12.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 342/74


Advies van het Europees Comité van de Regio's over territoriale indeling en typologieën

(2017/C 342/11)

Rapporteur:

Mieczysław STRUK (PL/EVP), voorzitter van de regioraad van Pommeren

Referentiedocument:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1059/2003 wat betreft de territoriale typologieën (Tercet)

COM(2016) 788 final

I.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

Wijzigingsvoorstel 1

COM(2016) 788 final

Artikel 1

Lid 1 wijzigen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Artikel 1

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1059/2003 wordt als volgt gewijzigd:

Verordening (EG) nr. 1059/2003 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

„Artikel 1

„Artikel 1

Onderwerp

Onderwerp

1.   In deze verordening is een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) vastgesteld teneinde het verzamelen, opmaken en verspreiden van geharmoniseerde statistieken op verschillende territoriale eenheden in de EU mogelijk te maken.

1.   In deze verordening is een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) vastgesteld teneinde het verzamelen, opmaken en verspreiden van geharmoniseerde statistieken op verschillende territoriale eenheden in de EU mogelijk te maken.

2.   De NUTS-nomenclatuur is opgenomen in bijlage I.

2.   De NUTS-nomenclatuur is opgenomen in bijlage I.

3.   Lokale bestuurlijke eenheden (LBE's) als bedoeld in artikel 4, vormen een aanvulling op de NUTS-classificatie.

3.   Lokale bestuurlijke eenheden (LBE's) als bedoeld in artikel 4, vormen een aanvulling op de NUTS-classificatie.

4.   Statistische rasters als bedoeld in artikel 4 bis, vormen een aanvulling op de NUTS-classificatie. Zij zullen worden gebruikt om op bevolkings cijfers gebaseerde territoriale typologieën te berekenen.

4.   Statistische rasters als bedoeld in artikel 4 bis, vormen een aanvulling op de NUTS-classificatie. Zij zullen worden gebruikt om op bevolkings spreiding en -dichtheid gebaseerde territoriale typologieën te berekenen.

5.   De territoriale typologieën zoals bedoeld in artikel 4 ter vormen een aanvulling op de NUTS-nomenclatuur door de toekenning van soorten aan de territoriale eenheden.”;

5.   De territoriale typologieën zoals bedoeld in artikel 4 ter vormen een aanvulling op de NUTS-nomenclatuur door de toekenning van soorten aan de territoriale eenheden.”;

Motivering

Nauwkeurigere formulering.

Wijzigingsvoorstel 2

COM(2016) 788 final

Artikel 1

Lid 5 wijzigen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

5)   De volgende artikelen 4 bis en 4 ter worden ingevoegd:

5)   De volgende artikelen 4 bis en 4 ter worden ingevoegd:

[…]

[…]

Artikel 4 ter

Artikel 4 ter

Territoriale typologieën van de Unie

Territoriale typologieën van de Unie

[…]

[…]

3.   De volgende typologieën worden opgesteld op LBE-niveau:

3.   De volgende typologieën worden opgesteld op LBE-niveau:

a)

urbanisatiegraad (DEGURBA):

a)

urbanisatiegraad (DEGURBA):

 

„stedelijke gebieden”:

 

„stedelijke gebieden”:

 

„steden” of „dichtbevolkte gebieden”;

 

„dichtbevolkte gebieden”;

 

steden en voorsteden” of „gebieden met middelhoge bevolkingsdichtheid”;

 

„gebieden met middelhoge bevolkingsdichtheid”;

 

plattelandsgebieden” of „dunbevolkte gebieden”;

 

„dunbevolkte gebieden”;

b)

functionele stedelijke gebieden:

b)

functionele stedelijke gebieden:

 

„steden” en hun „pendelzones”;

 

stedelijke gebieden ” en hun „pendelzones”;

c)

kustgebieden:

c)

kustgebieden:

 

„kustgebieden”,

 

„kustgebieden”,

 

„niet aan de kust gelegen gebieden”.

 

„niet aan de kust gelegen gebieden”.

Indien er meer dan één administratief LBE-niveau is in een lidstaat, raadpleegt de Commissie (Eurostat) die lidstaat om te bepalen welk administratief LBE-niveau wordt gebruikt voor de toekenning van de typologieën.

Indien er meer dan één administratief LBE-niveau is in een lidstaat, raadpleegt de Commissie (Eurostat) die lidstaat om te bepalen welk administratief LBE-niveau wordt gebruikt voor de toekenning van de typologieën.

