14.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 212/14


Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende het verbeteren van integriteit, transparantie en goed bestuur bij grote sportevenementen

(2016/C 212/07)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN

NOTA NEMEND VAN

1.

De resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 21 mei 2014 betreffende het werkplan van de Europese Unie voor sport (2014-2017), waarin de integriteit van sport als een van de drie hoofdprioriteiten wordt benoemd.

2.

De door de deskundigengroep inzake goed bestuur in 2013 opgestelde beginselen van goed bestuur in de sport en de in januari 2016 door deze deskundigengroep opgestelde leidende beginselen met betrekking tot democratie, mensenrechten en arbeidsrechten, met name bij de toewijzing van grote sportevenementen (1).

3.

De door de deskundigengroep inzake de economische dimensie van sport in januari 2016 opgestelde aanbevelingen over grote sportevenementen (2), vooral met betrekking tot de blijvende effecten wat maatschappelijke, economische en ecologische duurzaamheid betreft.

4.

Mondiale initiatieven (3), waaronder initiatieven van de internationale sportwereld, zoals de Olympische Agenda 2020, die door het Internationaal Olympisch Comité op 12 december 2014 tijdens zijn 127e zitting is aangenomen, met daarin aanbevelingen met veel aandacht voor integriteitskwesties en voor initiatieven om duurzame ontwikkeling een integraal deel van grote sportevenementen, waaronder de Olympische Spelen, te laten uitmaken (4).

BENADRUKKEND HETGEEN VOLGT

5.

Grote sportevenementen (5) vormen een gedroomde gelegenheid om in een nationale en internationale context de prestaties, waarden en voordelen van sport onder de aandacht te brengen. Grote sportevenementen kunnen sport op een positieve manier in de kijker zetten; zij krijgen enorm veel aandacht van sporters, belanghebbenden en het publiek, en kunnen ouders en kinderen inspireren om aan sport te gaan doen.

6.

Grote sportevenementen kunnen een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van de betrokken regio of stad en een gunstig economisch, maatschappelijk en ecologisch effect hebben, indien ze vanaf het allereerste stadium zorgvuldig worden gepland. De nalatenschap en duurzaamheid van grote sportevenementen kunnen buitengewoon belangrijk zijn voor de legitimiteit van en de steun voor grote sportevenementen.

7.

In de context van grote sportevenementen worden relevante kwesties inzake integriteit en bestuur aan de orde gesteld, zoals democratische en transparante besluitvorming, verantwoording, duurzame ontwikkeling en blijvende effecten, mensenrechten, waaronder de rechten van het kind, de rechten van werknemers en gendergelijkheid, alsmede de voorkoming van alle vormen van discriminatie en bedreigingen voor de integriteit van de sport, zoals doping, matchfixing en geweld.

8.

Vanwege de enorme belangstelling en de grote financiële en economische belangen zijn grote sportevenementen kwetsbaar voor processen die de integriteit van de sport kunnen aantasten. Daarom zijn grote sportevenementen niet alleen een platform, maar ook een belangrijke testcase voor integriteit, transparantie en goed bestuur, met inbegrip van duurzaamheid en blijvende positieve effecten.

ZICH BEWUST VAN

9.

De uitdagingen waarmee sportorganisaties, nationale, regionale en lokale overheidsinstanties, ondernemingen, de media en andere partners bij het duurzaam maken van maatregelen en faciliteiten en bij het organiseren van een groot sportevenement in alle fasen ervan (haalbaarheid, kandidaatstelling, voorbereiding, organisatie, evaluatie en blijvende effecten) te maken krijgen.

10.

In sommige gevallen, beperkte transparantie in de besluitvormingsprocessen en -procedures gedurende alle fasen van grote sportevenementen bij zowel de toewijzende als de kandidaatstellende partijen; en de beperkte mate waarin de beginselen van goed bestuur bij internationale sportbonden zijn doorgevoerd.

11.

De financiële, technische, politieke en wettelijke vereisten en de daarmee samenhangende kosten (6) voor grote sportevenementen alsook de steeds sterker concurrerende aanbiedingen en het eventueel „overbieden”, die de organisatiekosten uit de hand doen lopen, waardoor de kandidaatstelling voor en de organisatie van dergelijke evenementen de mogelijkheden van kleinere landen en steden in de EU vaak te boven gaan.

12.

De intrekking van de kandidaatstelling voor het organiseren van grote sportevenementen door een aantal steden en landen in de EU, het dalende percentage grote sportevenementen dat in de EU wordt georganiseerd en de afnemende steun van de Europese burgers voor het organiseren van deze sportevenementen (7).

