gesteld om de werking ervan te verbeteren.

De verbetering van het EBI-instrument strookt met andere initiatieven van de Commissie, weerspiegelt de politieke beleidslijnen van de Commissie-Juncker en beoogt de burger nauwer te betrekken bij en meer inspraak te geven in de beleidsvorming van de EU.

De agenda voor betere regelgeving 7 vergroot met name de mogelijkheden van burgers en belanghebbenden om bij te dragen tot EU-beleid gedurende de hele beleids- en wetgevingscyclus en versterkt daartoe de raadplegingsmechanismen, teneinde het raadplegen van belanghebbenden een wezenlijk onderdeel te laten uitmaken van de ontwikkeling en toetsing van beleid. Op het gebied van het EU-burgerschap is het bevorderen en versterken van de deelname van burgers aan het democratisch bestel van de EU in het derde verslag over het EU-burgerschap van januari 2017 eveneens aangemerkt als een van de belangrijkste doelstellingen en actiegebieden 8 . Ook de programma’s “Rechten, gelijkheid en burgerschap” en “Europa voor de burger” beogen samen het Europees burgerschap te stimuleren, de aan het Europees burgerschap verbonden rechten te bevorderen en de voorwaarden voor democratische en burgerparticipatie op het niveau van de Unie te verbeteren door middel van een aantal maatregelen 9 .Het EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 10 is eveneens gericht op vereenvoudiging van de digitale interactie tussen overheidsdiensten en burgers/bedrijven om hoogkwalitatieve overheidsvoorzieningen te bieden.

·    Verenigbaarheid met andere beleidsgebieden van de Unie

Het voorstel is tevens volledig consistent en verenigbaar met het bestaande beleid van de Unie. De herziening van de hervorming strekt tot het bijwerken en verbeteren van een aantal specifieke voorzieningen in het rechtskader van het EBI in het licht van de ontwikkelingen van de EU-wetgeving sinds de vaststelling van de verordening over het burgerinitiatief in 2011.

Daarbij gaat het met name om de hervorming van de gegevensbeschermingsregels en de vaststelling van Verordening (EU) 2016/679 (algemene verordening gegevensbescherming) 11 in 2016. De algemene verordening gegevensbescherming is volledig van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens krachtens de EBI-verordening door de organisatoren en de autoriteiten van de lidstaten en brengt specifieke verantwoordelijkheden mee waar het gaat om de bescherming van de persoonsgegevens die worden verzameld voor het Europees burgerinitiatief. Tegelijkertijd waarborgt het voorstel de toepasselijkheid van[Verordening (EG) nr. 45/2001] betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens 12 , die van toepassing is op de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening door de Commissie.

Evenzo maakt het voorstel het met betrekking tot de specifieke regels inzake het centrale online systeem voor het verzamelen van steunbetuigingen voor het EBI onder meer mogelijk om rekening te houden met Verordening (EU) nr. 910/2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt 13 . Versnelde invoering van eIDAS-diensten, zoals eID en eSignature, is een van de belangrijkste doelstellingen van het EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 14 in het kader van de digitale eengemaakte markt voor Europa 15 .

2.    RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

·    Rechtsgrondslag    

Het voorstel is gebaseerd op artikel 24 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat betrekking heeft op de vaststelling van de bepalingen voor de procedures en voorwaarden voor de indiening van een burgerinitiatief in de zin van artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

·    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het onderwerp van deze verordening valt volgens artikel 24 VWEU onder de exclusieve bevoegdheid van de EU, aangezien alleen de Unie bevoegd is de regels en procedures voor het Europees burgerinitiatief vast te stellen. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

·    Evenredigheid

Dit voorstel is in overeenstemming met het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde evenredigheidsbeginsel, aangezien het niet verder gaat dan nodig is om de hierboven beschreven doelstellingen te verwezenlijken.

Het voorstel omvat een aantal gerichte verbeteringen inzake de tenuitvoerlegging van het EBI-instrument, teneinde het zowel voor organisatoren als burgers toegankelijker en gebruiksvriendelijker te maken. Deze verbeteringen behelzen onder meer maatregelen betreffende de bevoegdheden van de nationale instanties in de lidstaten, namelijk de vereenvoudiging van de vereisten inzake de gegevens van de ondertekenaars en de verbetering van het online verzamelen van steunbetuigingen door de totstandbrenging van een centraal verzamelsysteem voor het Europees burgerinitiatief.

Ook voorziet het voorstel in beperktere wijzigingen op andere gebieden, zoals de certificering van online verzamelsystemen, de verificatie en certificering van steunbetuigingen in de lidstaten en de regels inzake aansprakelijkheid en sancties, waarbij het voorstel een beoordelingsmarge kent met het oog op tenuitvoerlegging overeenkomstig het nationaal recht.

·    Keuze van het instrument

Artikel 24 VWEU voorziet in een specifieke rechtsgrondslag voor het Europees burgerinitiatief en in de vaststelling, door middel van verordeningen, van de bepalingen voor de procedures en voorwaarden voor de indiening van een burgerinitiatief in de zin van artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Alleen een rechtstreeks toepasselijke verordening kan voorzien in de nodige regels en voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van een instrument met Europese reikwijdte als het Europees burgerinitiatief.

Deze verordening beoogt de wijziging en verbetering van de bestaande regels en voorwaarden van Verordening (EU) nr. 211/2011 over het burgerinitiatief. De herziening biedt ook een gelegenheid om de huidige structuur van de verordening te vereenvoudigen teneinde de duidelijkheid en consistentie ervan te vergroten. Aangezien de aan te brengen wijzigingen aanzienlijk zijn en betrekking hebben op de fundamentele bepalingen van de huidige verordening, dient laatstgenoemde handeling te worden ingetrokken en vervangen, teneinde burgers en organisatoren duidelijkheid te bieden.

3.    RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

·    Ex-postevaluaties

Teneinde de bestaande wetgeving te evalueren en met het oog op de herziening van Verordening (EU) nr. 211/2011 verbeteringen vast te stellen, heeft de Commissie belanghebbenden uitgebreid geraadpleegd, een aantal onderzoeken inzake specifieke kwesties laten verrichten en een advies van het Refit-platform ontvangen. Dit proces wordt hieronder geschetst en uitvoeriger beschreven in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt. Op basis van dit proces heeft de Commissie een aantal tekortkomingen in de verordening geconstateerd die gevolgen hebben voor de doeltreffendheid en doelmatigheid van het instrument.

De geconstateerde problemen hebben te maken met de volgende drie zaken:

i) de moeilijkheden die de organisatoren ondervinden in de registratiefase, zoals het hoge percentage weigeringen om voorstellen voor burgerinitiatieven te registreren;

ii) de complexiteit waarmee organisatoren van initiatieven te maken krijgen bij het verzamelen van steunbetuigingen, zoals blijkt uit het geringe percentage succesvolle initiatieven, d.w.z. initiatieven waarvoor binnen de verzamelperiode van een jaar het vereiste aantal ondertekenaars wordt bereikt;

iii) het geringe aantal initiatieven waarvoor de drempel van een miljoen steunbetuigingen wordt bereikt en de geringe impact die burgerinitiatieven tot dusver hebben gegenereerd.

Meerdere regels waarin de EBI-verordening momenteel voorziet, gelden als te complex en omslachtig voor de organisatoren van EBI’s, ondertekenaars en bevoegde instanties in de lidstaten. Deze regels betreffen met name: i) de registratiefase; ii) de levenscyclus en termijnen van een EBI; iii) het opzetten van online verzamelsystemen en de certificering van deze systemen door de lidstaten; iv) de uiteenlopende vereisten inzake de persoonsgegevens van ondertekenaars van een EBI; en v) het feit dat de persoonsgegevens worden verzameld onder de verantwoordelijkheid van de organisatoren. Verscheidene belanghebbenden beschouwen de impact en de follow-up van de eerste drie initiatieven die tot dusver zijn geslaagd, als beperkt.

·    Raadpleging van belanghebbenden

De raadpleging van belanghebbenden die is uitgevoerd in verband met de verordening over het Europees burgerinitiatief omvatte twee fasen:

– de eerste fase (2015 – maart 2017) begon met het verslag van de Commissie over de toepassing van de EBI-verordening. In deze fase moesten standpunten worden verzameld over de verordening en over de wijze waarop het instrument zou kunnen worden verbeterd, zowel binnen het bestaande rechtskader als ingeval de verordening zou worden herzien. In het kader van de evaluatieactiviteiten die zijn verricht door de Commissie en andere instellingen, zoals het Europees Parlement en de Europese Ombudsman, zijn verscheidene gerichte raadplegingen van belanghebbenden uitgevoerd. Het werkdocument van de diensten van de Commissie waarvan dit voorstel vergezeld gaat, bevat gedetailleerdere informatie over deze raadplegingen en evaluaties;

– in de tweede fase, waarin werd voortgebouwd op de resultaten van de eerste, zijn – met name tijdens een drie maanden lopende openbare raadpleging – hoofdzakelijk reacties verzameld op de suggesties voor verbetering en de opties voor de herziening van de verordening.

Bij de openbare raadpleging zijn adviezen ingewonnen over een algemene evaluatie van het bestaande kader en het EBI-instrument en over opties voor verbetering, alsook over meer specifieke elementen die betrekking hebben op de belangrijkste fasen van de EBI-levenscyclus: i) voorbereidende fase; ii) registratie van een initiatief; iii) verzameling van steunbetuigingen; iv) indiening bij de Commissie en follow-up; en v) transparantie en voorlichting. De Commissie ontving 5 323 antwoorden, waarvan 98 % afkomstig van burgers.

De verzamelde bijdragen waren afkomstig van een breed scala aan belanghebbenden, met name burgers (ondertekenaars/potentiële ondertekenaars), EBI-organisatoren en maatschappelijke organisaties, maar ook van bevoegde instanties van de lidstaten, onderzoekers (academische instellingen of denktanks), overheden die vergelijkbare participatie-instrumenten beheren, aanbieders van hostingdiensten en software, en gegevensbeschermingsautoriteiten in de lidstaten. Bij het analyseren en samenvatten van de verzamelde informatie heeft de Commissie bijzondere aandacht besteed aan de bijdragen van burgers, organisatoren en maatschappelijke organisaties, als belangrijkste gebruikers van het instrument. De resultaten van de raadpleging van de belanghebbenden zijn weergegeven in een samenvattend verslag dat gevoegd is bij het werkdocument van de diensten van de Commissie waarvan dit voorstel vergezeld gaat.

In het voorstel zijn de volgende uit het raadplegingsproces voortgevloeide suggesties opgenomen:

– verbeteringen in de registratieprocedure, waaronder de mogelijkheid om initiatieven gedeeltelijk te registreren;

– een door de Commissie beheerde helpdesk en een online samenwerkingsplatform voor het EBI dat fungeert als forum voor overleg en voor advisering en ondersteuning van organisatoren;

– een centraal online verzamelingssysteem dat wordt opgezet en geëxploiteerd door de Commissie;

– de gegevensvereisten voor ondertekenaars worden vereenvoudigd en alle EU-burgers zullen hun steun kunnen betuigen op basis van hun nationaliteit;

– de minimumleeftijd voor ondertekenaars wordt vastgesteld op 16 jaar;

– organisatoren mogen de begindatum van de verzamelcampagne kiezen;

– ondertekenaars kunnen zich per e-mail op de hoogte laten houden.

Een aantal suggesties is niet uitgewerkt, omdat zij als minder doeltreffend of doelmatig werden beschouwd dan wel omdat zij juridisch niet mogelijk waren. Het werkdocument van de diensten van de Commissie bij dit voorstel bevat een uitvoerige uitleg.

·    Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De Commissie heeft gebruikgemaakt van de volgende externe bijdragen:

Bij de toetsing is rekening gehouden met aanbevelingen van andere EU-instellingen en organen, met name de resolutie van het Europees Parlement over het Europees burgerinitiatief, alsook met een aantal specifieke studies 16 .

Vier door de Commissie geïnitieerde specifieke studies inzake de tenuitvoerlegging van het EBI 17 :

– Beoordeling van de ICT-impact van Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief.

– Studie betreffende het gebruik van elektronische identificatie (eID) voor het Europees burgerinitiatief.

– Studie betreffende de gegevensvereisten voor het Europees burgerinitiatief.

– Studie betreffende online verzamelsystemen en technisch bestek krachtens Verordening (EU) nr. 211/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie.

Daarnaast is bij het toetsingsproces ook een aantal andere studies gebruikt. Deze studies worden vermeld in bijlage 1 bij het werkdocument van de diensten van de Commissie waarvan dit voorstel vergezeld gaat.

De herziening van de EBI-verordening is voorts besproken door de deskundigengroep voor het Europees burgerinitiatief, waaraan vertegenwoordigers van nationale instanties van de lidstaten deelnemen. Bij het revisieproces is ook gebruikgemaakt van de input van deze deskundigengroep, en met name van specifieke bijdragen van meerdere delegaties 18 .

·    Effectbeoordeling

De herziening van Verordening (EU) nr. 211/2011 heeft, gezien de institutionele aard ervan, geen belangrijke rechtstreekse economische, sociale of milieugevolgen en een effectbeoordeling werd dan ook niet nodig geacht. Naar verwachting zullen de technische en praktische maatregelen ter vereenvoudiging van het EBI de administratieve lasten echter beperken, zowel voor de organisatoren als voor de lidstaten. De verschillende opties voor de verbetering van het EBI zijn beoordeeld in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat dit voorstel vergezelt en in een aantal specifieke studies betreffende de uitvoering van het Europees burgerinitiatief.

·    Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

Het Refit-platform nam in juni 2016 een advies over het EBI 19 aan en stelde een aantal mogelijke vereenvoudigingen van het instrument voor, waaronder: i) verbetering van de registratiefase en advies en ondersteuning voor organisatoren; ii) vereenvoudiging van de gegevensvereisten voor ondertekenaars; iii) maatregelen om het burgercomité te vereenvoudigen en de aansprakelijkheid van organisatoren te beperken; iv) herziening van het EBI-tijdschema en begindatum van de verzamelperiode van twaalf maanden; v) verbetering van de online verzamelsystemen; en vi) versterking van de voorlichtingsmaatregelen inzake het EBI.

Dit voorstel bevat verbeteringen op al deze gebieden en met name een reeks bepalingen die aansluiten bij de aanbevelingen uit voornoemd advies, zoals uitvoeriger wordt toegelicht in het werkdocument van de diensten van de Commissie waarvan dit voorstel vergezeld gaat.

·Voorts zullen meerdere bepalingen in het voorstel leiden tot grotere doelmatigheid, doeltreffendheid en besparingen op gebieden als online verzamelen, vertalingen, formulieren voor steunbetuigingen en de indiening van steunbetuigingen bij de nationale instanties van de lidstaten. Ofschoon het voorstel er met name op is gericht het instrument toegankelijker en minder omslachtig en kostbaar te maken voor organisatoren en ondertekenaars, moet een aantal bepalingen ook zorgen voor grotere doelmatigheid en besparingen voor overheden, waaronder de Commissie en de bevoegde nationale instanties.

·    Grondrechten

In het voorstel wordt ten volle rekening gehouden met de fundamentele rechten en beginselen die zijn vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en in het bijzonder met artikel 8 daarvan, dat bepaalt dat eenieder recht heeft op bescherming van zijn persoonsgegevens.

4.    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De specifieke gevolgen voor de begroting van het voorstel houden verband met een aantal online systemen voor het Europees burgerinitiatief die de Commissie zal invoeren en kosteloos ter beschikking zal stellen van burgers en organisatoren. Het voorstel voorziet met name in het opzetten, onderhouden en ontwikkelen van de volgende online instrumenten: het officiële register voor het Europees burgerinitiatief (artikel 4); het samenwerkingsplatform voor advies en ondersteuning voor burgers en organisatoren (artikel 4); en het centrale online verzamelsysteem voor het EBI (artikel 10).

