14.6.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 212/9 |
Conclusies van de Raad over de rol van Europeana voor de digitale toegang tot, de zichtbaarheid en het gebruik van Europees cultureel erfgoed
(2016/C 212/06)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
HERINNEREND AAN HETGEEN VOLGT:
1. |
Digitalisering van en onlinetoegang tot cultureel erfgoed en de langdurige bewaring ervan zijn essentieel om eenieder toegang te kunnen bieden tot cultuur en kennis, om ruimere bekendheid te geven aan de rijkdom en de diversiteit van het Europees cultureel erfgoed en om bij te dragen aan de verwezenlijking van de digitale eengemaakte markt door het steeds grotere aanbod van nieuwe en innovatieve producten en diensten (1). |
2. |
Europeana, dat in 2008 werd gestart als een gemeenschappelijk meertalig toegangspunt voor digitaal cultureel materiaal (2) en dat sindsdien digitale cultureelerfgoedverzamelingen uit de lidstaten onderling verbindt, is uitgegroeid tot een gemeenschappelijk Europees cultureel project om het Europees cultureel erfgoed toegankelijk te maken en onder de aandacht te brengen. |
3. |
De verdere ontwikkeling van Europeana en nationaal beleid voor digitaal cultureel erfgoed werd ondersteund door de Raad (3), de Commissie (4) en het Europees Parlement (5). |
4. |
Hergebruik van digitaal erfgoed werd gestimuleerd door, onder bepaalde voorwaarden, instellingen voor cultureel erfgoed op te nemen in de werkingssfeer van de richtlijn inzake het hergebruik van overheidsinformatie (6) en door de vaststelling van de richtlijn inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (7). |
NEEMT NOTA VAN:
5. |
Het voornemen van de Commissie om opties te beoordelen en wetgevingsinitiatieven te overwegen teneinde het gemakkelijker te maken werken die niet meer in de handel zijn te digitaliseren en online beschikbaar te stellen, ook in de hele EU, in het kader van haar aangekondigde initiatief voor de modernisering van het auteursrecht (8). |
NEEMT NOTA VAN HET VOLGENDE:
6. |
In haar huidige vorm is Europeana een internetplatform dat in meerdere talen toegang tot en verspreiding van digitaal cultureel erfgoed biedt dat zich in verschillende instellingen voor cultureel erfgoed bevindt. Europeana is daarnaast een veelzijdig platform (9) dat waarde beoogt te scheppen voor eindgebruikers, lidstaten, instellingen voor cultureel erfgoed, onderzoek en creatief hergebruik. Als zodanig wordt Europeana thans:
|
IS HET EENS OVER HET VOLGENDE:
7. |
De afzonderlijke en gebundelde inspanningen van instellingen voor cultureel erfgoed, lidstaten en de Commissie hebben geleid tot vooruitgang naar de digitalisering, de onlinetoegankelijkheid en de (langdurige) digitale bewaring van cultureel erfgoed (12). |
8. |
Digitale bewaring van wereldcultuurerfgoed dat zich in Europese collecties bevindt, is vooral belangrijk in het licht van de vernietiging en bedreiging van cultureel erfgoed in conflictgebieden. |
9. |
Het coördineren van de inspanningen via Europeana voor de onlinetoegankelijkheid van cultureel erfgoed heeft bijgedragen tot:
|
10. |
Onderlinge koppeling van digitaalerfgoedcollecties via Europeana helpt daarnaast de volgende doelstellingen op EU-niveau te verwezenlijken:
|
BENADRUKT DAT:
11. |
Het hergebruiken en delen van inhoud en toegang daartoe moeten geschieden met volledige inachtneming van het auteursrecht en de naburige rechten. |
ONDERKENT DAT DE VOLGENDE UITDAGINGEN MOETEN WORDEN AANGEGAAN:
12. |
Bepaalde technologische aspecten van het internetplatform van Europeana, zoals semantische interoperabiliteit (14), moeten worden uitgebouwd, zodat instellingen voor cultureel erfgoed met elkaar in verbinding kunnen komen, en zij op flexibele, gemakkelijke en duurzame wijze hun inhoud en metagegevens kunnen delen en actualiseren. |
