9.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 409/379


VERSLAG

over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap onderzoek betreffende het begrotingsjaar 2014 vergezeld van het antwoord van het Agentschap

(2015/C 409/42)

INLEIDING

1.

Het Uitvoerend Agentschap onderzoek (het „Agentschap” ofwel „REA”), gevestigd te Brussel, werd opgericht bij Besluit 2008/46/EG van de Commissie (1). Het werd ingesteld voor een beperkte periode die begon op 1 januari 2008 en eindigt op 31 december 2017, met het oog op het beheer van specifieke acties van de Unie op het gebied van onderzoek (2). Op 15 juni 2009 verleende de Europese Commissie het Agentschap officieel zijn administratieve en operationele autonomie.

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

2.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Agentschap. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

BETROUWBAARHEIDSVERLKARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

a)

de jaarrekening van het Agentschap, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2014 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

4.

De leiding is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Agentschap, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (5):

a)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van het Agentschap omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen materiële afwijkingen als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De directeur keurt de jaarrekening van het Agentschap goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Agentschap.

b)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

De verantwoordelijkheid van de controleur

5.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen materiële afwijkingen bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

6.

De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico’s op materiële afwijkingen in de rekeningen en op materiële niet-conformiteit van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

7.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

8.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2014 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn Financieel Reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

9.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2014 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Milan Martin CVIKL, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 8 september 2015.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 11 van 15.1.2008, blz. 9.

(2)  Ter informatie geeft de bijlage een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap.

(3)  Deze omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(5)  Zie de artikelen 62 en 68 in samenhang met de artikelen 53 en 58 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

(6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

(7)  Artikel 162 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.


BIJLAGE

Uitvoerend Agentschap onderzoek (Brussel)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(Artikelen 179 en 180 van het VWEU)

Verzamelen van informatie

De Unie heeft tot doel haar wetenschappelijke en technologische grondslagen te versterken door de totstandbrenging van een Europese onderzoeksruimte waarbinnen onderzoekers, wetenschappelijke kennis en technologieën vrij circuleren, en tot de ontwikkeling van het concurrentievermogen van de Unie en van haar industrie bij te dragen.

Te dien einde stimuleert zij in de gehele Unie de ondernemingen, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, de onderzoekcentra en de universiteiten bij hun inspanningen op het gebied van hoogwaardig onderzoek en hoogwaardige technologische ontwikkeling; zij ondersteunt hun streven naar onderlinge samenwerking, waarbij het beleid er vooral op gericht is onderzoekers in staat te stellen vrijelijk samen te werken over de grenzen heen, en ondernemingen in staat te stellen de mogelijkheden van de interne markt ten volle te benutten, in het bijzonder door […] vaststelling van gemeenschappelijke normen en opheffing van de wettelijke en fiscale belemmeringen welke die samenwerking in de weg staan. […]

Voor de verwezenlijking van deze doelstellingen onderneemt de Unie de volgende activiteiten, die de activiteiten van de lidstaten aanvullen:

tenuitvoerlegging van programma’s voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, waarbij de samenwerking met en tussen ondernemingen, onderzoekcentra en universiteiten wordt bevorderd;

bevordering van de samenwerking met derde landen en internationale organisaties inzake onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie in de Unie;

verspreiding en exploitatie van de resultaten van de activiteiten inzake onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie in de Unie;

stimulering van de opleiding en de mobiliteit van onderzoekers in de Unie.

Bevoegdheden van het Agentschap

(Uitvoeringsbesluit 2013/778/EU van de Commissie)

Doelstellingen

Het REA staat de Commissie bij in de verwezenlijking van de doelstellingen van de kaderprogramma’s voor onderzoek en de EU-strategie ter bevordering van groei door middel van de ondersteuning van onderzoek en innovatie middels de uitvoering van onderdelen van de Horizon 2020- en KP7-kaderprogramma’s. Het verleent doeltreffende en doelmatige diensten aan de onderzoeksgemeenschap door te zorgen voor de soepele uitvoering van zijn deel van de EU-financiering voor onderzoek en innovatie en door ondersteunende diensten te bieden aan alle onderzoeksdiensten van de Commissie en deelnemers aan de kaderprogramma’s. Door nauwe contacten te leggen met de begunstigden en de Europese Unie grote zichtbaarheid te geven, fungeert het REA als een aanjager van de Europese onderzoeksruimte en het onderzoeksbeleid van de EU.