Het financieel memorandum bij het voorstel bevat een gedetailleerde analyse van de gevolgen voor de begroting en de personele en administratieve middelen die nodig zijn om het Europees burgerinitiatief door middel van deze systemen en diensten te verbeteren.

5.    OVERIGE ELEMENTEN

·    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Het voorstel houdt in dat de Commissie de werking van het Europees burgerinitiatief op gezette tijden toetst en uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening en daarna om de vijf jaar een verslag over de uitvoering ervan indient bij het Europees Parlement en de Raad. Deze verslagen worden openbaar gemaakt.

·    Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

n.v.t.

·    Artikelsgewijze toelichting

Verordening (EU) nr. 211/2011 over het burgerinitiatief voorziet in de procedures en voorwaarden voor het Europees burgerinitiatief. Dit voorstel omvat een aantal verbeteringen die het EBI voor organisatoren en medestanders toegankelijker, minder omslachtig en gebruiksvriendelijker maken alsook zorgen voor een optimale benutting van het EBI als middel om debat en burgerparticipatie op EU-niveau te bevorderen en de EU dichter bij de burger te brengen.

Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen

Artikel 1 stelt het toepassingsgebied van de verordening vast.

Artikel 2 bepaalt dat iedere burger van de Unie van ten minste 16 jaar oud het recht heeft een initiatief te steunen door overeenkomstig deze verordening een steunbetuiging te ondertekenen.

Artikel 3 bepaalt hoeveel ondertekenaars er vereist zijn, wil een initiatief geldig zijn, en met name dat de steun nodig is van ten minste een miljoen burgers van de Unie, afkomstig uit ten minste een vierde van de lidstaten. Voorts wordt bepaald dat in ten minste een vierde van de lidstaten het in bijlage I vastgestelde minimumaantal ondertekenaars moet worden verkregen, dat net als voorheen correspondeert met het in elke lidstaat gekozen aantal leden van het Europees Parlement, vermenigvuldigd met 750.

In artikel 4 staan de maatregelen die de Commissie en de lidstaten worden geacht te nemen om organisatoren van initiatieven informatie en assistentie te verstrekken. Het artikel bouwt voort op de maatregelen van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 211/2011, met name waar het gaat om informatie en assistentie en om het officiële EBI-register dat de Commissie beheert. Ook bevat het de nieuwe vereisten een online samenwerkingsforum voor het EBI beschikbaar te stellen dat organisatoren voorziet van een discussieforum, informatie en advies, organisatoren ondersteuning te bieden bij de vertaling van de belangrijkste elementen van hun initiatieven in alle officiële talen, en maatregelen te nemen inzake informatie en assistentie die de lidstaten moeten uitvoeren om betrokkenheid van de burger te waarborgen.

Hoofdstuk 2 – Procedurele bepalingen

Artikel 5 bevat de vereisten voor de organisatoren van initiatieven, inzake onder meer de vorming, samenstelling en verantwoordelijkheden van de groep organisatoren, die moet bestaan uit ten minste zeven burgers van de Unie die de kiesgerechtigde leeftijd voor de verkiezingen voor het Europees Parlement hebben bereikt en in ten minste zeven verschillende lidstaten wonen. Ook biedt het artikel de mogelijkheid een juridische entiteit die voor het beheer van een initiatief is opgericht, voor de toepassing van deze verordening te beschouwen als de groep organisatoren. Voorts verduidelijkt het artikel de voorwaarden voor de aansprakelijkheid van de groep organisatoren. Hoewel de algemene verordening gegevensbescherming van toepassing blijft wat betreft de aansprakelijkheid voor de verwerking van persoonsgegevens, bepaalt dit artikel dat de groep organisatoren hoofdelijk aansprakelijk is voor alle overige schade die bij de organisatie van een initiatief wordt veroorzaakt door opzettelijk dan wel als gevolg van grove nalatigheid gepleegde onrechtmatige handelingen.

Artikel 6 stelt de procedure en de voorwaarden voor registratie van initiatieven door de Commissie vast. Het bevat de bepaling dat steunbetuigingen pas mogen worden verzameld nadat een initiatief is geregistreerd en beschrijft de vereisten voor de registratie of weigering van initiatieven. Ook voorziet het artikel in de mogelijkheid een initiatief gedeeltelijk te registreren als een deel van het initiatief, met inbegrip van de belangrijkste doelstellingen ervan, niet duidelijk buiten het kader valt van de bevoegdheden van de Commissie om een voorstel in te dienen voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen.

Artikel 7 verleent de groep organisatoren het recht een geregistreerd initiatief in te trekken op enig moment vóór de indiening ervan bij de Commissie overeenkomstig de in de verordening vervatte procedure.

Artikel 8 bepaalt de termijnen waarbinnen steunbetuigingen mogen worden verzameld: organisatoren hebben het recht om de verzamelperiode binnen ten hoogste drie maanden na de registratie van het initiatief te laten ingaan en de verzamelperiode mag ten hoogste 12 maanden duren.

Artikel 9 bepaalt de procedure en de voorwaarden voor het verzamelen van steunbetuigingen. Verduidelijkt wordt dat steunbetuigingen voor initiatieven online of op papier mogen worden verzameld en dat voor het verzamelen alleen gebruik mag worden gemaakt van formulieren die in overeenstemming zijn met de modellen in bijlage III van de verordening. Wie een steunbetuiging ondertekent, hoeft alleen de in bijlage III vermelde persoonsgegevens te verstrekken. De lidstaten moeten de Commissie voor 1 juli 2019 meedelen of zij willen worden opgenomen in deel A of B van bijlage III. Het artikel biedt burgers van de Unie de mogelijkheid om een initiatief online te steunen middels het in artikel 10 bedoelde centrale online verzamelsysteem, door gebruik te maken van hun aangemelde elektronische identificatiemiddel in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014. Ook wordt bepaald dat eenieder een bepaald initiatief slechts eenmaal mag ondertekenen.

Volgens artikel 10 moet de Commissie uiterlijk op 1 januari 2020 een centraal online verzamelsysteem opzetten en exploiteren, dat kosteloos ter beschikking wordt gesteld van organisatoren van geregistreerde initiatieven en dat burgers kunnen gebruiken om initiatieven online te steunen. Daarbij wordt aangetekend dat het systeem dient te worden opgezet en geëxploiteerd overeenkomstig Besluit (EU, Euratom) 2017/46 van de Commissie over de beveiliging van communicatie- en informatiesystemen binnen de Europese Commissie. Het artikel voorziet tevens in de mogelijkheid dat burgers een initiatief middels het in artikel 10 bedoelde centrale online verzamelsysteem voor het EBI steunen door voor hun steunbetuiging gebruik te maken van een aangemeld elektronisch identificatiemiddel of ondertekenen met een elektronische handtekening in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014. Ook de overeenkomstige verplichtingen van de lidstaten worden bepaald. 

Artikel 11 biedt organisatoren de mogelijkheid hun eigen individuele online verzamelsystemen op te zetten en bepaalt de technische en veiligheidskenmerken van deze systemen alsmede de procedure voor verificatie door de bevoegde nationale instanties in de lidstaten. Een dergelijke verificatie laat de bevoegdheden van de nationale toezichthoudende autoriteiten krachtens Verordening (EU) 2016/679 onverlet. Het artikel bouwt voort op de voorwaarden van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 211/2011 en voorziet in de vaststelling op uiterlijk 1 januari 2020 van nieuwe technische specificaties voor individuele online verzamelsystemen ter vervanging van de huidige Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie.

Artikel 12 bepaalt dat elke lidstaat de door zijn onderdanen ondertekende steunbetuigingen moet verifiëren en certificeren. Het verduidelijkt de voorwaarden waaronder de bevoegde nationale instanties de verificatie moeten uitvoeren en betreft de afgifte door deze instanties van een certificaat dat vermeldt hoeveel geldige handtekeningen in elke lidstaat zijn verzameld.

Artikel 13 stelt de voorwaarden en termijnen voor het indienen van initiatieven bij de Commissie vast.

Artikel 14 betreft de fase van de bekendmaking en de openbare hoorzitting voor bij de Commissie ingediende initiatieven en bepaalt de voorwaarden voor de openbare hoorzitting in het Europees Parlement binnen drie maanden nadat de organisatoren het initiatief hebben ingediend. Ook worden de vereisten verbeterd inzake de deelname van geïnteresseerde belanghebbenden en de evenwichtige vertegenwoordiging van de betrokken publieke en private belangen op de door de Commissie en het Europees Parlement samen georganiseerde hoorzitting. Voorts wordt voorzien in de passende vertegenwoordiging van de Commissie en bepaald dat vertegenwoordigers van andere instellingen en adviesorganen van de Unie in de gelegenheid moeten worden gesteld aan de hoorzitting deel te nemen.

Artikel 15 voorziet in de procedure voor het onderzoek van en de respons op Europese burgerinitiatieven door de Commissie, waaronder de bepaling dat de Commissie de groep organisatoren op passend niveau dient te ontvangen en in een mededeling haar juridische en politieke conclusies over het initiatief dient vast te stellen, waarbij zij tevens dient te vermelden waarom zij al dan niet maatregelen neemt, en zo ja, welke maatregelen zij van plan is te nemen. Ook wordt de termijn van deze fase verlengd van drie maanden krachtens Verordening (EU) nr. 211/2011 tot vijf maanden, worden specifieke bepalingen ingevoerd inzake de kennisgeving van de respons van de Commissie aan andere instellingen en adviesorganen van de Unie en wordt voorzien in de mogelijkheid om ondertekenaars en burgers te informeren over de respons op initiatieven.

Hoofdstuk 3 – Overige bepalingen


Artikel 16 bevat voorschriften inzake transparantie ten aanzien van de steun- en financieringsbronnen voor initiatieven, met betrekking tot de hele procedure en de indiening bij de Commissie overeenkomstig artikel 13.

Artikel 17 bepaalt dat de Commissie voorlichtings- en communicatieactiviteiten in verband met de EBI moet uitvoeren en dat organisatoren en de Commissie e-mailadressen van ondertekenaars mogen verzamelen voor communicatiedoeleinden, mits de betrokkene toestemming heeft gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens voor dergelijke specifieke doeleinden en mits deze verwerking in overeenstemming is met de gegevensbeschermingsregels.

Volgens artikel 18 is Verordening (EU) 2016/679 van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens krachtens deze verordening. De vertegenwoordiger van de groep organisatoren of, in voorkomend geval, de juridische entiteit die voor het beheer van het initiatief is opgericht, en de bevoegde instanties van de lidstaten zijn de voor de verwerking verantwoordelijke(n) in de zin van Verordening (EU) 2016/679. Het artikel omvat voorts een aantal vereisten inzake de bescherming van persoonsgegevens, zoals termijnen voor het vernietigen van de steunbetuigingen door de groep organisatoren, de Commissie en de bevoegde instanties in de lidstaten.

Artikel 19 bepaalt dat de lidstaten voor het uitvoeren van de in de verordening vastgestelde taken bevoegde instanties moeten aanwijzen en dat deze informatie in het register moet worden bekendgemaakt.

Krachtens artikel 20 moeten de lidstaten de Commissie de specifieke bepalingen meedelen die zijn vastgesteld tot uitvoering van de verordening, met het oog op bekendmaking van deze nationale bepalingen in het register.

Hoofdstuk 4 – Gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen

Artikel 21 betreft de oprichting van een comité, in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011, voor de tenuitvoerlegging van artikel 11, lid 5, inzake de vaststelling van technische specificaties voor de individuele online verzamelsystemen voor het Europees burgerinitiatief.

Bij artikel 22 wordt de Commissie gemachtigd gedelegeerde handelingen in verband met wijzigingen op de bijlagen bij deze verordening vast te stellen, binnen het toepassingsgebied van de desbetreffende bepalingen ervan.

Bij artikel 23 wordt de Commissie voor onbepaalde tijd de bevoegdheid verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen voor het wijzigen van de bijlagen bij de verordening en worden de voorwaarden bepaald voor het uitoefenen van de in de verordening vastgestelde bevoegdheidsdelegatie.

Hoofdstuk 5 – Slotbepalingen

Artikel 24 bevat de standaardclausule over de toetsing van de toepassing van de verordening en de indiening van een verslag bij het Europees Parlement en de Raad; de eerste keer moet dit binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de verordening plaatsvinden en vervolgens om de vijf jaar.

Artikel 25 strekt tot intrekking van Verordening (EU) nr. 211/2011 en bepaalt dat verwijzingen naar het ingetrokken instrument moeten worden opgevat als verwijzingen naar de nieuwe verordening. 

Artikel 26 bevat de standaardclausule betreffende inwerkingtreding en toepasselijkheid, met inbegrip van een overgangsfase die inhoudt dat de verordening met ingang van 1 januari 2020 van toepassing is, met uitzondering van artikel 9, lid 4, artikel 10, artikel 11, lid 5, en de artikelen 19 tot en met 24, die van toepassing zijn met ingang van de inwerkingtreding van de verordening.

2017/0220 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het Europees burgerinitiatief

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 24,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 20 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s 21 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) geeft meer inhoud aan het burgerschap van de Unie en versterkt de democratische werking van de Unie: het bepaalt immers onder meer dat iedere burger van de Unie het recht heeft aan het democratisch bestel van de Unie deel te nemen. Het Europees burgerinitiatief is een EU-instrument voor participerende democratie dat burgers van de Unie de mogelijkheid biedt direct contact op te nemen met de Commissie met het verzoek een voorstel voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen in te dienen, vergelijkbaar met het recht van het Europees Parlement in het kader van artikel 225 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en van de Raad in het kader van artikel 241 VWEU.

(2)In Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad 22 zijn de regels en procedures voor het Europees burgerinitiatief vastgesteld; deze verordening is aangevuld door Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie 23 .

(3)In haar verslag over de toepassing van Verordening (EU) nr. 211/2011 van maart 2015 24 vermeldde de Commissie een aantal uitdagingen die voortvloeiden uit de uitvoering van die verordening en zegde zij toe de impact van deze kwesties op de doeltreffendheid van het Europees burgerinitiatief nader te analyseren en de werking ervan te verbeteren.

(4)Het Europees Parlement verzocht de Commissie in zijn resolutie over het Europees burgerinitiatief van 28 oktober 2015 25 om Verordening (EU) nr. 211/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie te herzien.

(5)Deze verordening heeft ten doel het Europees burgerinitiatief (EBI) toegankelijker, minder omslachtig en gebruiksvriendelijker te maken voor organisatoren en medestanders, teneinde te zorgen voor een optimale benutting van het EBI als middel om debat en burgerparticipatie op EU-niveau te bevorderen en de EU dichter bij de burger te brengen.

(6)Om deze doelstellingen te verwezenlijken dienen de procedures en voorwaarden voor het Europees burgerinitiatief duidelijk, eenvoudig, gebruiksvriendelijk en evenredig met de aard van dit instrument te zijn. Zij moeten zorgen voor een verantwoord evenwicht tussen rechten en plichten.

(7)Het is dienstig een minimumleeftijd vast te stellen voor het steunen van een burgerinitiatief. Teneinde voor een optimale benutting van het EBI als instrument van participerende democratie te zorgen en de burgerparticipatie op Unieniveau met name onder jonge Europeanen te bevorderen, dient die leeftijd te worden vastgesteld op 16 jaar.

(8)Wanneer ten minste één miljoen burgers van de Unie, afkomstig uit een significant aantal lidstaten, van oordeel zijn dat inzake een aangelegenheid een rechtshandeling van de Unie nodig is ter uitvoering van de Verdragen, kunnen zij overeenkomstig artikel 11, lid 4, VEU het initiatief nemen de Europese Commissie te verzoeken binnen het kader van de haar toegedeelde bevoegdheden daartoe een passend voorstel in te dienen.

(9)Om ervoor te zorgen dat een burgerinitiatief een belang van de Unie vertegenwoordigt, en tegelijkertijd te garanderen dat het instrument gebruiksvriendelijk blijft, dient het minimumaantal lidstaten waaruit de betrokken burgers afkomstig moeten zijn, te worden vastgesteld op een vierde van de lidstaten.

