Brussel, 14.9.2016

COM(2016) 586 final

2016/0281(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) en tot instelling van de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Op 7 juni 2016 heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gehecht aan een mededeling over een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda 1 . Naast velerlei maatregelen die zijn voorgesteld om te voorzien in de meest dringende behoeften van vluchtelingen en om de gastgemeenschappen te ondersteunen, roept de Commissie op een langetermijnstrategie op te zetten in het kader waarvan de EU de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Agenda 2030 kan nastreven en aldus de onderliggende oorzaken van migratie kan blijven aanpakken.

Deze benadering stemt ook overeen met de algehele EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid waarbij uitdagingen zoals migratie in het algemene buitenlandse beleid van de EU worden geïntegreerd en gezorgd wordt voor samenhang en synergieën met het ontwikkelings- en nabuurschapsbeleid van de EU en de Europese economische diplomatie.

Op 28 juni 2016 heeft de Europese Raad de Commissie verzocht uiterlijk in september 2016 een voorstel voor een ambitieus extern investeringsplan (EIP) te presenteren. Het EIP zal gebaseerd zijn op drie pijlers, die hand in hand gaan: een nieuw investeringsfonds (pijler 1) technische bijstand (pijler 2) om lokale autoriteiten en bedrijven bijstand te verstrekken bij de ontwikkeling van een groter aantal duurzame projecten en het aantrekken van investeerders en ten slotte een reeks specifieke thematische, nationale en regionale EU-programma's voor ontwikkelingssamenwerking, in combinatie met een gestructureerde politieke dialoog die erop gericht is het investeringsklimaat en de algehele beleidsomgeving in de betrokken landen te verbeteren (pijler 3). De derde pijler van het EIP is de link tussen het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) en het brede partnerschap tussen de EU en haar partnerlanden. Dit partnerschap komt tot stand in de politieke en beleidsdialoog die de Commissie voert via de EU-delegaties en politieke contacten.

Pijler 1 wordt uitgevoerd door middel van het EFDO. De hoofddoelstelling van het EFDO is te voorzien in een geïntegreerd financieringspakket voor de financiering van investeringen in de regio's van Afrika en de nabuurschap 2 .

Het EFDO wordt samengesteld uit regionale investeringsplatforms, die financiering afkomstig van bestaande blendingfaciliteiten 3 en de EFDO-garantie combineren. Met het EFDO wordt één loket opgericht voor het ontvangen van financieringsvoorstellen van financiële instellingen en openbare of particuliere investeerders en het ter beschikking stellen van een breed gamma van financiële ondersteuning aan in aanmerking komende investeringen.

De hoofddoelstelling van het EFDO is te voorzien in een geïntegreerd financieringspakket voor de financiering van investeringen in Afrikaanse regio's voor landen die partij zijn bij de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000, (hierna de "overeenkomst van Cotonou" genoemd) 4 en de nabuurschap, waarbij kansen voor groei en werkgelegenheid worden gecreëerd, de additionaliteit wordt gemaximaliseerd, innovatieve producten tot stand komen en middelen uit de particuliere sector worden aangetrokken. Met middelen uit de algemene begroting van de Unie en andere financieringsbronnen ten belope van 3 350 000 000 EUR tot 2020 zal het EFDO naar verwachting tot 44 000 000 000 EUR aan investeringen mobiliseren.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Binnen het kader van de beginselen en de doelstellingen van het extern optreden van de Unie, het herziene Europese nabuurschapsbeleid 5 , de Europese consensus inzake ontwikkeling 6 en van de Agenda voor verandering 7 en daaropvolgende wijzigingen en toevoegingen, is het hoofddoel van samenwerking in het kader van deze verordening het terugdringen en, op lange termijn, het uitbannen van armoede, overeenkomstig artikel 208 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), waarbij de onderliggende oorzaken van migratie worden aangepakt. Daarnaast moet samenwerking in het kader van deze verordening ook bijdragen tot: het stimuleren van duurzame en inclusieve economische, sociale en ecologische ontwikkeling, het consolideren en ondersteunen van de democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, mensenrechten, gendergelijkheid en de toepasselijke beginselen van het internationale recht, de uitvoering van een op rechten gebaseerde aanpak die alle mensenrechten bestrijkt overeenkomstig de leidende beginselen van een dergelijke aanpak (transparantie, participatie, non-discriminatie, verantwoordingsplicht) en de uitvoering van het genderactieplan 8 .

Het EFDO heeft tot doel investeringen in Afrikaanse regio's te ondersteunen voor landen die partij zijn bij de overeenkomst van Cotonou alsook in de nabuurschap, om bij te dragen tot de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen, waarbij de onderliggende oorzaken van migratie worden aangepakt en migranten die terugkeren naar hun land van herkomst, kunnen rekenen op duurzame re-integratie. Derhalve spoort het fonds met de instrumenten van de Unie voor de financiering van het externe optreden en met de bestaande investeringsfaciliteiten.

Door de nadruk die het EFDO legt op de betrokkenheid van de particuliere sector, worden met het fonds ook de doelstellingen bevorderd die staan vermeld in de mededeling "Een sterkere rol voor de particuliere sector bij het streven naar inclusieve en duurzame groei in ontwikkelingslanden" 9 .

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het EIP maakt deel uit van het nieuwe partnerschapskader van de EU met derde landen in het raam van de Europese migratieagenda.

Het plan spoort met het herziene Europese nabuurschapsbeleid (ENB) 10 , dat toegespitst is op het ondersteunen van de economische ontwikkeling in partnerlanden om zo geleidelijk tot een stabilisatie te komen en tevens een overgang van noodmaatregelen naar structurele maatregelen te bewerkstelligen. Daarnaast is het EIP ook afgestemd op de Addis Abeba-actieagenda voor financiering van ontwikkeling.

Het EFDO sluit aan bij het EU-beleid inzake klimaatverandering, aangezien het fonds bedraagt tot de uitvoering van de klimaatovereenkomst van Parijs (COP 21) 11 , inclusief de in het kader van deze overeenkomst aangegane internationale verbintenissen inzake klimaatfinanciering. Zoals is uiteengezet in de mededeling van de Commissie getiteld "Wat na Parijs? Een beoordeling van de implicaties van de Overeenkomst van Parijs" 12 , biedt de Overeenkomst van Parijs kansen voor economische hervormingen, werkgelegenheid en groei. De overeenkomst is van cruciaal belang om ruimere doelstellingen op het gebied van duurzame ontwikkeling te verwezenlijken en de prioriteiten van de EU op het gebied van investeringen, concurrentievermogen, circulaire economie, onderzoek, innovatie en energietransitie concreet gestalte te geven.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Aangezien het EFDO tot doel heeft investeringen in ontwikkelingslanden en andere derde landen te bevorderen, is de rechtsgrondslag voor de samenwerking dus artikel 209, lid 1 (voor ontwikkelingslanden), en artikel 212, lid 2 (voor derde landen), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden) en evenredigheid

Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 5 VWEU, kunnen de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en kunnen zij daarom beter door de EU worden verwezenlijkt. De nagestreefde doelstellingen kunnen beter door een optreden op Unieniveau worden verwezenlijkt, in het licht van de omvang en de gevolgen daarvan. Meer in het bijzonder zal het optreden op EU-niveau bijdragen tot het aantrekken van particuliere investeringen uit de gehele EU en derde landen, waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de Europese instellingen en hun expertise en kennis op dat gebied. De oprichting van de strategische raad zal zorgen voor consistentie en coherentie tussen de talrijke programma's en initiatieven op Europees niveau. Het multiplicatoreffect en het effect op het terrein zullen daardoor veel groter zijn dan wat kan worden bereikt met een investeringsprogramma in één enkele lidstaat of in een groep lidstaten.

Keuze van het instrument

Er wordt voorgesteld het EFDO op te richten en het EFDO-garantiefonds op te zetten door de vaststelling van een verordening van het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure. De vaststelling van een garantie met een voorwaardelijke verplichting voor de Unie behoort tot de bevoegdheden van de wetgever. De Commissie stelt tegelijkertijd voor om Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad te herzien.

3.RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN BIJEENBRENGEN VAN DESKUNDIGHEID

Raadpleging van belanghebbenden

Informele verkennende besprekingen hebben plaatsgevonden met de Europese Investeringsbank (EIB), de financiële instellingen van de lidstaten, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) en de Wereldbankgroep. Verder zijn het EU-platform voor blending in externe samenwerking (hierna "EUBEC" genoemd) en organisaties uit de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld geraadpleegd.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

De Commissie heeft uitgebreide ervaring met soortgelijke instrumenten opgedaan, zoals het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) 13 voor het interne EU-beleid en verscheidene financiële instrumenten en gestructureerde subsidies die door de EU-blendingfaciliteiten worden ondersteund voor het externe beleid van de EU 14 . Het is de bedoeling extra investeringskapitaal aan te trekken, in het bijzonder van particuliere investeerders, door het verstrekken van gedeeltelijke garanties of buffers op een eersteverlies- of pari passus-basis aan financiële instellingen, doorgaans de openbare financiële instellingen die momenteel reeds actief zijn op het vlak van EU-blending bij extern optreden en die zelf steun verlenen (door middel van leningen, garanties, deelnemingen of soortgelijke producten).

Grondrechten

Bij projecten waarvoor de garanties in het kader van het EFDO worden benut, wordt nagegaan welke impact zij hebben op de grondrechten. In het kader van de beginselen en doelstellingen van het extern optreden van de Unie, van het herziene Europese nabuurschapsbeleid 15 , van de Europese consensus inzake ontwikkeling 16 en van de Agenda voor verandering 17 , alsmede daaropvolgende wijzigingen en toevoegingen: a) is de hoofddoelstelling van samenwerking in het kader van deze verordening het terugdringen en, op lange termijn, het uitbannen van armoede, het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie; b) moet samenwerking in het kader van deze verordening ook bijdragen tot: i) het stimuleren van duurzame en inclusieve economische, sociale en ecologische ontwikkeling, ii) het consolideren en ondersteunen van de democratie, de rechtsstaat, goed bestuur, mensenrechten, gendergelijkheid en de toepasselijke beginselen van het internationale recht, iii) de uitvoering van een op rechten gebaseerde aanpak die alle mensenrechten bestrijkt overeenkomstig de leidende beginselen van een dergelijke aanpak (transparantie, participatie, non-discriminatie, verantwoordingsplicht), iv) de uitvoering van het genderactieplan 18 . De verwezenlijking van die doelstellingen zal worden gemeten aan de hand van relevante indicatoren, met inbegrip van indicatoren van de menselijke ontwikkeling, met name duurzameontwikkelingsdoelstellingen en andere door de Unie en haar lidstaten op internationaal niveau overeengekomen indicatoren (bv. VN-richtsnoeren inzake het bedrijfsleven en mensenrechten).

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De Unie zal tot 2020 een totaalbedrag van 750 000 000 EUR ter beschikking stellen dat afkomstig is van zowel de algemene begroting van de Unie als het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) 19 . Er kan worden voorzien in extra financiering. De Commissie is voornemens voor te stellen middelen uit de marge voor onvoorziene uitgaven ter beschikking te stellen om te voorzien in een bedrag van 250 000 000 EUR. Voor andere bijdragen uit de begroting van de Unie kunnen herschikkingen plaatsvinden of kan de focus van geprogrammeerde middelen worden verlegd. Verdere financiering kan ook andere bijdragen van andere contribuanten, zoals lidstaten, omvatten.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Implementatieplannen en monitoring-, evaluatie- en rapportageregelingen

Het EFDO wordt beheerd door de Commissie en uitgevoerd via regionale investeringsplatforms die financiering van de bestaande blendingfaciliteiten voor Afrika en de nabuurschap combineren met het verlenen van de EFDO-garantie.