13.

De toegenomen belangstelling van de EU-lidstaten en -sportbonden voor het gezamenlijk organiseren van grote sportevenementen in meerdere landen, regio’s en steden.

WIJZEND OP HET VOLGENDE

14.

De rol van de bij grote sportevenementen betrokken nationale, regionale en lokale overheidsinstanties, bijvoorbeeld op het gebied van financiering, infrastructuur, milieubescherming, veiligheid, beveiliging, en het plannen en veiligstellen van de duurzaamheid en blijvende positieve effecten van grote sportevenementen.

15.

Sportorganisaties worden geacht hun sporten overeenkomstig de fundamentele en erkende beginselen van goed bestuur — zoals transparantie, democratische processen, controlemechanismen en solidariteit — te beheren, gezien de in wezen zelfregulerende organisatiestructuur van de sport.

16.

Het belang van een versterkte en permanente dialoog en samenwerking tussen overheidsinstanties en sportorganisaties, ondersteund door een adequate dialoog tussen de EU en de internationale sportwereld, resulterend in gedeelde waarden met betrekking tot integriteit, transparantie en goed bestuur en duurzame ontwikkeling alsmede in gezamenlijke overeenkomsten en afspraken waarin rekening wordt gehouden met de wederzijdse verantwoordelijkheden en belangen.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN DERHALVE

MET INACHTNEMING VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL, OM

17.

Integriteit, transparantie en goed bestuur tijdens alle fasen van grote sportevenementen (haalbaarheid, kandidaatstelling, voorbereiding, organisatie, evaluatie en nalatenschap), ook in de periode na de beëindiging van het evenement, te bevorderen en in de praktijk te brengen, en alle betrokken belanghebbenden te beschouwen als partners bij het evenement, door middel van bijvoorbeeld de volgende initiatieven:

a)

garanderen dat tijdens alle fasen van grote sportevenementen transparante en democratische procedures worden gehanteerd en van alle andere partners verlangen ditzelfde te doen, met speciale aandacht voor het informeren en betrekken van het publiek, voor onafhankelijke verslaglegging, controle, evaluatie en verantwoording, en een betrouwbare kosten-batenanalyse te maken voorafgaand aan het besluit tot kandidaatstelling;

b)

transparante en geschikte criteria hanteren voor overheidssteun aan de betrokken organisaties, zoals de toepassing van de basisbeginselen van goed bestuur, en bv. eisen dat de basisbeginselen van goed bestuur worden toegepast, en dat de door deze organisaties gehanteerde procedures transparant en democratisch zijn;

c)

van alle belanghebbenden die als partners betrokken zijn bij grote sportevenementen verlangen dat zij voldoen aan erkende internationale normen en dat zij deelnemen aan initiatieven als het Global Compact van de VN, de leidende beginselen inzake bedrijfsleven en mensenrechten van de VN, ISO 26000 en 20121;

d)

transparante en relevante beginselen hanteren als basis voor het verlenen van overheidssteun voor grote sportevenementen met betrekking tot specifieke integriteitskwesties zoals de mensenrechten, waaronder de rechten van het kind, de rechten van werknemers en gendergelijkheid, alsmede de voorkoming van alle vormen van discriminatie en bedreigingen voor de integriteit van de sport, zoals doping, matchfixing en geweld.

18.

Als onderdeel van goed bestuur een langdurige positieve nalatenschap van grote sportevenementen te waarborgen, alsmede maatschappelijke, economische en ecologische duurzaamheid in het kader van de stedelijke en regionale ontwikkeling in de lidstaten van de EU.

VERZOEKEN DE LIDSTATEN EN DE EUROPESE COMMISSIE, IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN, OM

19.

Van integriteit, transparantie, goed bestuur, duurzaamheid en blijvende effecten van grote sportevenementen een vast onderdeel te maken van de toekomstige besprekingen over sport op EU-niveau, met inbegrip van het faciliteren van de uitwisseling van informatie en besprekingen over belangrijke thema’s in verband met grote sportevenementen.

20.

Indien opportuun, de toepassing te steunen van criteria en procedures inzake integriteit, transparantie en goed bestuur — met inbegrip van duurzaamheid en blijvende effecten — bij grote sportevenementen, die gebaseerd zijn op de bestaande richtsnoeren en aanbevelingen en in overeenstemming zijn met erkende internationale verklaringen en normen, en die door de lidstaten en lokale autoriteiten als referentiepunten kunnen worden gebruikt voor overheidssteun aan grote sportevenementen.

21.