13. |
Als een van de toegangspunten tot digitaal cultureel erfgoed moet het meertalige toegangspunt van Europeana gebruiksvriendelijker worden, in het bijzonder door in overeenstemming met de beste beschikbare praktijken de kwaliteit en de vindbaarheid van inhoud te verbeteren en semantische en meertalige zoekfuncties verder te ontwikkelen. |
14. |
Willen eindgebruikers beter bereikt en bij het project betrokken kunnen worden, dan zal de via Europeana gedeelde inhoud aantrekkelijk en op gevarieerde manieren gepresenteerd moeten worden, in het bijzonder door instellingen voor cultureel erfgoed en derden als meervoudige toegangs- en verspreidingspunten hierbij te betrekken, bijvoorbeeld door middel van trans-Europese culturele projecten, zoals de projecten over de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en de val van het IJzeren Gordijn en andere revolutionaire gebeurtenissen uit 1989. |
15. |
De governance van Europeana moet inclusiever worden door de regeringen van de lidstaten, het ruimere netwerk van inzamelingspunten en instellingen voor cultureel erfgoed te betrekken bij het bepalen van strategische prioriteiten en het ontwikkelen van culturele, gebruikersgerichte projecten op basis van beschikbare financiering; waar passend kan met de mening van culturele persoonlijkheden rekening worden gehouden. |
16. |
Er bestaat binnen het netwerk van vakmensen op het gebied van cultureel erfgoed, waartoe ook de Europeana Network Association behoort, een voortdurende behoefte aan het delen en actualiseren van kennis en aan het vinden van gemeenschappelijke oplossingen. |
17. |
Het huidige model van overheidsfinanciering (op basis van subsidies) biedt geen voldoende stabiele basis voor aanhoudende investering in Europeana tot op heden en voor de waarborging van haar toekomstige kwaliteit, beschikbaarheid en betrouwbaarheid, en wel om de volgende redenen:
|
EN DERHALVE:
18. |
De cultureel en digitaal vernieuwende kracht van Europeana moet worden versterkt door het centraal dienstenplatform van de CEF te heroverwegen en daarbij de nadruk te leggen op:
Tevens moet dit worden versterkt door culturele, gebruikersgerichte projecten die uitgaan van de Europeana-infrastructuur en die moeten worden medegefinancierd uit de CEF als algemene diensten met participatie van instellingen voor cultureel erfgoed en andere publieke en particuliere partijen. |
VERZOEKT DE EXPLOITANT VAN EUROPEANA:
19. |
Aanzienlijke stappen te zetten met betrekking tot het aangaan van de in deze conclusies beschreven uitdagingen. |
20. |
Onopgeloste vraagstukken bij bestaande partnerorganisaties of zorgpunten van potentiële partnerorganisaties aan te pakken, met name in landen en gebieden waar het project nog onvoldoende bekendheid geniet. |
21. |
Mogelijkheden te verkennen voor samenwerking met aanverwante Europese initiatieven, onder meer op onderzoeksgebied. |
22. |
De lidstaten nauw te betrekken bij de beleids- en besluitvorming. Voor de Europeana Foundation zou dit met name kunnen worden geregeld door de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad van de EU bekleedt, de lidstaat die het voorgaande voorzitterschap bekleedde en de lidstaat die het volgende voorzitterschap zal bekleden te laten participeren in de raad van bestuur. |
23. |
Systematischer contacten te onderhouden met de lidstaten, hun permanente toegang tot land- en instellingsspecifieke gebruikersstatistieken te verlenen en die te verbeteren, en de verantwoording inzake projectresultaten en uitgaven te verbeteren. |
24. |
Te blijven zoeken naar mogelijkheden om hogere eigen inkomsten te genereren. |
VERZOEKT DE COMMISSIE:
25. |
