15.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 58/254


P8_TA(2016)0127

Gebruik van persoonsgegevens van passagiers (EU-PNR) ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 14 april 2016 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het gebruik van persoonsgegevens van passagiers voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en zware criminaliteit (COM(2011)0032 — C7-0039/2011 — 2011/0023(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2018/C 058/42)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0032),

gezien artikel 294, lid 2, artikel 82, lid 1, tweede alinea, onder d), en artikel 87, lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0039/2011),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien de bijdragen van het Bulgaarse parlement, de Tsjechische Senaat, de Duitse Bondsraad, de Italiaanse Senaat, de Nederlandse Eerste Kamer, de Oostenrijkse Nationale Raad, het Portugese parlement en de Roemeense Senaat ter zake van het ontwerp van wetgevingshandeling,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 5 mei 2011 (1),

gezien het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming van 25 maart 2011 (2),

gezien het arrest van het Hof van Justitie van 8 april 2014 in gevoegde zaken C-293/12 en C-594/12, Digital Rights Ireland en Seitlinger e.a. (3),

gezien Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (4),

gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 7 december 2015 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien de artikelen 59 en 188 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie vervoer en toerisme (A7-0150/2013),

gezien het besluit van de Conferentie van voorzitters van 18 september 2014 inzake onafgedane zaken van de zevende zittingsperiode,

gezien het tweede verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie buitenlandse zaken en de Commissie vervoer en toerisme (A8-0248/2015),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


(1)  PB C 218 van 23.7.2011, blz. 107.

(2)  PB C 181 van 22.6.2011, blz. 24.

(3)  Arrest van het Hof van Justitie van 8 april 2014, Digital Rights Ireland en Seitlinger e.a., gevoegde zaken C-293/12 en C-594/12, ECLI:EU:C:2014:238.

(4)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.


P8_TC1-COD(2011)0023

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 14 april 2016 met het oog op de vaststelling van Richtlijn (EU) 2016/… van het Europees Parlement en de Raad over het gebruik van persoonsgegevens van passagiers (PNR-gegevens) voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn (EU) 2016/681.)