9.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 409/46


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2014 vergezeld van het antwoord van de Academie

(2015/C 409/06)

INLEIDING

1.

De Europese Politieacademie (hierna: „de Academie” ofwel „Cepol”), gevestigd te Bramshill, werd opgericht bij Besluit 2000/820/JBZ van de Raad, zoals ingetrokken in 2005 en vervangen door Besluit 2005/681/JBZ van de Raad (1). De taak van de Academie bestaat erin te functioneren als een netwerk en de nationale politieopleidingsinstituten in de lidstaten samen te brengen om op gemeenschappelijke normen gebaseerde opleidingen ten behoeve van hoge leidinggevende politiefunctionarissen te verzorgen (2). Sinds 1 april 2014 is de rekenplichtige van de Commissie aangesteld als rekenplichtige van Cepol.

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

2.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van de Academie. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs en een analyse van de „management representations”.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

a)

de jaarrekening van de Academie, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2014 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

4.

De leiding is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van de Academie, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (5):

a)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van de Academie omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen materiële afwijkingen als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De Academie heeft deze verantwoordelijkheden gedelegeerd aan de rekenplichtige van de Commissie bij een overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau. De directeur keurt de jaarrekening van de Academie goed nadat de rekenplichtige van de Commissie deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld, waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van de Academie.

b)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

De verantwoordelijkheid van de controleur

5.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van de Academie geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

6.

De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op materiële afwijkingen in de rekeningen en op materiële niet-conformiteit van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen. Bij de voorbereiding van dit verslag en de betrouwbaarheidsverklaring heeft de Rekenkamer rekening gehouden met de controlewerkzaamheden die de onafhankelijke extern controleur heeft verricht ten aanzien van de rekeningen van de Academie, zoals bepaald in artikel 208, lid 4, van de Financiële Regels van de EU (8).

7.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

8.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van de Academie op alle materiële punten een getrouw beeld van haar financiële situatie per 31 december 2014 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van haar Financieel Reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

9.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2014 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

10.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

11.

Het hoge percentage annuleringen van uit 2013 overgedragen vastgelegde kredieten (15 % ofwel 1 29  828 euro) hield hoofdzakelijk verband met de annulering van het Matrix-project (15  090 euro) en het feit dat de in het kader van de subsidieovereenkomsten 2013 te vergoeden kosten lager waren dan geraamd (57  285 euro). Het Matrix-project werd in de aanvangsfase geschrapt omdat het niet voldeed aan de operationele behoeften. Dit had kunnen worden vermeden met een behoorlijke gebruikersanalyse door de Academie. De overschatting van de subsidiekosten geeft aan dat het nodig is nauwkeurigere informatie te verkrijgen van de begunstigden van de Academie.

12.

Het niveau van overgedragen vastgelegde kredieten was hoog voor titel II (administratieve uitgaven) met 3 83  940 euro ofwel 59 % (2013: 1 45  414 euro ofwel 30 %). Dit werd grotendeels ingegeven door het grote volume aan meubilair en IT-uitrusting — en het vereiste onderhoud — voor de nieuwe vestiging van de Academie; hiertoe was opdracht gegeven, maar levering en/of betaling had nog niet plaatsgevonden in het laatste kwartaal van 2014 (de Academie was in oktober 2014 compleet verhuisd naar Boedapest).

FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

13.

Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Milan Martin CVIKL, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 8 september 2015.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63.

(2)  Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Academie.

(3)  Deze omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(5)  Artikelen 39 en 50 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).

(6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

(7)  Artikel 107 van Verordening (EU) nr. 1271/2013.

(8)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).


BIJLAGE I

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerking van de Rekenkamer

Stand van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2011

Het hoge niveau van begrotingsoverschrijvingen wijst op tekortkomingen in de planning van de begroting en is in strijd met het specialiteitsbeginsel.

Afgerond

2011

De Academie is gevestigd in Bramshill, in het gebouw van het Britse National Policing Improvement Agency (NPIA). Het NPIA zal eind 2012 zijn deuren sluiten en het is niet duidelijk tot wanneer de Academie haar huidige kantoorruimte kan blijven gebruiken.

Afgerond

2012

Van de 1,7 miljoen euro uit 2011 overgedragen vastgelegde kredieten werd 0,7 miljoen euro (41,2 %) in 2012 geannuleerd. Dit was hoofdzakelijk het gevolg van het feit dat de in het kader van de subsidieovereenkomsten 2011 te vergoeden kosten lager waren dan geraamd (0,44 miljoen euro ofwel 62 % van de geannuleerde overdrachten).

Loopt nog

2012

In 2012 verrichtte de Academie 37 begrotingsoverschijvingen ten belope van 1 miljoen euro, waarvan 36 binnen hun respectieve titels.