(10)Om ervoor te zorgen dat een burgerinitiatief representatief is en te waarborgen dat burgers om hun steun aan een initiatief te betuigen aan gelijke voorwaarden moeten voldoen, is het ook passend om het minimumaantal ondertekenaars uit elk van deze lidstaten vast te stellen. Deze minimumaantallen vereiste ondertekenaars per lidstaat dienen degressief evenredig te zijn en te corresponderen met het aantal in elke lidstaat gekozen leden van het Europees Parlement, vermenigvuldigd met 750.

(11)Elke burger van de Unie dient het recht te hebben een initiatief op papier of online te steunen, onder gelijke voorwaarden, ongeacht de lidstaat waarvan hij onderdaan is of ingezetene is.

(12)Hoewel de krachtens deze verordening verzamelde persoonsgegevens gevoelige persoonsgegevens kunnen omvatten, is het, gezien de aard van het Europees burgerinitiatief als instrument voor participerende democratie, gerechtvaardigd om te bepalen dat voor het steunen van een initiatief persoonsgegevens moeten worden verstrekt en dat dergelijke gegevens moeten worden verwerkt voor zover zulks noodzakelijk is om de steunbetuigingen volgens de nationale wetten en praktijken te kunnen verifiëren.

(13)Om het Europees burgerinitiatief toegankelijker te maken en burgers en organisatoren te steunen, dient de Commissie organisatoren informatie te verstrekken en assistentie te verlenen, alsmede een online samenwerkingsplatform beschikbaar te stellen dat moet voorzien in een speciaal discussieforum, informatie en advies over het Europees burgerinitiatief. Teneinde de burgers bij dit instrument te betrekken, dienen de lidstaten op hun grondgebied een of meer contactpunten in te stellen die de burgers informatie kunnen verstrekken en assistentie kunnen verlenen met betrekking tot het Europees burgerinitiatief.

(14)Er is een minimale organisatiestructuur vereist om de start en het beheer van burgerinitiatieven te doen slagen. Deze structuur dient de vorm te hebben van een groep organisatoren, bestaande uit natuurlijke personen die in ten minste zeven verschillende lidstaten wonen, om te stimuleren dat thema’s aan de orde komen die voor de hele Unie van belang zijn en het denken over deze thema’s te bevorderen. Voor de doorzichtigheid en de soepele en doelmatige communicatie dient de groep organisatoren een vertegenwoordiger aan te wijzen die gedurende de hele procedure het contact tussen de groep organisatoren en de instellingen van de Unie onderhoudt. De groep organisatoren dient de mogelijkheid te hebben om overeenkomstig het nationale recht een juridische entiteit op te richten voor het beheer van een initiatief. Voor de toepassing van deze verordening dient deze juridische entiteit te worden beschouwd als de groep organisatoren.

(15)Om met betrekking tot de initiatieven te zorgen voor samenhang en transparantie, en om een situatie te voorkomen waarin handtekeningen worden verzameld voor een initiatief dat niet voldoet aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in de Verdragen en deze verordening, dienen initiatieven die voldoen aan de voorwaarden van deze verordening door de Commissie te worden geregistreerd voordat er steunbetuigingen van burgers worden verzameld. De Commissie dient ten aanzien van de registratie de algemene beginselen van goed bestuur toe te passen.

(16)Teneinde het Europees burgerinitiatief toegankelijker te maken, en aangezien de procedures en voorwaarden voor het Europees burgerinitiatief duidelijk, eenvoudig, gebruiksvriendelijk en evenredig moeten zijn, is het passend om een initiatief gedeeltelijk te registreren in gevallen waarin het initiatief slechts ten dele voldoet aan de in deze verordening vastgestelde vereisten voor registratie. Initiatieven dienen gedeeltelijk te worden geregistreerd wanneer een aanzienlijk deel van het initiatief, waaronder de belangrijkste doelstellingen, niet duidelijk buiten het kader vallen van de bevoegdheden van de Commissie om een voorstel in te dienen voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen en aan alle andere vereisten voor registratie wordt voldaan. Duidelijkheid en transparantie moeten worden gewaarborgd waar het gaat om de reikwijdte van de gedeeltelijke registratie en potentiële ondertekenaars moeten worden gewezen op de reikwijdte van de registratie en op het feit dat de steunbetuigingen enkel worden verzameld met betrekking tot de reikwijdte van de registratie van het initiatief.

(17)Steunbetuigingen voor een initiatief moeten binnen een specifieke termijn worden verzameld. Hoewel het niet eenvoudig is steunbetuigingen in de gehele Unie te verzamelen, dient, om ervoor te zorgen dat een initiatief relevant blijft, deze termijn te worden vastgesteld op twaalf maanden na de door de groep organisatoren vastgestelde begindatum van de verzamelperiode.

(18)Teneinde het Europees burgerinitiatief toegankelijker, minder omslachtig en gebruiksvriendelijker te maken voor organisatoren en burgers, moet de Commissie een centraal systeem voor het online verzamelen van steunbetuigingen opzetten en exploiteren. Dit systeem moet kosteloos ter beschikking worden gesteld van groepen organisatoren en het moet de noodzakelijke technische kenmerken hebben die het online verzamelen mogelijk maken, onder meer op het gebied van hosting en software, alsook wat betreft toegankelijkheid, zodat ook burgers met een handicap de initiatieven kunnen steunen. Het systeem moet worden opgezet en beheerd overeenkomstig Besluit (EU, Euratom) 2017/46 van de Commissie 26 .

(19)Burgers van de Unie moeten initiatieven online of op papier kunnen steunen door enkel de in bijlage III van deze verordening vermelde persoonsgegevens te verstrekken. Hiertoe dienen de Commissie en de lidstaten de relevante technische kenmerken ten uitvoer te leggen binnen het kader van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad 27 . Burgers dienen een steunbetuiging slechts eenmaal te ondertekenen.

(20)Een groep organisatoren moet de mogelijkheid hebben om haar eigen online systemen voor het verzamelen van steunbetuigingen in de Unie op te zetten en te besluiten in welke lidstaat de voor het initiatief verzamelde gegevens moeten worden bewaard. De groep organisatoren dient per initiatief één individueel online verzamelsysteem te gebruiken. Individuele online verzamelsystemen die door een groep organisatoren worden opgezet en geëxploiteerd, dienen te beschikken over passende technische en veiligheidskenmerken om te waarborgen dat de gegevens gedurende de hele procedure veilig worden verzameld, bewaard en doorgegeven. Daartoe dient de Commissie in samenwerking met de lidstaten gedetailleerde technische specificaties vast te stellen voor de individuele online verzamelsystemen. De Commissie kan het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa), dat de instellingen van de Unie bijstaat bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleidsmaatregelen inzake de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen, om advies vragen.

(21)Voordat wordt overgegaan tot het verzamelen van steunbetuigingen, dienen de lidstaten na te gaan of de individuele online systemen die door de groep organisatoren zijn opgezet, aan de vereisten van de verordening voldoen en een verklaring af te geven waaruit deze overeenstemming blijkt. De certificering van de individuele online verzamelsystemen dient te worden verricht door de bevoegde nationale instantie van de lidstaten waar de via het individuele online verzamelsysteem verzamelde gegevens worden bewaard. Onverminderd de bevoegdheden van de nationale toezichthoudende autoriteiten krachtens de algemene verordening gegevensbescherming dienen de lidstaten de bevoegde nationale instantie aan te wijzen die verantwoordelijk is voor de certificering van de systemen. De lidstaten moeten de door hun bevoegde instanties afgegeven certificaten onderling erkennen.

(22)Als een initiatief het benodigde aantal steunbetuigingen van ondertekenaars heeft verkregen, dient elke lidstaat verantwoordelijk te zijn voor de verificatie en certificering van de door zijn onderdanen ondertekende steunbetuigingen, teneinde te beoordelen of de vereiste minimumaantallen ondertekenaars die gerechtigd zijn een Europees burgerinitiatief te steunen, zijn bereikt. Aangezien de administratieve last voor de lidstaten moet worden beperkt, dienen dergelijke verificaties te worden verricht op grond van passende controles, die kunnen worden gebaseerd op aselecte steekproeven. De lidstaten dienen een verklaring af te geven ter certificering van het aantal geldige steunbetuigingen dat is ontvangen.

(23)Ter bevordering van participatie en openbaar debat over de kwesties die met de initiatieven aan de orde worden gesteld, dienen, als bij de Commissie een burgerinitiatief wordt ingediend dat door het vereiste aantal ondertekenaars wordt gesteund en dat ook aan de andere vereisten van deze verordening voldoet, de organisatoren het recht te hebben dat initiatief tijdens een openbare hoorzitting op het niveau van de Unie toe te lichten. De openbare hoorzitting dient door de Commissie en het Europees Parlement samen binnen drie maanden na de indiening van het initiatief te worden georganiseerd; er dient te worden gezorgd voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de betrokken publieke en private belangen en ook de Commissie moet op passend niveau vertegenwoordigd zijn. Andere instellingen en adviesorganen van de Unie alsmede geïnteresseerde belanghebbenden dienen de mogelijkheid te hebben aan de hoorzitting deel te nemen.

(24)Om te waarborgen dat de burgerparticipatie in het democratisch bestel van de Europese Unie doeltreffend is, dient de Commissie geldige initiatieven te onderzoeken en erop te reageren. De Commissie dient dan ook binnen vijf maanden na de ontvangst van een initiatief haar juridische en politieke conclusies vast te stellen, alsmede de maatregelen die zij van plan is te nemen. De Commissie dient op heldere, begrijpelijke en uitgebreide wijze de redenen toe te lichten voor de maatregelen die zij van plan is te nemen en evenzeer haar redenen mee te delen als zij niet van plan is maatregelen te nemen.

(25)De steun voor en financiering van initiatieven dienen transparant te zijn. Groepen organisatoren dienen tussen de datum van registratie en de datum waarop het initiatief bij de Commissie wordt ingediend, geactualiseerde informatie te verstrekken over de steun- en financieringsbronnen voor het initiatief. Entiteiten, in het bijzonder organisaties die uit hoofde van de Verdragen bijdragen aan de totstandkoming van Europees politiek bewustzijn en aan het tot uitdrukking brengen van de wil van de burgers van de Unie, mogen initiatieven aanmoedigen, steunen en financieren, op voorwaarde dat zij daarbij de in deze verordening vastgestelde procedures en voorwaarden in acht nemen en volledige openheid betrachten. 

(26)Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad 28 is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening. Hierbij moet, ten behoeve van de rechtszekerheid, worden verduidelijkt dat de vertegenwoordiger van de groep organisatoren of, in voorkomend geval, de juridische entiteit die voor het beheer van het initiatief is opgericht, en de bevoegde instanties van de lidstaten dienen te worden beschouwd als voor de verwerking verantwoordelijke(n) in de zin van Verordening (EU) 2016/679; tevens dient te worden bepaald hoelang de persoonsgegevens die voor het burgerinitiatief zijn verzameld, maximaal mogen worden bewaard. Als voor de verwerking verantwoordelijken dienen de vertegenwoordiger van de groep organisatoren of, in voorkomend geval, de juridische entiteit die voor het beheer van het initiatief is opgericht, en de bevoegde instanties van de lidstaten alle maatregelen te nemen die nodig zijn om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit Verordening (EU) 2016/679, in het bijzonder die betreffende de rechtmatigheid van de verwerking, de beveiliging van de verwerkingsactiviteiten, de informatieverstrekking en de rechten van de betrokkenen. 

(27)Hoewel Verordening (EU) 2016/679 van toepassing blijft wat betreft aansprakelijkheid en sancties in verband met de verwerking van persoonsgegevens, dient de groep organisatoren hoofdelijk aansprakelijk te zijn, overeenkomstig het toepasselijke nationale recht, voor alle overige schade die zij bij de organisatie van een initiatief veroorzaken door opzettelijk dan wel als gevolg van grove nalatigheid gepleegde onrechtmatige handelingen. De lidstaten dienen te waarborgen dat aan de groep organisatoren passende sancties kunnen worden opgelegd voor overtredingen van deze verordening. 

(28)[Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 29 is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie krachtens deze verordening.] 

(29)Om bij te dragen tot de bevordering van actieve burgerparticipatie in het politieke bestel van de Unie, dienen de Commissie en de organisatoren, met inachtneming van de gegevensbeschermingsregels, e-mailadressen van ondertekenaars te kunnen verzamelen voor communicatiedoeleinden die verband houden met het initiatief, met name voor het verstrekken van informatie over de naar aanleiding van een initiatief genomen vervolgmaatregelen. Het verzamelen van e-mailadressen dient facultatief te zijn en mag alleen met toestemming van de ondertekenaars plaatsvinden. E-mailadressen dienen niet te worden verzameld middels de formulieren voor steunbetuigingen en potentiële ondertekenaars dienen te worden geïnformeerd dat zij hun recht om een initiatief te steunen ook mogen uitoefenen als zij geen toestemming geven voor het verzamelen van hun e-mailadres.

(30)Met het oog op toekomstige behoeften dient aan de Commissie de bevoegdheid te worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen, teneinde de bijlagen bij deze verordening te kunnen wijzigen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen worden verricht overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, dienen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip te ontvangen als de deskundigen van de lidstaten, en dienen hun deskundigen systematisch toegang te hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(31)Teneinde te zorgen voor uniforme voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van deze verordening, dienen aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te worden verleend, met name om de technische specificaties voor online verzamelsystemen vast te stellen conform deze verordening. Die bevoegdheden dienen te worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad 30 .

(32)Deze verordening is in overeenstemming met de grondrechten en de beginselen vervat in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name artikel 8. 

(33)Ter wille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid dient Verordening (EU) nr. 211/2011 te worden ingetrokken.

(34)De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig [artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 en heeft op […] 31 een advies uitgebracht],

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt de procedures en voorwaarden vast voor een initiatief waarbij de Europese Commissie wordt verzocht binnen het kader van haar bevoegdheden een passend voorstel in te dienen met betrekking tot een aangelegenheid ten aanzien waarvan burgers vinden dat een rechtshandeling van de Unie nodig is ter uitvoering van de Verdragen (hierna “Europees burgerinitiatief” of “initiatief” genoemd).

Artikel 2

Recht om een Europees burgerinitiatief te steunen

Iedere burger van de Unie van ten minste 16 jaar oud heeft het recht een initiatief te steunen door overeenkomstig deze verordening een steunbetuiging te ondertekenen (als zodanig hieronder “ondertekenaar” genoemd).

Artikel 3

Vereiste aantal ondertekenaars

1.  Een initiatief is geldig als:

 

a) het de steun heeft gekregen van ten minste één miljoen ondertekenaars uit ten minste een kwart van de lidstaten;

b) het aantal ondertekenaars in ten minste een kwart van de lidstaten ten minste gelijk is aan het in bijlage I vastgestelde minimumaantal, dat correspondeert met het in elke lidstaat gekozen aantal leden van het Europees Parlement, ten tijde van de registratie van het initiatief, vermenigvuldigd met 750.

2.  Voor de toepassing van lid 1 wordt een ondertekenaar geteld in de lidstaat waarvan hij onderdaan is.

Artikel 4

Informatievoorziening en assistentie door de Commissie en de lidstaten

1. De Commissie voorziet burgers en groepen organisatoren op verzoek van informatie over en assistentie bij het Europees burgerinitiatief.

2. De Commissie stelt een online samenwerkingsplatform ter beschikking om burgers en groepen organisatoren te voorzien van een discussieforum en van informatie en advies over het Europees burgerinitiatief.

De kosten van het beheren en onderhouden van het online samenwerkingsplatform komen ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie.

3. De Commissie stelt een online register (hierna “het register” genoemd) ter beschikking waarmee groepen organisatoren hun initiatief gedurende de gehele procedure kunnen beheren. Het register omvat een openbare website met informatie over het Europees burgerinitiatief in het algemeen en over specifieke initiatieven en hun respectieve status.

