31.1.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 35/71 |
P8_TA(2016)0049
Insulaire gebieden
Resolutie van het Europees Parlement van 4 februari 2016 over de specifieke situatie van eilanden (2015/3014(RSP))
(2018/C 035/14)
Het Europees Parlement,
— |
gezien de artikelen 174 en 175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), |
— |
gezien Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling „Investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006, |
— |
gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, |
— |
gezien Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad, |
— |
gezien het zesde verslag van de Commissie over de economische, sociale en territoriale samenhang (COM(2014)0473, |
— |
gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over specifieke problemen van eilanden (1229/2011), |
— |
gezien de vraag aan de Commissie over insulaire gebieden (O-000013/2016 — B8-0106/2016), |
— |
gezien artikel 128, lid 5, en artikel 123, lid 2, van zijn Reglement, |
A. |
overwegende dat eilanden, ingedeeld als NUTS-2 en NUTS-3-regio's, permanente specifieke kenmerken hebben die hen duidelijk onderscheiden van het vasteland; |
B. |
overwegende dat in artikel 174 van het VWEU de permanente natuurlijke en geografische belemmeringen van de specifieke situatie van eilanden worden erkend; |
C. |
overwegende dat de vermindering van de economische, sociale en ecologische ongelijkheid tussen regio's en een polycentrische, harmonieuze ontwikkeling de belangrijkste doelstellingen van het cohesiebeleid zijn, en dat dit nauw samenhangt met de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie; |
D. |
overwegende dat de economische crisis dramatische gevolgen heeft voor de nationale en regionale begrotingen van veel lidstaten doordat er in tal van sectoren slechts beperkte financiering beschikbaar is, wat heeft geleid tot een terugval van de overheidsinvesteringen met 20 %; overwegende dat, zoals ook wordt opgemerkt in het zesde verslag over de economische, sociale en territoriale samenhang, de crisis ernstige gevolgen heeft gehad voor de potentiële ontwikkeling van veel achtergestelde gebieden, waaronder eilanden; overwegende dat de economische crisis de langetermijntendens van convergentie van het bbp en de werkloosheid in de hele EU heeft omgekeerd, wat heeft geleid tot een toename van de armoede en de sociale uitsluiting en wat ook de verwezenlijking van de langetermijndoelstelling van de Unie van economische en territoriale samenhang onmogelijk heeft gemaakt; |
E. |
overwegende dat veel eilanden in de EU ook perifere gebieden zijn die zich in sommige gevallen aan de buitengrenzen van de EU bevinden en bijzonder kwetsbaar zijn voor de problemen waarmee Europa momenteel wordt geconfronteerd, zoals de globalisering, demografische trends, klimaatverandering, energievoorziening en, met name voor de zuidelijke gebieden, blootstelling aan de toenemende migratiestromen; |
F. |
overwegende dat de Europese eilanden bijdragen aan de diversiteit van de Unie, zowel op milieuvlak (specifieke habitats en inheemse soorten) als wat cultuur betreft (monumenten, vindplaatsen, landschappen, agrarische en niet-agrarische kenmerken en geografische identiteit); |
G. |
overwegende dat de Europese eilanden kunnen bijdragen aan meer duurzame ontwikkeling in de Unie, gezien hun grote potentieel om energie uit hernieuwbare bronnen te produceren door hun specifieke blootstelling aan windstromen, getijden en zon; |
H. |
overwegende dat de toegankelijkheid van gebieden en verbindingen met eilanden belangrijke factoren zijn om insulaire gebieden aantrekkelijker te maken voor gekwalificeerde werknemers en bedrijven; overwegende dat er investeringen moeten worden aangetrokken, er banen moeten worden gecreëerd en de kosten voor het vervoer van personen en goederen over zee en via de lucht moeten worden verlaagd, overeenkomstig het beginsel van territoriale continuïteit, en dat er tevens inspanningen moeten worden geleverd om de uitstoot en de verontreiniging als gevolg van zee-en luchtvervoer te verminderen; |
I. |
overwegende dat landbouw, veehouderij en visserij een belangrijk element van de lokale insulaire economie vormen, die een bron van aanvoer voor een aanzienlijk deel van de agro-industriële sector zijn, en overwegende dat deze sectoren lijden onder moeilijke toegankelijkheid, met name voor kmo's, een beperkte productdifferentiatie en klimaatomstandigheden; |
J. |
overwegende dat intensief toerisme voor de meeste eilanden een belangrijk onderdeel is van hun lokale economie, maar doorgaans slechts gedurende bepaalde periodes van het jaar een grote concentratie kent en niet adequaat is gepland buiten het seizoen, en dat dit risico's kan opleveren voor de ecologisch duurzame ontwikkeling van insulaire gebieden; |
1. |
verzoekt de Commissie een duidelijke definitie te verstrekken van de aard van de permanente geografische, natuurlijke en demografische belemmeringen waarmee insulaire gebieden te kampen kunnen krijgen in de zin van artikel 174 van het VWEU; |
2. |
verzoekt de Commissie aan te geven hoe zij van plan is de tekst van artikel 174 van het VWEU uit te voeren ten aanzien van de permanente belemmeringen van eilanden die hun natuurlijke ontwikkeling belemmeren en de verwezenlijking van economische, sociale en territoriale samenhang verhinderen; |
3. |
erkent dat het belangrijk is steun te verlenen om de grote ontvolkingstendens in insulaire gebieden aan te pakken; herinnert eraan dat bepaalde belemmeringen moeilijker op te vangen zijn voor eilanden, en dat dit wordt bepaald door hun geringe omvang en de grote afstand tot Europese continentale kusten; |
4. |