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Het EFDO bestaat uit regionale investeringsplatforms die financiering van de bestaande blendingfaciliteiten voor Afrika en de nabuurschap combineren met het verlenen van de EFDO-garantie.

Regionale investeringsplatforms hebben tot doel de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen na te streven en een betere aanpak van de onderliggende oorzaken van migratie tot stand te brengen.

Met het oog op het EFDO-initiatief worden de doelstellingen van de Afrikaanse investeringsfaciliteit 20 en de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid 21 geheroriënteerd en krijgen zij een andere naam om de respectieve nieuwe regionale investeringsplatforms te worden die gebruik maken van de bestaande structuren. Dit zal tot stand komen bij besluit van de Commissie.

De regionale investeringsplatforms hebben dezelfde structuren als de bestaande blendingfaciliteiten.

De Commissie zal worden geadviseerd door een strategische raad en twee operationele raden, één voor elk regionaal investeringsplatform. De Commissie zal het EFDO-secretariaat verzorgen, dat alle taken en functies zal vervullen die vereist zijn om de EIP-doelstellingen te verwezenlijken. De strategische raad, die gezamenlijk zal worden voorgezeten door vertegenwoordigers van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid en die zal zijn samengesteld uit de lidstaten en de EIB, zal voor strategische aansturing zorgen en de Commissie helpen bij het vaststellen van algemene investeringsdoelen wat het gebruik van de EFDO-garantie betreft, waarbij de coördinatie en de coherentie worden verzekerd tussen de regionale investeringsplatforms en met het mandaat voor externe leningen, het weerbaarheidsinitiatief en de ACS-investeringsfaciliteit die door de EIB worden beheerd. Via het verlenen van advies aan de Commissie zal de EIB een actieve bijdrage leveren aan het operationele beheer van de garantie.

Aldus zullen een gedegen technische beoordeling en due diligence, alsook een snelle uitvoering van individuele projecten worden gewaarborgd. Voordat de investeringsvoorstellen door de Commissie worden goedgekeurd, zullen de financierbaarheid en het risico van de projecten door de in aanmerking komende tegenpartijen worden beoordeeld en door onafhankelijke deskundigen worden geverifieerd teneinde de geloofwaardigheid ervan voor de particuliere sector te garanderen. De gedetailleerde praktische voorwaarden waaronder de garantie zal worden verleend, zullen voor elk investeringsvenster worden vastgesteld.

De oprichting van extra investeringsplatforms kan in de toekomst worden overwogen.

De EFDO-garantie is een van de onderdelen van het EFDO. De EFDO-garantie heeft tot doel garantiecapaciteit tot stand te brengen voor kredietverbetering, waarbij de eindinvesteringen uiteindelijk gebaat zullen zijn en waardoor het risico met andere investeerders, met name particuliere actoren, kan worden gedeeld. Hierdoor wordt alternatieve financiering aangetrokken, in het bijzonder uit de particuliere sector, door de sleutelfactoren aan te pakken die het mogelijk maken particuliere investeringen aan te trekken.

Het EFDO-garantiefonds voorziet in liquiditeiten indien een beroep wordt gedaan op de EFDO-garantie ter dekking van verliezen die zich in het kader van garantieovereenkomsten hebben voorgedaan. Het EFDO-garantiefonds ontvangt zijn middelen uit de EU-begroting en het EOF en eventueel van andere contribuanten en wordt ingezet om potentiële verliezen van in aanmerking komende tegenpartijen, zoals internationale financiële instellingen, ontwikkelingsbanken en investeerders uit de particuliere sector, op te vangen.

2016/0281 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) en tot instelling van de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 209, lid 1, en artikel 212, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Het ambitieuze externe investeringsplan (EIP) van de Unie is nodig om investeringen te ondersteunen in Afrika en de nabuurschap van de Unie als een middel om de duurzameontwikkelingsdoelstellingen te bevorderen van de agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties (hierna "de agenda 2030" genoemd) alsook de verbintenissen uit hoofde van het recentelijk herziene Europese nabuurschapsbeleid, om aldus de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken. Het EIP moet ook bijdragen tot de uitvoering van klimaatovereenkomst van Parijs (COP 21).

(2)Het EIP moet ook de verbintenis van de Unie in het kader van de Addis Abeba-actieagenda voor financiering van ontwikkeling omvatten. Daarnaast moet het EIP Europese investeerders en particuliere ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, in staat stellen op meer efficiënte wijze deel te nemen aan de duurzame ontwikkeling in partnerlanden.

(3)Dit spoort met de algehele strategie van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid waarbij uitdagingen zoals migratie en weerbaarheid in het algemene buitenlandse beleid van de EU worden geïntegreerd en gezorgd wordt voor samenhang en synergieën met het ontwikkelings- en nabuurschapsbeleid van de EU.

(4)Het EIP moet voorzien in een geïntegreerd financieringspakket voor de financiering van investeringen in Afrikaanse regio's voor landen die partij zijn bij de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 22 , en de landen uit de nabuurschap, waarbij kansen voor groei en werkgelegenheid worden gecreëerd, de additionaliteit wordt gemaximaliseerd, innovatieve producten tot stand komen en middelen uit de particuliere sector worden aangetrokken.

(5)Het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) moet worden samengesteld uit regionale investeringsplatforms, die financiering afkomstig van bestaande blendingfaciliteiten en de EFDO-garantie combineren. De bestaande blendingfaciliteiten voor Afrika zijn opgezet bij Besluit C(2015)5210 van de Commissie en voor de nabuurschap bij Uitvoeringsbesluit C(2016)3436 van de Commissie. Elk regionaal investeringsplatform moet beschikken over een operationele raad die de Commissie bijstaat bij het afbakenen van regionale en sectorale investeringsdoelstellingen, regionale, sectorale en thematische investeringsvensters, adviezen opstelt over blendingverrichtingen en de inzet van de EFDO-garantie bespreekt in overeenstemming met de af te bakenen investeringsvensters.

(6)Voorts moet het EFDO fungeren als één loket voor het ontvangen van financieringsvoorstellen van financiële instellingen en openbare of particuliere investeerders en het ter beschikking stellen van een breed gamma van financiële ondersteuning aan in aanmerking komende investeringen. De EFDO-garantie moet worden gedekt door het EFDO-garantiefonds. Het EFDO moet innovatieve instrumenten inzetten met het oog op de ondersteuning van investeringen en betrokkenheid van de particuliere sector.

(7)Coördinatie en samenhang van het EFDO met het EIB-mandaat voor externe leningen, zoals vastgesteld in Besluit [vast te stellen], met inbegrip van het EIB-weerbaarheidsinitiatief en de ACS-investeringsfaciliteit 23 moeten worden gewaarborgd door de strategische raad van het EFDO.

(8)Voorts moet de strategische raad de Commissie ondersteunen bij het vaststellen van strategische aansturing en algemene investeringsdoelstellingen. Daarnaast moet de strategische raad de coördinatie en samenhang tussen de regionale platforms ondersteunen. Hiermee moet de complementariteit van de verscheidene instrumenten op het vlak van het extern optreden worden gegarandeerd. De strategische raad moet worden voorgezeten door de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid om te zorgen voor de consistentie en coherentie tussen de externe beleidsdoelstellingen van de Unie en de partnerschapskaders met derde landen.

(9)De EFDO-garantie moet worden verleend aan in aanmerking komende tegenpartijen voor financierings- en investeringsverrichtingen of garantie-instrumenten voor een initiële investeringsperiode tot en met 31 december 2020.

(10)Om te voorzien in flexibiliteit, de aantrekkelijkheid voor de particuliere sector te verhogen en het effect van de investeringen te maximaliseren, moet worden voorzien in een afwijking van artikel 58, lid 1, onder c), punt vii), van Verordening (EU) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad 24 waardoor de in aanmerking komende tegenpartijen die privaatrechtelijke organen zijn, ook organen waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap niet is toevertrouwd en privaatrechtelijke organen van een partnerland zouden kunnen zijn.

(11)De Commissie moet garantieovereenkomsten sluiten met de in aanmerking komende tegenpartijen waarin de specifieke bepalingen worden vastgesteld uit hoofde waarvan de EFDO-garantie aan hen wordt verleend. Deze garantieovereenkomsten moeten de rechtsgrondslag vormen voor adequate risicodeling, waarbij zij voorzien in stimulansen voor de in aanmerking komende tegenpartijen om financiering te verstrekken alsook in mechanismen en procedures voor potentiële beroepen op de EFDO-garantie.

(12)De Unie moet een garantie ter beschikking stellen van 1 500 000 000 EUR om de EFDO-garantie op te richten. Lidstaten en ander contribuanten wordt verzocht verder bij te dragen tot het EFDO-garantiefonds in de vorm van contanten (lidstaten en andere contribuanten) of garanties (lidstaten) om de liquiditeitsbuffer te verhogen en aldus de totale omvang van de EFDO-garantie uit te breiden. De Unie moet een garantie ter beschikking stellen van 1 500 000 000 EUR om de EFDO-garantie op te richten. Lidstaten, openbare financiële instellingen en andere contribuanten moet verzocht worden om te voorzien in extra financiering voor het EFDO-garantiefonds onder voorwaarden die moeten worden vastgesteld in een overeenkomst die moet gesloten tussen de Commissie namens de Unie en alle contribuanten.

(13)De EFDO-garantie moet worden opgericht als een liquiditeitsbuffer ingeval een beroep wordt gedaan op de EFDO-garantie. Om een niveau te bereiken dat naar behoren rekening houdt met de financiële verplichtingen van de EU met betrekking tot de EU-garantie, moet de Unie 750 000 000 EUR ter beschikking stellen.

(14)Om meer resultaten te boeken met de EFDO-garantie in het licht van de behoeften in de desbetreffende regio's, moeten de lidstaten kunnen voorzien in bijdragen in de vorm van een garantie of contanten. Deze bijdragen kunnen specifiek bestemd zijn voor een regio, sector of investeringsvenster.

(15)Aangezien de middelen van het EOF kunnen worden ingezet voor de landen die in het kader van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) 25 in aanmerking komen, vereist het de toewijzing van een dekking door de EFDO-garantie van ten minste 400 000 000 EUR voor investeringen in de loop van de uitvoeringsperiode van de EFDO-garantie. De EFDO-garantie mag slechts beschikbaar komen wanneer middelen ten belope van 400 000 000 EUR van het 11e EOF aan het EFDO-garantiefonds zijn toegewezen.

(16)De Commissie moet jaarlijks aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de financierings- en investeringsverrichtingen die door de EFDO-garantie worden gedekt om verantwoording af te leggen aan de Europese burgers. Het verslag moet openbaar worden gemaakt, teneinde relevante belanghebbende partijen, het maatschappelijk middenveld daaronder begrepen, in staat te stellen hun standpunten naar voren te brengen. Daarnaast moet de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad over het beheer van het EFDO-garantiefonds om de verantwoordingsplicht en transparantie te garanderen.

