12.10.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 342/65 |
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels
(2017/C 342/10)
|
I. AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN
Wijzigingsvoorstel 1
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Uitkeringen bij langdurige zorg zijn tot dusver niet expliciet opgenomen in de materiële werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 maar gecoördineerd als prestaties bij ziekte , wat heeft geleid tot rechtsonzekerheid voor zowel de organen als de personen die aanspraak maken op prestaties bij langdurige zorg. Er moet een stabiel rechtskader worden ontwikkeld dat is afgestemd op prestaties bij langdurige zorg binnen de verordening zodat deze uitkeringen duidelijk worden gedefinieerd . |
Uitkeringen bij langdurige zorg zijn tot dusver niet expliciet opgenomen in de materiële werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 maar gecoördineerd als prestaties bij ziekte. Er moet een stabiel rechtskader worden ontwikkeld dat is afgestemd op prestaties bij langdurige zorg binnen de verordening. |
Motivering
Verruimde coördinatie van uitkeringen bij langdurige zorg moet worden toegejuicht. Een duidelijke, uniforme afbakening tussen verpleeg- en ziekte-uitkeringen is bovendien momenteel niet mogelijk gezien de verschillende nationale regels.
Een voorwaarde voor coördinatie is dat verpleging in alle lidstaten erkend en ontwikkeld is als een soort prestatie in aanvulling op prestaties bij ziekte. Daarom moet op dit moment de voorkeur worden gegeven aan een aanpassing van artikel 34 boven een apart hoofdstuk voor zorg.
Wijzigingsvoorstel 2
Voorstel voor een verordening
Artikel 1, lid 3, eerste alinea
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
Na overweging 5 wordt de volgende tekst ingevoegd: |
Na overweging 5 wordt de volgende tekst ingevoegd: |
||||
|
|
Motivering
Het HvJ heeft in de vermelde arresten vastgesteld dat socialezekerheidsuitkeringen die krachtens artikel 70 van Verordening (EG) nr. 883/2004 als bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties moeten worden beschouwd, ook als sociale uitkering gelden in de zin van artikel 24, lid 2, van Richtlijn 2004/38/EG. Voor zover zij tegelijk uitkeringen van sociale bijstand zijn, is de daarin vermelde bevoegdheid voor de lidstaten gerechtvaardigd. De voorgestelde wijziging beoogt een en ander te verduidelijken.
Wijzigingsvoorstel 3
Voorstel voor een verordening
Artikel 1, lid 3, derde alinea
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Spreekt voor zich.
Wijzigingsvoorstel 4
Voorstel voor een verordening
Artikel 1, lid 13
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Artikel 12 wordt vervangen door: „Artikel 12 Bijzondere regels 1. Degene die werkzaamheden in loondienst verricht in een lidstaat voor rekening van een werkgever die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht, en die door die werkgever wordt gedetacheerd in de zin van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (1) of uitgezonden om voor zijn rekening werkzaamheden in een andere lidstaat te verrichten, blijft onderworpen aan de wetgeving van de eerste lidstaat, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan 24 maanden bedraagt en de betrokkene niet ter beschikking wordt gesteld of wordt uitgezonden om een eerder in de zin van dit artikel ter beschikking gestelde of uitgezonden persoon — al dan niet in loondienst — te vervangen. 2. Op degene die in een lidstaat werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten en werkzaamheden van gelijke aard in een andere lidstaat gaat verrichten, blijft de wetgeving van de eerste lidstaat van toepassing, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan 24 maanden bedraagt en de betrokkene geen andere ter beschikking gestelde persoon — al dan niet in loondienst — vervangt.”. |
Artikel 12 wordt vervangen door: „Artikel 12 Bijzondere regels 1. Degene die werkzaamheden in loondienst verricht in een lidstaat voor rekening van een werkgever die daar zijn werkzaamheden normaliter verricht, en die door die werkgever wordt gedetacheerd in de zin van Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (1) of uitgezonden om voor zijn rekening werkzaamheden in een andere lidstaat te verrichten, blijft onderworpen aan de wetgeving van de eerste lidstaat, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan 12 maanden bedraagt en de betrokkene niet ter beschikking wordt gesteld of wordt uitgezonden om een eerder in de zin van dit artikel ter beschikking gestelde of uitgezonden persoon — al dan niet in loondienst — te vervangen. 2. Op degene die in een lidstaat werkzaamheden anders dan in loondienst pleegt te verrichten en werkzaamheden van gelijke aard in een andere lidstaat gaat verrichten, blijft de wetgeving van de eerste lidstaat van toepassing, mits de te verwachten duur van die werkzaamheden niet meer dan 12 maanden bedraagt en de betrokkene geen andere ter beschikking gestelde persoon — al dan niet in loondienst — vervangt.”. |
Motivering
De voorgestelde beperking van de termijn waarna de wetgeving van het gastland onverkort van toepassing blijft voor een gedetacheerde werknemer strookt met het goedgekeurde CvdR-standpunt ten aanzien van de detacheringsrichtlijn (COR-2016-02881).