4. Nadat de Commissie een initiatief heeft geregistreerd overeenkomstig artikel 6, verstrekt zij een vertaling van de inhoud van dat initiatief in alle officiële talen van de Unie met het oog op publicatie in het register en het gebruik ervan voor het verzamelen van steunbetuigingen overeenkomstig deze verordening. Daarnaast kan een groep organisatoren voor publicatie in het register vertalingen van de bijlage verstrekken in alle officiële talen van de Unie, en in voorkomend geval, ook van het in bijlage II bedoelde en overeenkomstig artikel 6, lid 2, ingediende ontwerp van rechtshandeling.

5. De Commissie ontwikkelt een EU-bestandenuitwisselingsdienst voor de overdracht van steunbetuigingen aan de bevoegde instanties van de lidstaten, overeenkomstig artikel 12, die de vertrouwelijkheid, integriteit en authenticiteit van de overdracht garandeert, en zij stelt deze dienst gratis algemeen beschikbaar.

6. Elke lidstaat stelt een of meer contactpunten in die de groepen organisatoren kunnen voorzien van informatie over en assistentie bij het organiseren van een Europees burgerinitiatief.

HOOFDSTUK II

PROCEDURELE BEPALINGEN

Artikel 5

Groep organisatoren

1. Een initiatief wordt voorbereid en beheerd door een groep van ten minste zeven natuurlijke personen (hierna “groep organisatoren” genoemd). Leden van het Europees Parlement worden niet meegeteld om dat minimumaantal te bereiken.

2. De leden van de groep organisatoren moeten burgers van de Unie zijn die de kiesgerechtigde leeftijd voor de verkiezingen voor het Europees Parlement hebben bereikt en in ten minste zeven verschillende lidstaten wonen.

3. De groep organisatoren wijst twee van haar leden aan als respectievelijk vertegenwoordiger en plaatsvervanger, die gedurende de hele procedure het contact tussen de groep en de instellingen van de Unie onderhouden en die gemachtigd zijn om namens de groep organisatoren te handelen (hierna “contactpersonen” genoemd).

De groep organisatoren kan ook een maximum van twee andere natuurlijke personen kiezen, al dan niet uit haar midden, die gemachtigd zijn om te handelen namens de contactpersonen teneinde gedurende de hele procedure het contact met de instellingen van de Unie te onderhouden.

4. De groep organisatoren stelt de Commissie in kennis van elke wijziging in zijn samenstelling gedurende de procedure en verstrekt het nodige bewijs dat aan de in de leden 1 en 2 bepaalde vereisten is voldaan. De wijzigingen in de samenstelling van de groep organisatoren worden weergegeven in de steunbetuigingsformulieren en de namen van de huidige en voormalige leden van de groep organisatoren blijven gedurende de hele procedure beschikbaar in het register.

Voor elk initiatief maakt de Commissie de namen van alle leden van de groep organisatoren bekend in het register.

5. Onverminderd de aansprakelijkheid van de vertegenwoordiger van de groep organisatoren als voor de verwerking verantwoordelijke krachtens artikel 82, lid 2, van Verordening (EU) 2016/679, is de groep organisatoren hoofdelijk aansprakelijk, overeenkomstig het toepasselijke nationale recht, voor alle schade die bij de organisatie van een initiatief wordt veroorzaakt door opzettelijk dan wel als gevolg van grove nalatigheid gepleegde onrechtmatige handelingen.

6. Onverminderd de sancties krachtens artikel 84 van Verordening (EU) 2016/679, waarborgen de lidstaten dat aan de leden van een groep organisatoren doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties kunnen worden opgelegd voor inbreuken op deze verordening en met name wegens:

a) valse verklaringen;

b) frauduleus gebruik van gegevens.

7. Als er speciaal voor het beheer van een bepaald initiatief een juridische entiteit is opgericht, overeenkomstig het nationale recht van een lidstaat, wordt deze juridische entiteit voor de toepassing van de leden 5 en 6, artikel 6, lid 2 en leden 4 tot en met 7, de artikelen 7 tot en met 18, en de bijlagen II tot en met VII beschouwd als de groep organisatoren of, in voorkomend geval, de leden van die groep, mits het als vertegenwoordiger aangewezen lid van de groep organisatoren gemachtigd is om namens de juridische entiteit te handelen.

Artikel 6

Registratie

1. Steunbetuigingen voor een initiatief mogen pas worden verzameld nadat het initiatief door de Commissie is geregistreerd.

2. De groep organisatoren dient het verzoek om registratie bij de Commissie in door middel van het register.

Bij het indienen van het verzoek is het ook aan de groep organisatoren om:

a) de in bijlage II bedoelde informatie in een van de officiële talen van de Unie toe te zenden;

b) als de groep meer dan zeven leden telt, te vermelden welke zeven leden in aanmerking moeten worden genomen voor artikel 5, leden 1 en 2;

c) in voorkomend geval te vermelden dat een juridische entiteit is opgericht overeenkomstig artikel 5, lid 7.

Onverminderd de leden 5 en 6 neemt de Commissie een besluit over het verzoek binnen twee maanden na de indiening ervan.

3. De Commissie registreert het initiatief als:

a) de groep organisatoren het nodige bewijs heeft verstrekt dat zij aan de in artikel 5, leden 1 en 2, bepaalde vereisten voldoet en de contactpersonen heeft aangewezen overeenkomstig de eerste alinea van artikel 5, lid 3;

b) in de situatie bedoeld in artikel 5, lid 7, de juridische entiteit speciaal is opgericht voor het beheer van het initiatief en het als vertegenwoordiger aangewezen lid van de groep organisatoren gemachtigd is om namens de juridische entiteit te handelen;

c) geen van de delen van het initiatief duidelijk buiten het kader valt van de bevoegdheden van de Commissie om een voorstel in te dienen voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen;

d) het initiatief niet kennelijk beledigend, lichtzinnig of ergerlijk is;

e) het initiatief niet kennelijk indruist tegen de waarden van de Unie zoals die in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie zijn vastgelegd. 

Als niet wordt voldaan aan een of meer van de in de punten a) tot en met e) genoemde vereisten, weigert de Commissie het initiatief te registreren, onverminderd de leden 4 en 5.

4. Als de Commissie van mening is dat wel aan de in lid 3, onder a), b), d) en e), vastgestelde vereisten is voldaan, maar dat niet is voldaan aan de in lid 3, onder c), vastgestelde vereiste, stelt de Commissie de groep organisatoren binnen een maand na de indiening van het verzoek in kennis van haar beoordeling en de redenen daarvoor.

In dat geval kan de groep organisatoren ofwel het initiatief in het licht van de beoordeling van de Commissie wijzigen om het initiatief in overeenstemming te brengen met de in lid 3, onder c), vastgestelde vereiste ofwel het oorspronkelijke initiatief handhaven of intrekken. De groep organisatoren stelt de Commissie binnen een maand na de ontvangst van de beoordeling van de Commissie in kennis van haar keuze alsmede de redenen daarvoor, en geeft in voorkomend geval wijzigingen door van de in bijlage II bedoelde informatie, ter vervanging van het oorspronkelijke initiatief.

Wanneer de Commissie de informatie van de organisatoren ontvangt:

a) registreert zij het initiatief, als het voldoet aan de in lid 3, onder c), vastgestelde vereiste; of

b) registreert zij het initiatief gedeeltelijk, als een aanzienlijk deel van het initiatief, met inbegrip van de belangrijkste doelstellingen ervan, niet duidelijk buiten het kader valt van de bevoegdheden van de Commissie om een voorstel in te dienen voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen; of

c) weigert zij het initiatief te registreren.

 

De Commissie neemt binnen een maand na de ontvangst van de informatie een besluit over het verzoek en, in voorkomend geval, over het in de tweede alinea bedoelde gewijzigde initiatief van de groep organisatoren.

5. Een burgerinitiatief dat is geregistreerd, wordt bekendgemaakt in het register.

Als de Commissie een initiatief gedeeltelijk registreert:

a) maakt zij in het register informatie over de reikwijdte van de registratie van het initiatief bekend;

b) zorgt de groep organisatoren ervoor dat potentiële ondertekenaars worden geïnformeerd over de reikwijdte van de registratie van het initiatief en erop worden gewezen dat steunbetuigingen uitsluitend worden verzameld ten aanzien van de reikwijdte van de registratie.

6. De Commissie registreert een initiatief onder één registratienummer, dat zij meedeelt aan de groep organisatoren.

7. Wanneer de Commissie overeenkomstig lid 4 een initiatief weigert te registreren of slechts gedeeltelijk registreert, stelt zij de groep organisatoren in kennis van de redenen voor haar besluit en van alle gerechtelijke en niet-gerechtelijke beroepsmogelijkheden die voor hen open staan.

8. De Commissie stelt het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's in kennis van de registratie van een initiatief.

Artikel 7

Intrekking van een initiatief

De groep organisatoren kan het overeenkomstig artikel 6 geregistreerde initiatief intrekken op enig moment vóór de indiening van een initiatief bij de Commissie overeenkomstig artikel 13. Een dergelijke intrekking wordt in het register bekendgemaakt.

Artikel 8

Verzamelperiode

1. Alle steunbetuigingen worden verzameld binnen een periode van hoogstens 12 maanden vanaf een door de groep organisatoren gekozen datum (hierna “de verzamelperiode” genoemd), onverminderd artikel 11, lid 6. Deze datum mag niet meer dan drie maanden later zijn dan de registratie van het initiatief overeenkomstig artikel 6.

Uiterlijk tien werkdagen voor de betrokken datum stelt de groep organisatoren de Commissie in kennis van de gekozen datum. 

Als de groep organisatoren de verzameling van steunbetuigingen wenst te beëindigen voordat er twaalf maanden zijn verstreken na het begin van de verzamelperiode, stelt zij de Commissie in kennis van de datum waarop de verzamelperiode zal eindigen.

2. De Commissie vermeldt het begin en het einde van de verzamelperiode in het register.

3. De Commissie respectievelijk de groep organisatoren beëindigt de werking van het centrale online verzamelsysteem als bedoeld in artikel 10 of van een individueel online verzamelsysteem als bedoeld in artikel 11 op de datum waarop de verzamelperiode eindigt.

Artikel 9

Procedure voor het verzamelen van steunbetuigingen

1. Steunbetuigingen kunnen zowel online als op papier worden ondertekend.

2. Voor het verzamelen van steunbetuigingen mag alleen worden gebruikgemaakt van formulieren die beantwoorden aan de in bijlage III opgenomen modellen.

Voordat wordt begonnen met het verzamelen van steunbetuigingen, vult de groep organisatoren de formulieren in volgens de in bijlage III vermelde aanwijzingen. De informatie op het formulier komt overeen met de informatie in het register.

Als de groep organisatoren besluit steunbetuigingen online te verzamelen via het centraal online verzamelsysteem bedoeld in artikel 10, is de Commissie verantwoordelijk voor de verstrekking van de juiste formulieren, overeenkomstig bijlage III.

Als een initiatief overeenkomstig artikel 6, lid 4, gedeeltelijk is geregistreerd, wordt de reikwijdte van de registratie van het initiatief vermeld in de in bijlage III opgenomen formulieren, alsook in het centrale online verzamelsysteem dan wel een individueel online verzamelsysteem. 

De steunbetuigingsformulieren kunnen worden aangepast met het oog op het online verzamelen.

Als de burgers overeenkomstig artikel 10, lid 4, een initiatief online steunen middels het in artikel 10 bedoelde centrale online verzamelsysteem, door gebruik te maken van hun aangemelde elektronische identificatiemiddel in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014, is bijlage III niet van toepassing. Burgers van de Unie melden hun nationaliteit en lidstaten aanvaarden het minimale gegevenspakket voor een natuurlijke persoon overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1501 van de Commissie.

3. Wie een steunbetuiging ondertekent, hoeft alleen de in bijlage III vermelde persoonsgegevens te verstrekken.

4. De lidstaten delen de Commissie voor 1 juli 2019 mee of zij willen worden opgenomen in deel A of B, respectievelijk, van bijlage III. De lidstaten die willen worden opgenomen in deel B van bijlage III, vermelden de soort(en) persoonlijke identificatie(document)nummer(s) waarvan ondertekenaars de laatste vier tekens dienen op te geven.

Uiterlijk op 1 januari 2020 publiceert de Commissie de in bijlage III opgenomen formulieren in het register.

De lidstaten kunnen de Commissie verzoeken om te worden opgenomen in het andere deel van bijlage III, respectievelijk deel A of B. Zij informeren de Commissie ten minste zes maanden voor de datum waarop de nieuwe formulieren van toepassing worden.

5. De groep organisatoren is verantwoordelijk voor het verzamelen van de op papier ingediende steunbetuigingen van ondertekenaars.

6. Eenieder mag slechts eenmaal een steunbetuiging voor een bepaald initiatief ondertekenen.

7. De groep organisatoren deelt de Commissie gedurende de verzamelperiode ten minste om de twee maanden per lidstaat het aantal verzamelde steunbetuigingen mee en meldt binnen drie maanden na het einde van de verzamelperiode het uiteindelijke aantal, zulks met het oog op bekendmaking in het register.

Als het vereiste aantal steunbetuigingen niet is gehaald of de groep organisatoren niet binnen drie maanden na het einde van de verzamelperiode van zich laat horen, sluit de Commissie het initiatief af, waartoe zij een mededeling publiceert in het register.

Artikel 10

Centraal online verzamelsysteem

1. Voor het online verzamelen van steunbetuigingen wordt uiterlijk op 1 januari 2020 door de Commissie een centraal online verzamelsysteem opgezet en geëxploiteerd overeenkomstig Besluit (EU, Euratom) 2017/46 van de Commissie van 10 januari 2017.

De kosten van het beheren en exploiteren van het online samenwerkingsplatform komen ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie. Het gebruik van het centrale online verzamelsysteem is gratis.

Het centrale online verzamelsysteem is toegankelijk voor personen met een handicap.

De middels het centrale online verzamelsysteem verkregen gegevens worden bewaard op de daartoe door de Commissie beschikbaar gestelde servers.

Op papier verzamelde steunbetuigingen kunnen worden geüpload in het centrale online verzamelsysteem.

2. De Commissie waarborgt voor ieder initiatief dat steunbetuigingen gedurende de overeenkomstig artikel 8 bepaalde verzamelperiode middels het centrale online verzamelsysteem kunnen worden verzameld.

3. Binnen een maand na de registratie van een initiatief en uiterlijk tien werkdagen voor het begin van de verzamelperiode deelt de groep organisatoren de Commissie mee of zij gebruik wil maken van het centrale online verzamelsysteem en of zij de op papier verzamelde steunbetuigingen wil uploaden.

Als een groep organisatoren de op papier verzamelde steunbetuigingen wil uploaden, uploadt zij alle op papier verzamelde steunbetuigingen binnen twee maanden na het einde van de verzamelperiode en stelt zij de Commissie daarvan in kennis.

4. De lidstaten zorgen ervoor dat:

a) burgers initiatieven online kunnen steunen middels steunbetuigingen door gebruik te maken van aangemelde elektronische identificatiemiddelen of door te ondertekenen met een elektronische handtekening in de zin van Verordening (EU) nr. 910/2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt;

b) het in het kader van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1501 van de Commissie ontwikkelde eIDAS-knooppunt van de Commissie wordt erkend.

Artikel 11

Individueel online verzamelsysteem

1. Als een groep organisatoren niet gebruikmaakt van het centrale online verzamelsysteem, kan zij online steunbetuigingen in meerdere of alle lidstaten verzamelen middels één ander online verzamelsysteem (hierna “individueel online verzamelsysteem” genoemd).

De middels het individuele online verzamelsysteem verzamelde steunbetuigingen worden bewaard op het grondgebied van een lidstaat.

2. De groep organisatoren waarborgt dat het individuele online verzamelsysteem gedurende de hele verzamelperiode voldoet aan de in lid 4 en artikel 17, lid 3, vastgestelde vereisten.

