20.9.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 337/206 |
P8_TA(2017)0339
Opname van broeikasgasemissies en -verwijderingen door landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouw in het klimaat- en energiekader 2030 ***I
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 13 september 2017 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de opname van broeikasgasemissies en -verwijderingen door landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw in het klimaat- en energiekader 2030 en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een bewakings- en rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgassen en overige informatie met betrekking tot klimaatverandering (COM(2016)0479 — C8-0330/2016 — 2016/0230(COD)) (1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(2018/C 337/36)
Amendement 1
Voorstel voor een verordening
Overweging - 1 (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 2
Voorstel voor een verordening
Overweging –1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 3
Voorstel voor een verordening
Overweging 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 4
Voorstel voor een verordening
Overweging 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 5
Voorstel voor een verordening
Overweging 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 6
Voorstel voor een verordening
Overweging 4 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 7
Voorstel voor een verordening
Overweging 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 8
Voorstel voor een verordening
Overweging 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 9
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 10
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 11
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 12
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 quinquies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 13
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 sexies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 14
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 septies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 15
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 octies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 16
Voorstel voor een verordening
Overweging 6 nonies (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 17
Voorstel voor een verordening
Overweging 7
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 18
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 19
Voorstel voor een verordening
Overweging 7 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 20
Voorstel voor een verordening
Overweging 8
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 21
Voorstel voor een verordening
Overweging 9
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 22
Voorstel voor een verordening
Overweging 9 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 23
Voorstel voor een verordening
Overweging 10
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 24
Voorstel voor een verordening
Overweging 12
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 25
Voorstel voor een verordening
Overweging 13
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 26
Voorstel voor een verordening
Overweging 14
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 27
Voorstel voor een verordening
Overweging 15
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 28
Voorstel voor een verordening
Overweging 15 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 29
Voorstel voor een verordening
Overweging 17
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 30
Voorstel voor een verordening
Overweging 18
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 31
Voorstel voor een verordening
Overweging 19
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||||
|
|
Amendement 32
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
In deze verordening worden geen boekhoud- of rapportageverplichtingen vastgelegd voor private partijen, waaronder landbouwers en bosbouwers. |
Amendement 33
Voorstel voor een verordening
Artikel 1 — alinea 1 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Deze verordening draagt ertoe bij dat de Unie de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs kan verwezenlijken. |
Amendement 34
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 1 — letter e bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 35
Voorstel voor een verordening
Artikel 2 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In het kader van zijn verbintenis krachtens artikel 4 mag een lidstaat ervoor kiezen om beheerde wetlands op te nemen, gedefinieerd als land dat is aangegeven als wetlands die wetlands blijven, woongebied of overig land omgezet in wetlands, of wetlands omgezet in woongebied of overig land . Wanneer een lidstaat hiervoor kiest, boekt hij de emissies en verwijderingen door beheerde wetlands overeenkomstig deze verordening. |