Wijzigingsvoorstel 5
Voorstel voor een verordening
Artikel 1, lid 16
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Artikel 34 wordt geschrapt. |
Artikel 34 Samenloop van prestaties bij langdurige zorg 1. Indien een begunstigde van een uitkering voor langdurige zorg die moet worden behandeld als een ziekteprestatie en die derhalve wordt verstrekt door de lidstaat die bevoegd is ten aanzien van de uitkeringen krachtens artikel 21 of artikel 29, tegelijk uit hoofde van dit hoofdstuk aanspraak kan maken op verstrekkingen voor hetzelfde doel van het orgaan van de woon- of verblijfplaats in een andere lidstaat, en een orgaan in eerstbedoelde lidstaat tevens krachtens artikel 35 de kosten van genoemde verstrekkingen moet terugbetalen, is de in artikel 10 ter vervatte algemene bepaling ter voorkoming van samenloop van prestaties van toepassing, behoudens uitsluitend de volgende beperking: indien de betrokkene aanspraak maakt op de verstrekking en die ontvangt, wordt het bedrag van de uitkering verminderd met het bedrag van de verstrekking waarop aanspraak is gemaakt of zou kunnen worden gemaakt bij het orgaan van de eerstbedoelde lidstaat dat de kosten moet terugbetalen. 2. De Administratieve Commissie stelt een gedetailleerde lijst op van prestaties bij langdurige zorg die aan de criteria van artikel 1, punt v ter), van deze verordening voldoen, en specificeert welke prestaties verstrekkingen en welke uitkeringen zijn. 3. Twee of meer lidstaten of de bevoegde autoriteiten van die lidstaten kunnen besluiten tot andere of aanvullende maatregelen, die voor de betrokkenen niet minder gunstig mogen zijn dan de beginselen van lid 1. |
Motivering
Indien wordt afgezien van de invoering van een hoofdstuk 1 bis (wijzigingsvoorstel 5) moet artikel 34, lid 2, opnieuw geformuleerd worden om duidelijk te maken hoe de door de Administratieve Commissie op te stellen lijst er uit moet zien. Inhoudelijke motivering: zie de motivering bij wijzigingsvoorstel 1 (overweging 6).
Informatie voor het secretariaat: de originele tekst van Verordening (EG) nr. 883/2004 inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels luidt in artikel 34, lid 2: „2. De Administratieve Commissie stelt een lijst op van de uitkeringen en de verstrekkingen waarop lid 1 van toepassing is.”.
