EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 8.2.2016
COM(2016) 48 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
over fixatiesystemen waarin runderen ondersteboven of in een onnatuurlijke houding worden gefixeerd
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 8.2.2016
COM(2016) 48 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
over fixatiesystemen waarin runderen ondersteboven of in een onnatuurlijke houding worden gefixeerd
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
over fixatiesystemen waarin runderen ondersteboven of in een onnatuurlijke houding worden gefixeerd
1.Achtergrond
Artikel 27, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad inzake de bescherming van dieren bij het doden 1 luidt als volgt: "Uiterlijk op 8 december 2012 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over fixatiesystemen waarin runderen ondersteboven of in een onnatuurlijke houding worden gefixeerd. Dat verslag moet gebaseerd zijn op het resultaat van een wetenschappelijke studie waarin deze systemen worden vergeleken met systemen waarbij de runderen rechtop blijven staan en houdt rekening met de dierenwelzijnsaspecten en met de sociaaleconomische gevolgen, alsmede met de aanvaardbaarheid voor religieuze gemeenschappen en de veiligheid van de operatoren. Dit verslag gaat, indien nodig, vergezeld van wetgevingsvoorstellen tot wijziging van deze verordening met betrekking tot de systemen waarin runderen ondersteboven of in een onnatuurlijke houding worden gefixeerd."
Ter voorbereiding van dit verslag heeft de Commissie een studie laten uitvoeren (hierna de "BoReststudie" 2 genoemd).
Gezien het specifieke karakter en de complexiteit van deze studie (met name met betrekking tot het verzamelen van technische en wetenschappelijke gegevens in slachthuizen), hebben de voorbereiding en uitvoering veel meer tijd in beslag genomen dan verwacht. Hierdoor heeft de goedkeuring van dit verslag vertraging opgelopen.
2.Fixatiesystemen voor onbedwelmd geslachte runderen
2.1.Toelichting
In slachthuizen worden runderen 3 in rechtopstaande positie gefixeerd in een fixatiebox voordat zij, veelal door middel van een penschiettoestel, worden bedwelmd.
Artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1099/2009 bepaalt dat de bedwelmingsvoorschriften van artikel 4, lid 1, en van bijlage I bij deze verordening niet van toepassing zijn indien dieren worden geslacht volgens speciale methoden die vereist zijn voor religieuze riten, mits het slachten plaatsvindt in een slachthuis. Onder deze voorwaarden staat de EU-wetgeving in bijzondere gevallen slachtmethoden zonder bedwelming toe, zoals het verbloeden van dieren zonder voorafgaande bedwelming. Hiertoe behoort ook rituele slachting volgens de joodse of islamitische ritus. Daartoe zijn specifieke fixatiesystemen (kantelboxen) ontworpen waarbij runderen ondersteboven of op hun zij worden gedraaid zodat de slachter hen gemakkelijker kan kelen. Dergelijke fixatiesystemen mogen alleen worden gebruikt indien dieren zonder bedwelming worden geslacht 4 .
In het rapport Welfare aspects of animal stunning and killing methods uit 2004 pleitten wetenschappers van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) voor het fixeren van dieren in rechtopstaande positie in geval van slachten zonder bedwelming 5 . Hun conclusie was gebaseerd op een publicatie uit 1990 waarin twee soorten boxen (fixatie- en kantelboxen) worden vergeleken.
Tijdens de goedkeuringsprocedure van Verordening (EG) nr. 1099/2009 werd echter aangevoerd dat de kantelboxen die nu in Europa worden gebruikt aanzienlijk verschillen van het model dat in de publicatie van 1990 wordt beschreven. Daarnaast hebben sommige religieuze gemeenschappen de bedenking geuit dat een rechtopstaande positie mogelijk niet verenigbaar is met hun religieuze riten.
2.2.Algemene stand van zaken
In 2012 werden in de EU in totaal 25 miljoen runderen geslacht 6 . Bij ongeveer 2,1 miljoen (8,5 %) gebeurde dat zonder bedwelming 7 . In 97 % van deze gevallen waren dezelfde zes lidstaten betrokken 8 .
Van deze 2,1 miljoen dieren werden meer dan 1,6 miljoen (78 % van de onbedwelmd geslachte dieren) in een kantelbox geslacht, terwijl de rest (22 %) in rechtopstaande positie werd geslacht.
In 2012 werden geen kantelboxen gebruikt in Letland, Portugal, Roemenië, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk. De rechtopstaande positie was verplicht in het Verenigd Koninkrijk 9 .