2. Gedurende de periode van 2021 tot 2025 mag een lidstaat ervoor kiezen om beheerde wetlands op te nemen in de werkingssfeer van zijn verbintenis krachtens artikel 4. Wanneer een lidstaat hiervoor kiest, boekt hij de emissies en verwijderingen door beheerde wetlands overeenkomstig deze verordening. |
Amendement 36
Voorstel voor een verordening
Artikel 3 — lid 1 — letter f bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
|
|
Amendement 37
Voorstel voor een verordening
Artikel 4 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Voor de periode na 2030 spannen de lidstaten zich in om hun verwijderingen op te voeren, zodat die hun emissies overstijgen. De Commissie stelt een kader voor doelstellingen na 2030 voor waarin deze toegenomen verwijderingen worden opgenomen, overeenkomstig de klimaatdoelstellingen van de Unie op lange termijn en de verbintenissen in het kader van de Overeenkomst van Parijs. |
Amendement 38
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Iedere lidstaat zorgt voor het opstellen en bijhouden van een boekhouding waarin de emissies en verwijderingen afkomstig van de in artikel 2 genoemde boekhoudkundige categorieën land correct worden weerspiegeld. De lidstaten garanderen de nauwkeurigheid, volledigheid, consistentie, vergelijkbaarheid en transparantie van de boekhouding en van andere gegevens die in het kader van deze verordening worden verstrekt. De lidstaten geven emissies met een plusteken (+) en verwijderingen met een minteken (-) aan. |
1. Iedere lidstaat zorgt voor het opstellen en bijhouden van een boekhouding waarin de emissies en verwijderingen afkomstig van de in artikel 2 genoemde boekhoudkundige categorieën land correct worden weerspiegeld , overeenkomstig de door de instanties van het UNFCCC of van de Overeenkomst van Parijs vastgestelde rapportagerichtsnoeren voor de periode 2021-2030 . De lidstaten garanderen de nauwkeurigheid, volledigheid, consistentie, vergelijkbaarheid en transparantie van de boekhouding en van andere gegevens die in het kader van deze verordening worden verstrekt. De lidstaten geven emissies met een plusteken (+) en verwijderingen met een minteken (-) aan. |
Amendement 39
Voorstel voor een verordening
Artikel 5 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De lidstaten nemen in hun boekhoudingen voor elke boekhoudkundige categorie land alle wijzigingen in de koolstofvoorraad van de in bijlage I, deel B, opgesomde koolstofreservoirs op. De lidstaten kunnen ervoor kiezen om wijzigingen in de koolstofvoorraad van koolstofreservoirs niet in hun boekhoudingen op te nemen wanneer het koolstofreservoir geen bron is, behalve bij bovengrondse biomassa en geoogste houtproducten op beheerde bosgrond. |
4. De lidstaten nemen in hun boekhoudingen voor elke boekhoudkundige categorie land alle wijzigingen in de koolstofvoorraad van de in bijlage I, deel B, opgesomde koolstofreservoirs op. De lidstaten kunnen ervoor kiezen om wijzigingen in de koolstofvoorraad van koolstofreservoirs niet in hun boekhoudingen op te nemen wanneer het koolstofreservoir geen bron is, behalve bij bovengrondse biomassa , dood hout (bovengronds en ondergronds dood hout) op beheerde bosgrond en geoogste houtproducten op beheerde bosgrond. |
Amendement 40
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. In afwijking van het voorschrift om de in artikel 5, lid 3, vastgestelde standaardperiode toe te passen, mag een lidstaat dertig jaar na de datum van omzetting van bouwland, grasland, wetlands, woongebied of overig land in bosgrond, dergelijk land overdragen van de overeenkomstige categorie land omgezet in bosgrond naar de categorie bosgrond die bosgrond blijft. |
2. In afwijking van het voorschrift om de in artikel 5, lid 3, vastgestelde standaardperiode toe te passen, mag een lidstaat dertig jaar na de datum van omzetting van bouwland, grasland, wetlands, woongebied of overig land in bosgrond, dergelijk land overdragen van de overeenkomstige categorie land omgezet in bosgrond naar de categorie bosgrond die bosgrond blijft , indien naar behoren gemotiveerd op basis van de IPCC-richtsnoeren . |
Amendement 41
Voorstel voor een verordening
Artikel 6 — lid 3 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
3 bis. Bebossingsacties die in de periode 2017-2030 plaatsvinden in wetlands met inbegrip van veengebieden, het Natura 2000-netwerk en habitats vermeld in bijlage I bij Richtlijn 92/43/EEG, in het bijzonder natuurlijke en halfnatuurlijke grasformaties en hoog- en laagveen, en andere wetlands, met inbegrip van veengebieden, volgens toegepaste bruto-nettoboekregels, verschijnen niet in de nationale boekhouding van de lidstaat. Dergelijke gebieden tellen alleen, indien van toepassing, als verwijderingen of emissies in de categorie bosgrond na de overgang hiervan naar beheerde bosgrond overeenkomstig artikel 5, lid 3. |