(17)Om rekening te houden met de ervaring die reeds is opgedaan en het EFDO zich verder te laten ontwikkelen, moet de werking van het EFDO en de inzet van het EFDO-garantiefonds door de Commissie worden beoordeeld. De toepassing van deze verordening moet aan een onafhankelijke evaluatie worden onderworpen om na te gaan in welke mate de uitvoering conform is met de rechtsgrondslag, maar ook om de uitvoerbaarheid en toepasbaarheid vast te stellen van de verordening bij de verwezenlijking van de doelstelling ervan.

(18)Ter bescherming van de financiële belangen van de Unie, om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie, witwassen van geld of een andere onwettige activiteit die de financiële belangen van de Unie schaadt en verband houdt met in het kader van deze verordening uitgevoerde financierings- en investeringsverrichtingen, is het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) gemachtigd, in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad 26 , Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad 27 en Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad 28 onderzoeken uit te voeren.

(19)Teneinde bij te dragen aan de internationale bestrijding van belastingfraude, belastingontduiking en witwassen van geld, mogen de in aanmerking komende tegenpartijen geen activiteiten met illegale doeleinden ondersteunen en mogen zij niet deelnemen aan financierings- of investeringsverrichtingen die worden uitgevoerd door middel van een vehikel dat in een niet-coöperatief rechtsgebied is gevestigd.

(20)Om de politieke verbintenissen van de EU op het vlak van hernieuwbare energie en klimaatverandering na te komen moet ten minste 20% van de financiering uit hoofde van het EFDO worden besteed aan financierings- en investeringsverrichtingen die voor deze sectoren van belang zijn,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1
Onderwerp

1. Bij deze verordening worden het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds ingesteld.

2. Voor de toepassing van lid 1 voorziet deze verordening in de sluiting door de Commissie namens de Unie van garantieovereenkomsten met de in artikel 10 bedoelde in aanmerking komende tegenpartijen.

Artikel 2
Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1) "regionaal investeringsplatform": blendingfaciliteiten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder e), van Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad 29 en artikel 40 van Verordening (EU) 2015/323 30 van de Raad voor de bijdrage uit het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in combinatie met de verlening van de EFDO-garantie, zoals bepaald in artikel 6;

2) "investeringsvenster": een afgebakend gebied dat in aanmerking komt voor steun door de EFDO-garantie voor investeringsportfolio's in specifieke regio's, landen of sectoren en uitgevoerd via regionale investeringsplatforms;

3) "contribuant": een lidstaat, een internationale financiële instelling of een overheidsinstantie van een lidstaat, een overheidsagentschap of andere entiteiten die met de inbreng van contanten of door middel van garanties bijdragen tot het EFDO-garantiefonds;

4) "partnerlanden": landen die op 23 juni 2000 in Cotonou de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds hebben ondertekend 31 , landen die vermeld worden op een lijst in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad 32 , alsook landen die in aanmerking komen voor geografische samenwerking in het kader van Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad 33 ;

5) "additionaliteit": het beginsel dat waarborgt dat met de steun van de EFDO-garantie niet wordt beoogd de steun van een lidstaat, particuliere financiering of een andere financiële demarche van de Unie te vervangen en dat steun van de EFDO-garantie erop gericht is een oplossing te bieden voor falende marktwerking en de verdringing van andere openbare of particuliere investeringen te voorkomen.

HOOFDSTUK II

EUROPEES FONDS VOOR DUURZAME ONTWIKKELING

Artikel 3
Doel

1. Het EFDO heeft als geïntegreerd financieringspakket tot doel door middel van het verstrekken van financieringscapaciteit in de vorm van de subsidies, garanties en andere financiële instrumenten aan in aanmerking komende tegenpartijen investeringen en betere toegang tot financiering in partnerlanden in Afrika en de nabuurschap te ondersteunen.

2. Het EFDO draagt bij tot de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de agenda 2030 met een specifieke aandacht voor duurzame groei, werkgelegenheidsschepping, sociaal-economische sectoren en de ondersteuning van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen om aldus de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken en bij te dragen tot de duurzame re-integratie van migranten die terugkeren naar hun land van herkomst, waarbij de additionaliteit wordt gemaximaliseerd, innovatieve producten tot stand komen en middelen uit de particuliere sector worden aangetrokken.

Artikel 4
Governancestructuur van het EFDO

1. Het EFDO wordt samengesteld uit regionale investeringsplatforms, die financiering afkomstig van bestaande blendingfaciliteiten en de EFDO-garantie combineren.

2. Het beheer van het EFDO wordt toevertrouwd aan de Commissie.

Artikel 5
Strategische raad van de EFDO

1. Bij het beheer van de EFDO wordt de Commissie bijgestaan door een strategische raad.

Hij voorziet in strategische richtsnoeren en verleent steun aan de Commissie bij de vaststelling van de algemene investeringsdoelen wat betreft het gebruik van de EFDO-garantie. De strategische raad ondersteunt ook de algehele coördinatie en samenhang tussen de regionale investeringsplatforms en met de door de EIB beheerde verrichtingen in het kader van het mandaat voor externe leningen, met inbegrip van het EIB-weerbaarheidsinitiatief.

2. De strategische raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Commissie, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (hierna "de hoge vertegenwoordiger" genoemd), de lidstaten en de EIB. Na in voorkomend geval rekening te hebben gehouden met het standpunt van de raad kan de Commissie andere contribuanten uitnodigen om lid te worden van de strategische raad. Aan partnerlanden, de desbetreffende regionale organisaties, de in aanmerking komende tegenpartijen en het Europees Parlement kan in voorkomend geval de status van waarnemer worden verleend. De strategische raad wordt gezamenlijk voorgezeten door de Commissie en de hoge vertegenwoordiger.

HOOFDSTUK III

EFDO-GARANTIE EN EFDO-GARANTIEFONDS

Artikel 6
De EFDO-garantie

1. De Unie verleent een onherroepelijke en onvoorwaardelijke garantie op eerste verzoek aan de in aanmerking komende tegenpartij voor de financierings- en investeringsverrichtingen in partnerlanden in Afrika en de nabuurschap die onder deze verordening vallen.

2. De EU-garantie wordt verleend als een garantie op eerste verzoek met betrekking tot de in artikel 9 genoemde instrumenten en is in overeenstemming met de in artikel 8 bedoelde subsidiabiliteitscriteria.

Artikel 7
Voorschriften voor het gebruik van de EFDO-garantie

1. De EFDO-garantie wordt slechts toegekend als de desbetreffende EFDO-garantieovereenkomst is gesloten tussen de Commissie namens de Unie en de in aanmerking komende tegenpartij.

2. De initiële investeringsperiode waarin de EFDO-garantieovereenkomsten voor de ondersteuning van financierings- en investeringsverrichtingen met de in aanmerking komende tegenpartijen kunnen worden gesloten, loopt tot 31 december 2020.

3. De maximale termijn waarbinnen de in aanmerking komende tegenpartijen overeenkomsten kunnen sluiten met financiële intermediairs of eindbegunstigden, bedraagt vier jaar na de sluiting van de desbetreffende garantieovereenkomst.

Artikel 8
Subsidiabiliteitscriteria voor het gebruik van de EFDO-garantie

1. De financierings- en investeringsverrichtingen die in aanmerking komen voor steun via de EFDO-garantie, zijn consistent met en afgestemd op het beleid van de Unie, in het bijzonder met het ontwikkelings- en nabuurschapsbeleid van de Unie, de strategieën en het beleid van de partnerlanden en hebben tot doel de volgende algemene doelstellingen te ondersteunen:

(a)bijdragen tot de economische en sociale ontwikkeling, waarbij het accent ligt op duurzaamheid en creatie van banen, vooral voor jongeren en vrouwen, waarbij de onderliggende oorzaken van migratie worden aangepakt en migranten die terugkeren naar hun land van herkomst, kunnen rekenen op duurzame re-integratie;

(b)zich richten op sociaal-economische sectoren en met name infrastructuur, inclusief energie, water, vervoer, informatie- en communicatietechnologie, milieu, duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en blauwe groei, sociale infrastructuur, menselijk kapitaal richten om het sociaaleconomische klimaat te verbeteren;

(c)voorzien in financiering ten voordele van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, met een speciale focus op de ontwikkeling van de particuliere sector;

(d)financieringsinstrumenten verstrekken voor het uit de weg ruimen van knelpunten voor particuliere investeringen, inclusief garanties voor eerste verliezen voor portfoliogaranties aan projecten in de particuliere sector zoals leninggaranties aan kleine en middelgrote ondernemingen en garanties voor specifieke risico's voor infrastructuurprojecten en ander risicokapitaal;

(e)voor een maximale hefboomwerking van de particuliere sector zorgen door knelpunten voor investeringen aan te pakken.

2. Met de EFDO-garantie worden financierings- en investeringsverrichtingen ondersteund die in het bijzonder:

(a)additionaliteit bieden;

(b)zorgen voor een afstemming van de belangen door te voorzien in een adequate risicodeling door de respectieve in aanmerking komende tegenpartij en andere toekomstige partners;

(c)economisch en financieel levensvatbaar zijn, rekening houdend met mogelijke steun aan en medefinanciering van een project door private en publieke partners;

(d)technisch haalbaar zijn en op ecologisch en maatschappelijk vlak duurzaam zijn; en

(e)zoveel mogelijk kapitaal uit de particuliere sector aantrekken.

3. De Commissie kan per geval gecombineerde financiering van verschillende Unie-instrumenten toestaan.

4. De Commissie kan investeringsvensters vaststellen voor specifieke regio's of partnerlanden of voor beiden, voor specifieke sectoren, voor specifieke projecten of voor specifieke categorieën van eindbegunstigden of voor beiden, die gefinancierd worden met in artikel 9 bedoelde instrumenten die tot een vast maximumbedrag door de EFDO-garantie worden gedekt. Alle verzoeken voor financiële steun binnen de investeringsvensters worden bij de Commissie ingediend.

Artikel 9
In aanmerking komende instrumenten voor de EFDO-garantie

1. De EFDO-garantie wordt gebruikt om de risico's te dekken voor de volgende instrumenten:

(a)leningen;

(b)garanties;

(c)tegengaranties;

(d)kapitaalmarktinstrumenten;

(e)enigerlei andere vormen van financierings- of kredietverbeteringsinstrumenten, deelnemingen of quasi-deelnemingen.

2. De in lid 1 vermelde instrumenten kunnen worden verstrekt door in aanmerking komende tegenpartijen of contribuanten, met inbegrip van particuliere investeerders in het kader van een investeringsvenster of een individueel project dat door een in aanmerking komende tegenpartij wordt beheerd ten voordele van partnerlanden, met inbegrip van kwetsbare en door conflicten getroffen landen, en de instellingen van deze partnerlanden, met inbegrip van hun openbare nationale en particuliere lokale banken en financiële instellingen alsook entiteiten uit de particuliere sector van de partnerlanden.

Artikel 10
Subsidiabiliteit en selectie van tegenpartijen

1. De in aanmerking komende tegenpartijen voor de totstandkoming van de EFDO-garantie zijn:

(a)de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds.

(b)publiekrechtelijke organen;

(c)internationale organisaties en hun agentschappen;

(d)privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

(e)privaatrechtelijke organen van een lidstaat die voldoende financiële garanties bieden, in afwijking van artikel 58, lid 1, onder c), punt vii), van Verordening (EU) nr. 966/2012;

(f)privaatrechtelijke organen van een partnerland die voldoende financiële garanties bieden, in afwijking van artikel 58, lid 1, onder c), punt vii), van Verordening (EU) nr. 966/2012.