verzoekt de Commissie een grondige studie/analyse te verrichten van de extra kosten die insulaire gebieden moeten dragen voor het vervoer van personen en goederen, energievoorziening en toegang tot markten, met name voor kmo's; |
5. |
is van mening dat er een deugdelijke definitie/categorisering van eilanden moet komen waarbij niet alleen rekening wordt gehouden met de verschillen en bijzonderheden van eilanden, maar ook met de specifieke situatie ervan; verzoekt de Commissie op basis van artikel 174 van het VWEU, waarin de specifieke situatie van eilanden wordt erkend, een homogene groep van alle eilandgebieden vast te stellen; verzoekt de Commissie bovendien naast het bbp rekening te houden met andere statistische indicatoren waaruit de economische en sociale kwetsbaarheid als gevolg van permanente natuurlijke belemmeringen kan blijken; |
6. |
herinnert eraan dat, overeenkomstig Richtlijn 2006/112/EG van de Raad, bepaalde Europese eilanden speciale belastingregelingen hebben gekregen als compensatie voor hun permanente natuurlijke en demografische belemmeringen; onderstreept het belang van deze speciale belastingregelingen voor lokale gemeenschappen en economieën, en dringt aan op voortzetting ervan, met name in de lidstaten waarvoor een economisch aanpassingsprogramma geldt; |
7. |
herinnert met name aan het feit dat er nood is aan betere verbindingen via zeeroutes, betere toegang tot havens en betere luchtvaartdiensten; is van mening dat bijzondere nadruk moet worden gelegd op vervoersknooppunten, intermodaal vervoer en duurzame mobiliteit; benadrukt verder dat het noodzakelijk is de evenwichtige territoriale ontwikkeling van insulaire gebieden te ondersteunen door het bevorderen van innovatie en concurrentievermogen in deze gebieden, die ver van de grote administratieve en economische centra verwijderd zijn en niet profiteren van gemakkelijke toegang tot vervoer, en door de plaatselijke productie voor plaatselijke markten te versterken; |
8. |
benadrukt dat digitale capaciteit een belangrijk middel is om de connectiviteitsbelemmeringen van insulaire gebieden op te vangen; benadrukt dat investeringen in infrastructuur noodzakelijk zijn om breedbandtoegang op eilanden en de volledige deelname van eilanden aan de digitale interne markt te waarborgen; |
9. |
herinnert eraan dat veel eilanden in de Middellandse Zee worden overspoeld door de komst van enorme aantallen migranten en deze situatie het hoofd moeten bieden; benadrukt dat er nood is aan een omvattende aanpak van de EU, met onder meer steun van de EU en een gezamenlijke inspanning van alle lidstaten; |
10. |
benadrukt het belang van onderwijs op alle niveaus, indien nodig ook door meer gebruik te maken van afstandsonderwijs; herinnert eraan dat eilanden ook worden geconfronteerd met zeer ernstige gevolgen van de klimaatverandering, waaronder een toenemend aantal natuurrampen; |
11. |
benadrukt dat, hoewel eilanden te kampen hebben met beperkingen, zij ook profiteren van een territoriaal potentieel, dat moet worden benut als een kans tot ontwikkeling, groei en het scheppen van werkgelegenheid; onderstreept het belang van beleid dat is gericht op lage belastingen en vermindering van de bureaucratie als belangrijke prikkels om investeringen aan te trekken; wijst in dit verband op de ontwikkeling van duurzaam toerisme, naast seizoensgebonden toerisme, dat zich richt op de bevordering van het cultureel erfgoed en specifieke kleinschalige economische activiteiten; benadrukt tevens het enorme potentieel van getijden-, wind- en zonne-energie en het potentieel van eilanden om uit te groeien tot een belangrijke bron van alternatieve energie, teneinde zo energie-autonoom mogelijk te worden en, bovenal, goedkopere energievoorziening voor de eilandbewoners te waarborgen; |
12. |
benadrukt in dit verband dat het belangrijk is gebruik te maken van alle mogelijke synergieën tussen de Europese structuur- en investeringsfondsen en andere instrumenten van de Unie om de belemmeringen van eilanden te compenseren en hun economische groei, werkgelegenheidssituatie en duurzame ontwikkeling te verbeteren; |
13. |
verzoekt de Commissie een „strategisch EU-kader voor eilanden” vast te stellen om instrumenten die een grote territoriale impact kunnen hebben, op elkaar af te stemmen; |
14. |
verzoekt de lidstaten en de regionale en lokale overheden een belangrijke rol te spelen in de ontwikkelingsstrategieën voor eilanden, op basis van een verticale aanpak waarbij alle bestuursniveaus zijn betrokken en in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, om de duurzame ontwikkeling van de eilanden in de EU te waarborgen; |
15. |
stelt voor dat de Commissie binnen het directoraat-generaal voor Regionaal Beleid en Stadsontwikkeling (DG REGIO) een „eilanden-desk” opricht die bestaat uit een kleine groep ambtenaren, om kwesties met betrekking tot insulaire gebieden te coördineren en te analyseren; |
16. |
verzoekt de Commissie een mededeling op te stellen over een „Agenda voor eilanden in de EU” en vervolgens een witboek om de ontwikkeling van insulaire gebieden te volgen, op basis van goede praktijken, waarbij lokale, regionale en nationale autoriteiten en andere relevante actoren, waaronder de economische en sociale partners en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, worden betrokken; |
17. |
verzoekt de Commissie een Europees Jaar van eilanden en bergen voor te stellen; |
18. |
verzoekt de Commissie bij de opstelling van het voorstel voor het volgende meerjarig financieel kader rekening te houden met de specifieke situatie van eilanden; |
19. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Comité van de Regio's en de lidstaten. |