Amendement 42
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
3. Wanneer een lidstaat ervoor kiest beheerde wetlands overeenkomstig artikel 2 op te nemen in de werkingssfeer van zijn verbintenis, stelt hij de Commissie voor de periode 2021-2025 uiterlijk 31 december 2020 en voor de periode 2026-2030 uiterlijk 31 december 2025 hiervan in kennis. |
3. Wanneer een lidstaat ervoor kiest beheerde wetlands overeenkomstig artikel 2 op te nemen in de werkingssfeer van zijn verbintenis tijdens de periode 2021-2025, stelt hij de Commissie uiterlijk 31 december 2020 hiervan in kennis. |
Amendement 43
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De lidstaten die ervoor hebben gekozen beheerde wetlands overeenkomstig artikel 2 op te nemen in de werkingssfeer van hun verbintenissen , geven in hun boekhouding de emissies en verwijderingen afkomstig van beheerd wetland weer door van de emissies en verwijderingen tijdens de periode 2021-2025 en/of de periode 2026-2030 de waarde af te trekken die wordt verkregen door de voor de lidstaat toepasselijke gemiddelde jaarlijkse emissies en verwijderingen afkomstig van beheerd wetland tijdens de basisperiode 2005-2007 met vijf te vermenigvuldigen. |
4. De lidstaten geven in hun boekhouding de emissies en verwijderingen afkomstig van beheerd wetland weer door van de emissies en verwijderingen tijdens de periode 2026-2030 de waarde af te trekken die wordt verkregen door de voor de lidstaat toepasselijke gemiddelde jaarlijkse emissies en verwijderingen afkomstig van beheerd wetland tijdens de basisperiode 2005-2007 met vijf te vermenigvuldigen. |
Amendement 44
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 4 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De lidstaten die ervoor hebben gekozen beheerde wetlands overeenkomstig artikel 2 op te nemen in de werkingssfeer van hun verbintenissen tijdens de periode 2021-2025, geven in hun boekhouding de emissies en verwijderingen afkomstig van beheerd wetlands weer door van de emissies en verwijderingen tijdens de periode 2021-2025 de waarde af te trekken die wordt verkregen door de voor de lidstaat toepasselijke gemiddelde jaarlijkse emissies en verwijderingen afkomstig van beheerd wetland tijdens de basisperiode 2005-2007 met vijf te vermenigvuldigen. |
Amendement 45
Voorstel voor een verordening
Artikel 7 — lid 4 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
4 bis. Lidstaten die niet ervoor hebben gekozen beheerde wetlands overeenkomstig artikel 2 op te nemen in de werkingssfeer van hun verbintenissen, brengen tijdens de periode 2021-2025 niettemin aan de Commissie verslag uit van de emissies en verwijderingen van beheerde wetlands. |
Amendement 46
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. De lidstaten geven in hun boekhouding de emissies en verwijderingen afkomstig van beheerde bosgrond weer door van de emissies en verwijderingen tijdens de perioden 2021-2025 en 2026-2030 de waarde af te trekken die wordt verkregen door het toepasselijke referentieniveau voor bossen met vijf te vermenigvuldigen. Het referentieniveau voor bossen is de raming van de gemiddelde jaarlijkse netto-emissies of -verwijderingen afkomstig van beheerde bosgrond op het grondgebied van een lidstaat tijdens de perioden 2021-2025 en 2026-2030. |
1. De lidstaten geven in hun boekhouding de emissies en verwijderingen afkomstig van beheerde bosgrond weer door van de emissies en verwijderingen tijdens de perioden 2021-2025 en 2026-2030 de waarde af te trekken die wordt verkregen door het toepasselijke referentieniveau voor bossen met vijf te vermenigvuldigen. |
Amendement 47
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. Wanneer het resultaat van de in lid 1 bedoelde berekening negatief is ten opzichte van het referentieniveau voor bossen, neemt de lidstaat in zijn boekhouding voor beheerde bosgrond maximaal het equivalent van 3,5 % van de emissies van de lidstaat in zijn referentiejaar of -periode, als gespecificeerd in bijlage III, vermenigvuldigd met vijf, op als totale nettoverwijderingen. |
2. Wanneer het resultaat van de in lid 1 bedoelde berekening negatief is ten opzichte van het referentieniveau voor bossen, neemt de lidstaat in zijn boekhouding voor beheerde bosgrond maximaal het equivalent van 3,5 % van de emissies van de lidstaat in zijn referentiejaar of -periode, als gespecificeerd in bijlage III, vermenigvuldigd met vijf, op als totale nettoverwijderingen. Lidstaten kunnen bij dit percentage van 3,5 % de hoeveelheid nettoverwijderingen voor de boekhouding voor beheerde bosgrond van houten panelen, gezaagd hout en dood hout optellen onder de voorwaarden, zoals vastgesteld in de tweede, derde en vierde alinea van dit lid. |
Amendement 48
