19.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 105/8


De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van MOHAMMED, Khalid Shaikh (alias ALI, Salem; alias BIN KHALID, Fahd Bin Adballah; alias HENIN, Ashraf Refaat Nabith; alias WADOOD, Khalid Adbul), POPULAR FRONT FOR THE LIBERATION OF PALESTINE (PFLP), POPULAR FRONT FOR THE LIBERATION OF PALESTINE — GENERAL COMMAND, (alias PFLP — General Command) die zijn geplaatst op de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme

(zie de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/2425 van de Raad van 21 december 2015 (1))

(2016/C 105/06)

In Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 (2) is bepaald dat alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die in het bezit zijn van de betrokken persoon en groepen, worden bevroren en dat aan deze persoon en groepen noch direct, noch indirect tegoeden, andere financiële activa of economische middelen ter beschikking mogen worden gesteld.

De Raad heeft nieuwe informatie ontvangen die relevant is voor de plaatsing op de lijst van de bovengenoemde persoon en groepen. Op grond van die nieuwe informatie heeft de Raad zijn motiveringen dienovereenkomstig gewijzigd.

De betrokken persoon en groepen kunnen de Raad verzoeken zijn motiveringen voor hun handhaving op bovengenoemde lijst aan hen mede te delen. Dergelijke verzoeken dienen vóór 23 maart 2016 als volgt te worden geadresseerd:

Raad van de Europese Unie (t.a.v. GS 931 plaatsingen op de lijst)

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

E-mail: sanctions@consilium.europa.eu

De betrokken persoon en groepen kunnen te allen tijde, onder overlegging van eventuele bewijsstukken, de Raad verzoeken het besluit om hen op de lijst te plaatsen en te handhaven, te heroverwegen; dat verzoek dient aan bovengenoemd adres te worden gericht. Het verzoek zal bij ontvangst worden behandeld. In dat verband worden de betrokken persoon en groepen erop geattendeerd dat de lijst overeenkomstig artikel 1, lid 6, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB (3) regelmatig door de Raad wordt getoetst. Om bij de volgende toetsing te kunnen worden behandeld, dienen verzoeken uiterlijk op 1 april 2016 te worden ingediend.

De betrokken persoon en groepen worden er voorts op gewezen dat zij tegen de verordening van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, overeenkomstig het bepaalde in artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

De betrokken persoon en groepen worden erop geattendeerd dat zij bij de in de bijlage bij de verordening vermelde bevoegde instanties van de betrokken lidstaat of lidstaten een machtiging tot het gebruik van bevroren tegoeden voor essentiële behoeften of specifieke betalingen kunnen aanvragen (zie artikel 5, lid 2, van de verordening).


(1)  PB L 334 van 22.12.2015, blz. 1.

(2)  PB L 344 van 28.12.2001, blz. 70.

(3)  PB L 344 van 28.12.2001, blz. 93.