6.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 238/406


P8_TA(2016)0498

Eén Europese spoorwegruimte ***II

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 december 2016 betreffende het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de vaststelling van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2012/34/EU met betrekking tot de openstelling van de markt voor het binnenlands passagiersvervoer per spoor en het beheer van de spoorweginfrastructuur (11199/1/2016 — C8-0426/2016 — 2013/0029(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: tweede lezing)

(2018/C 238/28)

Het Europees Parlement,

gezien het standpunt van de Raad in eerste lezing (11199/1/2016 — C8-0426/2016),

gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door de Franse Senaat, het Litouwse parlement, het Luxemburgse parlement, de Nederlandse Eerste Kamer, de Nederlandse Tweede Kamer en de Zweedse Rijksdag, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 11 juli 2013 (1),

gezien het advies van het Comité van de Regio's van 8 oktober 2013 (2),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (3) inzake het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2013)0029),

gezien artikel 294, lid 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien artikel 76 van zijn Reglement,

gezien de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie vervoer en toerisme (A8-0371/2016),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het standpunt van de Raad in eerste lezing;

2.

constateert dat het besluit is vastgesteld overeenkomstig het standpunt van de Raad;

3.

stelt voor om naar de handeling te verwijzen als „de verordening-Sassoli-Dijksma betreffende de openstelling van de markt voor het binnenlands passagiersvervoer per spoor en het beheer van de spoorweginfrastructuur” (4);

4.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen;

5.

verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen, nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

6.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)  PB C 327 van 12.11.2013, blz. 122.

(2)  PB C 356 van 5.12.2013, blz. 92.

(3)  Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0147.

(4)  David-Maria Sassoli en Sharon Dijksma hebben namens het Parlement respectievelijk de Raad de onderhandelingen over de handeling geleid.