Wijzigingsvoorstel 6
Voorstel voor een verordening
Artikel 1, lid 17
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Na artikel 35 wordt het volgende hoofdstuk ingevoegd: „HOOFDSTUK 1 bis Prestaties bij langdurige zorg Artikel 35 bis Algemene bepalingen 1. Onverminderd de specifieke bepalingen van dit hoofdstuk zijn de artikelen 17 tot en met 32 van overeenkomstige toepassing op prestaties bij langdurige zorg. 2. De Administratieve Commissie stelt een gedetailleerde lijst op van prestaties bij langdurige zorg die aan de criteria van artikel 1, punt v ter), van deze verordening voldoen, en specificeert welke prestaties verstrekkingen en welke uitkeringen zijn. 3. In afwijking van lid 1 kunnen de lidstaten uitkeringen bij langdurige zorg verlenen in overeenstemming met de andere hoofdstukken van titel III, als de uitkering en de specifieke voorwaarden met betrekking tot de uitkering in bijlage XII worden vermeld en het resultaat van een dergelijke coördinatie voor de begunstigden ten minste even gunstig is als wanneer de uitkering krachtens dit hoofdstuk werd gecoördineerd. Artikel 35 ter Samenloop van prestaties bij langdurige zorg 1. Als een begunstigde van uit hoofde van de wetgeving van de bevoegde lidstaat verleende uitkeringen bij langdurige zorg tegelijkertijd en krachtens dit hoofdstuk verstrekkingen bij langdurige zorg ontvangt van het orgaan van de woon- of verblijfplaats in een andere lidstaat en als een orgaan in de eerste lidstaat de kosten van die verstrekkingen ook moet terugbetalen krachtens artikel 35 quater, is de algemene bepaling van artikel 10 ter voorkoming van de samenloop van prestaties van toepassing, met alleen de volgende beperking: het bedrag van de uitkering wordt verminderd met het terugvorderbare bedrag voor de verstrekking, dat krachtens artikel 35 quater kan worden gevorderd van het orgaan van de eerste lidstaat. 2. Twee of meer lidstaten of de bevoegde autoriteiten van die lidstaten kunnen besluiten tot andere of aanvullende maatregelen, die voor de betrokkenen niet minder gunstig mogen zijn dan de beginselen van lid 1. Artikel 35 quater Vergoedingen tussen organen onderling 1. Artikel 35 is van overeenkomstige toepassing op prestaties bij langdurige zorg. 2. Als de wetgeving van een lidstaat waar het uit hoofde van dit hoofdstuk bevoegde orgaan zich bevindt, niet voorziet in verstrekkingen bij langdurige zorg, wordt het orgaan dat in die lidstaat uit hoofde van hoofdstuk 1 bevoegd is of zou zijn voor de vergoeding van in een andere lidstaat verleende verstrekkingen bij ziekte, ook als het bevoegde orgaan beschouwd uit hoofde van hoofdstuk 1 bis.”. |
|
Motivering
Inhoudelijke motivering: zie de motivering bij wijzigingsvoorstel 1 (overweging 6).