Modellen voor publiek-private samenwerking te bepalen en te ontwikkelen en goede praktijken met betrekking tot die samenwerking uit te wisselen, die door de lidstaten en de lokale autoriteiten bij het sluiten van partnerschapsovereenkomsten voor de organisatie van grote sportevenementen kunnen worden gebruikt, met bijzondere aandacht voor sportevenementen die in meerdere landen, regio’s en steden plaatsvinden.

VERZOEKEN DE EUROPESE COMMISSIE

22.

Een studie te laten verrichten naar het organiseren van grote sportevenementen in meerdere landen, en regio’s in de EU, rekening houdend met de mogelijke administratieve en wettelijke belemmeringen op nationaal en Europees niveau en de verwachte effecten van die evenementen.

23.

Transnationale projecten en, in voorkomend geval, onafhankelijk onderzoek naar integriteit, transparantie en goed bestuur bij grote sportevenementen, met inbegrip van duurzaamheid en blijvende effecten, te steunen in het kader van EU-financieringsprogramma’s zoals Erasmus+ en Horizon 2020.

24.

Het uitwisselen en openbaar maken van goede praktijken en leerzame ervaringen te stimuleren en de kennisoverdracht tussen de EU-lidstaten en de sportwereld betreffende integriteit, transparantie en goed bestuur bij grote sportevenementen, met inbegrip van duurzaamheid en blijvende positieve effecten, te vergemakkelijken, alsmede de bepaling en, indien noodzakelijk, de ontwikkeling van methoden en instrumenten te steunen en aan te moedigen, met onder meer als doel:

a)

betrouwbare kosten-batenanalyses;

b)

het meten van de steun van de bevolking;

c)

het meten van de maatschappelijke, economische en ecologische effecten en de blijvende effecten van grote sportevenementen;

d)

een externe en onafhankelijke evaluatie van grote sportevenementen.

25.

Een licht monitoringsysteem, zoals een doelstellingenbord of door gebruik van het Global Compact van de VN, te ontwikkelen om de vorderingen op de weg naar integriteit, transparantie en goed bestuur bij de organisatie van grote sportevenementen in de lidstaten van de EU te meten.

VERZOEKEN DE INTERNATIONALE SPORTWERELD, REKENING HOUDEND MET DE AUTONOMIE VAN DE SPORT, TE OVERWEGEN OM

26.

Toegankelijke en aantrekkelijke grote sportevenementen te blijven organiseren die de positieve waarden van sport en de rol van sport in de samenleving en bij de bevordering van sociale cohesie in de kijker zetten.

27.

De toepassing van de basisbeginselen van goed bestuur die leiden tot transparantie, democratische processen, controlemechanismen en solidariteit met betrekking tot de organisatie van grote sportevenementen te stimuleren, aan de erkende internationale normen te voldoen en deel te nemen aan initiatieven als het Global Compact van de VN, de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten en ISO 26000 en 20121.

28.

Integriteit, transparantie en goed bestuur tijdens de verschillende fasen van grote sportevenementen, waaronder haalbaarheid, kandidaatstelling, voorbereiding, organisatie, evaluatie en nalatenschap, te bevorderen, in de praktijk te brengen en te monitoren, en alle betrokken belanghebbenden te beschouwen als partners bij het evenement.

29.

Tijdens alle fasen van grote sportevenementen transparante en democratische procedures te hanteren en van alle andere partners te verlangen ditzelfde te doen, met speciale aandacht voor het informeren en betrekken van de nationale, regionale en lokale sportorganisaties en het publiek, en voor onafhankelijke verslaglegging, controle, evaluatie en verantwoording.

30.

Een overzicht op te stellen en te publiceren van realistische vereisten voor de kandidaatstellingsfase van grote sportevenementen, waaronder transparante selectieprocedures en adequate selectiecriteria voor het toewijzen van grote sportevenementen, met betrekking tot specifieke integriteitskwesties zoals de mensenrechten, waaronder de rechten van het kind, de rechten van werknemers en gendergelijkheid, alsmede de voorkoming van alle vormen van discriminatie, en bedreigingen voor de integriteit van de sport, zoals doping, matchfixing en geweld.

31.

Maatschappelijke, economische en ecologische duurzaamheid en langdurige positieve effecten van grote sportevenementen als onderdeel van goed bestuur actief te bevorderen, in de bepalingen van het contract met de ontvangende organisatie en bij de monitoring van het evenement (8).

VERZOEKEN DE LIDSTATEN, DE EUROPESE COMMISSIE EN DE INTERNATIONALE SPORTWERELD OM, IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN,

32.