3. Na de registratie van het initiatief en voor het begin van de verzamelperiode verzoekt de groep organisatoren, onverminderd de bevoegdheden van de nationale toezichthoudende autoriteiten krachtens bijlage VI van Verordening (EU) 2016/679, de bevoegde instantie van de lidstaat waar de middels het individuele online verzamelsysteem verzamelde gegevens zullen worden bewaard, om te verklaren dat het systeem voldoet aan de in lid 4 vastgestelde vereisten.

Als een individueel online verzamelsysteem aan deze vereisten voldoet, dan geeft de bevoegde instantie binnen een maand een certificaat van die strekking af volgens het model dat is opgenomen in bijlage IV. De groep organisatoren maakt een kopie van dit certificaat of van deze certificaten openbaar op de voor het individuele online verzamelsysteem gebruikte website.

De lidstaten erkennen de certificaten die worden afgegeven door de bevoegde instanties van andere lidstaten.

4. Individuele online verzamelsystemen beschikken over passende technische en veiligheidskenmerken om gedurende de hele verzamelperiode te waarborgen dat:

a) alleen natuurlijke personen een steunbetuiging kunnen ondertekenen;

b) de over het initiatief verstrekte informatie overeenkomt met de in het register bekendgemaakte informatie;

c) gegevens van ondertekenaars worden verzameld overeenkomstig bijlage III;

d) de door de ondertekenaars verstrekte gegevens veilig worden verzameld en bewaard.

5. Uiterlijk op 1 januari 2020 stelt de Commissie technische specificaties vast voor de uitvoering van lid 4, overeenkomstig de in artikel 21 bedoelde onderzoeksprocedure.

De Commissie kan het Agentschap van de Europese Unie voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) om advies vragen bij de ontwikkeling van de in de eerste alinea bedoelde technische specificaties.

6. Als er steunbetuigingen worden verzameld middels individuele online verzamelsystemen, kan de verzamelperiode pas ingaan zodra het in lid 3 bedoelde certificaat voor elk van deze systemen is afgegeven.

Artikel 12

Verificatie en certificering van steunbetuigingen door de lidstaten

1. Elke lidstaat (hierna “verantwoordelijke lidstaat” genoemd) verifieert of en certificeert dat de door zijn onderdanen ondertekende steunbetuigingen voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

2. Binnen drie maanden na het einde van de verzamelperiode en onverminderd lid 3 dient de groep organisatoren de online dan wel op papier verzamelde steunbetuigingen in bij de in artikel 19, lid 2, bedoelde bevoegde instantie van de verantwoordelijke lidstaat.

De groep organisatoren dient de steunbetuigingen alleen bij de bevoegde instanties in als voor het initiatief de in artikel 3 vastgestelde minimumaantallen ondertekenaars zijn bereikt.

Steunbetuigingen worden slechts eenmaal bij elke bevoegde instantie in de verantwoordelijke lidstaat ingediend, met gebruikmaking van het formulier in bijlage V.

Online verzamelde steunbetuigingen worden ingediend volgens een door de Commissie openbaar gemaakt elektronisch schema.

Op papier verzamelde steunbetuigingen en middels een individueel online verzamelsysteem verzamelde steunbetuigingen worden afzonderlijk ingediend.

3. De Commissie dient binnen drie maanden de online middels het centrale online verzamelsysteem verzamelde steunbetuigingen alsook de op papier verzamelde en overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, geüploade steunbetuigingen in bij de bevoegde instantie van de verantwoordelijke lidstaat.

Als een groep organisatoren steunbetuigingen heeft verzameld middels een individueel online verzamelsysteem, kan zij de Commissie verzoeken om deze steunbetuigingen in te dienen bij de bevoegde instantie van de verantwoordelijke lidstaat.

De Commissie dient de steunbetuigingen in overeenkomstig lid 2, tweede tot en met vierde alinea, middels de in artikel 4, lid 5, bedoelde EU-bestandenuitwisselingsdienst.

4. Binnen drie maanden nadat de bevoegde instanties de steunbetuigingen ontvangen, verifiëren zij deze aan de hand van de nodige controles, die kunnen worden verricht op basis van aselecte steekproeven, overeenkomstig de nationale wetten en praktijken.

Als online en op papier verzamelde steunbetuigingen afzonderlijk worden ingediend, gaat deze periode in wanneer de bevoegde instantie alle steunbetuigingen heeft ontvangen.

Voor de verificatie van op papier verzamelde steunbetuigingen is geen authenticatie van de handtekeningen vereist.

5. Op basis van de verrichte verificaties certificeert de bevoegde instantie het aantal geldige steunbetuigingen voor de betrokken lidstaat. Dit certificaat wordt kosteloos aan de groep organisatoren geleverd met gebruikmaking van het in bijlage VI opgenomen model.

Het certificaat vermeldt het aantal geldige steunbetuigingen dat op papier en online is verzameld, met inbegrip van de steunbetuigingen die op papier zijn verzameld en overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, zijn geüpload.

Artikel 13

Indiening bij de Commissie

Binnen drie maanden nadat het laatste in artikel 12, lid 5, bedoelde certificaat is verkregen, dient de groep organisatoren het initiatief in bij de Commissie.

De groep organisatoren dient het in bijlage VII opgenomen formulier ingevuld en samen met een papieren of elektronische kopie van de in artikel 12, lid 5, bedoelde certificaten in.

Het formulier van bijlage VII wordt in het register openbaar gemaakt door de Commissie.

Artikel 14

Bekendmaking en openbare hoorzitting

1.  Wanneer de Commissie een geldig initiatief ontvangt waarvoor steunbetuigingen zijn verzameld en gecertificeerd overeenkomstig de artikelen 8 tot en met 12, maakt zij dat onverwijld bekend door middel van een mededeling in het register en legt zij het initiatief voor aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s.

2. Binnen drie maanden na de indiening van het initiatief wordt de groep organisatoren in de gelegenheid gesteld om het initiatief op een openbare hoorzitting te presenteren.

De Commissie en het Europees Parlement organiseren samen de hoorzitting in het Europees Parlement. Vertegenwoordigers van de andere instellingen en adviesorganen van de Unie, alsmede geïnteresseerde belanghebbenden, worden in de gelegenheid gesteld aan de hoorzitting deel te nemen.

De Commissie en het Europees Parlement zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de betrokken publieke en private belangen.

3. De Commissie wordt bij de hoorzitting op passend niveau vertegenwoordigd.

Artikel 15

Onderzoek door de Commissie

1. Binnen een maand na de indiening van het initiatief ontvangt de Commissie de groep organisatoren op passend niveau zodat de groep de zaken waarop het initiatief betrekking heeft, uitvoerig kan toelichten.

2. Binnen vijf maanden na de bekendmaking van het initiatief overeenkomstig artikel 14, lid 1, en na de openbare hoorzitting bedoeld in artikel 14, lid 2, maakt de Commissie haar juridische en politieke conclusies over het initiatief bekend in een mededeling, waarbij zij tevens vermeldt waarom zij al dan niet maatregelen neemt, en zo ja, welke maatregelen zij van plan is te nemen.

De mededeling wordt ter kennis gebracht van zowel de groep organisatoren als het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s en wordt openbaar gemaakt.

3. De Commissie en de groep organisatoren kunnen de ondertekenaars overeenkomstig artikel 17, leden 2 en 3, in kennis stellen van de respons op het initiatief.

HOOFDSTUK III

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 16

Transparantie

De groep organisatoren verstrekt voor bekendmaking in het register en, in voorkomend geval, op haar campagnewebsite informatie over de steun- en financieringsbronnen voor het initiatief van meer dan 500 EUR per sponsor.

Deze informatie wordt ten minste elke twee maanden geactualiseerd gedurende de periode van de registratiedatum tot de datum waarop het initiatief overeenkomstig artikel 13 bij de Commissie wordt ingediend.

Artikel 17

Communicatie

1. De Commissie brengt het Europees burgerinitiatief onder de aandacht van het brede publiek door middel van communicatieactiviteiten en voorlichtingscampagnes en draagt aldus bij tot de bevordering van actieve burgerparticipatie in het politieke bestel van de Unie.

2. Voor communicatie- en informatieactiviteiten in verband met een specifiek initiatief kan, mits een ondertekenaar hiermee instemt, zijn e-mailadres worden verzameld door een groep organisatoren of de Commissie.

Potentiële ondertekenaars worden geïnformeerd dat zij hun recht om een initiatief te steunen niet enkel kunnen uitoefenen als zij toestemming geven voor het verzamelen van hun e-mailadres.

3. E-mailadressen mogen niet worden verzameld als onderdeel van de steunbetuigingsformulieren. Zij kunnen echter wel tegelijk met de steunbetuigingen worden verzameld, mits zij afzonderlijk worden verwerkt.

Artikel 18

Bescherming van persoonsgegevens

1. De vertegenwoordiger van de groep organisatoren is de voor de verwerking verantwoordelijke in de zin van Verordening (EU) 2016/679. Als een juridische entiteit bedoeld in artikel 5, lid 7, wordt opgericht, is deze entiteit de voor de verwerking verantwoordelijke.

2. De in de steunbetuigingsformulieren verstrekte persoonsgegevens worden verzameld voor de verrichtingen die vereist zijn voor de veilige verzameling en bewaring overeenkomstig de artikelen 9, 10 en 11, voor de indiening bij de lidstaten, de verificatie en certificering overeenkomstig artikel 12 en voor de nodige kwaliteitscontroles en statistische analyses.

3. Al naar het geval vernietigen de groep organisatoren en/of de Commissie alle voor een initiatief ondertekende steunbetuigingen en alle kopieën daarvan uiterlijk één maand na de indiening van het initiatief bij de Commissie overeenkomstig artikel 13 of uiterlijk 21 maanden na het begin van de verzamelperiode, al naargelang welk moment het eerst komt. Als een initiatief echter na het begin van de verzamelperiode wordt ingetrokken, worden de steunbetuigingen en alle kopieën daarvan uiterlijk een maand na de intrekking vernietigd.

4. De bevoegde instantie vernietigt alle steunbetuigingen en kopieën daarvan uiterlijk drie maanden na de afgifte van het in artikel 12, lid 5, bedoelde certificaat.

5. Steunbetuigingen voor een bepaald initiatief en kopieën daarvan mogen na de in de leden 3 en 4 vermelde termijnen worden bewaard indien zulks noodzakelijk is voor juridische of administratieve procedures in verband met het betrokken initiatief. Zij worden uiterlijk een maand na de datum waarop voornoemde procedures met een definitief besluit zijn afgesloten, vernietigd.

6. De Commissie en de groep organisatoren vernietigen de bestanden met de overeenkomstig artikel 17, lid 2, verzamelde e-mailadressen al naar het geval uiterlijk een maand na de intrekking van een initiatief of twaalf maanden na het einde van de verzamelperiode of de indiening van het initiatief bij de Commissie. Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 15, lid 2, in een mededeling de maatregelen bekendmaakt die zij van plan is te nemen, worden de bestanden met de e-mailadressen uiterlijk drie jaar na de bekendmaking van de mededeling vernietigd.

7. Onverminderd de rechten van de leden van de groep organisatoren krachtens [Verordening (EG) nr. 45/2001], hebben zij het recht om vanaf twee jaar na de datum van registratie van een burgerinitiatief te vragen om verwijdering van hun persoonsgegevens uit het register van het betrokken initiatief.

Artikel 19

Bevoegde instanties in de lidstaten

1. Voor de toepassing van artikel 11 wijst elke lidstaat een of meer bevoegde instanties aan die verantwoordelijk zijn voor de afgifte van het in artikel 11, lid 3, bedoelde certificaat.

2. Voor de toepassing van artikel 12 wijst elke lidstaat één bevoegde instantie die verantwoordelijk is voor het coördineren van de verificatie van de steunbetuigingen en voor het afgeven van de in artikel 12, lid 5, bedoelde certificaten.

3. Uiterlijk 1 januari 2020 verstrekken de lidstaten de Commissie de namen en adressen van de overeenkomstig de leden 1 en 2 aangewezen instanties. Zij stellen de Commissie in kennis van iedere update van deze informatie.

De Commissie maakt de namen en adressen van de overeenkomstig de leden 1 en 2 aangewezen instanties openbaar in het register.

Artikel 20

Mededeling van nationale bepalingen

1. Uiterlijk 1 januari 2020 delen de lidstaten de Commissie mee welke specifieke bepalingen er zijn vastgesteld ter uitvoering van deze verordening.

2. De Commissie maakt deze bepalingen openbaar in het register in de taal van de mededeling die de lidstaten overeenkomstig lid 1 hebben gedaan.

HOOFDSTUK IV

GEDELEGEERDE HANDELINGEN EN UITVOERINGSHANDELINGEN

Artikel 21

Comitéprocedure

1. Bij de uitvoering van artikel 11, lid 5, wordt de Commissie bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 22

Gedelegeerde bevoegdheden

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 23 gedelegeerde handelingen vast te stellen inzake wijzigingen op de bijlagen bij deze verordening, binnen het toepassingsgebied van de desbetreffende bepalingen van deze verordening.

Artikel 23

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1. De bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen wordt de Commissie verleend onder de in dit artikel gestelde voorwaarden.

2. De bevoegdheid om de in artikel 22 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt de Commissie met ingang van [datum van inwerkingtreding van de basiswetgevingshandeling of andere datum vastgesteld door de medewetgevers] voor onbepaalde tijd verleend.

3. De bij artikel 22 verleende bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Voordat de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, raadpleegt zij de door elke lidstaat aangewezen deskundigen, overeenkomstig de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en aan de Raad.

6. Een krachtens artikel 22 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt enkel in werking als er geen bezwaar is aangetekend door het Europees Parlement of de Raad binnen een periode van [twee maanden] na de kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad of als het Europees Parlement en de Raad de Commissie beide voor het verstrijken van die periode hebben meegedeeld geen bezwaar te zullen aantekenen. Deze termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met [twee maanden] verlengd.

HOOFDSTUK V

SLOTBEPALINGEN

Artikel 24

Toetsing

De Commissie toetst de werking van het Europees burgerinitiatief op gezette tijden en dient uiterlijk vijf jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening, en daarna om de vijf jaar, een verslag over de uitvoering ervan in bij het Europees Parlement en de Raad. De verslagen worden openbaar gemaakt.

Artikel 25

Intrekking

Verordening (EU) nr. 211/2011 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2020.

Verwijzingen naar Verordening (EG) nr. 211/2011 worden opgevat als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 26

Inwerkingtreding en toepasselijkheid

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 9, lid 4, artikel 10, artikel 11, lid 5, en de artikelen 19 tot en met 24 zijn echter van toepassing met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

Financieel memorandum

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

1.4.Doelstelling(en)

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.6.Duur en financiële gevolgen

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdragen van derden

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

"Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees burgerinitiatief"

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 32  

Titel 18: Migratie en binnenlandse zaken

Titel 25: Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie

Titel 26: Administratie van de Commissie

Titel 33: Justitie en consumentenzaken

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

 Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie 

 Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 33  

☑ Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie 

 Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie 

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

Het Europees burgerinitiatief (EBI) is ingevoerd bij het Verdrag van Lissabon (artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 24 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en wordt ten uitvoer gelegd bij Verordening (EU) nr. 211/2011 over het burgerinitiatief (hierna "de EBI-verordening" genoemd) die in werking is getreden in april 2012.

Het burgerinitiatief heeft ten doel de betrokkenheid van burgers bij het democratisch bestel van de Europese Unie te vergroten door hun de mogelijkheid te bieden de Commissie rechtstreeks te verzoeken een voorstel voor rechtshandelingen van de Unie in te dienen met het oog op de tenuitvoerlegging van de Verdragen.

De herziening van de EBI-verordening na vijf jaar toepassing ervan (waarbij de huidige verordening wordt vervangen door een nieuwe) maakt deel uit van het streven van de Europese Commissie naar een grotere democratische legitimiteit in de EU door burgers nauwer bij het democratisch bestel te betrekken en sluit aan bij de politieke beleidslijnen van de Commissie-Juncker en met name prioriteit nr. 10: Een Unie van democratische verandering.