Wijzigingsvoorstel 7
Voorstel voor een verordening
Artikel 1, lid 22
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
2. In afwijking van lid 1 stelt een volledig werkloze die tijdens het verrichten van zijn laatste werkzaamheden — al dan niet in loondienst — in een andere dan de bevoegde lidstaat woonde en niet ten minste twaalf maanden werkloosheidsverzekering uitsluitend onder de wetgeving van de bevoegde lidstaat had vervuld, zich ter beschikking van de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat van zijn/haar woonplaats. Hij/zij ontvangt uitkeringen overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat van zijn/haar woonplaats, alsof hij/zij alle tijdvakken van verzekering onder de wetgeving van die lidstaat had vervuld. Die uitkeringen worden door het orgaan van de lidstaat van zijn/haar woonplaats verleend. Bij wijze van alternatief kan een in dit lid bedoelde volledig werkloze die alleen recht zou hebben op een werkloosheidsuitkering uit hoofde van de nationale wetgeving van de bevoegde lidstaat als hij/zij daar woonde, in plaats daarvan verkiezen zich ter beschikking van de diensten voor arbeidsvoorziening van die lidstaat te stellen en uitkeringen overeenkomstig de wetgeving van die lidstaat te ontvangen, alsof hij/zij daar woonde. |
2. In afwijking van lid 1 stelt een volledig werkloze die tijdens het verrichten van zijn laatste werkzaamheden — al dan niet in loondienst — in een andere dan de bevoegde lidstaat woonde en niet ten minste twaalf maanden werkloosheidsverzekering uitsluitend onder de wetgeving van de bevoegde lidstaat had vervuld, zich ter beschikking van de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat van zijn/haar woonplaats. Hij/zij ontvangt uitkeringen overeenkomstig de wetgeving van de lidstaat van zijn/haar woonplaats, alsof hij/zij alle tijdvakken van verzekering onder de wetgeving van die lidstaat had vervuld. Die uitkeringen worden door het orgaan van de lidstaat van zijn/haar woonplaats verleend. |
Motivering
De uitzondering blijft zonder gevolgen als de geringe — minder dan 12 maanden — arbeidsduur geen aanspraak op uitkering rechtvaardigt. Dan is de uitzondering ook niet nodig. Zou er een aanspraak ontstaan, met name in verband met de volgens artikel 6 mee te tellen arbeidsperioden uit andere lidstaten, dan moet gemotiveerd worden waarom de lidstaat van verblijf deze uitkering moet verstrekken, hoewel andere lidstaten de bijdragen hebben ontvangen. De uitzondering strookt evenmin met de in artikel 64 voorgestelde regels die de export van uitkeringen in zulke gevallen garanderen.
Wijzigingsvoorstel 8
Voorstel voor een verordening
Artikel 2, lid 11, eerste alinea
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Na artikel 19, lid 2, worden de volgende leden ingevoegd: 3. Wanneer een orgaan verzocht wordt om de hierboven bedoelde verklaring te verstrekken, voert het een passende beoordeling van de relevante feiten uit en waarborgt het dat de informatie op basis waarvan de verklaring wordt verstrekt, juist is . |
Na artikel 19, lid 2, worden de volgende leden ingevoegd: 3. Wanneer een orgaan verzocht wordt om de hierboven bedoelde verklaring te verstrekken, voert het een passende beoordeling van de relevante feiten uit. |
Motivering
De verstrekkende organen kunnen niet garanderen dat deze informatie juist is. Zij moeten vertrouwen op relevante informatie van de werkgever. De verstrekkende overheden kunnen zeker niet aansprakelijk zijn voor verkeerde inlichtingen indien zij zelf verkeerd geïnformeerd werden.
II. BELEIDSAANBEVELINGEN
HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO'S (CvdR)
Algemene opmerkingen
1. |
onderschrijft de vrije en faire arbeidsmobiliteit en is derhalve verheugd over de herziening van de regelingen voor de coördinatie van de sociale zekerheid tegen de achtergrond van de toenemende mobiliteit van de burgers in de EU. |
2. |
Het vrije verkeer van werknemers, opgevat als negatieve integratie van de interne markt, moet daarom aangevuld worden met de coördinatie van de sociale zekerheid als positieve integratie, in overeenstemming met het Europees Handvest van de grondrechten en de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie (HvJ). |