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 2 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Nettoverwijderingen van houten panelen, zoals vermeld in artikel 9, onder b), en gezaagd hout, zoals vermeld in artikel 9, onder c), kunnen apart worden geboekt, buiten en als aanvulling op het cijfer van nettoverwijderingen in de boekhouding voor beheerde bosgrond, tot een niveau van 3 % van de emissies van de lidstaat in zijn referentiejaar of -periode, als gespecificeerd in bijlage III, vermenigvuldigd met vijf. |
Amendement 49
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 2 — alinea 1 ter (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Nettoverwijderingen van de koolstofreservoircategorie dood hout kunnen apart worden geboekt, buiten en als aanvulling op het cijfer van nettoverwijderingen in de boekhouding voor beheerde bosgrond, tot een niveau van 3 % van de emissies van de lidstaat in zijn referentiejaar of -periode, als gespecificeerd in bijlage III, vermenigvuldigd met vijf. |
Amendement 50
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 2 — alinea 1 quater (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Het cijfer van de nettoverwijderingen van 3,5 % in de eerste alinea plus de nettoverwijderingen voor de boekhouding voor beheerde bosgrond van houten panelen, gezaagd hout en dood hout bij elkaar genomen mag niet hoger zijn dan 7 % van de emissies van de lidstaat in zijn referentiejaar of -periode, als gespecificeerd in bijlage III, vermenigvuldigd met vijf. |
Amendement 65
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 3 — alinea 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
||
Het nationale boekhoudkundige plan voor bosbouw bevat alle in bijlage IV, deel B, opgesomde elementen en omvat een voorstel voor een nieuw referentieniveau voor bossen, gebaseerd op de voortzetting van de huidige praktijk en intensiteit van het bosbeheer, zoals voor de periode 1990 - 2009 per type bos en per leeftijdsklasse in nationale bossen gedocumenteerd, en uitgedrukt in ton CO2-equivalent per jaar. |
Het nationale boekhoudkundige plan voor bosbouw bevat alle in bijlage IV, deel B, opgesomde elementen en omvat een nieuw referentieniveau voor bossen, gebaseerd op de voortzetting van de huidige praktijk van het bosbeheer overeenkomstig de beste beschikbare gegevens , zoals voor de periode 2000 - 2012 per type bos en per leeftijdsklasse in nationale bossen gedocumenteerd, en uitgedrukt in ton CO2-equivalent per jaar. |
||
|
Een toename van de oogst in een lidstaat, gebaseerd op duurzame bosbeheerpraktijken en nationaal beleid dat is aangenomen tot de datum van indiening van het referentieniveau voor bossen, is gebonden aan de volgende voorwaarden: |
||
|
|
||
|
|
||
|
De Commissie kan een afwijking van de basisperiode 2000-2012 toestaan op basis van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat waarin wordt gemotiveerd dat deze afwijking absoluut noodzakelijk is om redenen van de beschikbaarheid van gegevens, zoals de timing van bosinventarissen. |
Amendement 52
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 3 — alinea 2 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
In afwijking van alinea 2 mag het referentieniveau voor bossen in het geval van Kroatië worden berekend met inachtneming van de bezetting van een deel van zijn grondgebied van 1991 tot 1998, en van de gevolgen en nasleep van de oorlog voor de praktijken inzake bosbeheer op zijn grondgebied, met uitzondering van de gevolgen van beleidsmaatregelen voor de ontwikkeling van koolstofvastlegging door bossen. |
Amendement 53
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 3 — alinea 3
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
Het nationale boekhoudkundige plan voor bosbouw wordt openbaar gemaakt en wordt aan een openbare raadpleging onderworpen. |
Het nationale boekhoudkundige plan voor bosbouw wordt openbaar gemaakt , onder meer door het op internet beschikbaar te stellen, en wordt aan een openbare raadpleging onderworpen. |
Amendement 54
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
4. De lidstaten tonen de consistentie aan tussen enerzijds de methoden en gegevens die in het nationale boekhoudkundige plan voor bosbouw bij de opstelling van het referentieniveau voor bossen zijn gebruikt en anderzijds de methoden en gegevens die voor de rapportage over beheerde bosgrond zijn gebruikt. Een lidstaat dient uiterlijk aan het einde van de periode 2021-2025 of van de periode 2026-2030 bij de Commissie een technische correctie van zijn referentieniveau in indien nodig om de consistentie te bewaren. |
