2.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 34/172


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 98/41/EG van de Raad inzake de registratie van de opvarenden van passagiersschepen die vanuit of naar havens in de lidstaten van de Gemeenschap varen en tot wijziging van Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten

(COM(2016) 370 final — 2016/171(COD))

(2017/C 034/29)

Rapporteur:

Vladimír NOVOTNÝ

Raadpleging

Europees Parlement, 9.6.2016

 

Raad van de Europese Unie, 22.6.2016

Rechtsgrondslag

Artikel 100, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

(COM(2016) 370 final — 2016/171(COD))

 

 

Bevoegde afdeling

Vervoer, Energie, Infrastructuur en Informatiemaatschappij

Goedkeuring door de afdeling

6.10.2016

Goedkeuring door de voltallige vergadering

19.10.2016

Zitting nr.

520

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

205/9/15

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is van mening dat de voorgestelde wijziging zal leiden tot een verhoogde veiligheid voor de scheepvaart en met name voor passagiers in de wateren van de EU, en zal helpen om reddingswerkzaamheden in geval van scheepsrampen efficiënter te maken.

1.2.

Het EESC steunt de uitbreiding van de geregistreerde gegevens met informatie over de nationaliteit, zodat in geval van scheepsrampen familieleden sneller kunnen worden geïnformeerd over het lot van de opvarenden en de onzekerheid over hun lot wordt weggenomen.

1.3.

In de lijn van de resultaten van de gerichte raadpleging van de Commissie wijst het EESC op de problematiek van kleine vervoersondernemingen en de noodzaak om hen te beschermen tegen een toename van de administratieve rompslomp. Volgens het EESC zorgt het voorstel ervoor dat alle exploitanten in de wateren van de EU onder dezelfde voorwaarden met elkaar kunnen blijven concurreren.

1.4.

Het EESC is ermee ingenomen dat het voorstel voor een richtlijn vergezeld gaat van een uitvoeringsplan met een opsomming van de stappen die moeten worden genomen om de vereenvoudigingsmaatregelen uit te voeren en van de belangrijkste technische en juridische knelpunten en termijnen van de nieuwe procedures.

1.5.

Het EESC is ingenomen met het voorstel tot wijziging van Richtlijn 98/41/EG van de Raad als een belangrijke bijdrage tot de uitvoering van het REFIT-programma van de Commissie voor een gezonde en resultaatgerichte regelgeving en het programma voor verbetering van het regelgevingsklimaat in de EU.

2.   Inleiding

2.1.

Naar aanleiding van de geschiktheidscontrole van de EU-regelgeving inzake de veiligheid van passagiersschepen heeft de Europese Commissie een reeks voorstellen ingediend ter vereenvoudiging en verbetering van het bestaande regelgevingskader voor de veiligheid van EU-passagiersschepen, teneinde de EU-regels te behouden en een correcte toepassing ervan te waarborgen, en tegelijkertijd overlappende verplichtingen en tegenstrijdigheden in de regelgeving weg te werken.

2.2.

De reeks voorstellen, waaronder het voorstel tot en wijziging van Richtlijn 2009/45/EG inzake technische voorschriften voor passagiersschepen, een voorstel voor een richtlijn ter vervanging van Richtlijn 1999/35/EG betreffende geregelde diensten van passagiersvaartuigen, en, met name, het voorstel tot wijziging van Richtlijn 98/45/EG inzake de registratie van de opvarenden van passagiersschepen, hebben tot doel een eenvoudig en actueel rechtskader tot stand te brengen dat gemakkelijker is om uit te voeren, te monitoren en te doen naleven, waardoor het algemene veiligheidsniveau in het zeevervoer toeneemt.

2.3.

De voorgestelde wijzigingen zijn gebaseerd op het Commissieprogramma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT) en dragen bij aan de verbetering van het regelgevingsklimaat in de EU.

2.4.

Door ervoor te zorgen dat de bestaande wetgeving eenvoudig en duidelijk is, geen overbodige last creëert en gelijke tred houdt met de politieke, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen draagt dit voorstel bij aan de agenda voor betere regelgeving van de Commissie. Het waarborgen van de kwaliteit van geregelde veerdiensten binnen de EU draagt tevens bij aan de doelstellingen van de strategie voor het zeevervoer tot 2018.

3.   Het document van de Commissie

3.1.