4.   De volgende typologieën en omschrijvingen worden opgesteld op NUTS-niveau 3:

4.   De volgende typologieën en omschrijvingen worden opgesteld op NUTS-niveau 3:

a)

stedelijk-landelijke typologie:

a)

stedelijk-landelijke typologie:

 

„voornamelijk stedelijke gebieden”;

 

„voornamelijk stedelijke gebieden”;

 

„overgangsregio’s”;

 

„overgangsregio’s”;

 

„voornamelijk landelijke gebieden”;

 

„voornamelijk landelijke gebieden”;

b)

grootstedelijke typologie:

b)

grootstedelijke typologie:

 

„grootstedelijke gebieden”;

 

„grootstedelijke gebieden”;

 

„niet-grootstedelijke gebieden”;

 

„niet-grootstedelijke gebieden”;

c)

kusttypologie:

c)

kusttypologie:

 

„kustgebieden”;

 

„kustgebieden”;

 

„niet aan de kust gelegen gebieden”.

 

„niet aan de kust gelegen regio's”.

 

d)

eilandtypologie:

„insulaire gebieden”

„niet-insulaire gebieden”;

e)

bergtypologie:

„berggebieden”;

„niet-berggebieden”;

f)

grenstypologie:

„grensgebieden”;

„niet aan een grens gelegen gebieden”;

g)

bevolkingstypologie:

„dunbevolkte gebieden”;

„niet-dunbevolkte gebieden”;

„vergrijzende gebieden”;

„niet-vergrijzende gebieden”;

„gebieden die kampen met ontvolking”;

„gebieden die niet kampen met ontvolking”;

h)

perifere typologie:

„perifere gebieden”;

„niet-perifere gebieden”.

Motivering

Met behulp van relevante indicatoren kunnen gebieden met specifieke (geografische, economische, sociale en demografische) kenmerken zo overheidsbeleid helpen uitvoeren voor de aanpak van problemen die zij ondervinden.

Wijzigingsvoorstel 3

COM(2016) 788 final

Artikel 1

Lid 5 wijzigen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

5)   De volgende artikelen 4 bis en 4 ter worden ingevoegd:

5)   De volgende artikelen 4 bis en 4 ter worden ingevoegd:

[…]

[…]

Artikel 4 ter

Artikel 4 ter

Territoriale typologieën van de Unie

Territoriale typologieën van de Unie

[…]

[…]

„5.   De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen uniforme voorwaarden vast voor de geharmoniseerde toepassing van de typologieën in de lidstaten en op het niveau van de Unie. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 7 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

„5.    In overleg met de lidstaten en de regio’s stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen uniforme voorwaarden vast voor de geharmoniseerde toepassing van de typologieën in de lidstaten en op het niveau van de Unie.

 

6.     De in lid 3 en lid 4 genoemde typologieën zouden kunnen worden aangevuld met nieuwe typologieën als de lidstaten of het Comité van de Regio’s vaststellen dat die in een duidelijke behoefte voorzien en de Commissie het daarmee eens is.

Motivering

Met behulp van relevante indicatoren kunnen gebieden met specifieke (geografische, economische, sociale en demografische) kenmerken zo overheidsbeleid helpen uitvoeren voor de aanpak van problemen die zij ondervinden.

II.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO'S (CvdR)

1.

benadrukt dat Europese regionale statistieken een belangrijk hulpmiddel zijn voor gerichte beleidsvorming. Ook vormen zij een nuttig instrument om het effect van politieke besluiten op specifieke gebieden in kaart te brengen en te kwantificeren. Deze statistieken worden door diverse publieke en particuliere partijen, waaronder lokale en regionale overheden, voor tal van doeleinden gebruikt en bieden een objectieve basis voor de besluitvorming over overheidsoptreden op allerlei terreinen, zoals ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf, innovatiebeleid, onderwijs, arbeidsmarkt, toerisme en maritieme sectoren.

2.

Op basis van Europese statistieken vastgestelde territoriale typologieën zijn belangrijk voor regionaal beleid, omdat zij ertoe kunnen bijdragen dat maatregelen empirisch onderbouwd zijn en dat de territoriale aanpak een meer geïntegreerd karakter krijgt dat de diversiteit van de regio's van de EU weerspiegelt.

3.

Het CvdR neemt nota van het voorstel om Verordening (EG) nr. 1059/2003 over territoriale typologieën (Tercet) te wijzigen. Codificatie van deze typologieën zou het mogelijk kunnen maken om per type territorium gegevens te verzamelen en zo te zorgen voor een uniforme en transparante toepassing van methoden, zowel op het niveau van de EU als op dat van de lidstaten. Dat mag er echter niet toe leiden dat de nieuwe Tercet-nomenclatuur wordt vertaald in subsidiabiliteitregels voor EU-beleid, waaronder het cohesiebeleid.