3. |
Het CvdR beschouwt het Commissievoorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en van Verordening (EG) nr. 987/2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 overwegend als passend en zinvol en onderschrijft het daarom. |
4. |
De Commissie zij herinnerd aan haar initiatief voor een betere regelgeving en erop gewezen dat de ingewikkelde regelgeving van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 zowel voor de instanties als voor de burgers met het oog op de vaststelling van de rechtspositie begrijpelijk moet blijven. |
5. |
Het CvdR benadrukt het belang van regionale advies- en ondersteunende netwerken voor mobiele EU-burgers. Deze zijn absoluut nodig om exploitatie van mobiele werknemers en georganiseerde fraude te voorkomen. Het CvdR pleit dus voor versterking van deze netwerken. |
6. |
Het onderstreept dat het voorstel van de Commissie nodig is om het vrije verkeer van werknemers te waarborgen. Op basis van de duidelijke rechtsgrondslag, artikel 48 VWEU, zijn er ten aanzien van het voorstel van de Commissie dus geen vragen met betrekking tot de subsidiariteit. De doelstellingen van het overwogen optreden kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, maar kunnen vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie worden bereikt. Het voorgestelde optreden omvat trans- nationale aspecten die niet adequaat kunnen worden geregeld door de lidstaten en/of de regionale en lokale overheden alleen. |
7. |
Het is van groot belang dat het technisch overleg met de Commissie hierover wordt voortgezet. In dit verband wordt gewezen op het belang van het effectbeoordelingsverslag dat de Commissie op basis van de samenwerkingsovereenkomst met het CvdR te gelegener tijd zal publiceren. |
Terbeschikkingstelling van werknemers
8. |
Er wordt voortgang geboekt met de regelgeving voor de detachering, alsook voor de detacheringsverklaring. Het is verheugend dat de Commissie door de invoeging van een artikel 76 bis wordt gemachtigd om conform artikel 291 VWEU uitvoeringshandelingen vast te stellen waarmee een standaardprocedure wordt vastgesteld voor de afgifte, betwisting en intrekking van het „Portable document A1” (de zogenaamde A1-verklaring), zodat misbruik van dit document wordt bemoeilijkt. De beoogde procedure kan met name langdurige juridische geschillen tot en met niet-nalevingsprocedures voorkomen en daarmee bijdragen aan de rechtsvrede binnen Europa. |
9. |
Het huidige voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 inzake de actualisering van de procedures voor de afgifte van A1-verklaringen bevat een cruciaal element voor de te verbeteren bescherming tegen sociaal misbruik van gedetacheerde werknemers, tegen de achtergrond van de gelijktijdige herziening van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers. Met het oog op de betekenis van dit aspect is elke stap in de richting van een bindende, duidelijke en onmiddellijke opstelling van de toekomstige afgifte van de A1-verklaring van groot belang en moet hier dus speciale aandacht aan worden besteed. |
10. |
Wat de terbeschikkingstelling van werknemers betreft, hangt sociale zekerheid in grote mate af van de duidelijkheid van regels en definities. Daarom zou een niet mis te verstane interpretatie van belangrijke begrippen als „zelfstandigheid” of „domicilie” helpen om problemen van schijnzelfstandigheid of brievenbusmaatschappijen effectief te kunnen aanpakken. |
11. |
Het Comité herhaalt dat de termijn voor volledige toepassing van de wetgeving van het gastland op een dienstverband in geval van detachering 12 maanden dient te bedragen (1). |
12. |
Helaas loopt de invoering van de elektronische uitwisseling van socialezekerheidsgegevens (EESSI) vertraging op. Een pan-Europese elektronische gegevensuitwisseling is volgens het Comité onontbeerlijk. |
Uitkeringen bij ziekte en verpleging
13. |
merkt op dat door coördinatie van verpleeguitkeringen het toepassingsgebied van het coördinerende recht zich uitbreidt, hetgeen noodzakelijk is gelet op de doelstelling van de voorgestelde actie; het cumulatieverbod in verband met ziekte- en verpleeguitkeringen valt echter waarschijnlijk moeilijk toe te passen; |