Richtlijn 98/41/EG van de Raad voorziet in de telling en registratie van alle passagiers en bemanningsleden aan boord van passagiersschepen die vanuit of naar EU-havens varen. Volgens de huidige voorschriften moeten deze gegevens worden opgeslagen in het informatiesysteem van het bedrijf en te allen tijde beschikbaar zijn om te worden doorgestuurd naar de veiligheidsautoriteit die verantwoordelijk is voor opsporings- en reddingsacties. De geregistreerde gegevens bevatten niet altijd informatie over nationaliteit (bovenop de naam, de leeftijd en het geslacht), hetgeen de bijstand aan slachtoffers en hun familieleden bemoeilijkt.

3.2.

Bijgevolg moeten exploitanten die dergelijke gegevens reeds doorgeven aan SafeSeaNet en het nationale éénloketsysteem de gegevens dus twee keer doorgeven. De bestaande regels houden geen rekening met de ontwikkeling van systemen zoals SafeSeaNet en het nationale éénloketsysteem en betekenen dat de bevoegde nationale autoriteit in noodgevallen contact moet opnemen met de scheepvaartmaatschappij. Dat spoort volledig met het REFIT-programma van de Commissie en met het streven om de digitaliseringsmogelijkheden bij de registratie, uitwisseling, toegang tot en bescherming van gegevens te benutten.

3.3.

De onmiddellijke toegang tot accurate gegevens over de opvarenden is essentieel voor het welslagen van opsporings- en reddingsacties. De huidige formulering van de richtlijn biedt onvoldoende waarborgen hiervoor. Daarom stelt de Commissie voor de bestaande regels inzake de telling en registratie van passagiers en bemanningsleden aan boord van schepen te verduidelijken en te vereenvoudigen en zo het veiligheidsniveau te verbeteren.

3.4.

De in het voorstel opgenomen verplichting om de informatie over opvarenden op te slaan in een bestaand elektronisch systeem (waarin de gegevens in noodgevallen onmiddellijk toegankelijk zijn voor de bevoegde autoriteiten) wordt gezien als een belangrijke stap voorwaarts ten opzichte van het huidige veiligheidsniveau, terwijl die verplichting geen grote kosten voor exploitanten of bevoegde autoriteiten veroorzaakt.

3.5.

De Europese Commissie stelt voor om een einde te maken aan de dubbele rapportageverplichtingen ten aanzien van passagiers en de bestaande rapportagevereisten voor alle exploitanten op elkaar af te stemmen, door de informatie over het aantal opvarenden vóór het vertrek uit en vóór de aankomst in een haven in de EU te registreren in een bestaand elektronisch systeem, in plaats van in een eigen systeem van de scheepvaartmaatschappij, zodat de bevoegde autoriteit in geval van nood of na een ongeval onmiddellijk toegang krijgt tot de gegevens. Ook stelt zij voor dat de gevraagde informatie voor elke reis van meer dan 20 zeemijl vóór het vertrek uit en vóór de aankomst in een haven van de EU wordt opgeslagen in datzelfde elektronische systeem.

3.6.

Verder stelt zij voor om overlappingen te voorkomen en — voor elke reis van meer dan 20 zeemijl — de nationaliteit van de reizigers te registreren en mee te delen aan de bevoegde autoriteit, door gebruik te maken van dezelfde middelen en criteria als die welke nu al worden gebruikt voor de registratie en overdracht van gegevens met betrekking tot de naam, leeftijd, enz. Ook stelt zij voor de definities met betrekking tot de verplichte registratie van passagiers in Richtlijn 98/41/EG te verduidelijken, bijvoorbeeld inzake de lengte van de reis, om de verplichte goedkeuring van het passagiersregistratiesysteem te schrappen in Richtlijn 98/41/EG, en om de rapportagemechanismen voor vrijstellingen/gelijkwaardigheden op grond van Richtlijn 2009/45/EG en Richtlijn 98/41/EG te stroomlijnen. Bovendien worden in het voorstel de relevante definities en vereisten van Richtlijn 98/41/EG gepreciseerd.

3.7.

Het voorstel zorgt ervoor dat alle exploitanten in de wateren van de EU onder dezelfde voorwaarden met elkaar kunnen blijven concurreren.

4.   Algemene opmerkingen

4.1.