Het gebruik van vaste en kantelboxen verschilt sterk tussen de lidstaten. In het Verenigd Koninkrijk worden overeenkomstig de wetgeving altijd vaste boxen gebruikt, terwijl in Frankrijk in 90 % van de gevallen kantelboxen worden gebruikt. De andere lidstaten bevinden zich tussen deze uitersten.
De manier waarop kantelboxen worden gebruikt, kan sterk verschillen. De meeste exploitanten van slachthuizen (80 %) draaien het dier 180° (ondersteboven), terwijl de rest het dier 90° kantelt (op zijn zij).
2.3.Kantelboxen
Er bestaan veel soorten kantelboxen – de BoReststudie stelt 32 modellen vast – van verschillende fabrikanten. Drie belangrijke fabrikanten zijn samen goed voor 50 % van de markt. Lokale fabrikanten zijn verantwoordelijk voor de andere helft.
Volgens de BoReststudie beschikt meer dan 90 % van de Franse slachthuizen over modern ontworpen kantelboxen, ongeacht de omvang van de slachthuizen. Deze boxen worden ook in andere landen gebruikt, zoals Nederland, Spanje en België (samen met Frankrijk goed voor 85 % van alle onbedwelmd geslachte dieren).
Op basis van deze gegevens wordt volgens de BoReststudie naar schatting meer dan 85 % van de dieren in modern ontworpen kantelboxen geslacht. Dit strookt met het feit dat 67 % van de slachthuizen zijn uitgerust met boxen van minder dan tien jaar oud en dat minder dan 15 % van de slachthuizen boxen gebruikt die van vóór 1990 dateren.
3.Overwegingen inzake dierenwelzijn
3.1.Literatuuronderzoek
In het EFSA-rapport uit 2004 verwijzen wetenschappers naar een studie uit 1990 die boxen waarin dieren in rechtopstaande positie worden gefixeerd (Cincinnati pen of ASCPA-box) vergelijkt met boxen waarin dieren op hun zij of rug worden gedraaid (Weinbergbox). Uit deze studie blijkt dat het fixeren van dieren in rechtopstaande positie beter is voor het dierenwelzijn.
Sinds de invoering van de Weinbergbox heeft het oorspronkelijke ontwerp van kantelboxen ingrijpende wijzigingen ondergaan.
Het kantelen van dieren brengt een reeks bezwaren op het gebied van dierenwelzijn met zich mee: het dier wordt in een onnatuurlijke houding gebracht die als gevolg van het kantelen voor abdominale druk en stress zorgt, vooral wanneer het dier gedurende lange tijd in deze positie wordt gehouden.
Anderzijds maakt het fixeren in rechtopstaande positie bij onbedwelmd slachten het de slachter moeilijker om (opwaarts) te kelen en kan deze methode leiden tot slechtere arbeidsomstandigheden.
3.2.Gegevens uit de BoReststudie
Van juli tot en met december 2013 werden in het kader van de BoReststudie dierenwelzijnsaspecten bestudeerd bij 1113 runderen. In achttien slachthuizen in zes lidstaten 10 werden verschillende diercategorieën, fixatiesystemen en praktijken onderzocht. Er werd gekeken naar verscheidene parameters voor dierenwelzijn met betrekking tot de fixatieduur, het bewustzijnsverlies en de procedures van het kelen en het verbloeden.
Voor het merendeel van de variabelen was het bereik van de gemiddelden in de drie posities (ondersteboven, op de zij, rechtopstaand) vergelijkbaar. De resultaten toonden enkele verschillen, maar die konden meestal in verband worden gebracht met een aantal specifieke kenmerken van het ontwerp van de box, de kwaliteit van de kopfixatie en de bekwaamheid van de slachters.
Als gevolg van de grote verschillen in het ontwerp van de slachthuizen (indeling van de drijfgang, de indeling van de fixatie- en verbloedingsruimte, het ontwerp van het fixatiesysteem enz.) en in de vaardigheden en capaciteiten van de in deze studie geobserveerde slachters was het niet mogelijk met alle factoren rekening te houden en deze te analyseren.
De studie leidde echter niet tot sluitende conclusies waarbij significante verschillen tussen de twee fixatiesystemen op het gebied van dierenwelzijn werden vastgesteld.
4.Economische, sociale en maatschappelijke aspecten
Volgens de BoReststudie zijn vaste fixatiesystemen goedkoper dan roterende systemen met betrekking tot alle economische aspecten: totale investering, onderhoud en levensduur.
De jaarlijkse kosten voor een vaste fixatiebox worden geschat op ongeveer 4 300 euro (inclusief de afschrijvingskosten van een investering van 50 000 euro, de onderhoudskosten en de rentelast), terwijl een kantelbox naar schatting 12 600 euro (inclusief de afschrijvingskosten van een investering van 100 000 euro, de onderhoudskosten en de rentelast) per jaar kost.