Het doel van het nieuwe voorstel is de werking van Europese burgerinitiatieven te verbeteren door de tekortkomingen die zijn vastgesteld bij de uitvoering ervan aan te pakken; de belangrijkste doelstellingen zijn: (i) het EBI voor organisatoren en medestanders toegankelijker, minder omslachtig en gebruiksvriendelijker maken en (ii) zorgen voor een optimale benutting van het EBI als middel om debat en burgerparticipatie op EU-niveau te bevorderen en de EU dichter bij de burger te brengen.

De tenuitvoerlegging van het EBI-instrument wordt verder besproken in het strategisch plan 2016-2020 van het secretariaat-generaal van de Commissie in specifieke doelstelling C.2: Een meer democratische Europese Unie die haar beleidsvormingprocessen openstelt, verantwoording aflegt en de dialoog met burgers, belanghebbenden en de nationale parlementen bevordert.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

Specifieke doelstelling nr.

1: De administratieve procedures betreffende de uitvoering van het Europees burgerinitiatief efficiënt beheren en assistentie verschaffen aan de organisatoren;

2: Technische ondersteuning verlenen aan de EBI-organisatoren en de daarmee verband houdende IT-projecten beheren;

3: Voorzien in een centraal online verzamelsysteem voor steunbetuigingen en het EBI-register;

4: Technische en organisatorische ondersteuning bieden aan EBI-organisatoren via een online EBI-samenwerkingsplatform dat samen met een externe partner wordt beheerd;

5: Het EBI-instrument promoten via communicatie- en voorlichtingsmiddelen;

6: De initiatieven vertalen;

7: Vergaderingen opzetten met de organisatoren als zij door de Commissie worden uitgenodigd in het kader van de onderzoeksprocedure voor hun succesvolle initiatief.

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

Doelstelling nr. 1 valt binnen de reikwijdte van titel 25: "Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie".

Doelstelling nr. 2 valt binnen de reikwijdte van hoofdstuk 26.03: "Diensten aan overheden, ondernemingen en burgers".

Doelstellingen nrs. 3 en 4 vallen binnen de reikwijdte van hoofdstuk 18.04: "Bevordering van Europees burgerschap" en hoofdstuk 26.03: "Diensten aan overheden, ondernemingen en burgers".

Doelstellingen nrs. 5, 6 en 7 vallen binnen de reikwijdte van hoofdstuk 18.04: "Bevordering van Europees burgerschap".

1.4.3.Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen

1. Het aantal registratieverzoeken doen stijgen

2. Het aantal door de Commissie geregistreerde initiatieven doen stijgen

3. Garanderen dat voor elk initiatief twaalf maanden lang handtekeningen kunnen worden verzameld

4. Stijging van het gemiddeld aantal verzamelde steunbetuigingen per initiatief

5. Stijging van het aantal initiatieven die het vereiste aantal steunbetuigingen bereiken

6. Stijging van het aantal initiatieven waarvoor de Commissie vervolgmaatregelen neemt

7. Burgers meer bewust maken van het bestaan van het EBI-instrument

1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

Indicator 1: Aantal door de Commissie ontvangen verzoeken om registratie

Uitgangssituatie 1: gemiddeld 13 verzoeken per jaar sinds 2012

Indicator 2: Percentage geregistreerde initiatieven    

Uitgangssituatie 2: gemiddeld 70 % van de verzoeken over een periode van vijf jaar

Indicator 3 a: Aantal initiatieven die worden ingediend via het centrale online verzamelsysteem

Uitgangssituatie 3 a: 70 % van de initiatieven wordt ingediend middels de door de Commissie beschikbaar gestelde software en servers

Indicator 3 b: Datums van certificering van online verzamelsystemen vergeleken met de begindata van de verzamelcampagnes

Uitgangssituatie 3 b: Gemiddeld circa één maand na de registratiedatum voor op de Commissieservers gehoste systemen

Indicator 4: Het aantal steunbetuigingen dat aan het einde van de termijn van twaalf maanden werd verzameld per initiatief

Uitgangssituatie 4: De Commissie beschikt wat dit betreft alleen over de exacte cijfers van de drie succesvolle initiatieven.

Indicator 5: Aantal succesvolle initiatieven

Uitgangssituatie 5: Drie initiatieven over een periode van vijf jaar

Indicator 6: Aantal initiatieven waarvoor de Commissie vervolgmaatregelen heeft genomen

Uitgangssituatie 6: Twee initiatieven over een periode van vijf jaar

Indicator 7 a: Resultaten van enquêtes over het bewustzijn van burgers omtrent hun rechten (Eurobarometer)

Uitgangssituatie 7 a: Volgens de resultaten van de Flash Eurobarometer 430 van oktober 2015 wist twee derde van de respondenten (66 %) dat EU-burgers het recht hebben om deel te nemen aan een burgerinitiatief.

Indicator 7 b: Aantal burgers die via e-mail worden geïnformeerd over het instrument of over succesvolle initiatieven

Uitgangssituatie 7 b: n.v.t.

Indicator 7 c: Aantal deelnemers op het online samenwerkingsplatform

Uitgangssituatie 7 c: n.v.t.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Tenuitvoerlegging van de bepalingen betreffende het burgerinitiatief van artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 24 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

Dit initiatief valt onder de exclusieve bevoegdheid van de EU, zoals bedoeld in artikel 24 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Het Europees burgerinitiatief heeft uit zichzelf een EU-dimensie aangezien het betrekking heeft op de formulering van voorstellen voor rechtshandelingen van de Unie.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

Het (instrument voor het) Europees burgerinitiatief is ingevoerd bij het Verdrag van Lissabon en wordt met ingang van 1 april 2012 ten uitvoer gelegd bij Verordening (EU) nr. 211/2011.

Het nieuwe voorstel vervangt bovengenoemde verordening.

De opgedane ervaring tijdens de eerste vijf jaar van toepassing van het Europees burgerinitiatief toont duidelijk aan dat de Commissie de organisatoren veel meer concrete technische, organisatorische en juridische ondersteuning moet bieden opdat zij hun initiatieven efficiënter kunnen beheren.

Daarom werd het nodig geacht de organisatoren een gebruiksklaar centraal systeem te bieden voor het online verzamelen van steunbetuigingen, zoals bedoeld in het voorstel.

De andere IT-hulpmiddelen die dienen ter ondersteuning van het EBI betreffen het EBI-register/de EBI-website (bestaan al en moeten worden geïntegreerd in het centrale online verzamelsysteem) en het EBI-samenwerkingsplatform (wordt momenteel uitgevoerd via een proefproject van het Europees Parlement), beide opgenomen in het voorstel.

Ook werd beoordeeld dat de communicatie- en bewustmakingsactiviteiten moeten worden uitgebreid om burgerparticipatie te bevorderen. Het voorstel voorziet in een nieuwe bepaling inzake communicatie.

Vanwege de werklast die de tenuitvoerlegging van de huidige EBI-verordening met zich meebrengt, is het aantal eraan toegewezen personele middelen in de afgelopen vijf jaar sterk gestegen. De nieuwe verordening zal dit aantal niet wijzigen.

1.5.4.Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

De IT-projecten die dienen ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het EBI, en in het bijzonder het online verzamelen van steunbetuigingen, zijn in het verleden geschraagd door het ISA-programma en tegenwoordig door het ISA2-programma.

Deze projecten dragen bij tot de verbetering van de interoperabiliteit tussen overheden, burgers en ondernemingen over de grenzen heen.

1.6.Duur en financiële gevolgen

 Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

   Voorstel/initiatief is van kracht vanaf [DD/MM]JJJJ tot en met [DD/MM]JJJJ

   Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ

 Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

Uitvoering met een opstartperiode vanaf 1/1/2019 tot en met 31/12/2019,

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 34  

Direct beheer door de Commissie

door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

   door de uitvoerende agentschappen

Gedeeld beheer met lidstaten

Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

derde landen of de door hen aangewezen organen;

internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

de EIB en het Europees Investeringsfonds;

de in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

publiekrechtelijke organen;

privaatrechtelijke organen met een openbaredienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

Opmerking 1:

Begrotingskredieten die voor de huidige EBI-verordening van toepassing zijn, ter vergelijking:

Voor 2017:

- 0,840 miljoen in het kader van het EBI-begrotingsonderdeel (18 04 01 02),

- 0,561 miljoen in het kader van het begrotingsonderdeel voor het ISA2-programma (26 03 01 00)

- 0,500 miljoen in het kader van het proefproject "Nieuwe technologieën en instrumenten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) met het oog op de uitvoering en de vereenvoudiging van het Europees burgerinitiatief (EBI)" (25 01 77 04).

Voor 2018 (deze begrotingskredieten moeten op het moment van de vaststelling van dit wetgevingsvoorstel nog worden bevestigd):

- 0,740 miljoen in het kader van het EBI-begrotingsonderdeel (18 04 01 02),

- 0,560 miljoen in het kader van het begrotingsonderdeel voor het ISA2-programma (26 03 01 00)

Opmerking 2:

De datums van vaststelling en inwerkingtreding van de nieuwe verordening kunnen in dit stadium niet worden bevestigd. De informatie betreffende de opstartperiode moet mogelijk dienovereenkomstig worden aangepast.

Opmerking 3:

De voorbereidingen voor het opzetten van het in specifieke doelstelling nr. 3 genoemde centraal systeem voor het online verzamelen van steunbetuigingen beginnen reeds in 2018 met de geraamde kredieten in de ontwerpbegroting voor 2018 voor de huidige EBI-verordening.

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

Het toezicht en de rapportage worden uitgevoerd door personeel van de Commissie overeenkomstig de bestaande regels van toepassing op de activiteiten van het secretariaat-generaal en DG DIGIT.

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.2.1.Mogelijke risico's

Het gebrek aan bewustmakings- en communicatieactiviteiten kan zoals aangegeven in punt 1.4.3 leiden tot een verminderde participatie in het instrument, met als gevolg minder geregistreerde en succesvolle initiatieven.

Het gebrek aan efficiënte technische en organisatorische ondersteuning van de organisatoren kan zoals aangegeven in punt 1.4.3 leiden tot minder geregistreerde en succesvolle initiatieven.

2.2.2.Informatie over het opgezette interne controlesysteem

Gedekt door de bestaande interne controlesystemen van het secretariaat-generaal en DG DIGIT.

2.2.3.Raming van de kosten en baten van de controles en beoordeling van het verwachte foutenrisico

Dit voorstel zal waarschijnlijk geen effect hebben op het geraamde totale risicobedrag noch op de indicator van de kosten van controles. Zoals vermeld in het jaarlijks activiteitenverslag 2016 van het SG bedraagt het geraamde totale risicobedrag in SG 0 EUR en de indicator van de kosten van controles (kosten van de controles/betalingen) 1,74 %).

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

n.v.t.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

·Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen

Rubriek van het meerjarige financiële kader:

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgave

Bijdrage

Nummer 1A
Rubriek: "Concurrentievermogen voor groei en banen"

GK/NGK 35

van EVA-landen 36

van kandidaat-lidstaten 37

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

26 03 01 00

GK

JA

JA

NEE

JA 

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgave

Bijdrage

Nummer: 3
Rubriek: "Veiligheid en burgerschap"

GK/NGK 38

van EVA-landen 39

van kandidaat-lidstaten 40

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

18 04 01 02

GK

NEE

NEE

NEE

NEE

33 02 01

GK

JA

JA

JA

NEE

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgave

Bijdrage

Nummer: 5
Rubriek: "Administratieve uitgaven"

GK/NGK 41

van EVA-landen 42

van kandidaat-lidstaten 43

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

25 01 01 01 01

25 01 02 11 01

25 01 02 11 02

26 01 01 01 01

NGK

NEE

NEE

NEE

NEE

Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen

Rubriek van het meerjarige financiële kader

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgave

Bijdrage

Nummer
[…][Omschrijving………………………………………]

GK/NGK

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

[…][XX.YY.YY.YY]

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

JA/NEE

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

[Dit deel moet worden ingevuld op de spreadsheet met administratieve begrotingsgegevens (tweede document in de bijlage bij dit financieel memorandum), te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.]

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige
financiële kader

Nummer: 1A

Rubriek: "Concurrentievermogen voor groei en banen"

DG: DIGIT

Jaar
2019

Jaar
2020

•Beleidskredieten

Nummer begrotingsonderdeel: 26 03 01 00

Vastleggingen

(1)

0,620

0,110

Betalingen

(2)

0,310

0,420

Nummer begrotingsonderdeel

Vastleggingen

(1a)

Betalingen

(2a)

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 44  

Nummer begrotingsonderdeel

(3)

TOTAAL kredieten
voor DG DIGIT

Vastleggingen

=1+1a +3

0,620

0,110

Betalingen

=2 + 2a +3

0,310

0,420



TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

0,620

0,110

Betalingen

(5)

0,310

0,420

•TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 1A
van het meerjarige financiële kader

Vastleggingen

=4+ 6

0,620

0,110

Betalingen

=5+ 6

0,310

0,420

Rubriek van het meerjarige financiële
kader

Nummer 3

Rubriek "Veiligheid en burgerschap"

DG: Secretariaat-generaal

Jaar
2019

Jaar
2020

•Beleidskredieten

Nummer begrotingsonderdeel: 18 04 01 02

Vastleggingen

(1)

1,085

1,385

Betalingen

(2)

0,814

1,310

Nummer begrotingsonderdeel

Vastleggingen

(1a)

Betalingen

(2 a)

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 45  

Nummer begrotingsonderdeel

(3)

TOTAAL kredieten
voor DG Secretariaat-generaal

Vastleggingen

=1+1a +3

1,085

1,385

Betalingen

=2+2a

+3

0,814

1,310

DG: JUST

Jaar
2019

Jaar
2020

•Beleidskredieten

Nummer begrotingsonderdeel: 33 02 01

Vastleggingen

(1)

0,345

0,645

Betalingen

(2)

0,259

0,570

Nummer begrotingsonderdeel

Vastleggingen

(1 a)

Betalingen

(2 a)

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 46  

Nummer begrotingsonderdeel

(3)

TOTAAL kredieten
voor DG JUST

Vastleggingen

=1+1a +3

0,345

0,645

Betalingen

=2+2a

+3

0,259

0,570



TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

1,430

2,030

Betalingen

(5)

1,073

1,880

•TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK 3
van het meerjarige financiële kader

Vastleggingen

=4+ 6

1,430

2,030

Betalingen

=5+ 6

1,073

1,880

Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken

•TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

2,050

2,140

Betalingen

(5)

1,383

2,300

•TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4
van het meerjarige financiële kader
(referentiebedrag)

Vastleggingen

=4+ 6

2,050

2,140

Betalingen

=5+ 6

1,383

2,300



Rubriek van het meerjarige financiële
kader

5

"Administratieve uitgaven"

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
2019

Jaar
2020

DG: Secretariaat-generaal

•Personele middelen

0,828

0,828

•Andere administratieve uitgaven

0,070

0,070

TOTAAL DG: Secretariaat-generaal

Kredieten

0,898

0,898

DG: DIGIT

•Personele middelen

0,173

0,173

•Andere administratieve uitgaven

TOTAAL DG: DIGIT

Kredieten

0,173

0,173

TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader
 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

1,071

1,071

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
2019

Jaar
2020

TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het meerjarige financiële kader
 

Vastleggingen

1,25 VTE

1,25 VTE

Betalingen

1,25 VTE

1,25 VTE

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig.

   Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar
2019

Jaar
2020

OUTPUTS

Soort 47

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 3

Centraal online verzamelsysteem en register voor het EBI
Ontwikkeling, onderhoud en ondersteuning, infrastructuur

Software, infrastructuur, diensten

1. 095

1

0,950

1

1,240

Subtotaal specifieke doelstelling nr. 3

1

0,950

1

1,240

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 4

Online samenwerkingsplatform voor het EBI

Ontwikkeling, onderhoud en ondersteuning, exploitatie van het platform, infrastructuur

Software, infrastructuur, diensten

0,400

1

0,400

1

0,400

Subtotaal specifieke doelstelling nr. 4

1

0,400

1

0,400

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 5

Communicatie en voorlichtingsactiviteiten

diensten

0,400

1

0,500

1

0,300

Subtotaal specifieke doelstelling nr. 5

1

0,500

1

0,300

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 6

Vertalingen van de geregistreerde initiatieven

diensten

0,050

100

0,050

100

0,050

Subtotaal specifieke doelstelling nr. 6

100

0,050

100

0,050

SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 7

Organisatie van bijeenkomsten met de organisatoren van de initiatieven

Onderhandse overeenkomst, diensten

0,150

5

0,150

5

0,150

Subtotaal specifieke doelstelling nr. 7

5

0,150

5

0,150

TOTALE KOSTEN

2,050

2,140

Motivering van de gevraagde betalingskredieten

Doelstelling 3: Voorzien in een centraal online verzamelsysteem voor steunbetuigingen en het EBI-register

Het huidige voorstel voorziet uitdrukkelijk in het centrale online verzamelsysteem. Het moet door de Commissie worden opgezet en geëxploiteerd (artikel 10).

Dit was niet geregeld in de eerste EBI-verordening, op grond waarvan de Commissie slechts verantwoordelijk was voor de ontwikkeling en het onderhoud van software voor het online verzamelen van gegevens.

Het online EBI-register was al ingesteld bij de eerste EBI-verordening en wordt in de nieuwe verordening gehandhaafd (artikel 4, lid 3).

Het budget voor de ontwikkeling en het onderhoud van de software voor online gegevensverzameling en van het EBI-register bedraagt in 2017 685 000 EUR; dit budget wordt deels gefinancierd uit begrotingsonderdeel 26 03 01 00 voor het ISA²-programma (hoofdzakelijk wat betreft de software voor online gegevensverzameling) en deels uit begrotingsonderdeel 18 04 01 02 voor het EBI.

De geraamde bedragen voor de uitvoering van het huidige voorstel die de verwezenlijking van deze doelstelling betreffen, weerspiegelen het resultaat van de studie die de Commissie in 2017 heeft gewijd aan het proces van online verzamelen.

Doelstelling 4: Technische en organisatorische ondersteuning bieden aan EBI-organisatoren via een online EBI-samenwerkingsplatform dat samen met een externe partner wordt beheerd

In artikel 4, lid 2, voorziet het voorstel in het online samenwerkingsplatform als een permanent instrument ter ondersteuning van de uitvoering van het EBI. Van het platform was in de eerste EBI-verordening nog geen sprake.

De nieuwe verordening vereist regelmatige financiering van het platform. Het voorgestelde jaarbudget bedraagt 400 000 EUR; dit bedrag dient de exploitatie van het platform in samenwerking met een externe partner te dekken, alsmede de ontwikkeling, het onderhoud, de ondersteuning en de infrastructuur op IT-gebied.

Doelstelling 5: Het EBI-instrument promoten via communicatie- en voorlichtingsmiddelen

Krachtens het nieuwe artikel 17 van de voorgestelde verordening dient de Europese Commissie het Europees burgerinitiatief onder de aandacht van het brede publiek te brengen door middel van communicatie-activiteiten.

In 2017 worden de communicatie-activiteiten gefinancierd uit het EBI-begrotingsonderdeel 18 04 01 02; de totale kredieten bedragen 840 000 EUR. Het begrotingsvoorstel voor 2018 trekt 740 000 EUR uit voor EBI-begrotingsonderdeel18 04 01 02.

De voorgestelde jaarlijkse kredieten voor deze doelstelling bedragen 500 000 EUR in 2019 en vervolgens 300 000 EUR per jaar.

Doelstelling 6: De geregistreerde initiatieven vertalen

Anders dan in de huidige verordening, bepaalt het voorstel voor de nieuwe EBI-verordening dat initiatieven na registratie door de Commissie in alle officiële talen van de EU moeten worden vertaald (artikel 4, lid 4).

Het budget van 50 000 EUR moet voldoende zijn om tot 100 geregistreerde initiatieven per jaar te vertalen.

Doelstelling 7: Vergaderingen opzetten met de organisatoren als zij door de Commissie worden uitgenodigd in het kader van de onderzoeksprocedure voor hun succesvolle initiatief.

Deze kredieten dienen hoofdzakelijk te worden gebruikt ter vergoeding van de reiskosten van de organisatoren wanneer deze worden uitgenodigd door de Commissie in het kader van de onderzoeksprocedure betreffende hun succesvolle initiatief. Daarnaast komen uitgaven in aanmerking die betrekking hebben op desbetreffende logistiek en leveringen. 

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.1.Samenvatting

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

   Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

2019

2020

RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader

Personele middelen

1,001

1,001

Andere administratieve uitgaven

0,070

0,070

Subtotaal RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader

1,071

1,071

Buiten RUBRIEK 5 48
van het meerjarige financiële kader

Personele middelen

Overige uitgavenvan administratieve aard

Subtotaal
Buiten RUBRIEK 5
van het meerjarige financiële kader

TOTAAL

1,071

1,071

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van de actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig.

   Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

2019

2020

•Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

25 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

4 VTE AD +

2 VTE AST

4 VTE AD +

2 VTE AST

26 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie)

0,25 VTE AD +

1 VTE AST 

0,25 VTE AD +

1 VTE AST

XX 01 01 02 (delegaties)

XX 01 05 01 (onderzoek door derden)

10 01 05 01 (eigen onderzoek)

Extern personeel (in voltijdequivalenten - VTE) 49  

XX 01 02 01 (AC, END en INT van de "totale financiële middelen")

XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)

XX 01 04 jj  50

- zetel

- delegaties

XX 01 05 02 (AC, END en INT - onderzoek door derden)

10 01 05 02 (AC, END en INT - eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

TOTAAL

4,25 VTE AD +

3 VTE AST

4,25 VTE AD +

3 VTE AST

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel.

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeel

Doelstelling 1: De administratieve procedures in verband met de uitvoering van het Europees burgerinitiatief doeltreffend beheren en de organisatoren assistentie verlenen;

Doelstelling 2: Technische ondersteuning verlenen aan de EBI-organisatoren en de daarmee verband houdende IT-projecten beheren.

Extern personeel

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

   Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader.

   Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader.

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

   Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader.

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[…]

3.2.5.Bijdragen van derden

   Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron 

TOTAAL medegefinancierde kredieten



3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

   Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

   Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen

   voor de diverse ontvangsten

in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 51

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

Artikel …...........

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

[…]

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

[…]

(1)

   Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PB L 65 van 11.3.2011, blz. 1).

(2)

   Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie van 17 november 2011 tot vaststelling van technische specificaties voor systemen voor het online verzamelen van steunbetuigingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad over het burgerinitiatief (PB L 301 van 18.11.2011, blz. 3).

(3)

   Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad, Verslag over de toepassing van Verordening (EU) nr. 211/2011 over het burgerinitiatief, COM(2015) 145 final.

(4)

   Resolutie van het Europees Parlement van 28 oktober 2015 over het Europees burgerinitiatief (P8_TA(2015)0382).

(5)

   Jean-Claude Juncker, Een nieuwe start voor Europa: mijn agenda voor banen, groei, billijkheid en democratische verandering (politieke beleidslijnen voor de volgende Europese Commissie).

(6) Artikel 20, lid 2, onder b), en artikel 22 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de artikelen 39 en 40 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
(7)

   Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Betere regelgeving voor betere resultaten — Een EU-agenda, COM(2015) 215.

(8)

   Verslag over het burgerschap van de EU 2017. Versterking van de rechten van de burgers in een Unie van democratische verandering.

(9) Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma “Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62); Verordening (EU) nr. 390/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot vaststelling van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014-2020 ( PB L 115 van 17.4.2014).
(10) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 – Voor een snellere digitalisering van overheidsdiensten, COM(2016) 179 final.
(11) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(12) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
(13) Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
(14) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – EU-actieplan inzake e-overheid 2016-2020 – Voor een snellere digitalisering van overheidsdiensten, COM(2016) 179 final.
(15) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's – Strategie voor een digitale eengemaakte markt voor Europa (COM(2015) 192 final).
(16) Het gaat met name om: twee studies van het Europees Parlement ("European Citizens’ Initiative – First lessons of implementation" en "Implementation of the European Citizens’ Initiative"); een onderzoek op eigen initiatief van de Ombudsman inzake het Europees burgerinitiatief; de conclusies van de EBI-dagen in april 2015 en 20 april 2016; het advies van het Comité van de Regio's van oktober 2015; de resolutie van het Europees Parlement van oktober 2015; het advies van het Refit-platform van juni 2016; en het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van juli 2016.
(17) http://ec.europa.eu/citizens-initiative/public/regulation-review  
(18) http://ec.europa.eu/citizens-initiative/public/legislative-framework?lg=nl
(19) https://ec.europa.eu/info/files/refit-platform-recommendations-european-citizen-initiative_nl
(20) PB C […] van […], blz. […].
(21) PB C […] van […], blz. […].
(22) Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief (PB L 65 van 11.3.2011, blz. 1).
(23) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie van 17 november 2011 tot vaststelling van technische specificaties voor systemen voor het online verzamelen van steunbetuigingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 211/2011 (PB L 301 van 18.11.2011, blz. 3).
(24) COM(2015) 145 final.
(25) 2014/2257(INI).
(26) Besluit (EU, Euratom) 2017/46 van de Commissie van 10 januari 2017 over de beveiliging van communicatie- en informatiesystemen binnen de Europese Commissie (PB L 6 van 11.1.2017, blz. 40).
(27) Verordening (EU) nr. 910/2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
(28) Verordening (EU) 2016/679 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(29) [Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1)].
(30) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(31) PB C […] van […], blz. […].
(32) ABM: activity-based management (activiteitsgestuurd management); ABB: activity-based budgeting (activiteitsgestuurde begroting).
(33) In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(34) Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(35) GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
(36) EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(37) Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(38) GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
(39) EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(40) Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(41) GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
(42) EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(43) Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
(44) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(45) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(46) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(47) Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen enz.).
(48) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(49) AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
(50) Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
(51) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25 % aan inningskosten.

Brussel, 13.9.2017

COM(2017) 482 final

BIJLAGEN

bij het

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

betreffende het Europees burgerinitiatief

{SWD(2017) 294 final}


BIJLAGEN

BIJLAGE I

Minimumaantal ondertekenaars per lidstaat

België

15 750

Bulgarije

12 750

Tsjechië

15 750

Denemarken

9 750

Duitsland

72 000

Estland

4 500

Ierland

8 250

Griekenland

15 750

Spanje

40 500

Frankrijk

55 500

Kroatië

8 250

Italië

54 750

Cyprus

4 500

Letland

6 000

Litouwen

8 250

Luxemburg

4 500

Hongarije

15 750

Malta

4 500

Nederland

19 500

Oostenrijk

13 500

Polen

38 250

Portugal

15 750

Roemenië

24 000

Slovenië

6 000

Slowakije

9 750

Finland

9 750

Zweden

15 000

Verenigd Koninkrijk

54 750

BIJLAGE II

INFORMATIE DIE MOET WORDEN VERSTREKT OM EEN INITIATIEF TE REGISTREREN

1. De titel van het initiatief, in maximaal 100 tekens.

2. Een beschrijving van de inhoud van het initiatief waarop de Commissie wordt verzocht te reageren, in maximaal 1000 tekens.

3. De bepalingen van de Verdragen die door de organisatoren relevant worden geacht voor de voorgestelde maatregel.

4. Volledige naam, adres, nationaliteit en geboortedatum van zeven leden van de groep organisatoren, met een specifieke vermelding van de vertegenwoordiger en de plaatsvervanger en hun e-mailadres en telefoonnummer 1 . Deze zeven leden moeten elk in een andere lidstaat wonen.

Volledige naam, adres, nationaliteit, geboortedatum, e-mailadres en telefoonnummer van de vertegenwoordiger en/of de vervanger, indien deze niet een van de in de vorige alinea bedoelde zeven leden is.

5. Documenten ter staving van de volledige naam, het adres, de nationaliteit en de geboortedatum van elk van de zeven in punt 4 bedoelde leden en van de vertegenwoordiger en de plaatsvervanger indien deze niet een van de in het vorige punt bedoelde zeven leden is.

6. De naam van de andere leden van de groep organisatoren.

7. In de situatie bedoeld in artikel 5, lid 7, in voorkomend geval, documenten om te staven dat een juridische entiteit overeenkomstig de nationale wetgeving van een lidstaat speciaal voor beheer van het initiatief is opgericht, en dat het als vertegenwoordiger aangewezen lid van de groep organisatoren gemachtigd is om namens de juridische entiteit te handelen.

8. Alle steun- en financieringsbronnen voor het initiatief ten tijde van de registratie.

2De organisatoren kunnen in een bijlage nadere informatie verstrekken over het onderwerp, de doelstellingen en de achtergrond van het initiatief. Zij mogen op eigen initiatief ook een ontwerp van rechtshandeling indienen.

BIJLAGE III

STEUNBETUIGINGSFORMULIER — Deel A 3
(voor lidstaten die niet vereisen dat een deel van een persoonlijk identificatienummer/persoonlijk identificatiedocumentnummer wordt verstrekt)

Alle velden op dit formulier moeten worden ingevuld.

VAN TEVOREN IN TE VULLEN DOOR DE GROEP ORGANISATOREN:    

1. Alle ondertekenaars op dit formulier zijn onderdanen van:    Gelieve slechts één lidstaat per lijst aan te kruisen.

   

2. Registratienummer van de Europese Commissie:     3. Begin- en einddatum van de verzamelperiode:     

4. Internetadres van het initiatief in het register van de Europese Commissie:        

5. Titel van het initiatief:         

6. Inhoud van het initiatief:     

7. Naam en e-mailadres van de geregistreerde contactpersonen [in de in artikel 5, lid 7, bedoelde situatie, in voorkomend geval, bovendien de naam en het land van de zetel van de juridische entiteit]:    

8. Website van het initiatief (indien van toepassing):     

DOOR DE ONDERTEKENAARS IN TE VULLEN IN BLOKLETTERS:

"Ik verklaar hierbij dat de gegevens in dit formulier juist zijn en dat ik dit initiatief nog niet eerder heb gesteund."

Voornaam (voluit)

Achternaam

VERBLIJFPLAATS
(straat, nummer, postcode, plaats, land)

Geboortedatum

Datum

Handtekening 4

Privacyverklaring 5 voor de steunbetuigingen die op papier of via individuele online verzamelsystemen worden verzameld:

Overeenkomstig artikel 13 van de algemene verordening gegevensbescherming (Verordening (EU) 2016/679) worden de persoonsgegevens die in dit formulier aan de groep organisatoren van het Europees burgerinitiatief worden verstrekt, uitsluitend aan de bevoegde instanties ter beschikking gesteld ter verificatie en certificering van het aantal geldige steunbetuigingen dat voor dit burgerinitiatief is ontvangen (zie artikel [12] van Verordening (EU) [ ] van het Europees Parlement en de Raad van [ ] betreffende het Europees burgerinitiatief) en, indien noodzakelijk, verder verwerkt met het oog op juridische en administratieve procedures in verband met dit burgerinitiatief (zie artikel [18, lid 5,] van Verordening (EU) [ ] van het Europees Parlement en de Raad van [ ] betreffende het Europees burgerinitiatief). De gegevens mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt.

De betrokkenen hebben het recht op toegang tot hun eigen persoonsgegevens, op rectificatie van hen betreffende onjuiste gegevens, op wissing van hun persoonsgegevens en op beperking van de verwerking van hun persoonsgegevens. De betrokkenen hebben het recht bezwaar te maken tegen de verwerking.

Alle steunbetuigingen worden vernietigd, meer bepaald uiterlijk 18 maanden na de datum waarop de verzameling voor het burgerinitiatief van start gaat of, in het geval van juridische of administratieve procedures, uiterlijk drie maanden na de datum waarop deze procedures worden afgesloten.