14. |
Zieke mensen die zich in een lidstaat bevinden, moeten ook beschermd worden als zij geen recht van verblijf in die lidstaat hebben. Het Comité merkt echter op dat een buitenlandse, volgens geldend EU-recht afgesloten ziektekostenverzekering vaak slechts moeizaam erkend wordt en dat in sommige lidstaten mensen met onzekere banen vaak een dergelijke verzekering ten enenmale en ten onrechte geweigerd wordt. |
15. |
Daarom staat het CvdR er in principe achter dat als rechtvaardiging voor de ziektekostenverzekering voor de niet-actieve en achtergestelde EU-burgers alleen de feitelijke woonplaats in een lidstaat vereist is, en niet de plaats van legaal verblijf. Het is in dit verband van mening dat het gastland het recht moet krijgen om de betrokken uitgaven terugbetaald te krijgen door de bevoegde lidstaat. |
Werkloosheidsuitkeringen
16. |
Het CvdR acht de nieuwe regelingen voor de coördinatie van werkloosheidsuitkeringen adequaat. Hoewel de in artikel 65, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004, opgenomen afwijking voor kortlopende arbeidsbetrekkingen van minder dan twaalf maanden strikt gesproken misschien niet nodig is, verduidelijkt zij de tekst. |
17. |
Het Comité is ingenomen met de te verwachten verlenging van de mogelijkheid tot exporteren van werkloosheidsuitkeringen van drie naar zes maanden. Het wijst er echter op dat dit gerelateerd zou moeten worden aan relevant actief arbeidsmarktbeleid (AAMB), dat cruciaal is voor de zogeheten activeringsstrategieën, waarin de wisselwerking tussen werkloosheidsverzekering en steunregelingen, AAMB’s en de uitkeringsvoorwaarden centraal staan. Het zou verduidelijkt moeten worden hoe de lidstaten de periode gedurende welke uitkeringen kunnen worden geëxporteerd, moeten kunnen uitbreiden boven het toepasselijke Europese recht uit. Het CvdR plaatst echter kanttekeningen bij de bijzondere regeling voor dienstbetrekkingen van minder dan 12 maanden. |
Gezinsuitkeringen
18. |
Benadrukt zij dat alle EU-burgers recht hebben op de gezins- en sociale uitkeringen van het land waarin zij ingeschreven staan, werkzaam of belastingplichtig zijn, hoewel de aanspraken op gezins- en sociale uitkeringen tussen lidstaten fors uiteen kunnen lopen. |
Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties
19. |
Het CvdR erkent de bevoegdheid die voortvloeit uit de rechtspraak van het HvJ over de bevoegdheden van de lidstaten voor de opzet van sociale bijstand voor niet-actieve personen en is ingenomen met het idee dat deze regelingen in verband met de Europese grondrechten beschouwd moeten worden als een belangrijke en nieuwe invalshoek. Het valt toe te juichen dat deze personen in de toekomst niet van een ziektekostenverzekering zullen worden uitgesloten indien zij een feitelijke woonplaats hebben en merkt op dat zij op evenredige wijze kunnen bijdragen aan een stelsel van ziekteverzekering op basis van hun gewone verblijfplaats. De vraag blijft echter wanneer beperking of uitsluiting van sociale bijstand dan wel gerechtvaardigd is. Tegelijkertijd gaat de uitbreiding van dit beginsel tot EU-burgers die de facto in een ander dan hun eigen land verblijven, gepaard met een regeling voor de toepassing ervan, ook om een gelijke behandeling en een gelijke lastenverdeling onder de lidstaten te waarborgen. |
Grensarbeiders
20. |
Helaas is er een gebrek aan betrouwbare gegevens en informatie over het aantal grensarbeiders in de zin van de juridische definitie in Verordening (EG) nr. 883/2004. |
21. |
Opgemerkt zij dat de grensregio’s veel ervaring hebben met mobiele werknemers. Het CvdR roept de Commissie en de lidstaten op om gebruik te maken van die ervaring. Het doet in dit verband een beroep op de Commissie om versterking van ondersteunende diensten voor grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit die grensoverschrijdende Eures verlenen. Die moeten in staat worden gesteld om betrouwbare gegevens te vergaren over het aantal en het profiel van de grensoverschrijdende arbeidskrachten en hun werkgevers. |
Brussel, 12 juli 2017.
De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's
Markku MARKKULA
(1) Advies over de herziening van de detacheringsrichtlijn (COR-2016-02881).