Afgerond

2012

De reeds meerdere jaren lopende discussie over de toekomst van de Academie heeft geleid tot onzekerheid die de bedrijfsplanning en –voering blijft belemmeren.

Afgerond

2013

Van de uit 2012 overgedragen vastgelegde kredieten ad 1,7 miljoen euro werd 0,3 miljoen euro (17,6 %) in 2013 geannuleerd. Dit was hoofdzakelijk het gevolg van het feit dat de in het kader van de subsidieovereenkomsten 2012 te vergoeden kosten lager waren dan geraamd (0,21 miljoen euro ofwel 70 % van de geannuleerde overdrachten), hetgeen aangeeft dat het nodig is dat aan het einde van het jaar nauwkeuriger informatie wordt verkregen van de begunstigden over de werkelijk gemaakte kosten.

Loopt nog

2013

Het niveau van de vastgelegde kredieten voor 2013 varieerde voor de verschillende titels tussen 92 % en 95 %, hetgeen erop wijst dat de juridische verbintenissen tijdig werden aangegaan. Het niveau van de naar 2014 overgedragen vastgelegde kredieten was met 1 45  410 euro (30,5 %) hoog voor titel II (administratieve uitgaven), maar dit was voornamelijk het gevolg van gebeurtenissen buiten de controle van de Academie, zoals in 2014 verschuldigde betalingen voor conform de planning in 2013 bestelde en ontvangen diensten en goederen.

N.v.t.

2013

De wervingsprocedures van de Academie zijn nog steeds niet volledig transparant. De richtsnoeren voor de leden van jury's betreffende de consistente beoordeling van de selectiecriteria waren niet duidelijk genoeg; de vereisten met betrekking tot beroepservaring waren niet altijd in overeenstemming met de uitvoeringsbepalingen bij het Statuut van de Academie en de documentatie inzake werving was onvolledig.

Loopt nog (bestaande richtsnoeren onvoldoende gedetailleerd)


BIJLAGE II

Europese Politieacademie (Budapest)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(Artikel 87 VWEU)

Harmonisatie van de wetgevingen

„1.

De Unie ontwikkelt een vorm van politiële samenwerking waarbij alle bevoegde autoriteiten van de lidstaten betrokken zijn, met inbegrip van de politie, de douane en andere gespecialiseerde wetshandhavingsdiensten die belast zijn met het voorkomen, opsporen en onderzoeken van strafbare feiten.

2.

Voor de toepassing van lid 1 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen vast voor:

[...]

 

b)

steun voor de opleiding van personeel, alsmede samenwerking betreffende de uitwisseling van personeel, apparatuur en onderzoek op het gebied van criminalistiek;

[...]”

Bevoegdheden van de Academie

(Besluit 2005/681/JBZ van de Raad)

Doelstellingen

Cepol heeft ten doel om, door optimalisering van de samenwerking tussen de diverse instituten waaruit zij bestaat, bij te dragen aan de opleiding van hoge leidinggevende politiefunctionarissen in de lidstaten. Zij ondersteunt en ontwikkelt een Europese aanpak van de belangrijkste problemen die zich in de lidstaten voordoen op het gebied van criminaliteitsbestrijding, misdaadpreventie en handhaving van de openbare orde en veiligheid, met name vanuit een grensoverschrijdend perspectief.

Taken

Het verdiepen van de kennis van de nationale politiestelsels en -structuren van de andere lidstaten en de grensoverschrijdende politiële samenwerking in de Europese Unie;

het verruimen van de kennis van het internationale instrumentarium en dat van de Europese Unie, met name op de volgende gebieden:

a)

de instellingen van de Europese Unie, hun werking en hun rol, alsook de besluitvormingsprocedures en de rechtsinstrumenten van de Europese Unie, in het bijzonder wat hun implicaties voor de samenwerking op het gebied van de rechtshandhaving betreft;

b)

de doelstellingen, structuur en werking van Europol, alsook de mogelijkheden om de samenwerking tussen Europol en de betrokken rechtshandhavingsdiensten in de lidstaten bij de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit te maximaliseren;

c)

de doelstellingen, structuur en werking van Eurojust;

het zorg dragen voor een adequate opleiding betreffende de naleving van de democratische waarborgen, in het bijzonder de rechten van de verdediging.

Organisatie

Raad van bestuur

Samenstelling

Één delegatie uit elke lidstaat.

Elke delegatie beschikt over één stem. Vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en Europol worden uitgenodigd vergaderingen bij te wonen als niet-stemgerechtigde waarnemers.

Directeur

Bestuurt de Academie; wordt aangesteld en kan van zijn functie worden ontheven door de raad van bestuur.

Externe controle

Europese Rekenkamer.

Interne controle

Dienst Interne Audit van de Europese Commissie (DIA).

Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad.