2. In aanmerking komende tegenpartijen voldoen aan de in artikel 60 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 bedoelde regels en voorwaarden.

3. De Commissie selecteert de in aanmerking komende tegenpartijen overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

Artikel 11
Dekking en voorwaarden van de EFDO-garantieovereenkomsten

1. Onverminderd lid 2 mag het bedrag van de EFDO-garantie op geen enkel moment meer belopen dan 1 500 000 000 EUR.

2. Lidstaten kunnen bijdragen tot de EFDO-garantie in de vorm van garanties of contanten. Na goedkeuring door de Commissie kunnen andere contribuanten in de vorm van contanten bijdragen.

Het bedrag van de garantieovereenkomst dat het in lid 1 vermelde bedrag overschrijdt, wordt namens de Unie verleend.

De totale nettobetalingen van de algemene begroting van de Unie uit hoofde van de EFDO-garantie mogen niet meer bedragen dan 1 500 000 000 EUR. Beroepen op de garantie worden in voorkomend geval gehonoreerd door de bijdragende lidstaten of andere contribuanten op voet van gelijkheid met Unie, onverminderd lid 4.

Tussen de Commissie, namens de Unie, en de contribuant wordt een bijdrageovereenkomst gesloten, waarin met name de bepalingen met de betrekking tot de betalingsvoorwaarden zijn opgenomen.

3. De EFDO-garantie komt slechts beschikbaar wanneer een bijdrage in contanten ten belope van 400 000 000 EUR vanuit het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) 34 aan de algemene begroting van de Unie is bevestigd.

De lidstaten kunnen bijdragen tot de EFDO-garantie in de vorm van garanties of contanten.

De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de bevestigde bijdragen.

4. De bijdragen van de lidstaten in de vorm van een garantie kunnen slechts worden afgeroepen om garanties te honoreren nadat de financiering vanuit de algemene begroting van de Unie aangevuld met eventuele andere bijdragen in contanten is gebruikt om garanties te honoreren.

Op verzoek van de lidstaten kunnen de door hen gedane bijdragen specifiek bestemd worden voor de opzet van projecten in specifieke regio's, landen, sectoren of investeringsvensters.

Elke bijdrage kan worden gebruikt om garanties te honoreren, ongeacht de bestemming van de middelen.

5. Ten minste 400 000 000 EUR van de dekking van de EFDO-garantie is in de loop van de uitvoeringsperiode van de EFDO-garantie bestemd voor investeringen in partnerlanden die in kader van het 11e EOF in aanmerking komen.

Artikel 12
Uitvoering van de EFDO-garantieovereenkomsten

1. Namens de Unie sluit de Commissie EFDO-garantieovereenkomsten met de overeenkomstig artikel 10 en lid 4 geselecteerde in aanmerking komende tegenpartijen over het verlenen van de EFDO-garantie, die een onvoorwaardelijke, onherroepelijke, op eerste verzoek afroepbare garantie ten gunste van de geselecteerde in aanmerking komende tegenpartij moet zijn.

2. Een of meer garantieovereenkomsten worden gesloten voor elk investeringsvenster tussen de Commissie en de geselecteerde in aanmerking komende tegenpartij(en). Om specifieke noden aan te pakken, kan de EFDO-garantie worden toegekend voor individuele financierings- of investeringsverrichtingen. Overeenkomsten kunnen worden gesloten met een consortium van twee of meer in aanmerking komende tegenpartijen.

3. De garantieovereenkomsten bevatten in het bijzonder bepalingen betreffende:

(a)nadere regels betreffende de verlening van de EFDO-garantie, waaronder nadere regels betreffende de dekking ervan en betreffende de vastgestelde dekking van portefeuilles en van projecten van specifieke soorten instrumenten;

(b)de vergoeding van de garantie;

(c)voorschriften betreffende het gebruik van de EU-garantie, waaronder de betalingsvoorwaarden, zoals specifieke termijnen, de op verschuldigde bedragen te betalen rente, uitgaven en invorderingskosten en de eventuele vereiste liquiditeitsregelingen;

(d)voorschriften en procedures met betrekking tot de invordering van schuldvorderingen;

(e)voorschriften met betrekking tot de monitoring-, rapportage- en evaluatievoorschriften, overeenkomstig de artikelen 15 en 16.

4. Bij het nemen van een beslissing over het al dan niet sluiten garantieovereenkomsten met in aanmerking komende tegenpartijen houdt de Commissie terdege rekening met:

(a)de doelstellingen van het investeringsvenster;

(b)de ervaring en de operationele en financiële capaciteit van de tegenpartij;

(c)het bedrag eigen middelen dat de tegenpartij bereid is ter beschikking te stellen voor het investeringsvenster.

5. De financierings- en investeringsverplichtingen worden door de in aanmerking komende tegenpartij goedgekeurd overeenkomstig haar eigen regels en procedures en met inachtneming van de bepalingen van de garantieovereenkomst.

6. De dekking van de EFDO-garantie kan betrekking hebben op:

(a)voor schuldinstrumenten: de hoofdsom en alle rente en overeenkomstig de voorwaarden van de financieringsverrichtingen aan de geselecteerde in aanmerking komende tegenpartij verschuldigde, maar niet door haar ontvangen bedragen nadat de wanbetaling zich heeft voorgedaan;

(b)voor aandeleninstrumenten: de geïnvesteerde bedragen en de eraan verbonden financieringskosten;

(c)voor andere met betrekking tot in artikel 8, lid 2, onder b), bedoelde financierings- en investeringsverrichtingen: de gebruikte bedragen en de eraan verbonden financieringskosten;

(d)alle desbetreffende uitgaven en invorderingskosten die verband houden met een wanbetaling, tenzij dit in mindering wordt gebracht op de opbrengst van de invordering.

7. In de garantieovereenkomsten zijn nadere bepalingen opgenomen over de dekking, vereisten, subsidiabiliteit, in aanmerking komende tegenpartijen en procedures.

Artikel 13
Het EFDO-garantiefonds

1. Het EFDO-garantiefonds voorziet in een liquiditeitsbuffer waaruit de in aanmerking komende tegenpartijen worden betaald ingeval een beroep op de EFDO-garantie wordt gedaan in overeenstemming met de desbetreffende EFDO-garantieovereenkomst.

2. Het EFDO-garantiefonds ontvangt zijn middelen uit:

(a)bijdragen uit de algemene begroting van de Unie en andere financieringsbronnen;

(b)eventuele bijdragen van de lidstaten en andere contribuanten;

(c)inkomsten uit de belegging van de middelen van het EFDO-garantiefonds;

(d)nabetalingen door in gebreke gebleven debiteuren volgens de in de garantieovereenkomsten neergelegde invorderingsbepalingen;

(e)inkomsten en enigerlei andere betalingen die de Unie krachtens de garantieovereenkomsten ontvangt.

3. De in lid 2, onder c) en e), bedoelde inkomsten van het EFDO-garantiefonds zijn interne bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 4, van Verordening (EU) nr. 966/2012.

4. De in lid 2 bedoelde middelen van het EFDO-garantiefonds worden rechtstreeks beheerd door de Commissie en belegd met inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer en van adequate prudentiële regels.

5. Middelen van het EFDO-garantiefonds worden aangewend om een voorzieningsniveau te bereiken dat passend is voor de totale EFDO-garantieverplichtingen. Het voorzieningspercentage bedraagt 50% van de totale EFDO-garantieverplichtingen die door de algemene begroting van de Unie worden gedekt.

6. Na toetsing van de toereikendheid van de omvang van het EFDO-garantiefonds overeenkomstig het in artikel 15, lid 3, bedoelde verslag, worden de volgende betalingen gedaan:

(a)een eventueel surplus wordt teruggeboekt naar de algemene begroting van de Unie;

(b)een eventuele aanvulling van het EFDO-garantiefonds wordt vanaf het jaar n + 1 tijdens een maximumperiode van drie jaar in jaarlijkse tranches overgemaakt.

7. Vanaf 1 januari 2021 geldt dat indien de omvang van de middelen in het EFDO-garantiefonds als gevolg van beroepen op de EFDO-garantie daalt tot minder dan 50% van het in lid 5 bedoelde voorzieningspercentage, de Commissie een verslag indient over de uitzonderlijke maatregelen die eventueel vereist zijn om het EFDO-garantiefonds weer aan te vullen.

8. Nadat een beroep op de EFDO-garantie is gedaan, worden de in lid 2, onder c), d) en e), bedoelde middelen van het EFDO-garantiefonds die de middelen overschrijden die noodzakelijk zijn om het in lid 5 bedoelde voorzieningspercentage te bereiken, binnen de grenzen van de in artikel 7, lid 2, vastgelegde initiële investeringsperiode, aangewend om de EFDO-garantie opnieuw op het aanvangsbedrag te brengen.

Artikel 14
Financiering van het EFDO-garantiefonds uit de algemene begroting van de Unie

De algemene begroting van de Unie voorziet in een bijdrage ten belope van 350 000 000 EUR.

HOOFDSTUK IV

VERSLAGLEGGING, VERANTWOORDINGSPLICHT EN EVALUATIE

Artikel 15
Verslaglegging en verantwoordingsplicht

1. De Commissie brengt jaarlijks aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de financierings- en investeringsverrichtingen die door de EFDO-garantie worden gedekt. Dit verslag wordt openbaar gemaakt. Het omvat de volgende elementen:

(a)een beoordeling van de door de EFDO-garantie gedekte financierings- en investeringsverrichtingen op verrichtings-, sector-, land- en regionaal niveau en van de overeenstemming van deze verrichtingen met deze verordening;

(b)een beoordeling van de toegevoegde waarde, het aantrekken van middelen van de particuliere sector, de geraamde en feitelijke outputs en de resultaten en de gevolgen van de door de EFDO-garantie gedekte financierings- en investeringsverrichtingen op geaggregeerde basis, met inbegrip van het effect op het scheppen van werkgelegenheid;

(c)een beoordeling van de naleving van de voorschriften betreffende het gebruik van de EFDO-garantie en van de voor elk ingediend voorstel vastgestelde essentiële prestatie-indicatoren;

(d)een beoordeling van het hefboomeffect tot stand gebracht door de projecten gedekt door de EFDO-garantie;

(e)het financiële bedrag dat de begunstigden hebben ontvangen en een beoordeling van de financierings- en investeringsverrichtingen van elke tegenpartij op geaggregeerde basis;

(f)een beoordeling van de toegevoegde waarde van de financierings- en investeringsverrichtingen van de in aanmerking komende tegenpartijen en van de geaggregeerde risico's die aan die verrichtingen verbonden zijn;

(g)gedetailleerde informatie over het beroep op de EFDO-garantie, verliezen, opbrengsten, ingevorderde bedragen en andere ontvangsten;

(h)de financiële verslagen betreffende de financierings- en investeringsverrichtingen van de in aanmerking komende tegenpartijen die onder deze verordening vallen, gecontroleerd door een onafhankelijke externe auditor.

