2.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 34/140


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende definities van de kenmerken van vissersvaartuigen (herschikking)

(COM(2016) 273 final — 2016/0145 (COD))

(2017/C 034/22)

Rapporteur:

Gabriel SARRÓ IPARRAGUIRRE

Raadpleging

Raad, 1.6.2016

Europees Parlement, 6.6.2016

Rechtsgrondslag

Artikel 43, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

 

(COM(2016) 273 final — 2016/0145 (COD))

Besluit van het Bureau van het Comité

14.6.2016

 

 

Bevoegde afdeling:

Landbouw, Plattelandsontwikkeling en Milieu

Goedkeuring door de afdeling

30.9.2016

Goedkeuring door de voltallige vergadering

19.10.2016

Zitting nr.

520

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

222/0/2

1.   Conclusies

1.1.

Het Comité hecht zijn goedkeuring aan onderhavig voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende definities van de kenmerken van vissersvaartuigen (herschikking), dat een noodzakelijke en welkome aanvulling vormt op het EU-recht.

2.   Achtergrond

2.1.

Dit voorstel van de Commissie beoogt de codificatie van Verordening (EEG) nr. 2930/86 van de Raad van 22 september 1986 houdende definities van de kenmerken van vissersvaartuigen, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3259/94 van de Raad van 22 december 1994.

2.2.

Deze codificatie vloeit voort uit de conclusies van de Europese Raad van Edinburgh van december 1992; tijdens deze bijeenkomst werd het besluit van de Commissie om alle handelingen (de oorspronkelijke tekst en latere wijzigingen) na maximaal tien wijzigingen te codificeren, bekrachtigd.

2.3.

Codificatie is noodzakelijk om het recht van de Unie eenvoudiger, duidelijker en transparanter te maken, en daarmee ook toegankelijker en begrijpelijker voor de burger, zodat deze de hem toegekende rechten beter kan uitoefenen.

2.4.

De normale procedure voor de vaststelling van handelingen van de Unie moet bij de codificatie volledig in acht worden genomen.

3.   Algemene opmerkingen

3.1.

Het voorstel van de Commissie laat de inhoud van de handelingen die worden gecodificeerd, onverlet.

3.2.

Wel dient een aantal inhoudelijke wijzigingen in artikel 5, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2930/86 te worden aangebracht teneinde bevoegdheden aan de Commissie te delegeren om de voorschriften inzake het bepalen van het continu motorvermogen aan te passen aan de vooruitgang van de techniek. Om die reden wordt dit voorstel in de vorm van een herschikking ingediend.

3.3.

Het voorstel voor een herschikking is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie, in 23 officiële talen, van Verordening (EEG) nr. 2930/86 en het besluit tot wijziging daarvan, met behulp van het gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie.

3.4.

Het voorstel bevat drie bijlagen waarin de wijziging van de (aangepaste) bijlage bij Verordening (EG) nr. 3259/94 is opgenomen en, voor zover de artikelen zijn vernummerd, het verband tussen de oude en de nieuwe nummering is weergegeven.

4.   Specifieke opmerkingen

4.1.

Het Comité onderschrijft de inhoudelijke wijzigingen van artikel 5, lid 3, waarmee de Commissie wordt gemachtigd gedelegeerde handelingen vast te stellen om de voorschriften inzake het bepalen van het continu motorvermogen aan te passen aan de vooruitgang van de techniek; dit vermogen wordt bepaald overeenkomstig de door de Internationale Organisatie voor Normalisatie vastgestelde voorschriften, zoals opgenomen in haar aanbevolen internationale norm ISO 3046/1, tweede editie, oktober 1981.

Brussel, 19 oktober 2016.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Georges DASSIS