In 2014 (2013) ter beschikking van de Academie gestelde middelen

Begroting

8,8(8,4) miljoen euro

Personeelsbestand

Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten voor 2014: 27 (28) tijdelijke functionarissen.

Daarnaast waren 10 (10) posten voor arbeidscontractanten begroot.

Tevens detacheerden de lidstaten in de loop van het jaar in totaal 5,5(5) nationale deskundigen.

Producten en diensten in 2014 (2013)

Cursussen, seminars en conferenties

De Academie voerde in totaal 71 (72) activiteiten ter plaatse (cursussen, seminars en conferenties) uit. De beoordeling van de evaluaties van de activiteiten toont aan dat de algehele tevredenheid over de activiteiten van de Academie en haar opleidingsresultaten bijzonder groot blijft met 94 % (94 %).

Cepol bracht 2  098(2  251) deelnemers uit rechtshandhavingsinstanties samen, meer dan de geplande streefdoelen, alsmede 710 (707) opleiders uit 34 (42) landen (EU-lidstaten en derde landen) en 24 (21) EU- en internationale organen.

De bezettingsgraad (aantal deelnemers/beschikbare plaatsen) bleef hoog: 108 % (116 %), waaruit een uitzonderlijke vraag naar Cepol-opleidingen blijkt. De Academie zelf organiseerde 11 (19) activiteiten ter ondersteuning van het netwerk en startte een procedure voor het aanvragen van subsidieovereenkomsten voor 2014. In november voegde de raad van bestuur zes opleidingen toe aan de lijst van de activiteiten. Deze opleidingen startten medio februari 2015 en zullen worden meegeteld en vermeld in de statistieken over 2015.

Externe betrekkingen

In 2014 continueerde Cepol haar vruchtbare samenwerking met (potentiële) kandidaat-lidstaten, ENB-landen en landen van het Oostelijk Partnerschap alsmede met strategische partners, JBZ-agentschappen en EU-instellingen, waaronder de Europese Dienst voor extern optreden.

In 2014 rondde Cepol de onderhandelingen over twee werkregelingen, een met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en een met Bosnië en Herzegovina. De laatstgenoemde werd ondertekend in december 2014; voor de eerste wordt gewacht op de briefuitwisseling.

Cepol ontwikkelde een opleidingsmatrix met de stand van zaken voor de opleidingsactiviteiten die worden verzorgd door het netwerk van JBZ-agentschappen. Dit had tot doel de coördinatie en eventuele synergieën te verbeteren overeenkomstig LETS („Law Enforcement Training Scheme”).

In 2014 bood Cepol ondersteuning bij zeven capaciteitsopbouwprojecten die werden uitgevoerd door EU-lidstaten of internationale organisaties, variërend van methodologieën voor e-learning tot opleiding ter bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen, civiele crisisbeheersing en andere belangrijke thema's op het gebied van politiezaken.

Ontwikkeling van opleidingshandboeken en (gemeenschappelijke) leerplannen

In 2014 werden twee gemeenschappelijke leerplannen (GLP's) bijgewerkt: één ervan (witwassen van geld) werd vastgesteld in augustus 2014 samen met drie die waren bijgewerkt in 2013 (terrorismebestrijding, drugshandel en Eurojust). Het andere leerplan — dat inzake mensenhandel — werd eind oktober afgerond en aan de raad van bestuur voorgelegd om via een schriftelijke procedure te worden vastgesteld in januari 2015. Eind 2014 waren in totaal negen Cepol-programma's vastgesteld.

Voor de gemeenschappelijke leerplannen werd in het kader van Ondersteuning van opleiders een nieuwe rubriek geopend in het systeem voor het beheren van de opleidingen (LMS). Dit moet een bron worden van input en materiaal voor opleiding over GLP-thema's. Tot nu toe werden de volgende zes gemeenschappelijke leerprogramma's geüpload: CC05A Terrorismebestrijding, CC05D Politie-ethiek en -integriteit, CC06A Huiselijk geweld, CC06B Witwassen van geld, CC07A Civiele crisisbeheersing, CC07B Drugshandel.

CC05C over Europol en CC06C over mensenhandel zullen volgen zodra ze zijn afgerond en vastgesteld; CC13A over Eurojust wordt geüpload in januari.

Het handboek voor Sirene-opleiders werd bijgewerkt en zal na het drukken door het Publicatiebureau begin 2015 opnieuw worden verspreid.

Onderzoek en wetenschap

Er werden twee nieuwe nummers van het „European Science and Research Bulletin” (Europees onderzoeks- en wetenschapsbulletin) samengesteld en gepubliceerd op de website en op papier (edities 10 en 11).

Het aantal geregistreerde deskundigen in de Cepol-databank van docenten, opleiders en onderzoekers was eind 2014 gestegen tot 293.

De nationale onderzoeks- en wetenschapscorrespondenten rondden hun indiening van nationale uitvoeringsplannen af.