In de nieuwe (in december 2013 door de Commissie vastgestelde) mandaatsperiode van het REA beheert het Agentschap de „erfenis” van de KP7-projecten uit zijn vorige mandaatsperiode (Marie Curieacties, mkb-acties en ruimtevaart- en veiligheidsonderzoek) en een groot aantal acties in het kader van het nieuwe Horizon 2020-kaderprogramma voor onderzoek (Marie Skłodowska-Curieacties, toekomstige en opkomende technologieën (open FET-regeling), ruimtevaartonderzoek, maatschappelijke uitdagingen 2, 6 & 7, topkwaliteit verspreiden en deelname verbreden en wetenschap met en voor de samenleving). Wat betreft de ondersteunende diensten verleent het REA in het kader van zijn nieuwe mandaat een uitgebreide reeks diensten waarbij zij extra afnemers bedient.

Taken

In verband met het projectbeheer sluit en beheert het Agentschap de subsidieovereenkomsten, waarbij het de volgende werkzaamheden verricht:

opstelling en publicatie van de oproepen tot het indienen van voorstellen;

evaluatie van de voorstellen;

opstelling en ondertekening van de subsidieovereenkomsten;

houden van toezicht op de uitvoering van de projecten, inclusief aanvaarding van verslagen en andere producten;

betalingen, invorderingen en toepassing van sancties in de zin van artikel 114, lid 4, van het algemeen Financieel Reglement, met name wanneer bij controles achteraf op het niveau van de eindbegunstigden fouten zijn ontdekt in de opgegeven kosten;

bekendmaking achteraf en verspreiding van de resultaten.

Wat betreft de ondersteunende diensten verricht het Agentschap de volgende taken:

administratieve steun bij de publicatie van oproepen, beheer van de elektronische ontvangst van de voorstellen en steun voor evaluaties op afstand en ter plaatse;

contractsluiting en betalingen van alle Horizon 2020-deskundige beoordelaars (behalve deskundigen van de Europese Onderzoeksraad) en van door het REA ingezette deskundige toezichthouders.

beheer van de centrale databank voor Horizon 2020-deelnemers (algemene registratiefaciliteit — URF), inclusief steun voor controles van de financiële capaciteit van geselecteerde begunstigden, die ook voor andere EU-programma’s wordt gebruikt (het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal, Cosme, Erasmus+, Creatief Europa, Burgerschap en programma’s op het gebied van volksgezondheid en consumenten);

beheer van de „Research Enquiry Service”/Horizon 2020-helpdesk.

Organisatie

Directiecomité

Bestaat uit vijf leden en één waarnemer die door de Europese Commissie worden benoemd. Stelt na goedkeuring van de Commissie het organisatieschema en het jaarlijks werkprogramma van het Agentschap vast. Het stelt bovendien de administratieve begroting, het jaarlijks activiteitenverslag en de jaarrekening van het Agentschap vast.

Directeur

De directeur wordt benoemd door de Commissie en beheert het Agentschap samen met het directiecomité, voert de administratieve begroting uit, zet systemen voor beheer en interne controle op die zijn afgestemd op de aan het Agentschap toevertrouwde taken en stelt de aan de Commissie voor te leggen verslagen op.

Externe controle

Europese Rekenkamer.

Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad. Wat betreft de uitvoering van zijn administratieve begroting door het Agentschap is het kwijtingsbesluit gericht aan de directeur. De Commissie blijft verantwoordelijk voor de door haar aan het Agentschap gedelegeerde uitvoering van de operationele begroting.

In 2014 (2013) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen

Operationele begroting (2014)

1  557,8(1  759,2) miljoen euro vastleggingskredieten en 1  057,4(1  443,6) miljoen euro betalingskredieten. Het Agentschap voert de operationele begroting van de Commissie uit krachtens een delegatiebesluit van de Commissie.

Administratieve begroting 2014

51,5(46,8) miljoen euro. Het Agentschap voert de administratieve begroting autonoom uit.