De dialoog tussen de lidstaten, de Europese Commissie en de sportwereld over integriteit, transparantie en goed bestuur, met inbegrip van duurzaamheid en blijvende positieve effecten, bij grote sportevenementen voort te zetten en te intensiveren.

33.

Overeenstemming te bereiken over een gezamenlijke agenda, in eerste instantie met de olympische beweging en de verantwoordelijke internationale voetbalorganisaties, om er vervolgens andere internationale sportbonden bij te betrekken, om de integriteit, de transparantie en goed bestuur tijdens alle fasen van grote sportevenementen te verbeteren, waarbij alle belanghebbenden worden aangesproken die betrokken zijn bij het voor de organisatie van deze evenementen benodigde partnerschap, waardoor ook het positieve potentieel en de duurzaamheid en de blijvende positieve effecten van grote evenementen tot gelding worden gebracht, en het vertrouwen van de burgers van de EU wordt herwonnen.

34.

Gezamenlijke acties te ondernemen zoals:

a)

ontwikkelen van sturingsmodellen voor publiek-private samenwerking die moeten worden gebruikt bij de organisatie van grote sportevenementen op nationaal niveau;

b)

opstellen van een gedragscode voor alle publieke en particuliere partijen die bij de organisatie van grote sportevenementen betrokken zijn, in voorkomend geval;

c)

uitwisselen van informatie en bespreken van thema’s met betrekking tot toekomstige grote sportevenementen zoals de duurzaamheid en blijvende positieve effecten, criteria inzake integriteit en goed bestuur, specifieke eisen van verenigingen en de daarmee gepaard gaande kosten, mogelijke administratieve en wettelijke belemmeringen op Europees niveau en een veilige en beveiligde omgeving voor de evenementen;

d)

gebruikmaken van bestaande modellen en, in voorkomend geval, ontwikkelen van nieuwe modellen voor gezamenlijk door meerdere landen georganiseerde grote sportevenementen;

e)

aanmoedigen van organisatoren van een evenement om na afloop van dat evenement een onderzoek in te stellen naar het maatschappelijke, economische en ecologische effect voor het ontvangende land, de ontvangende regio of de ontvangende stad.

35.

Een regelmatige dialoog op hoog niveau te organiseren in het kader van de gestructureerde dialoog van de EU over sport (9), met regeringsvertegenwoordigers, vertegenwoordigers van de Europese en internationale olympische beweging en Europese en internationale sportbonden die betrokken zijn bij grote sportevenementen, en onafhankelijke deskundigen, naargelang het geval. Op basis van een gezamenlijke agenda en gezamenlijke acties, als vermeld in punt 34, zouden de thema’s met betrekking tot grote sportevenementen, waarvoor overheden en sportorganisaties verantwoordelijkheden delen, en waarover zij informatie uitwisselen, kunnen worden besproken.


(1)  Doc. 14183/13 en Deskundigengroep inzake goed bestuur (XG GG) — Guiding Principles relating to democracy, human rights and labour rights, in particular in the context of the awarding procedure of major sport events, definitieve versie 13 januari 2016.

(2)  Deskundigengroep inzake de economische dimensie van sport (XG ECO) — Recommendations on major sport events, in particular on legacy aspects with a focus on social, economic and environmental sustainability. (Het verslag van de XG ECO).

(3)  Bv. de Verklaring van Berlijn die is aangenomen door de 5e Internationale Conferentie van ministers en hoge ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor lichamelijke opvoeding en sport (MINEPS V) 28-30 mei 2013.

(4)  Internationaal Olympisch Comité (2014): Olympische Agenda 2020, 20 + 20 aanbevelingen.

(5)  De deskundigengroep van de EU inzake de economische dimensie van sport definieert een „groot sportevenement” als een door één of meer gastlanden, regio’s of steden georganiseerd evenement waaraan verschillende internationale delegaties deelnemen met het oog op de uitoefening van een of meer sporten. Dergelijke evenementen worden vaak gekenmerkt door enorme logistieke uitdagingen. Grote sportevenementen hebben een sterk internationaal mediaprofiel, ontvangen verscheidene duizenden mensen, waaronder supporters, journalisten, technische teams en functionarissen, en zijn vaak over verschillende opeenvolgende dagen gespreid.

(6)  Bv. operationele kosten en kosten inzake infrastructuur voor het evenement, vervoer en accommodatie, veiligheid en beveiliging.

(7)  Hover, P. et al. (2016): Integrity and sport events, position paper. Utrecht: Mulier Instituut (maart 2016).

(8)  Het verslag van de XG ECO, met name de aanbevelingen 1 tot en met 7 en 21.

(9)  PB C 322 van 27.11.2010.