Onverminderd andere mogelijkheden van administratief beroep of een voorziening in rechte heeft iedere betrokkene het recht een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit, met name in de lidstaat waar hij gewoonlijk verblijft, hij zijn werkplek heeft of waar de beweerde inbreuk is begaan, indien hij van mening is dat de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens inbreuk maakt op Verordening (EU) 2016/679.

De contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke: De contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming (indien van toepassing):          

Privacyverklaring voor de steunbetuigingen die online via het centrale online verzamelsysteem worden verzameld:

Overeenkomstig artikel 13 van de algemene verordening gegevensbescherming (Verordening (EU) 2016/679) en overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens worden de persoonsgegevens die in dit formulier aan de Europese Commissie worden verstrekt, uitsluitend aan de bevoegde instanties ter beschikking gesteld ter verificatie en certificering van het aantal geldige steunbetuigingen dat voor dit burgerinitiatief is ontvangen (zie artikel [12] van Verordening (EU) [ ] van het Europees Parlement en de Raad van [ ] betreffende het Europees burgerinitiatief) en, indien noodzakelijk, verder verwerkt met het oog op juridische en administratieve procedures in verband met dit burgerinitiatief (zie artikel [18, lid 5,] van Verordening (EU) [ ] van het Europees Parlement en de Raad van [ ] betreffende het Europees burgerinitiatief). De gegevens mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt. De betrokkenen hebben het recht op toegang tot hun eigen persoonsgegevens, op rectificatie van hen betreffende onjuiste gegevens, op wissing van hun persoonsgegevens en op beperking van de verwerking van hun persoonsgegevens. De betrokkenen hebben het recht bezwaar te maken tegen de verwerking. Alle steunbetuigingen worden vernietigd, meer bepaald uiterlijk 18 maanden na de datum waarop de verzameling voor het burgerinitiatief van start gaat of, in het geval van juridische of administratieve procedures, uiterlijk drie maanden na de datum waarop deze procedures worden afgesloten. Elke betrokkene kan, onverminderd de mogelijkheden van beroep voor de rechter, een verzoek indienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming indien hij van oordeel is dat de hem krachtens artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verleende rechten zijn geschonden door de verwerking van zijn persoonsgegevens door de Europese Commissie. Onverminderd andere mogelijkheden van administratief beroep of een voorziening in rechte heeft iedere betrokkene het recht een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit, met name in de lidstaat waar hij gewoonlijk verblijft, hij zijn werkplek heeft of waar de beweerde inbreuk is begaan, indien hij van mening is dat de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens inbreuk maakt op Verordening (EU) 2016/679.

De contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke:     De contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming (indien van toepassing):        

STEUNBETUIGINGSFORMULIER — Deel B 6
(voor lidstaten die vereisen dat een deel van een persoonlijk identificatienummer/persoonlijk identificatiedocumentnummer wordt verstrekt)

Alle velden op dit formulier moeten worden ingevuld.

VAN TEVOREN IN TE VULLEN DOOR DE GROEP ORGANISATOREN:

1. Alle ondertekenaars op dit formulier zijn onderdanen van:

Gelieve slechts één lidstaat per lijst aan te kruisen.

Voor de persoonlijke identificatienummers/persoonlijke identificatiedocumentnummers, waarvan er een moet worden verstrekt: zie de officiële website van de Commissie met het register voor het Europees burgerinitiatief.

2. Registratienummer van de Europese Commissie:     3. Begin- en einddatum van de verzamelperiode:    

4. Internetadres van het initiatief in het register van de Europese Commissie:     

5. Titel van het initiatief:     

6. Inhoud van het initiatief:     

7. Naam en e-mailadres van de geregistreerde contactpersonen [in de in artikel 5, lid 7, bedoelde situatie, in voorkomend geval, bovendien de naam en het land van de zetel van de juridische entiteit]:    

8. Website van het initiatief (indien van toepassing):     

DOOR DE ONDERTEKENAARS IN TE VULLEN IN BLOKLETTERS:

"Ik verklaar hierbij dat de gegevens in dit formulier juist zijn en dat ik dit initiatief nog niet eerder heb gesteund."

Voornaam (voluit)

Achternaam

de laatste vier TEKENS van het PERSOONLIJKE identificatieNUMMER/

PERSOONLIJKE identificatieDOCUMENTNUMMER

Type persoonlijk identificatienummer of persoonlijk identificatiedocument

Datum

Handtekening 7

Privacyverklaring 8 voor de steunbetuigingen die op papier of via individuele online verzamelsystemen worden verzameld:

Overeenkomstig artikel 13 van de algemene verordening gegevensbescherming (Verordening (EU) 2016/679) worden de persoonsgegevens die in dit formulier aan de groep organisatoren van het Europees burgerinitiatief worden verstrekt, uitsluitend aan de bevoegde instanties ter beschikking gesteld ter verificatie en certificering van het aantal geldige steunbetuigingen dat voor dit burgerinitiatief is ontvangen (zie artikel [12] van Verordening (EU) [ ] van het Europees Parlement en de Raad van [ ] betreffende het Europees burgerinitiatief) en, indien noodzakelijk, verder verwerkt met het oog op juridische en administratieve procedures in verband met dit burgerinitiatief (zie artikel [18, lid 5,] van Verordening (EU) [ ] van het Europees Parlement en de Raad van [ ] betreffende het Europees burgerinitiatief). De gegevens mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt.

De betrokkenen hebben het recht op toegang tot hun eigen persoonsgegevens, op rectificatie van hen betreffende onjuiste gegevens, op wissing van hun persoonsgegevens en op beperking van de verwerking van hun persoonsgegevens. De betrokkenen hebben het recht bezwaar te maken tegen de verwerking. Alle steunbetuigingen worden vernietigd, meer bepaald uiterlijk 18 maanden na de datum waarop de verzameling voor het burgerinitiatief van start gaat of, in het geval van juridische of administratieve procedures, uiterlijk drie maanden na de datum waarop deze procedures worden afgesloten. Onverminderd andere mogelijkheden van administratief beroep of een voorziening in rechte heeft iedere betrokkene het recht een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit, met name in de lidstaat waar hij gewoonlijk verblijft, hij zijn werkplek heeft of waar de beweerde inbreuk is begaan, indien hij van mening is dat de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens inbreuk maakt op Verordening (EU) 2016/679.

De contactgegevens van de verwerkingsvantwoordelijke:     De contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming (indien van toepassing):     

Privacyverklaring voor de steunbetuigingen die online via het centrale online verzamelsysteem worden verzameld:

Overeenkomstig artikel 13 van de algemene verordening gegevensbescherming (Verordening (EU) 2016/679) en overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens worden de persoonsgegevens die in dit formulier aan de Europese Commissie worden verstrekt, uitsluitend aan de bevoegde instanties ter beschikking gesteld ter verificatie en certificering van het aantal geldige steunbetuigingen dat voor dit burgerinitiatief is ontvangen (zie artikel [12] van Verordening (EU) [ ] van het Europees Parlement en de Raad van [ ] betreffende het Europees burgerinitiatief) en, indien noodzakelijk, verder verwerkt met het oog op juridische en administratieve procedures in verband met dit burgerinitiatief (zie artikel [18, lid 5,] van Verordening (EU) [ ] van het Europees Parlement en de Raad van [ ] betreffende het Europees burgerinitiatief). De gegevens mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt. De betrokkenen hebben het recht op toegang tot hun eigen persoonsgegevens, op rectificatie van hen betreffende onjuiste gegevens, op wissing van hun persoonsgegevens en op beperking van de verwerking van hun persoonsgegevens. De betrokkenen hebben het recht bezwaar te maken tegen de verwerking. Alle steunbetuigingen worden vernietigd, meer bepaald uiterlijk 18 maanden na de datum waarop de verzameling voor het burgerinitiatief van start gaat of, in het geval van juridische of administratieve procedures, uiterlijk drie maanden na de datum waarop deze procedures worden afgesloten. Elke betrokkene kan, onverminderd de mogelijkheden van beroep voor de rechter, een verzoek indienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming indien hij van oordeel is dat de hem krachtens artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie verleende rechten zijn geschonden door de verwerking van zijn persoonsgegevens door de Europese Commissie. Onverminderd andere mogelijkheden van administratief beroep of een voorziening in rechte heeft iedere betrokkene het recht een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit, met name in de lidstaat waar hij gewoonlijk verblijft, hij zijn werkplek heeft of waar de beweerde inbreuk is begaan, indien hij van mening is dat de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens inbreuk maakt op Verordening (EU) 2016/679.

De contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke:     De contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming (indien van toepassing):    

BIJLAGE IV

CERTIFICAAT TER BEVESTIGING VAN DE OVEREENSTEMMING VAN HET ONLINE VERZAMELSYSTEEM MET VERORDENING (EU) […] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN […] BETREFFENDE HET EUROPEES BURGERINITIATIEF

… (naam van de bevoegde instantie) van … (lidstaat) verklaart hierbij dat het individuele online verzamelsysteem … (internetadres) dat is gebruikt voor het verzamelen van steunbetuigingen voor … (titel van het initiatief), geregistreerd onder het nummer … (registratienummer van het initiatief), voldoet aan de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende het Europees burgerinitiatief.

Datum, handtekening en officieel stempel van de bevoegde instantie:

BIJLAGE V

FORMULIER VOOR HET INDIENEN VAN STEUNBETUIGINGEN BIJ DE BEVOEGDE NATIONALE INSTANTIES

1. Volledige naam, adres en e-mailadres van de contactpersonen (vertegenwoordiger en plaatsvervanger van de groep organisatoren) of van de met het beheer van het initiatief belaste juridische entiteit en haar vertegenwoordiger:

2. Titel van het initiatief:

3. Registratienummer van de Commissie:

4. Datum van registratie:

5. Aantal ondertekenaars die onderdaan zijn van (lidstaat):

6. Totaal aantal verzamelde steunbetuigingen:

7. Aantal lidstaten waar de drempel is gehaald:

8. Bijlagen:

(Voeg alle steunbetuigingen bij van ondertekenaars die onderdaan zijn van de betrokken lidstaat.

Voeg, indien van toepassing, ook het certificaat bij waarin wordt bevestigd dat het individuele online verzamelsysteem in overeenstemming is met Verordening (EU) [...] van het Europees Parlement en de Raad van [...] betreffende het Europees burgerinitiatief.)

9. Hierbij verklaar ik dat de in dit formulier verstrekte informatie juist is en dat de steunbetuigingen zijn verzameld in overeenstemming met artikel [...] van Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende het Europees burgerinitiatief.

10. Datum en handtekening van een van de contactpersonen (vertegenwoordiger/plaatsvervanger 9 ) of van de vertegenwoordiger van de juridische entiteit:

BIJLAGE VI

CERTIFICAAT TER BEVESTIGING VAN HET AANTAL GELDIGE STEUNBETUIGINGEN VOOR … (LIDSTAAT)

… (naam van de bevoegde instantie) van … (lidstaat), verklaart hierbij, na de bij artikel 12 van Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende het Europees burgerinitiatief vereiste verificaties te hebben verricht, dat … steunbetuigingen (aantal geldige steunbetuigingen) voor het initiatief met registratienummer … (registratienummer van het initiatief) geldig zijn volgens de bepalingen van genoemde verordening.

Datum, handtekening en officieel stempel

BIJLAGE VII

FORMULIER VOOR HET INDIENEN VAN EEN INITIATIEF BIJ DE EUROPESE COMMISSIE

1. Titel van het initiatief:

2. Registratienummer van de Commissie:

3. Datum van registratie:

4. Aantal ontvangen geldige steunbetuigingen (ten minste 1 miljoen):

5. Aantal gecertificeerde ondertekenaars per lidstaat:

BE

BG

CZ

DK

DE

EE

IE

EL

ES

FR

HR

IT

CY

LV

LT

LU

Aantal ondertekenaars

HU

MT

NL

AT

PL

PT

RO

SI

SK

FI

SE

UK

TOTAAL

Aantal ondertekenaars

6. Volledige naam, adres en e-mailadres van de contactpersonen (vertegenwoordiger en plaatsvervanger van de groep organisatoren) 10 of van de met het beheer van het initiatief belaste juridische entiteit en haar vertegenwoordiger:

7. Vermeld alle bronnen waaruit steun en financiering voor het initiatief afkomstig zijn, met inbegrip van het bedrag van de financiële steun ten tijde van de indiening.

8. Hierbij verklaar ik dat de in dit formulier verstrekte informatie juist is en dat alle relevante in Verordening (EU) […] van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende het Europees burgerinitiatief opgenomen procedures en voorwaarden in acht zijn genomen.

Datum en handtekening van een van de contactpersonen (vertegenwoordiger/plaatsvervanger 11 ) of van de vertegenwoordiger van de juridische entiteit:

9. Bijlagen: (Alle certificaten bijvoegen a.u.b.).

(1) Privacyverklaring: overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, worden betrokkenen op de hoogte gesteld van het feit dat deze persoonsgegevens door de Commissie worden verzameld voor de procedure van het burgerinitiatief. Alleen de volledige naam van de organisatoren, het land van verblijf van de vertegenwoordiger of, in voorkomend geval, de naam en het land van de zetel van de juridische entiteit, het e-mailadres van de contactpersonen en informatie met betrekking tot de steun- en financieringsbronnen worden openbaar gemaakt in het online register van de Commissie. De betrokkenen mogen na het verstrijken van een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van registratie van het voorgestelde burgerinitiatief, op basis van zwaarwegende legitieme gronden die met hun specifieke situatie verband houden, bezwaar aantekenen tegen de openbaarmaking van hun persoonsgegevens en te allen tijde vragen om rectificatie van die gegevens en om verwijdering van hun persoonsgegevens uit het online register van de Commissie.
(2) Het formulier moet op één blad worden afgedrukt. De organisatoren mogen het blad recto verso bedrukken. Om papieren steunbetuigingen in het centrale online verzamelsysteem op te laden, moet een door de Commissie beschikbaar gestelde code worden gebruikt.
(3) Handtekening niet verplicht wanneer het formulier online wordt ingediend via het in artikel 10 bedoelde centrale online verzamelsysteem of via een in artikel 11 bedoeld individueel online verzamelsysteem.
(4) Welke van de twee voorgestelde versies van de privacyverklaring wordt gebruikt, hangt af van de verzamelmethode.
(5) Het formulier moet op één blad worden afgedrukt. De organisatoren mogen het blad recto verso bedrukken. Om papieren steunbetuigingen in het centrale online verzamelsysteem op te laden, moet een door de Commissie beschikbaar gestelde code worden gebruikt.
(6) Handtekening niet verplicht wanneer het formulier online wordt ingediend via het in artikel 10 bedoelde centrale online verzamelsysteem of via een in artikel 11 bedoeld individueel online verzamelsysteem.
(7) Welke van de twee voorgestelde versies van de privacyverklaring wordt gebruikt, hangt af van de wijze van verzamelen.
(8) Doorhalen wat niet van toepassing is.
(9) Privacyverklaring: overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, worden betrokkenen op de hoogte gesteld van het feit dat deze persoonsgegevens door de Commissie worden verzameld voor de procedure van het burgerinitiatief. Alleen de volledige naam van de organisatoren, het e-mailadres van de contactpersonen en informatie met betrekking tot de steun- en financieringsbronnen worden in het online register van de Commissie openbaar gemaakt voor het publiek. De betrokkenen mogen na het verstrijken van een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van registratie van het voorgestelde burgerinitiatief, op basis van zwaarwegende legitieme gronden die met hun specifieke situatie verband houden, bezwaar aantekenen tegen de openbaarmaking van hun persoonsgegevens en te allen tijde vragen om rectificatie van die gegevens en om verwijdering van hun persoonsgegevens uit het online register van de Commissie.
(10) Doorhalen wat niet van toepassing is.