4. De lidstaten tonen de consistentie aan tussen enerzijds de methoden en gegevens die in het nationale boekhoudkundige plan voor bosbouw bij de opstelling van het referentieniveau voor bossen zijn gebruikt en anderzijds de methoden en gegevens die voor de rapportage over beheerde bosgrond zijn gebruikt. De gebruikte gegevens moeten de meest recente en geverifieerde geboekte gegevens zijn over de toestand van landgebruik en bossen. Een lidstaat dient uiterlijk aan het einde van de periode 2021-2025 of van de periode 2026-2030 bij de Commissie een technische correctie van zijn referentieniveau in indien nodig om de consistentie te bewaren , alsook om verslag uit te brengen van positieve input ten gevolge van een beleid voor duurzaam bosbeheer dat in werking was op het moment dat het niveau werd bepaald . |
Amendement 55
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 5
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
5. De Commissie evalueert het nationale boekhoudkundige plan voor bosbouw en de technische correcties, en beoordeelt in welke mate de voorgestelde nieuwe of gecorrigeerde referentieniveaus voor bossen volgens de in de leden 3 en 4 en in artikel 5, lid 1, vastgestelde beginselen en voorschriften zijn bepaald. Voor zover nodig om naleving van de in de leden 3 en 4 en in artikel 5, lid 1, vastgestelde beginselen en voorschriften te verzekeren, kan de Commissie de voorgestelde nieuwe of gecorrigeerde referentieniveaus voor bossen herberekenen. |
5. Een beoordelingsteam van deskundigen, dat is opgezet overeenkomstig Besluit C(2016)3301 van de Commissie en dat vertegenwoordigers van de Commissie en de lidstaten omvat , evalueert , in overleg met het Permanent Comité voor de bosbouw en de Groep voor de dialoog met het maatschappelijk middenveld voor bosbouw en kurk, het nationale boekhoudkundige plan voor bosbouw en de technische correcties, en beoordeelt in welke mate de door de lidstaten vastgestelde nieuwe of gecorrigeerde referentieniveaus voor bossen volgens de in de leden 3 en 4 van dit artikel en in artikel 5, lid 1, vastgestelde beginselen en voorschriften zijn bepaald. De Commissie kan de nieuwe of gecorrigeerde referentieniveaus voor bossen slechts herberekenen , indien niet is voldaan aan de in de leden 3 en 4 van dit artikel en in artikel 5, lid 1, vastgestelde beginselen en voorschriften. De Commissie stelt een syntheseverslag op en maakt dat openbaar. |
Amendement 56
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 5 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De lidstaten verstrekken de Commissie alle gevraagde gegevens en informatie voor het uitvoeren van de in de eerste alinea bedoelde evaluatie en beoordeling. |
Amendement 57
Voorstel voor een verordening
Artikel 8 — lid 6
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
6. De Commissie stelt overeenkomstig artikel 14 gedelegeerde handelingen vast om bijlage II te wijzigen in het licht van de krachtens lid 5 uitgevoerde evaluatie, teneinde de referentieniveaus voor bossen van de lidstaten bij te werken op basis van de nationale boekhoudkundige plannen voor bosbouw of de ingediende technische correcties, en eventuele herberekeningen die in het kader van de evaluatie zijn gemaakt. Tot de inwerkingtreding van de gedelegeerde handeling blijven de in bijlage II gespecificeerde referentieniveaus voor bossen van de lidstaat van toepassing voor de periode 2021-2025 en/of de periode 2026-2030. |
6. De Commissie stelt overeenkomstig artikel 14 gedelegeerde handelingen vast om bijlage II te wijzigen in het licht van de krachtens lid 5 van dit artikel door het beoordelingsteam van deskundigen uitgevoerde evaluatie en beoordeling , teneinde de referentieniveaus voor bossen van de lidstaten bij te werken op basis van de nationale boekhoudkundige plannen voor bosbouw of de ingediende technische correcties, en eventuele herberekeningen die in het kader van de evaluatie zijn gemaakt. |
|
Tot de inwerkingtreding van de gedelegeerde handelingen blijven de in bijlage II gespecificeerde referentieniveaus voor bossen van de lidstaat van toepassing voor de periode 2021-2025 en/of de periode 2026-2030. |
Amendement 58
Voorstel voor een verordening
Artikel 9 — alinea 1 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 14 gedelegeerde handelingen vast tot wijziging van deze verordening door de categorieën van geoogste houtproducten bij te werken met bijkomende producten die een koolstofvastleggingseffect hebben, op basis van de IPCC-richtsnoeren en met het oog op de milieu-integriteit, en door de in bijlage V gespecificeerde standaardhalfwaardetijden bij te werken ter aanpassing ervan aan de technische vooruitgang. |
Amendement 59
Voorstel voor een verordening
Artikel 10 — lid 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
1. Aan het einde van de perioden 2021-2025 en 2026-2030 mogen de lidstaten uit hun boekhouding voor bebost land en beheerde bosgrond broeikasgasemissies die het gevolg zijn van natuurlijke verstoringen en die de gemiddelde door natuurlijke verstoringen in de periode 2001-2020 veroorzaakte emissies overstijgen, uitsluiten; hierbij wordt geen rekening gehouden met statistische uitschieters („het achtergrondniveau”) die overeenkomstig dit artikel en bijlage VI worden berekend. |