Uiterlijk in oktober 2017 een onafhankelijke evaluatie van Europeana voor te leggen aan de Raad en duidelijke richtsnoeren voor de middellange- en langetermijnontwikkeling van Europeana te geven door op het niveau van de EU alternatieven te bekijken voor de toekomstige werkingssfeer, duurzame financiering en governance van Europeana, met inbegrip van een mogelijkheid om Europeana om te vormen tot of te integreren in een Europese juridische entiteit, daarbij rekening houdend met de tweeledige aard van Europeana als cultureel en digitaal innovatieproject. |
26. |
Uiterlijk in oktober 2017 de financieringsmethode voor Europeana-DSI uit hoofde van de CEF te veranderen in een combinatie van aanbestedingen en subsidies. Volgens dit model zal het EU-kader voor overheidsopdrachten volledig het centraal dienstenplatform dekken teneinde stabiliteit en interoperabiliteit te garanderen, en zullen er EU-subsidies (tot 75 % van de subsidiabele kosten) beschikbaar zijn voor ermee samenhangende gebruikersgerichte projecten (d.w.z. algemene diensten in het kader van de CEF) die door de lidstaten op vrijwillige basis, rechtstreeks en/of via deelnemende nationale organisaties kunnen worden medegefinancierd. |
27. |
In de aanbestedingsprocedure voor het centraal dienstenplatform voorwaarden te stellen waarbij van de exploitant wordt verlangd het karakter van een publieke infrastructuur en gemeenschap voor culturele en digitale innovatie te vrijwaren, met name door:
|
28. |
Erop toe te zien dat algemene diensten van Europeana waarvoor subsidies worden ontvangen, worden gebaseerd op en gekoppeld aan het centraal dienstenplatform. |
29. |
Uiterlijk in december 2016:
|
VERZOEKT DE LIDSTATEN IN OVEREENSTEMMING MET HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL:
30. |
De digitalisering van cultureelerfgoedcollecties, alsmede in een zo ruim mogelijke mate toegang tot en hergebruik van digitaal cultureel erfgoed, verder te propageren. |
31. |
Strategieën en operationele mechanismen, zoals nationale en regionale inzamelingspunten, in te voeren of te ondersteunen, en de onlinetoegankelijkheid van kwalitatief hoogwaardige cultureelerfgoedinhoud en metagegevens op dit gebied uit nationale en regionale collecties aan te moedigen. |
32. |
Instellingen voor cultureel erfgoed aan te moedigen toe te treden tot en steun te verlenen aan Europeana, door inhoud en metagegevens te delen, aan de Europeana Network Association deel te nemen, en door promotie- en verspreidingsinspanningen, daarbij gebruikmakend van met EU-subsidies gefinancierde projecten. |
33. |
Deel te nemen aan de deskundigengroep van de lidstaten door deze te beschouwen als een forum voor het bespreken van beleid inzake digitaal cultureel erfgoed en van de strategie en de financiering van Europeana, en te streven naar coördinatie tussen gedelegeerden in de deskundigengroep van de lidstaten, het CEF-comité en de voorbereidende Raadsinstantie op het gebied van cultuur. |
34. |
Te overwegen steun te verlenen aan de activiteiten van Europeana via vrijwillige financiële bijdragen aan de Europeana Foundation, in het besef dat dergelijke bijdragen nodig zijn, totdat de nieuwe regeling op basis van aanbestedingen zal worden ingevoerd, en daarna vrijwillige medefinanciering van met EU-subsidies gefinancierde Europeana-projecten te overwegen. |
VERZOEKT DE EXPLOITANT VAN EUROPEANA, DE COMMISSIE EN DE LIDSTATEN:
35. |
De waarde van Europeana als Europees cultureel project ten dienste van het publiek belang en als professioneel netwerk bij alle belanghebbenden aan te prijzen, mede door daarbij de sectoren onderzoek en innovatie, onderwijs, toerisme en de creatieve sector te betrekken. |
(1) Conclusies van de Raad van 10 mei 2012 betreffende de digitalisering en onlinetoegankelijkheid van cultureel materiaal en digitale bewaring (PB C 169 van 15.6.2012, blz. 5).