2. Met het oog op de financiële verslaggeving door de Commissie, de rapportage over de door de EU-garantie gedekte risico's en het beheer van het EFDO-garantiefonds verstrekken de in aanmerking komende tegenpartijen met wie een garantieovereenkomst is gesloten, aan de Commissie en de Rekenkamer jaarlijks de financiële verslagen betreffende de financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen, gecontroleerd door een onafhankelijke externe auditor, die onder meer volgende informatie bevatten:

(a)de risicobeoordeling van de financierings- en investeringsverrichtingen van de in aanmerking komende tegenpartijen inclusief informatie over de verplichtingen van de Unie gemeten volgens boekhoudregels van de Unie, vastgesteld door de rekenplichtige van de Commissie op grond van de internationaal aanvaarde boekhoudkundige normen in de publieke sector;

(b)de uitstaande financiële verplichtingen van de Unie die voortvloeien uit de EFDO-garantie verleend aan de in aanmerking komende tegenpartijen en hun financierings- en investeringsverrichtingen, uitgesplitst per individuele verrichting.

De tegenpartijen verstrekken de Commissie op verzoek alle aanvullende informatie die noodzakelijk is opdat de Commissie in staat is de krachtens deze verordening op haar rustende verplichtingen te vervullen.

3. Uiterlijk op 31 maart van elk jaar zendt de Commissie het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer, in het kader van de financiële staten van de Commissie, de vereiste informatie toe over de toestand van het EFDO-garantiefonds. Voorts legt zij het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer uiterlijk op 31 mei van elk jaar een jaarverslag voor over het beheer van het EFDO-garantiefonds tijdens het voorgaande kalenderjaar, met inbegrip van een beoordeling van de toereikendheid van de voorzieningen en de omvang van het garantiefonds en van de noodzaak tot aanvulling ervan.

Het jaarverslag bevat een overzicht van de financiële positie van het EFDO-garantiefonds aan het eind van het voorgaande kalenderjaar, de financiële stromen tijdens het voorgaande kalenderjaar alsmede de belangrijke transacties en alle relevante informatie over de financiële rekeningen. Het verslag bevat tevens informatie over het financieel beheer, de prestaties en het risico van het garantiefonds aan het eind van het voorgaande kalenderjaar.

Artikel 16
Evaluatie en herziening

1. Uiterlijk op 31 december 2020 evalueert de Commissie de werking van het EFDO. De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag in met een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van deze verordening. Dit verslag wordt onverwijld door de Commissie ingediend ingeval de goedgekeurde financierings- en investeringsverrichtingen het beschikbare bedrag van de EU-garantie volledig hebben opgebruikt vóór 30 juni 2020.

2. Uiterlijk op 31 december 2020, en vervolgens om de drie jaar, beoordeelt de Commissie de inzet van het EFDO-garantiefonds. De Commissie dient haar evaluatierapport in bij het Europees Parlement en de Raad. Dit evaluatieverslag gaat vergezeld van een advies van de Rekenkamer.

HOOFDSTUK V

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 17
Transparantie en openbaarmaking van informatie

Conform haar transparantiebeleid en de algemene beginselen van de Unie ten aanzien van de toegang tot documenten en voorlichting van het publiek, maken de in aanmerking komende tegenpartijen op hun websites informatie bekend over alle financierings- en investeringsverrichtingen die door de EFDO-garantie worden gedekt en die vallen onder deze verordening, en in het bijzonder over de wijze waarop die verrichtingen aan de vereisten van deze verordening bijdragen.

Artikel 18
Externe controle door de Rekenkamer

1. De externe controle van de overeenkomstig deze verordening verrichte activiteiten wordt uitgevoerd door de Rekenkamer in overeenstemming met artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

2. Met het oog op lid 1 van dit artikel krijgt de Rekenkamer, indien zij hierom verzoekt en in overeenstemming met artikel 287, lid 3, VWEU, toegang tot alle documenten of informatie die nodig zijn om haar taken uit te voeren.

Artikel 19
Fraudebestrijdingsmaatregelen

1. De Commissie of de in aanmerking komende tegenpartijen brengen het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) onverwijld op de hoogte en zij verstrekken het de nodige informatie wanneer zij, op enig moment bij de voorbereiding, uitvoering of afsluiting van financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen, redenen hebben om te vermoeden dat er sprake is van fraude, corruptie, witwassen van geld of een andere onwettige activiteit waardoor de financiële belangen van de Unie mogelijk worden geschaad.

2. OLAF kan, in overeenstemming met de bepalingen en procedures van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad onderzoeken uitvoeren, met inbegrip van controles en verificaties ter plaatse, ter bescherming van de financiële belangen van de Unie, om vast te stellen of er in verband met een financierings- en investeringsverrichting die onder deze verordening valt, sprake is van fraude, corruptie, witwassen van geld of een andere onwettige activiteit die de financiële belangen van de Unie schaadt. OLAF kan de bij zijn onderzoeken verkregen informatie aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten doorgeven.

Indien er bewijs voor die onwettige activiteiten voorhanden is, gaan de in aanmerking komende tegenpartijen over tot het terugvorderen van middelen met betrekking tot zijn financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen en waarop die activiteiten betrekking hebben.

Artikel 20
Uitgesloten activiteiten en niet-coöperatieve rechtsgebieden

1. Bij hun financierings- en investeringsverrichtingen ondersteunen de in aanmerking komende tegenpartijen geen activiteiten met illegale doeleinden, waaronder witwassen van geld, financiering van terrorisme, georganiseerde misdaad, belastingfraude en belastingontduiking, dan wel fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt. De in aanmerking komende tegenpartijen nemen niet deel aan financierings- of investeringsverrichtingen die worden uitgevoerd door middel van een vehikel dat in een niet-coöperatief rechtsgebied is gevestigd, overeenkomstig hun beleid jegens zwak gereguleerde en niet-coöperatieve rechtsgebieden, dat is gebaseerd op het beleid van de Unie, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling of de Financiële-actiegroep (Financial Action Task Force).

2. Bij haar financierings- en investeringsverrichtingen neemt de in aanmerking komende tegenpartij de beginselen en normen van het Unierecht inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme in acht en met name Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad 35 en Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad 36 . De in aanmerking komende tegenpartijen stellen zowel de rechtstreekse financiering als de financiering via intermediairs uit hoofde van deze verordening afhankelijk van de openbaarmaking van informatie over de uiteindelijk begunstigden overeenkomstig Richtlijn (EU) 2015/849.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 21
Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

1.4.Doelstelling(en)

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.6.Duur en financiële gevolgen

1.7.Beheersvorm(en)

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

3.2.5.Bijdragen van derden aan de financiering

3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

1.1.Benaming van het voorstel/initiatief

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO)

1.2.Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur 37  

01 03 

ABB-activiteit: Internationale economische en financiële kwesties

1.3.Aard van het voorstel/initiatief

Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie 

Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie 38  

Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie 

Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie 

Het EFDO wordt samengesteld uit de regionale investeringsplatforms die de bestaande blendingfaciliteiten bij extern optreden combineren met de nieuwe EFDO-garantie.

1.4.Doelstelling(en)

1.4.1.De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

Om investeringen in regio's buiten de EU te ondersteunen en aldus de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

1.4.2.Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten

Specifieke doelstelling

Voorzien in een geïntegreerd pakket van maatregelen om investeringen in regio's buiten de EU te financieren, waarbij kansen voor groei en werkgelegenheid worden gecreëerd, de additionaliteit wordt gemaximaliseerd, innovatieve producten tot stand komen en middelen uit de particuliere sector worden aangetrokken.

Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)

01 03 Internationale economische en financiële kwesties

1.4.3.Verwachte resulta(a)t(en) en gevolg(en)

Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen

Het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) omvat een nieuwe garantie die voorziet in een scala aan innovatieve instrumenten om middelen uit de particuliere sector aan te trekken, zoals garanties die betrekking hebben op specifieke risico's in infrastructuurprojecten.

Van de verlening van de EU-garantie zou een multiplicatoreffect moeten uitgaan. Net zoals dit het geval is bij het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) en diverse financiële instrumenten die sinds 2007 door de EU-blendingfaciliteiten worden ondersteund, zal het nieuwe EFDO-garantiefonds extra investeringen genereren, met name van particuliere investeerders. Dit doel zal worden bereikt door het verstrekken van gedeeltelijke garanties, op een eersteverlies- of pari-passu-basis, aan intermediaire financiële instellingen (doorgaans internationale financiële instellingen), die op hun beurt, via leningen, garanties, deelnemingen of soortgelijke producten, steun aan downstream begunstigden zullen verlenen. De hefboomwerking tussen verstrekte garantie uit de EU-begroting en het totale ingezette investeringsbedrag doet zich voor op twee niveaus. Op het eerste niveau stelt de EU-garantie de intermediaire internationale financiële instelling (IFI) in staat te voorzien in een bedrag aan extra financiering ("interne hefboomwerking"). Op het tweede niveau ("externe hefboomwerking") wordt door de IFI-financiering extra investering aangetrokken in de projectfase.

Bijgevolg zou het wereldwijde initiatief inclusief blendingactiviteiten tot 2020 in totaal maximaal 44 miljard EUR aan investeringen moeten helpen mobiliseren.

1.4.4.Resultaat- en effectindicatoren

Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.

Een gemeenschappelijk minimumaantal indicatoren die projectresultaten en beoogde resultaten weergeven, is vastgesteld voor blendingtransacties. Deze indicatoren kunnen worden benut om na te gaan hoe de garantie van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) is uitgevoerd.

1.5.Motivering van het voorstel/initiatief

1.5.1.Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien

Het Europees fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) voorziet in de middelen voor de uitvoering van de beleidsdoelstellingen van het externe investeringsplan (pijler 1), zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 7 juni 2016 over een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda. De hoofddoelstelling van het EFDO is te voorzien in een geïntegreerd financieringspakket voor de financiering van investeringen in de regio's buiten de EU. Hierbij gaat het om het aantrekken van zowel openbare als particuliere investeringen in Afrika en in de nabuurschap.

1.5.2.Toegevoegde waarde van de deelname van de EU

Met het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) wordt beoogd innovatieve en aanvullende soorten steun te bevorderen, met name door de nieuwe garantie en de kredietverbetering. De dekking van de nieuwe garantie heeft betrekking op innovatieve instrumenten die met name gericht zijn op het uit de weg ruimen van knelpunten voor particuliere investeringen, die momenteel nog niet door de markt worden aangepakt, zoals garanties voor eerste verliezen voor portfoliogaranties aan projecten in de particuliere sector, risicokapitaal, garanties die betrekking hebben op specifieke risico's in infrastructuurprojecten.

De door de instrumenten van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) gefinancierde of gegarandeerde verrichtingen vormen een zeer zichtbaar en doeltreffend instrument ter ondersteuning van het externe optreden van de Unie. Het EFDO voorziet in de nodige politieke en financiële EU-steun voor financiering door in aanmerking komende tegenpartijen in landen en aan investeringsprojecten die, als gevolg van het grote risico, anders niet zouden kunnen voldoen aan de voorwaarden.

1.5.3.Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

De Commissie heeft waardevolle ervaring opgedaan met innovatieve financieringsinstrumenten.

Sinds blending voor het eerst is ingevoerd bij de aanvang van het meerjarig financieel kader 2007-2013, heeft het zich geleidelijk ontwikkeld tot een belangrijk instrument van de externe samenwerking van de EU, dat andere wijzen van uitvoering aanvult. Regionale blendingfaciliteiten van de EU zijn opgezet in alle regio's waar de EU in het kader van haar externe samenwerking actief is. Eind 2015 is de in het kader van de faciliteiten uit de EU-begroting en met EOF-middelen gefinancierde steun opgelopen tot ongeveer 2,7 miljard EUR, goed voor investeringen ten belope van in totaal ongeveer 50 miljard EUR.