1. Aan het einde van de perioden 2021-2025 en 2026-2030 mogen de lidstaten uit hun boekhouding voor beheerde bosgrond broeikasgasemissies die het gevolg zijn van natuurlijke verstoringen en die de gemiddelde door natuurlijke verstoringen in de periode 2001-2020 veroorzaakte emissies overstijgen, uitsluiten; hierbij wordt geen rekening gehouden met statistische uitschieters („het achtergrondniveau”) die overeenkomstig dit artikel en bijlage VI worden berekend. |
Amendement 60
Voorstel voor een verordening
Artikel 11 — lid 5 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
5 bis. Een beoordeling van de invloed van het flexibiliteitsmechanisme, zoals bepaald in dit artikel, wordt opgenomen in het in artikel 15 bedoelde verslag. |
Amendement 61
Voorstel voor een verordening
Artikel 12 bis (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Artikel 12 bis De Commissie brengt in 2027 en 2032 verslag uit over het cumulatief saldo van de emissies en verwijderingen van beheerde bosgrond in de Unie onder verwijzing naar de gemiddelde emissies en verwijderingen in de periode 1990-2009. Indien het cumulatief saldo negatief is, komt de Commissie met een voorstel om de respectieve hoeveelheid emissieruimte van de lidstaten uit hoofde van Verordening (EU) …/… van het Europees Parlement en de Raad (1bis) te compenseren en te verwijderen. |
Amendement 62
Voorstel voor een verordening
Artikel 14 — lid 2
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
2. De in de artikelen 3, 5, 8, 10 en 13 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van [de datum van inwerkingtreding]. |
2. De in de artikelen 3, 5, 8, 9, 10 en 13 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van [de datum van inwerkingtreding]. |
Amendement 63
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — alinea - 1 (nieuw)
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
|
Binnen zes maanden na de faciliterende dialoog in het kader van het UNFCCC in 2018 publiceert de Commissie een mededeling met daarin een evaluatie van de mate waarin de wetgevingshandelingen van de Unie inzake klimaat en energie aansluiten bij de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. |
Amendement 64
Voorstel voor een verordening
Artikel 15 — alinea 1
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Amendement |
De Commissie brengt uiterlijk 28 februari 2024 en daarna om de vijf jaar aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking van deze verordening, haar bijdrage aan de overkoepelende EU-doelstelling voor de reductie van broeikasgasemissies tegen 2030 en haar bijdrage aan de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs , en kan passende voorstellen indienen . |
De Commissie brengt uiterlijk 28 februari 2024 en daarna om de vijf jaar aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking van deze verordening, haar bijdrage aan de overkoepelende doelstelling van de EU voor broeikasgasreductie tegen 2030 en haar bijdrage aan de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. Indien nodig worden er wetgevingsvoorstellen bij de verslagen gevoegd. |
(1) De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0262/2017).
(10) http://www4.unfccc .int/submissions/indc/Submission%20Pages/submissions.aspx
(10) http://www4.unfccc. int/ndcregistry/pages/Party.aspx?party=EUU
(11) Besluit nr. 529/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 inzake boekhoudregels met betrekking tot broeikasgasemissies en -verwijderingen als gevolg van activiteiten met betrekking tot landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw en inzake informatie betreffende acties met betrekking tot deze activiteiten (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 80).
(11) Besluit nr. 529/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 inzake boekhoudregels met betrekking tot broeikasgasemissies en -verwijderingen als gevolg van activiteiten met betrekking tot landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw en inzake informatie betreffende acties met betrekking tot deze activiteiten (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 80).
(1bis) Verordening (EU) …/… van het Europees Parlement en de Raad van … betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door de lidstaten van 2021 tot en met 2030 voor een veerkrachtige energie-unie en om aan de verbintenissen uit hoofde van de Overeenkomst van Parijs te voldoen, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een bewakings- en rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgassen en een rapportagemechanisme voor overige informatie op nationaal niveau en op het niveau van de Unie met betrekking tot klimaatverandering (PB L … van …, blz. …).