Personeelsbestand per 31 december 2014

Posten in de lijst van het aantal ambten: 145 (140), waarvan 139 (138) bezet.

Arbeidscontractanten: 435 (418) gepland, waarvan 409 (407) in dienst op 31 december 2014.

Totaalaantal personeelsleden: 548 (545) voor de vervulling van de volgende taken:

programma-uitvoering: 365 (366)

ondersteunende diensten voor Horizon 2020: 99 (96)

beheers- en administratieve taken: 84 (83)

Producten en diensten 2014 (2013)

Naast de erfenis van de KP7 en de voortzetting van het beheer van Horizon 2020-Marie Skłodowska-Curieacties en het ruimtevaart- en veiligheidsonderzoek vanaf 1 januari 2014 heeft het REA gedurende de tweede helft van 2014 geleidelijk de nieuwe activiteiten overgenomen die aan het Agentschap zijn gedelegeerd: landbouwonderzoek en voedselveiligheid (maatschappelijke uitdaging 2), onderzoek op het gebied van innovatieve, inclusieve en reflexieve samenlevingen (maatschappelijke uitdaging 6), nieuwe onderdelen van maatschappelijke uitdaging 7 (onderzoek op het gebied van IT-veiligheid) en de „open FET-actie” van het onderdeel Excellente wetenschap van Horizon 2020.

Voor deel I — Excellente wetenschap van het Horizon 2020-programma werden in 2014 zeven oproepen afgewikkeld en drie evaluaties voltooid. 246 nieuwe subsidieovereenkomsten werden ondertekend.

Voor deel II — Industrieel leiderschap van het Horizon 2020-programma werden in 2014 zes oproepen afgewikkeld en zes evaluaties voltooid. 36 nieuwe subsidieovereenkomsten werden ondertekend.

Voor deel III — Maatschappelijke uitdagingen 2, 6 en 7 van het Horizon 2020-programma werden in 2014 elf oproepen afgewikkeld en zes evaluaties voltooid. Zeven nieuwe subsidieovereenkomsten werden ondertekend.

Voor alle in het kader van Horizon 2020 beheerde projecten werden in 2014 159 voorfinancieringsbetalingen gedaan en één tussentijdse betaling.

Voor het beheer van de erfenis van het KP7-programma Mensen werden 2  379(3  787) betalingen gedaan (tussentijdse en definitieve betalingen, exclusief betalingen voor deskundige beoordelaars). Aan het einde van 2014 heeft het Agentschap in het kader van dit programma in totaal 5  745(6  090) projecten beheerd.

Voor het beheer van de erfenis van KP7-mkb-acties in het kader van het programma Capaciteiten werden 390 (577) betalingen gedaan (tussentijdse en definitieve betalingen, exclusief betalingen voor deskundige beoordelaars). Aan het einde van 2014 werden in het kader van deze regeling in totaal 565 (691) projecten door het Agentschap beheerd.

Voor het beheer van de erfenis van de KP7-thema’s Ruimte en Veiligheid van het programma Samenwerking werden 193 (294) betalingen gedaan (tussentijdse en definitieve betalingen, exclusief betalingen voor deskundige beoordelaars). Aan het einde van 2014 werden in het kader van deze thema’s in totaal 324 (348) projecten door het Agentschap beheerd.

Wat betreft de Horizon 2020-ondersteunende diensten werden voor 2014 de volgende resultaten behaald:

64 (194) publicaties van oproepen ondersteund;

42  874(25  214) voorstellen ontvangen via het elektronisch systeem voor indiening;

11  399(4  323) deskundige beoordelaars gecontracteerd en 10  585(5  055) betalingen aan deskundigen verricht (let op: de cijfers voor 2013 hebben alleen betrekking op de door het Agentschap beheerde programma’s, terwijl het Agentschap in 2014 bijna alle deskundige beoordelaars voor Horizon 2020 beheerde);

5  923(4  524) selecties van deelnemers voltooid;

13  052(4  488) antwoorden verzonden op vragen aan de Research Enquiry Service.

Bron: Door het Agentschap verstrekte bijlage.


ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

Het Agentschap neemt akte van het verslag van de Rekenkamer.