De voorganger van het Investeringsplatform voor het nabuurschap (NIP), de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF) heeft een uitstekende staat van dienst: bijdragen aan het NI vanuit de EU-begroting zijn sinds 2007 opgelopen tot in totaal 1 432 miljoen EUR. Voorts hebben lidstaten met meer dan 80 miljoen EUR bijgedragen tot het Trustfonds van de investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid. Hierdoor konden 112 projecten met NIF-ondersteuning worden uitgevoerd. Dankzij de NIF-bijdrage kon sinds 2008 ongeveer 13,83 miljard EUR aan financiering worden vrijgemaakt bij Europese en internationale financiële instellingen en bedraagt het totale investeringsbedrag ongeveer 28,10 miljard EUR, dus een hefboomwerking van ongeveer 20 maal in investeringen voor elke euro die door de faciliteit ter beschikking is gesteld.

In Afrika is het Infrastructuurtrustfonds EU-Afrika (EU-AITF) in 2007 opgericht. Met dit trustfonds worden sedertdien projecten ondersteund voor een totaalbedrag van meer dan 500 miljoen EUR, grotendeels in de energie-, transport en watersector. In 2015 is de investeringsfaciliteit voor Afrika (AfiF) opgericht bij Commissiebesluit C (2015)5210 39 .

In de periode 2007-2013 zijn beide faciliteiten onderworpen aan een tussentijdse evaluatie, de EU-AITF in 2012 en de Investeringsfaciliteit voor het nabuurschapsbeleid (NIF) in 2013. In beide evaluaties is geconcludeerd dat beide faciliteiten waardevolle en doeltreffende instrumenten zijn voor de ondersteuning van hun respectievelijke doelstellingen: de doelstellingen van het Europees nabuurschap en partnerschap en de ontwikkeling van infrastructuur in Afrika. In het bijzonder projectidentificatie, relevantie en opzet werden positief beoordeeld, en beide instrumenten zijn erin geslaagd een hefboomwerking tot stand te brengen bij het aantrekken van aanzienlijke financiële middelen. In de tussentijdse evaluaties is ook de aandacht gevestigd op de aanzienlijke bijdrage met betrekking tot de ontwikkeling van partnerschappen en de intensievere coördinatie en samenwerking tussen financiële instellingen alsook met de Commissie. Er zijn een aantal aanbevelingen gedaan, met name op het vlak van de verbeteringen aan de besluitvormingsstructuur en in het bijzonder de rol van EU-delegaties en partnerlanden, waarbij werd nagegaan hoe de betrokkenheid van de particuliere sector kan worden bevorderd en hoe gebruik kan worden gemaakt van specifieke financiële instrumenten zoals risicolimiteringsinstrumenten, en ten slotte op welke wijze een kader voor resultatenmeting kan worden ingevoerd.

Deze vaststellingen zijn samen met andere rapporten in aanmerking genomen door het EU-platform voor blending in externe samenwerking (hierna "EUBEC" genoemd), dat in december 2012 is opgericht om concrete aanbevelingen te doen om de doelmatigheid verder te vergroten van de door de EU via blending verleende steun. De Europese Rekenkamer heeft in oktober 2014 een speciaal rapport over blending gepubliceerd. De conclusies spoorden sterk met de bovenstaande bevindingen: er werd geconcludeerd dat de blending van subsidies van regionale investeringsfaciliteiten met leningen van financiële instellingen om het externe beleid van de EU te ondersteunen over het algemeen doeltreffend is geweest en dat de projecten relevant waren. De aanbevelingen hadden betrekking op volgende aspecten: zorgen voor een gedocumenteerde beoordeling van de additionaliteit van de EU-subsidie, zorgen voor de rijpheid van de projecten die aan de raden van bestuur worden voorgelegd, richtsnoeren opstellen voor EU-blendingverrichtingen, zorgen voor een meer proactieve rol van de EU-delegaties, het besluitvormingsproces vereenvoudigen, de monitoring door de Commissie van de projecten verbeteren en zorgen voor een passende zichtbaarheid van de EU-financiering.

Bijna al deze aanbevelingen zijn reeds in aanmerking genomen door het EUBEC in het kader van de ontwikkeling van een geharmoniseerd en verbeterd projectaanvraagformulier en de bijhorende richtsnoeren alsook de ontwikkeling van een kader voor resultaatmeting met inbegrip van standaardindicatoren.

Naar aanleiding van de verplichting uit hoofde van artikel 140 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, van toepassing krachtens de artikelen 17 en 40 van Verordening (EU) 2015/323 van de Raad, is daarnaast in 2014 een evaluatie vooraf uitgevoerd van de AfIF om na te gaan hoe de geplande faciliteit in overeenstemming was met de vereisten van het Financieel Reglement voor financiële instrumenten. Met de aanbevelingen van deze evaluatie is rekening gehouden bij het beheer van de AfIF. Zij worden ook in aanmerking genomen voor het investeringsplatform EU-Afrika.

Uit de resultaten van de evaluatie vooraf is gebleken dat de aard, omvang en focus van de uitdagingen waarmee Afrika wordt geconfronteerd (bv. verstedelijking, verslechterende toegang tot essentiële diensten, voedselonzekerheid, armoede, de gevolgen van klimaatverandering), de huidige samenwerkingsdoelstellingen van de EU en haar partnerlanden (bv. duurzame en inclusieve ontwikkeling en groei, continentale integratie, armoedebestrijding, klimaatverandering) en de noodzaak om extra financiële middelen te mobiliseren, een nieuw flexibel financieringskader vereisen. Rekening houdende met deze resultaten en met de extra doelstelling om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, kan het investeringsplatform voor Afrika (AIP) voorzien in een toegevoegde waarde in sectoren met cruciale uitdagingen voor Afrika. Met een brede waaier van bijstand die wordt afgestemd op de landenrisico's, specifieke projecten en sectoren draagt het AIP bij tot inclusieve groei en de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen, waarbij sommige van de onderliggende oorzaken van migratie worden aangepakt.

De huidige portfolio en projectenpijplijn van het AfIF bestaan uit projecten die bijdragen tot de doelstelling om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken. Terwijl bij projecten ter ondersteuning van de financiële sector en kleine, middelgrote en micro-ondernemingen via lokale banken of specifieke trustfondsen of projecten waarmee steun wordt verleend aan landbouw, financiering en plattelandsontwikkeling, inclusief plattelandswegen en elektrificatie, de aandacht vooral uitgaat naar het scheppen van werkgelegenheid, kunnen werkgelegenheidskansen ook het resultaat zijn van specifieke infrastructuurprojecten in de (hernieuwbare) energiesector of bredere transportsector waaronder niet alleen plattelandswegen vallen, maar ook de aanleg van wegen en havens en renovatie. Het scheppen van werkgelegenheid en armoedebestrijding worden vermeld als resultaat van sommige in het jaarverslag van het Infrastructuurtrustfonds EU-Afrika (EU-AITF) vermelde energieprojecten.

Uit een doorlichting van de portfolio van het EU-AITF en projectenpijplijn van de AfIF blijkt dat deze blendingmechanismen bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstelling om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, via een hefboomeffect voor de financiering van de betrokken financiële partnerinstellingen. Uit een doorlichting van 150 projecten in de huidige projectenpijplijn van de AfIF blijkt dat mogelijks tot 30% van projecten zou kunnen bijdragen tot het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie. Sommige projecten zijn in eerste instantie gericht op het scheppen van werkgelegenheid en de ondersteuning van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, terwijl de meerderheid van de projecten toegespitst is op de sociaal-economische ontwikkeling en de weerbaarheid, met in sommige instanties ook het scheppen van werkgelegenheid en armoedebestrijding als neveneffect. Van de 23 specifieke landen die in het kader van het EFDO als subsidiabel worden vermelden, vallen 18 landen onder de huidige projectenpijplijn van het AfIF voor de Sahel/de regio rond het Tsjaadmeer en de Hoorn van Afrika.

Naar aanleiding van de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid 2015 is opnieuw gebleken dat economische en sociale ontwikkeling centraal moet staan in de EU-bijdrage voor de stabilisatie van het nabuurschap en de opbouw van partnerschappen. Op het vlak van de ontwikkeling van de particuliere sector en initiatieven die inclusieve groei en werkgelegenheid bevorderen en bijdragen tot de verbetering van de levensomstandigheden, moet de EU haar samenwerking met de internationale financiële instellingen en de desbetreffende internationale organisaties intensiveren. Daarnaast zijn maatregelen nodig om de partnerschappen met de particuliere sector te versterken en moeten innovatieve methoden worden gebruikt zoals het combineren van subsidies en leningen (blending) om aanvullende middelen te genereren en het effect van de EU-steun te vergroten. In het kader van de herziening wordt ook benadrukt dat de inspanningen moeten worden toegespitst op de ontwikkeling van vaardigheden, competenties en het scheppen van mogelijkheden, in het bijzonder voor jonge mannen en vrouwen.

Momenteel wordt een nieuwe evaluatie van de blendingactiviteiten uitgevoerd en het eindrapport moet vóór einde 2016 beschikbaar zijn.

1.5.4.Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

Zoals uiteengezet in de mededeling van 7 juni 2016 over een nieuw partnerschapskader met derde landen in het kader van de Europese migratieagenda, stelt de Commissie een ambitieus extern investeringsplan voor om aldus de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken.

Er wordt voorgesteld een nieuw strategisch kader op te richten met een nieuwe governancestructuur, inclusief een éénloketsysteem waarbij gebruik wordt gemaakt van een reeks innovatieve financieringsinstrumenten om middelen uit de particuliere sector aan te trekken om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken door investeringen te bevorderen in regio's in Afrika en de EU-nabuurschap. Hierbij wordt voortgebouwd op de bestaande architectuur van EU-financieringsinstrumenten en - bronnen.

De hoofddoelstelling van het EFDO is te voorzien in een geïntegreerd financieringspakket voor de financiering van investeringen in de regio's buiten de EU, waarbij kansen voor groei en werkgelegenheid worden gecreëerd, de additionaliteit wordt gemaximaliseerd, innovatieve producten tot stand komen en middelen uit de particuliere sector worden aangetrokken. Met middelen van het EOF en uit de EU-begroting ten belope van 3,35 miljard EUR tot 2020 (waarvan 0,75 miljard EUR initieel voor het EFDO-garantiefonds zijn bestemd) wordt ervan uitgegaan dat het EFDO tot 44 miljard EUR aan investeringen zal kunnen mobiliseren.

Van de 3,35 miljard EUR is 2,6 miljard afkomstig van een heroriëntering van de bestaande blendinginstrumenten. Het huidige voorstel voor een verordening vereist dat voor het EFDO-garantiefonds 350 miljoen EUR uit de EU-begroting en 400 miljoen EUR uit het EOF wordt vrijgemaakt. De kern van het nieuwe investeringsplan is het EFDO, dat voorziet in een overkoepelend kader dat op drie pijlers is gebaseerd: een nieuw investeringsfonds (pijler 1); technische bijstand (pijler 2) om de lokale autoriteiten en bedrijven bijstand te verstrekken bij de ontwikkeling van een groter aantal duurzame projecten en het aantrekken van investeerders; en een reeks specifieke thematische, nationale en regionale EU-programma's voor ontwikkelingssamenwerking, in combinatie met een gestructureerde politieke dialoog die erop gericht is het investeringsklimaat en de algehele beleidsomgeving in de betrokken landen te verbeteren (pijler 3).