(2) Conclusies van de Raad van 20 november 2008 betreffende de Europese digitale bibliotheek Europeana (PB C 319 van 13.12.2008, blz. 18).
(3) Conclusies van de Raad van 10 mei 2012 betreffende de digitalisering en onlinetoegankelijkheid van cultureel materiaal en digitale bewaring (PB C 169 van 15.6.2012, blz. 5), Conclusies van de Raad van 21 mei 2014 over cultureel erfgoed als strategische hulpbron voor een duurzaam Europa (PB C 183 van 14.6.2014, blz. 36) en Conclusies van de Raad over participatief beheer van cultureel erfgoed (PB C 463 van 23.12.2014, blz. 1).
(4) Aanbeveling van de Commissie van 27 oktober 2011 betreffende de digitalisering en online-toegankelijkheid van cultureel materiaal en digitale bewaring (PB L 283 van 29.10.2011, blz. 39).
(5) Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over „Europeana — de volgende stappen” (2009/2158(INI)).
(6) Richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van Richtlijn 2003/98/EG inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PB L 175 van 27.6.2013, blz. 1).
(7) Richtlijn 2012/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (PB L 299 van 27.10.2012, blz. 5).
(8) Zoals wordt gesteld in de mededeling van de Commissie van 9 december 2015„Naar een modern, meer Europees kader voor auteursrechten” (15264/15).
(9) Een veelzijdig platform is een van de dominante modellen van de interneteconomie. Veelzijdige platforms scheppen waarde door het faciliteren van interactie tussen twee of meer afzonderlijke, maar onderling afhankelijke groepen. Als zodanig is het platform voor de ene gebruikersgroep alleen van waarde als de andere gebruikersgroepen ook aanwezig zijn. (Op basis van http://divergence.academy/business-models/what-is-a-multi-sided-platform/)
(10) De Europeana Foundation is een particuliere stichting naar Nederlands recht.
(11) Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129), in samenhang met Verordening (EU) nr. 283/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie-infrastructuur (PB L 86 van 21.3.2014, blz. 14).
(12) Naar schatting 10 % van het cultureel erfgoed (ongeveer 300 miljoen voorwerpen) in de lidstaten is thans gedigitaliseerd, waarvan ruwweg één derde online beschikbaar is.
http://www.enumerate.eu/fileadmin/ENUMERATE/documents/ENUMERATE-Digitisation-Survey-2014.pdf
(13) Met hergebruiksklare gegevens van hoge kwaliteit worden bedoeld afbeeldingen met een hoge resolutie, machineleesbare, open en interoperabele formats, rijke beschrijvingen en metagegevens die geschikt zijn voor automatisch zoeken, geolocatie en auteursrechtinformatie.
(14) Semantische operabiliteit garandeert dat programma’s informatie kunnen uitwisselen, die kunnen combineren met andere informatiebronnen en die vervolgens op zinvolle wijze kunnen verwerken (Europees kader voor interoperabiliteit ten behoeve van pan-Europese e-overheidsdiensten: http://ec.europa.eu/idabc/servlets/Docd552.pdf?id=19529).
Voor Europeana zou dit kunnen bestaan in de ontwikkeling van instrumenten en technologieën om de automatische opname en interpretatie van metagegevens van culturele instellingen te verbeteren, bijvoorbeeld door de namen van de kunstenaars te mappen zodat een kunstenaar die onder meerdere namen bekend is, als dezelfde persoon wordt herkend.