Cepol verleende gebruikers van het Cepol-e-Net toegang tot de inhoud van negen aan een peer review onderworpen academische en vaktijdschriften over politiewetenschap.

Europees politie-uitwisselingsprogramma

Het Europese politie-uitwisselingsprogramma 2014 van Cepol bestond uit zes elementen:

een algemeen onderdeel voor politiefunctionarissen,

een onderdeel voor hoofdcommissarissen,

een onderdeel voor opleiders,

een onderdeel voor onderzoekers,

een interagentschappelijk onderdeel,

een ENB-WB-onderdeel.

Het programma omvatte onderwerpen die waren afgeleid van de prioriteiten van het programma van Stockholm, de EU-beleidscyclus en verzoeken van de lidstaten. Uitwisselingsbezoeken vonden op bilaterale basis plaats en duurden zes dagen/vijf nachten.

In totaal namen 312 (444) deelnemers uit alle EU-lidstaten, kandidaat-lidstaten en ENB-WB-landen eraan deel, meer dan het jaarlijkse streefdoel was. De begroting van het programma beliep iets meer dan 3 55  000 euro (6 00  000 euro) en werd gefinancierd door Cepol; de bestedingsgraad beliep 85 % (95 %).

Er wordt nog feedback verwacht, maar momenteel ligt de algemene tevredenheidsgraad rond de 91 % (98 %).

Elektronisch netwerk (e-Net)

Na de in 2013 spelende kwesties was er in 2014 weinig of geen onderbreking van de dienstverlening. In 2014 startte het project „Review and update of e-Net user Management” (onderzoek en bijwerking van het beheer van het e-Netgebruik), met als doel ongebruikte en buiten gebruik gestelde e-Net-accounts te identificeren, de procedure voor e-Netregistratie te verbeteren en de instrumenten voor gebruikersbeheer bij te werken voor e-Netbeheerders in de lidstaten, bij partnerorganisaties en binnen de Academie.

In de loop van 2014 werd de versie van het systeem voor het beheren van opleidingen op e-Net (LMS) gemoderniseerd tot Moodle 2.7, waarbij in de beveiliging verbeteringen werden aangebracht. Tot mei 2017 biedt deze versie van het LMS ondersteuning op lange termijn vanuit Moodle HQ.

E-Learning

In 2014 werd het openen van de onlinemodules van het LMS verbeterd met een nieuwe grafische gebruikersinterface, waardoor de gebruikers van e-Net gemakkelijker de gewenste modules vinden.

Cepol ondersteunde het Erasmus-project „E-Campus Policing Europe” voor het ontwikkelen en aanbieden van leeropdrachten inzake grensoverschrijdende politiesamenwerking. Het resultaat van het project is een module die bestaat uit leeropdrachten met een op maat gemaakte gebruikersinterface en online-ondersteuning in de vorm van een opleiding op het Cepol-LMS die gericht is op opleiders op het gebied van politie en ordehandhaving. Deze module was voor alle geregistreerde e-Netgebruikers beschikbaar vanaf september.

Cepol ondersteunde de ontwikkeling van drie onlinemodules in het kader van het ISEC-project „Developing e-Learning Modules on Cross-Border Police Cooperation Tools for Police Education” (ontwikkeling van e-learningmodules inzake instrumenten inzake grensoverschrijdende politiesamenwerking voor politieopleiding). De modules hadden als onderwerpen: achtervolging, gemengde patrouilles en uitwisseling van gegevens en informatie. Tot dusver zijn 23 (19) onlinemodules beschikbaar.

In 2014 werden drie onlinemodules van Cepol bijgewerkt: de EU-politiecyclus over ernstige en georganiseerde criminaliteit, webinars voor opleiders en LMS-ondersteuning voor de Cepol-activiteiten ter plaatse in 2014.

In 2014 waren er in totaal 2  513(1  994) unieke bezoekers voor de onlineleermodules en waren er 54 (31) webinars met 5  399(3  562) deelnemers. Het platform Webinar Ressources trok in 2014 het grootste aantal bezoekers.

In 2014 kregen 14 platforms voor praktijkgemeenschappen bezoek van 2  588 (2  063) gelijkgestemde professionals uit diverse sectoren van politiewerk en -opleiding die elkaars kennis en ervaring deelden en erop voortbouwden.

Bron: Door de Academie verstrekte bijlage.


ANTWOORD VAN DE POLITIEACADEMIE

11.

De Politieacademie heeft kennis genomen van de opmerkingen van de Rekenkamer. De door Cepol in de afgelopen jaren genomen maatregelen hebben geleid tot een aanzienlijke vermindering van overgedragen en geannuleerde geldmiddelen. Wij zetten ons in om het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit, dat in het Financieel Reglement is opgenomen, nog beter na te leven en te handhaven.