Het EESC is ingenomen met het voorstel tot wijziging van Richtlijn 98/41/EG van de Raad als een belangrijke bijdrage tot de uitvoering van het REFIT-programma van de Commissie voor een gezonde en resultaatgerichte regelgeving en het programma voor verbetering van het regelgevingsklimaat in de EU.

4.2.

Het Comité is van mening dat de voorgestelde wijzigingen van de rapportage door gebruik te maken van moderne elektronische communicatiemiddelen adequaat zijn en zullen helpen om de doeltreffendheid en efficiëntie van het systeem voor de registratie en rapportage van opvarenden van passagiersschepen te verhogen.

4.3.

Het EESC is ervan overtuigd dat de voorgestelde wijziging zal leiden tot een verhoogde veiligheid voor de scheepvaart in de wateren van de EU en zal helpen om reddingswerkzaamheden in geval van scheepsrampen efficiënter te maken.

4.4.

Het EESC steunt de uitbreiding van de geregistreerde gegevens met informatie over de nationaliteit, zodat in geval van scheepsrampen familieleden sneller kunnen worden geïnformeerd over het lot van de opvarenden en de onzekerheid over hun lot wordt weggenomen.

4.5.

Het EESC is ingenomen met de aanpak van de Commissie, die tijdens de voorbereiding van het voorstel voor wijziging van de richtlijn gerichte raadplegingen heeft gehouden onder deskundigen van vervoersondernemingen en vertegenwoordigers van passagiers. De resultaten van deze raadplegingen zijn samengevat en beoordeeld in het werkdocument van de Commissie dat bij het voorstel tot wijziging van Richtlijn 98/41/EG van de Raad is gevoegd. De conclusies zijn opgenomen in het voorstel voor een richtlijn.

4.6.

Het EESC pleit voor meer bescherming van registratieplichtige persoonsgegevens en een ingrijpende modernisering van Richtlijn 98/41/EG om deze in overeenstemming te brengen met de ontwikkelingen op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens, in het bijzonder Verordening (EU) 2016/679.

5.   Specifieke opmerkingen

5.1.

Het EESC is net als de Europee Commissie van mening dat de bescherming van persoonsgegevens gepaard dient te gaan met voorschriften inzake de beperkte toegang tot die gegevens, die alleen op verzoek aan de bevoegde nationale autoriteiten moeten worden verstrekt (het uitwisselingsmechanisme in noodgevallen of na een ongeval is het in Richtlijn 2002/59/EG gedefinieerde SafeSeaNet-systeem). Net als het nationaal loket valt SafeSeaNet onder de EU-regelgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens, met duidelijk omschreven beveiligings- en toegangsrechten. Het EESC beveelt aan de bewaringstermijn nauwkeuriger vast te stellen in het voorstel voor een richtlijn.

5.2.

Bij de voorgestelde uitwisseling met het nationaal loket moet er volgens het EESC absoluut voor worden gezorgd dat tegemoet wordt gekomen aan de eisen inzake vertrouwelijkheid (als gedefinieerd in artikel 8 van Richtlijn 2010/65/EU) en dat wordt voldaan aan de EU-regelgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens.

5.3.

In de lijn van de resultaten van de gerichte raadpleging van de Commissie wijst het EESC op de problematiek van kleine vervoersondernemingen en de noodzaak om hen te beschermen tegen een toename van de administratieve rompslomp. Het EESC steunt het voorstel van de Commissie om kleinere exploitanten in staat te stellen de registratieverplichtingen te vervullen via internet, als een goedkoper en flexibeler alternatief, of om ervoor te kiezen informatie over het aantal personen aan boord te verstrekken via een geautomatiseerd informatiesysteem, namelijk een maritiem transmissiesysteem dat signalen overbrengt met zeer hoge frequenties. Daarmee kunnen de plaatselijke opsporings- en reddingsdiensten te allen tijde gemakkelijk het aantal opvarenden opzoeken, ongeacht de beschikbaarheid van een contactpersoon.

5.4.

Het EESC is ermee ingenomen dat het voorstel voor een richtlijn vergezeld gaat van een uitvoeringsplan met een opsomming van de stappen die moeten worden genomen om de vereenvoudigingsmaatregelen uit te voeren en van de belangrijkste technische en juridische knelpunten en termijnen van de nieuwe procedures.

Brussel, 19 oktober 2016.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Georges DASSIS