Er moet echter worden opgemerkt dat de kosten in de fixatieruimte slechts een klein deel (minder dan 10 %) van de totale slachtkosten vormen.
De slachtsnelheid in een slachthuis is een van de belangrijkste factoren voor de slachtkosten. In dit opzicht werd er in de studie geen verschil tussen vaste en roterende systemen vastgesteld. Bij beide systemen worden ongeveer 28 tot 30 volwassen dieren per uur geslacht.
Directeuren van slachthuizen gaven aan dat overwegingen inzake veiligheid op het werk, dierenwelzijn en religieuze aanvaardbaarheid even belangrijk zijn als de kosten bij de keuze voor een fixatiesysteem.
In het kader van de BoReststudie werd getracht informatie van een groot aantal religieuze vertegenwoordigers te verzamelen 11 .
Voor de vertegenwoordigers van de joodse gemeenschappen geniet de gekantelde positie altijd de voorkeur.
De vertegenwoordigers van de moslimgemeenschappen verkiezen vaak kantelboxen, maar vinden ook de rechtopstaande positie aanvaardbaar als deze correct wordt aangepast en als het personeel dat met het systeem werkt er ervaring mee heeft.
Voor beide gemeenschappen vormt kopfixatie, ongeacht de positie van de runderen, een punt van zorg met betrekking tot dierenwelzijn en de efficiëntie en de procedure van het verbloeden.
Wat de arbeidsomstandigheden betreft, konden de twee systemen niet worden vergeleken wegens het beperkte aantal antwoorden van personen die met een vast fixatiesysteem werken. De belangrijkste risico’s met betrekking tot veiligheid op het werk worden in verband gebracht met mogelijke onverwachte bewegingen van de dieren nadat ze uit de fixatiebox worden vrijgelaten en tijdens het optakelen.
5.Handel
Er is geen officiële informatie beschikbaar over de handel in halal of koosjer vlees.
Uit Eurostatgegevens voor de periode 2009-2013 blijkt dat de uitvoer van rundvlees uit de EU naar mediterrane moslimlanden en Israël heel laag ligt (minder dan 15 000 ton equivalent geslacht gewicht) ten opzichte van de totale uitvoer naar derde landen (tot 400 000 ton per jaar). Bovendien varieert de uitvoer sterk van het ene jaar tot het andere. Hoewel er de afgelopen jaren aanzienlijk meer rundvlees uit de EU naar het Midden-Oosten is geëxporteerd, blijft de uitvoer beperkt.
6.Conclusies
Exploitanten van slachthuizen kiezen voor een fixatiesysteem waarbij runderen onbedwelmd worden geslacht om aan de religieuze voorschriften van de betrokken gemeenschappen te voldoen. Bovendien willen de exploitanten een systeem dat snel bewustzijnsverlies bij dieren veroorzaakt, de veiligheid garandeert en economisch levensvatbaar is.
De twee belangrijkste fixatiesystemen die in de EU worden gebruikt, zijn:
a)het vaste systeem waarbij dieren in rechtopstaande positie worden verbloed (ook gebruikt voor het bedwelmen van de dieren met een penschiettoestel);
b)het roterende systeem waarbij dieren worden verbloed nadat ze ondersteboven of op hun zij worden gedraaid (alleen toegestaan voor onbedwelmd slachten).
Beide systemen hebben voor- en nadelen. Het vaste systeem werd in het verleden passender geacht met het oog op dierenwelzijn omdat het dier niet in een onnatuurlijke positie wordt gebracht. Uit de verzamelde gegevens over meer dan duizend dieren in de EU konden geen sluitende conclusies worden getrokken die aangeven dat een van de systemen beter is met betrekking tot dierenwelzijn. Als gevolg van de verscheidenheid van de situaties in de slachthuizen hangen de resultaten met betrekking tot dierenwelzijn eerder af van het ontwerp en het gebruik van de boxen dan van de positie van de dieren (rechtopstaand of ondersteboven).
Hetzelfde geldt voor de veiligheid van de slachters of de capaciteit van de slachtlijn.
Investerings- en exploitatiekosten liggen aanzienlijk hoger bij de roterende fixatiesystemen dan bij de vaste. De eerste worden echter op grote school gebruikt in de EU (bij 80 % van de onbedwelmd geslachte runderen).
De overgrote meerderheid van de in de EU gebruikte roterende fixatiesystemen zijn recent ontworpen.
Informatie over beste praktijken en opleiding voor een correct gebruik van dergelijke fixatiesystemen draagt bij tot een beter dierenwelzijn, ongeacht het gebruikte fixatiesysteem. De BoReststudie geeft hiervan een overzicht.