Deze drie pijlers zijn complementair en voorzien in een brede gecoördineerde aanpak.

In het EFDO zijn de geheroriënteerde bestaande blendingfaciliteiten en een nieuwe garantie opgenomen die voorziet in een scala aan innovatieve instrumenten om middelen uit de particuliere sector aan te trekken, zoals garanties die betrekking hebben op specifieke risico's in infrastructuurprojecten. De regionale investeringsplatforms combineren bestaande blendinginstrumenten, zijn opgericht als één loket voor het ontvangen van financieringsvoorstellen van IFI's, openbare of particuliere investeerders en stellen een breed gamma van financiële ondersteuning ter beschikking aan in aanmerking komende investeringen.

Door gezamenlijke Europese verrichtingen mogelijk te maken (waarbij bilaterale en EU-subsidieverstrekking wordt gecombineerd met de door de in aanmerking komende financiële instellingen verstrekte kredieten) zal het investeringsplatform voor Afrika een grotere samenhang en betere coördinatie kunnen bewerkstelligen tussen de donoren, overeenkomstig de beginselen van de Verklaring van Parijs en in overeenstemming met het Financieel Reglement van de EU. De middelen van de lidstaten zullen de EU-inspanningen versterken door de Europese dimensie van de externe samenwerking te bevorderen en de zichtbaarheid van de EU te verbeteren.

1.6.Duur en financiële gevolgen

Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur

   Voorstel/initiatief is van kracht van 2017 tot en met 2020

Financiële gevolgen van 2017 tot 2020 met verwijzing naar de ondertekening van de overeenkomsten met de in aanmerking komende tegenpartijen.    
De maximale looptijd van de EFDO-garantieovereenkomsten waarin een contract tussen een in aanmerking komende tegenpartij en de begunstigde of financiële intermediair kan worden ondertekend, bedraagt vier jaar.

◻Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

Indicatieve uitvoering opstartperiode:

gevolgd door een volledige uitvoering.

1.7.Beheersvorm(en) 40  

X Direct beheer door de Commissie (voor het beheer van het EFDO-garantiefonds)

X via haar diensten, met inbegrip van haar personeel in de delegaties van de Unie;

   door de uitvoerende agentschappen;

Gedeeld beheer met lidstaten

Indirect beheer door het toevertrouwen van begrotingsuitvoeringstaken aan (voor de faciliteiten die door de EFDO-garantie worden gedekt)

X internationale organisaties en hun agentschappen;

X de EIB en het Europees Investeringsfonds;

X publiekrechtelijke organen;

X privaatrechtelijke organen van een lidstaat die voldoende financiële garanties bieden, in afwijking van artikel 58, lid 1, onder c), punt vii), van Verordening (EU) nr. 966/2012;

X privaatrechtelijke organen van een partnerland die voldoende financiële garanties bieden, in afwijking van artikel 58, lid 1, onder c), punt vii), van Verordening (EU) nr. 966/2012.

X privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

◻ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

De inzet en het beheer van het EFDO-garantiefonds wordt direct door de Commissie uitgevoerd, terwijl de instrumenten die door de garantie worden gedekt, in indirect beheer worden uitgevoerd.

2.BEHEERSMAATREGELEN

2.1.Regels inzake het toezicht en de verslagen

Vermeld frequentie en voorwaarden.

De Commissie brengt jaarlijks aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de financierings- en investeringsverrichtingen die door de EFDO-garantie worden gedekt. Dit verslag wordt openbaar gemaakt. Het omvat de volgende elementen:

a)    een beoordeling van de door de EFDO-garantie gedekte financierings- en investeringsverrichtingen op verrichtings-, sector-, land- en regionaal niveau en van de overeenstemming van deze verrichtingen met deze verordening, in het bijzonder met betrekking tot het criterium inzake de aanpak van de onderliggende oorzaken van migratie en de ondersteuning van de sociaal-economische ontwikkeling in het licht van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen, samen met een beoordeling van de toerekening van de financiering aan de in artikel 3 vermelde algemene doelstelling;

b)    een beoordeling van de toegevoegde waarde, het aantrekken van middelen van de particuliere sector, de geraamde en feitelijke outputs en de resultaten en de gevolgen van de door de EFDO-garantie gedekte financierings- en investeringsverrichtingen op geaggregeerde basis, met inbegrip van het effect op het scheppen van werkgelegenheid;

c)    een beoordeling van de mate waarin de verrichtingen die onder deze verordening vallen, bijdragen aan de verwezenlijking van de in artikel 3, vermelde algemene doelstellingen;

d)        een beoordeling van de naleving van de voorschriften betreffende het gebruik van de EFDO-garantie en van de voor elk ingediend voorstel vastgestelde essentiële prestatie-indicatoren;

e)        een beoordeling van het hefboomeffect tot stand gebracht door de projecten gedekt door de EFDO-garantie;

f)        het financiële bedrag dat de begunstigden hebben ontvangen en een beoordeling van de financierings- en investeringsverrichtingen van elke tegenpartij op geaggregeerde basis;

g)        een beoordeling van de toegevoegde waarde van de financierings- en investeringsverrichtingen van de in aanmerking komende tegenpartijen en van de geaggregeerde risico's die aan die verrichtingen verbonden zijn;

h)        gedetailleerde informatie over het beroep op de EFDO-garantie, verliezen, opbrengsten, ingevorderde bedragen en andere ontvangsten;

i)        de financiële verslagen betreffende de financierings- en investeringsverrichtingen van de in aanmerking komende tegenpartijen die onder deze verordening vallen, gecontroleerd door een onafhankelijke externe auditor.

2. Met het oog op de financiële verslaggeving door de Commissie, de rapportage over de door de EU-garantie gedekte risico's en het beheer van het EFDO-garantiefonds verstrekken de in aanmerking komende tegenpartijen met wie een garantieovereenkomst is ondertekend, aan de Commissie en de Rekenkamer jaarlijks de financiële verslagen betreffende de financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen, gecontroleerd door een onafhankelijke externe auditor, die onder meer volgende informatie bevatten:

a)        de risicobeoordeling van de financierings- en investeringsverrichtingen van de in aanmerking komende tegenpartijen die onder deze verordening vallen, inclusief informatie over de verplichtingen van de Unie gemeten volgens boekhoudregels van de Unie, vastgesteld door de rekenplichtige van de Commissie op grond van de internationaal aanvaarde boekhoudkundige normen in de publieke sector;

b)        de uitstaande financiële verplichtingen van de Unie die voortvloeien uit de EFDO-garantie verleend aan de in aanmerking komende tegenpartijen en hun financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen, uitgesplitst per individuele verrichting.

De tegenpartijen verstrekken de Commissie op verzoek alle aanvullende informatie die noodzakelijk is opdat de Commissie in staat is de krachtens deze verordening op haar rustende verplichtingen te vervullen.

3. Uiterlijk op 31 maart van elk jaar zendt de Commissie het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer, in het kader van de financiële staten van de Commissie, de vereiste informatie toe over de toestand van het EFDO-garantiefonds. Voorts legt zij het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer uiterlijk op 31 mei van elk jaar een jaarverslag voor over het beheer van het EFDO-garantiefonds tijdens het voorgaande kalenderjaar, met inbegrip van een beoordeling van de toereikendheid van de voorzieningen en de omvang van het garantiefonds en van de noodzaak tot aanvulling ervan. Het jaarverslag bevat een overzicht van de financiële positie van het EFDO-garantiefonds aan het eind van het voorgaande kalenderjaar, de financiële stromen tijdens het voorgaande kalenderjaar alsmede de belangrijke transacties en alle relevante informatie over de financiële rekeningen. Het verslag bevat tevens informatie over het financieel beheer, de prestaties en het risico van het garantiefonds aan het eind van het voorgaande kalenderjaar.

4. Uiterlijk op 31 december 2019 evalueert de Commissie de werking van het EFDO. De Commissie dient haar evaluatieverslag in bij het Europees Parlement en de Raad.

5. Uiterlijk op 30 juni 2020, en vervolgens om de drie jaar, beoordeelt de Commissie de inzet van het EFDO-garantiefonds. De Commissie dient haar evaluatieverslag in bij het Europees Parlement en de Raad. Dit evaluatieverslag gaat vergezeld van een advies van de Rekenkamer.

6. Uiterlijk op 30 juni 2020 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in met een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van deze verordening. Dit verslag wordt onverwijld door de Commissie ingediend ingeval de goedgekeurde financierings- en investeringsverrichtingen het beschikbare bedrag van de EU-garantie volledig hebben opgebruikt vóór 30 juni 2020.

2.2.Beheers- en controlesysteem

2.2.1.Mogelijke risico's

Het risico voor de EU-begroting is gekoppeld aan de begrotingsgarantie die door de Unie wordt verleend aan de in aanmerking komende tegenpartij voor haar verrichtingen in derde landen. De garantie voorziet in een uitgebreide dekking (tot een hierna vermeld maximum) voor alle betalingen die niet door de in aanmerking komende tegenpartij worden ontvangen.

De EU-garantie is beperkt tot 1 500 000 000 EUR.

De begrotingspost ("p.m.") betreffende de begrotingsgarantie voor de leningen van de in aanmerking komende tegenpartij aan derde landen zal pas worden geactiveerd indien door de in aanmerking komende tegenpartij daadwerkelijk een beroep wordt gedaan op de garantie die niet volledig door het Garantiefonds kan worden gedekt (gefinancierd met ten minste 750 000 000 EUR). Het voorzieningspercentage van 50% is gebaseerd op de in het verleden opgedane ervaring met garantieregelingen die worden beheerd door de in aanmerking komende tegenpartijen, met inbegrip van eersteverliesstructuren. Er was nooit een afroep voor meer dan 50% van de verstrekte financiering. Het hogere voorzieningspercentage ten opzichte van bijvoorbeeld sommige interne instrumenten is het gevolg van het meer risicovolle investeringsklimaat in partnerlanden waarmee rekening moet worden gehouden.

2.2.2.Informatie over het opgezette interne controlesysteem

De Commissie is verantwoordelijk voor het beheer van de EU-garantie. De financieringsverrichtingen in het kader van deze verordening worden uitgevoerd overeenkomstig het standaardreglement van de in aanmerking komende tegenpartij en goede bancaire praktijken. De in aanmerking komende tegenpartij en de Commissie gaan een overeenkomst aan waarin de nadere bepalingen en procedures met betrekking tot de tenuitvoerlegging van deze verordening worden vastgesteld. Zie ook de afdeling "Regels inzake het toezicht en de verslagen"

2.2.3.Raming van de kosten en baten van de controles en beoordeling van het verwachte foutenrisico

n.v.t.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.

1. De COM brengt het OLAF onverwijld op de hoogte en zij verstrekt het de nodige informatie wanneer zij, op enig moment bij de voorbereiding, uitvoering of afsluiting van financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen, redenen heeft om te vermoeden dat er sprake is van fraude, corruptie, witwassen van geld of een andere onwettige activiteit waardoor de financiële belangen van de Unie mogelijk worden geschaad.