4.

De voorgestelde wijziging van Verordening (EG) nr. 1059/2003 strookt met het subsidiariteitsbeginsel, want de lidstaten zelf zijn niet in voldoende mate in staat om voor statistische doeleinden op EU-niveau geharmoniseerde statistische classificaties vast te stellen, te coördineren en te handhaven. Anderzijds echter kan subsidiariteit alleen worden gewaarborgd als de territoriale typologieën in nauw overleg met de lidstaten en regio's worden vastgesteld. Bovendien kan het voorstel ook beschouwd worden als zijnde in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, omdat het in principe niet verder gaat dan wat nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken.

5.

De nationale bureaus voor de statistiek en regionale (lokale) overheden zouden in nauwer overleg met elkaar moeten staan om ervoor te zorgen dat de nieuwe Tercet-nomenclatuur een goede weerspiegeling vormt van de sociaal-economische, ruimtelijke en bestuurlijke kenmerken van verschillende gebieden.

6.

In Europese regionale statistieken moet ter versterking van de economische, sociale en territoriale samenhang (artikel 174 VWEU) voldoende aandacht worden geschonken aan de speciale situatie van gebieden met bijzondere geografische, economische, sociale en demografische kenmerken.

7.

Het CvdR wijst in dit verband op:

a)

artikel 174 van het VWEU, waarin staat dat bijzondere aandacht nodig is voor de plattelandsgebieden, de regio’s die een industriële overgang doormaken en de regio’s die kampen met ernstige en permanente natuurlijke of demografische belemmeringen, zoals de meest noordelijke regio’s met een zeer geringe bevolkingsdichtheid, alsmede insulaire, grensoverschrijdende en berggebieden;

b)

het „Groenboek over territoriale cohesie” (COM(2008) 616 final) en het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie (SEC(2008) 2550), waarin territoriale typologieën zoals grensregio's, bergregio's, eilandregio's en dunbevolkte regio's worden genoemd. Deze typologieën zijn al eerder gebruikt in het „Vijfde verslag over de economische, sociale en territoriale samenhang” (gepubliceerd in november 2010);

c)

het CvdR-advies over bovengenoemd groenboek (COTER-IV-020), waarin de Europese Commissie wordt opgeroepen om haar onderzoek zodanig te verbreden dat zij relevante indicatoren ontwikkelt voor de specifieke sociaal-economische problemen van soorten regio's als berggebieden, eilanden, dunbevolkte gebieden en grenszones, en om de weergave hiervan op kaarten grondig te verbeteren, zodat de informatie overeenstemt met de werkelijke situatie;

d)

het CvdR-advies over het „Zesde verslag over de economische, sociale en territoriale samenhang” (COTER-V-052), waarin erop wordt aangedrongen om artikel 174 van het VWEU beter in acht te nemen;

e)

het CvdR-advies „Indicatoren voor territoriale ontwikkeling — het bbp en verder” (COTER-VI-009), waarin erop wordt gewezen dat er onvoldoende kwantitatieve informatie is over de verschillende EU-regio's met specifieke territoriale kenmerken — met name geografische, ecologische, economische en sociale kenmerken — die bepalend zijn voor hun ontwikkeling, en dat de Commissie (Eurostat) de territoriale categorieën die in het Verdrag zijn gedefinieerd zou moeten overnemen om voor een adequate uitvoering van EU-beleid met een territoriale dimensie te helpen zorgen;

f)

het ontwerpadvies van het CvdR „Ondernemerschap op eilanden: bijdragen tot territoriale cohesie” (COTER-VI/022), waarin wordt voorgesteld om eilanden als extra categorie op te nemen in de voorgestelde verordening tot wijziging van de Tercet-verordening.

8.

Helaas bevat het voorstel van de Commissie slechts een gering aantal territoriale typologieën en ontbreken er typologieën voor gebieden met specifieke geografische, economische, sociale en demografische kenmerken, namelijk eilandregio’s, bergregio’s, grensregio’s, dunbevolkte regio’s en ultraperifere regio's, ook al zijn die al wel ontwikkeld en gebruikt. Goedkeuring van territoriale typologieën die de diversiteit en complexiteit van deze regio's statistisch onderbouwen is van groot belang om deze gebieden beter in aanmerking te nemen. Het CvdR beveelt daarom aan om naar de bovengenoemde territoriale typologieën te verwijzen wanneer de Tercet-verordening in overleg met de lidstaten en regio's wordt gewijzigd.

Brussel, 13 juli 2017.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Markku MARKKULA