2. OLAF kan, in overeenstemming met de bepalingen en procedures van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (15), Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (16) en Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad (17 onderzoeken uitvoeren, met inbegrip van controles en verificaties ter plaatse, ter bescherming van de financiële belangen van de Unie, om vast te stellen of er in verband met een financierings- en investeringsverrichting die onder deze verordening valt, sprake is van fraude, corruptie, witwassen van geld of een andere onwettige activiteit die de financiële belangen van de Unie schaadt. OLAF kan de bij zijn onderzoeken verkregen informatie aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten doorgeven.

Indien er bewijs voor die onwettige activiteiten voorhanden is, gaan de in aanmerking komende tegenpartijen over tot het terugvorderen van middelen met betrekking tot hun financierings- en investeringsverrichtingen die onder deze verordening vallen en waarop die activiteiten betrekking hebben.

3.GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen

Rubriek van het meerjarig financieel kader

Begrotingsonderdeel

Soort
uitgaven

Bijdrage

Aantal

04 Rubriek Europa als wereldspeler

GK/NGK.

van EVA-landen

van kandidaat-lidstaten

van derde landen

in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

4

01 03 07 Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

NGK

Aantal

Aantal

Aantal

Aantal

4

01 03 08 Voorziening van het EFDO-Garantiefonds

NGK

JA

JA

JA

JA

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel
kader

Nummer

Rubriek 4 Europa als wereldspeler

DG: XX

Jaar
2017 41

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

• Beleidskredieten

01 03 07 Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

Vastleggingen

(1)

pm

pm

pm

pm

pm

pm

pm

pm

Betalingen

(2)

pm

pm

pm

pm

pm

pm

pm

pm

01 03 08 Voorziening van het EFDO-Garantiefonds

Vastleggingen

(1a)

275,000

25,000

25,000

25,000

pm

pm

pm

350,000

Betalingen

(2 a)

275,000

25,000

25,000

25,000

pm

pm

pm

350,000

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten 42  

-

(3)

0

0

0

0

0

0

0

0

TOTAAL kredieten
voor DG XX

Vastleggingen

=1+1a +3

275,000

25,000

25,000

25,000

350,000

Betalingen

=2+2a

+3

275,000

25,000

25,000

25,000

pm

pm

pm

350,000



TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

Betalingen

(5)

TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten
onder RUBRIEK <4>
van het meerjarig financieel kader

Vastleggingen

=4+ 6

275,000

25,000

25,000

25,000

pm

pm

pm

350,000

Betalingen

=5+ 6

275,000

25,000

25,000

25,00

pm

pm

pm

350,000

Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken

TOTAAL beleidskredieten

Vastleggingen

(4)

Betalingen

(5)

TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten

(6)

TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4
van het meerjarig financieel kader

(Referentiebedrag)

Vastleggingen

=4+ 6

Betalingen

=5+ 6





Rubriek van het meerjarig financieel
kader

5

"Administratieve uitgaven"

miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar
2017

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

DG's: XX

• Personele middelen

3,264 (0,134*16+

0,07*16)

3,264

3,264

3,264

13,056

• Andere administratieve uitgaven

0,5

0,5

0,5

0,5

2,000

TOTAAL DG XX

Kredieten

3,764

3,764

3,764

3,764

15,056

TOTAAL kredieten
voor RUBRIEK 5
van het meerjarig financieel kader
 

(totaal vastleggingen = totaal betalingen)

3,764

3,764

3,764

3,764

15,056 43

miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar
2017

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

TOTAAL kredieten
onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5
van het meerjarig financieel kader
 

Vastleggingen

278,764

28,764

28,764

28,746

365,056

Betalingen

278,764

28,764

28,764

28,764

365,056

3.2.2.Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

X    Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs

Jaar
N

Jaar
N+1

Jaar
N+2

Jaar
N+3

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

OUTPUTS

Type 44

Gem. kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Aantal

Kosten

Totaal aantal

Totale kosten

Specifieke doelstelling

- Output

275,000

25,000

25,000

25,000

350,000

- Output

- Output

Subtotaal specifieke doelstelling nr. 1

TOTALE KOSTEN

275,000

25,000

25,000

25,000

350,000

3.2.3.Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

3.2.3.1.Samenvatting

   Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

X    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Administratieve uitgaven. miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Jaar
2017 45

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

TOTAAL

RUBRIEK 5
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

3,264

3,264

3,264

3,264

13,056

Andere administratieve uitgaven

0,5

0,5

0,5

0,5

2,000

Subtotaal RUBRIEK 5
van het meerjarig financieel kader

3,764

3,764

3,764

3,764

15,056

Buiten RUBRIEK 5 46
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen

Andere administratieve uitgaven

Subtotaal Buiten RUBRIEK 5van het meerjarig financieel kader

TOTAAL

3,764

3,764

3,764

3,764

15,056

Voor de kredieten voor personele middelen en andere administratieve uitgaven zal een beroep worden gedaan op de kredieten van het beherende DG, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.2.Geraamde personeelsbehoeften

◻ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

x    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

Jaar
2017

Jaar
2018

Jaar 2019

Jaar 2020

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

 Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

XX 01 01 01 (Centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie)

16

16

16

16

XX 01 01 02 (Delegaties)

XX 01 05 01 (Onderzoek onder contract)

10 01 05 01 (Eigen onderzoek)

Extern personeel (in voltijdequivalenten:VTE) 47

XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen" in centrale diensten 48 )

16

16

16

16

XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties)

XX 01 04 yy  49

- op centrale diensten

- in delegaties

XX 01 05 02 (AC, END, INT - onderzoek door derden)

10 01 05 02 (AC, END, SNE – eigen onderzoek)

Ander begrotingsonderdeel (te vermelden)

TOTAAL

32

32

32

32

XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel

Voor de vereiste personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het beherende DG, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijke functionarissen

Operationeel en financieel beheer van de communicatie en zichtbaarheid van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO).

Extern personeel

Operationeel en financieel beheer van de communicatie en zichtbaarheid van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO).

3.2.4.Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader

   Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader.

X Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader.

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

Het Europees nabuurschapsinstrument (hoofdstuk 22.04) draagt ten belope van 100 miljoen EUR aan vastleggings- en betalingskredieten (25 miljoen EUR per jaar, 2017-2020) bij aan de voorziening van het EFDO-garantiefonds, zoals vermeld in afdeling3.2.1.

X    Het voorstel/initiatief vergt toepassing van de marge voor onvoorziene uitgaven van het meerjarig financieel kader.

De Commissie is voornemens in 2017 uit hoofde van artikel 13 van Verordening 1311/2013 middelen uit de marge voor onvoorziene uitgaven ter beschikking te stellen ten belope van een bedrag van 250 miljoen EUR.

3.2.5.Bijdragen van derden aan de financiering

Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden.

X Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Jaar
2017

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

Totaal

Medefinancieringsbron Europees Ontwikkelingsfonds 

150,000

150,000

50,000

50,000

pm

pm

pm

400,000 

EU-lidstaten en andere 2.1 contribuanten

pm

pm

pm

pm

pm

pm

pm

pm

TOTAAL medegefinancierde kredieten

150,000

150,000

50,000

50,000

pm

pm

pm

400,000



3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

   Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten.

   Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

   voor de eigen middelen

X    voor de diverse ontvangsten

miljoen EUR (tot op 3 decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:

Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten

Gevolgen van het voorstel/initiatief 50

Jaar
2017

Jaar
2018

Jaar
2019

Jaar
2020

Vul zoveel jaren in als nodig om de duur van de impact weer te geven (zie punt 1.6)

Nieuw artikel 635 Bijdragen aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) - bestemmingsontvangsten

Nieuw begrotingsonderdeel 6350 Bijdrage van het EOF aan het EFDO

pm

150,000

150,000

50,000

50,000

Nieuw begrotingsonderdeel 6351 Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun agentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

pm

pm

pm

pm

pm

Nieuw begrotingsonderdeel 6352 Bijdragen van de lidstaten, inclusief hun agentschappen, entiteiten of natuurlijke personen aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

pm

pm

pm

pm

pm

Nieuw begrotingsonderdeel 6353 Bijdragen van internationale organisaties aan het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

pm

pm

pm

pm

pm

Nieuw begrotingsonderdeel 836 EU-garantie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

pm

pm

pm

pm

pm

Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

01 03 07 Garantie van de Europese Unie voor het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling

01 03 08 Voorziening van het EFDO-Garantiefonds

Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

De EOF-bijdrage is een initiële raming uitgaande van de mogelijke ontwikkeling van de nieuwe EFDO-garantie.

(1) COM(2016)385.
(2) Zoals vastgesteld voor Afrika door de Overeenkomst van Cotonou (PB L 287 van 4.11.2010) en voor de nabuurschap van de EU door Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).
(3) Voor Afrika, zie Besluit (2015)5210 van de Commissie; voor de nabuurschap, zie Uitvoeringsbesluit (2016)3436 van de Commissie.
(4) PB L 317 van 15.12.2000, laatstelijk gewijzigd bij PB L 287 van 4.11.2010.
(5) JOIN(2015) 50 final.
(6) PB (2006/C 46/01).
(7) COM(2011) 637 final.
(8) SWD (2015) 182 final.
(9) COM(2014) 263 final.
(10) JOIN(2015) 50 final.
(11) COM(2015) 81 final/2.
(12) COM(2016) 110.
(13) Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169/1van 1.7.2015).
(14) Voor Afrika, zie Besluit (2015)5210 van de Commissie, voor de nabuurschap, zie Besluit (2016)3436 van de Commissie.
(15) JOIN(2015) 50 final.
(16) (2006/C 46/01).
(17) COM(2011) 637 final.
(18) SWD(2015) 182 final.
(19) PB L 210/1 van 6.8.2013.
(20) COM(2015) 5210.
(21) COM(2016) 3436.
(22) PB L 317 van 15.12.2000, laatstelijk gewijzigd bij PB L 287 van 4.11.2010.
(23) Bijlage II bij de overeenkomst van Cotonou.
(24) Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
(25) Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1).
(26) Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
(27) Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
(28) Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).
(29) Verordening (EU) nr. 236/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels en procedures voor de uitvoering van de instrumenten van de Unie voor extern optreden (PB L 77 van 15.03.2014, blz. 95).
(30) Verordening (EU) 2015/323 van de Raad van 2 maart 2015 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 58 van 3.3.2015, blz. 17).
(31) PB L 317 van 15.12.2000, laatstelijk gewijzigd bij PB L 287 van 4.11.2010.
(32) Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van het Instrument voor Europees nabuurschap (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 27).
(33) Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014, blz. 44).
(34) Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1).
(35) Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 1).
(36) Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).
(37) ABM: activity-based management ABB: activity-based budgeting.
(38) In de zin van artikel 54, lid 2, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
(39) C(2015) 5210 final, 29.7.2015, Besluit van de Commissie met betrekking tot de individuele maatregel "Oprichting van de investeringsfaciliteit voor Afrika" in het kader van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds.
(40) Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(41) Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(42) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(43) Een arbeidscontractant wordt gefinancierd door de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) om verbindingsfuncties op het vlak van beleidscoördinatie te ondersteunen.
(44) Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).
(45) Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
(46) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(47) AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JED= Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties).
(48) De behoefte aan extern personeel zal worden ingevuld door de interne herschikking van extern personeel dat wordt gefinancierd met middelen uit het onderdeel voor administratief beheer van het ENI /EOF in verhouding tot de beleidskredieten die voor de actie zijn herschikt.
(49) Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
(50) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25% aan inningskosten.