17.12.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 423/7


Advies van het Europees Comité van de Regio's — Versterking van grensoverschrijdende samenwerking: is er een beter regelgevingskader nodig?

(2015/C 423/02)

Algemeen rapporteur:

Nikola DOBROSLAVIĆ (Kroatië, EVP), prefect van de provincie Dubrovnik-Neretva

I.   ALGEMENE OPMERKINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO'S

1.

verheugt zich erover dat de Luxemburgse regering besloten heeft de versterking van de grensoverschrijdende samenwerking als een prioriteit van haar EU-voorzitterschap aan te merken; het juicht de inspanningen toe die worden geleverd om de obstakels voor deze samenwerking uit de weg te ruimen teneinde de economische, sociale en territoriale samenhang in Europa te vergroten en het potentieel van de grensgebieden volledig te benutten. Deze prioritering van de grensoverschrijdende samenwerking is des te belangrijker in de huidige context waarin het grensoverschrijdende vrije verkeer ter discussie wordt gesteld, terwijl dit juist een van de voornaamste verworvenheden van de Europese integratie is.

2.

Ook is het ingenomen met de oproep om het regelgevingskader voor grensoverschrijdende samenwerking te verbeteren, zowel door de toepassing van specifieke wetgeving die reeds bestaat voor diverse aspecten van die samenwerking te bevorderen, als door het bestaande rechtskader te verbeteren of aan te vullen, zodat sectorale regelingen of regelingen voor specifieke gebieden gemakkelijker kunnen worden goedgekeurd;

3.

Grensoverschrijdende samenwerking kan van groot belang zijn voor de ontwikkeling van stad en platteland. Door samen te werken kunnen Europese lokale en regionale overheden zich doeltreffender van hun taken kwijten en kunnen met name grensregio's gemakkelijker vorderingen maken en zich ontwikkelen.

4.

Met name grensgebieden zijn kweekvijvers voor het Europese integratieproces, m.a.w. plekken waar de totstandkoming van de interne markt en de resultaten van andere Europese beleidsterreinen duidelijker zichtbaar zouden moeten zijn dan elders. Grensgebieden zijn bijna per definitie unieke, veelzijdige kruispunten met een grote verscheidenheid aan perspectieven en waar de culturele en taalkundige synergieën het grootst zijn.

5.

In de loop van de voorbije 25 jaar zijn er inzake grensoverschrijdende samenwerking grote vorderingen gemaakt op Europees niveau dankzij het Interreg-programma, het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) en het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) die er deel van uitmaken, alsook de andere modules voor Europese territoriale ontwikkeling. De tot dusver geboekte resultaten laten evenwel nog steeds te wensen over wat optimale benutting van het potentieel van deze samenwerking betreft. Daarom zou extra aandacht moeten worden besteed aan de verdere versterking van de grensoverschrijdende samenwerking en de koppeling aan andere reeds bestaande instrumenten (cohesiebeleid, Horizon 2020, staatssteun enz.), zodat achtergestelde grensregio’s een speciale behandeling krijgen.

6.

Gelet op de tot nu toe geleverde inspanningen om de grensoverschrijdende samenwerking te versterken spelen de verschillende vormen van regionale samenwerking een belangrijke rol, zowel op het niveau van functionele ruimten en macroregio's (strategie voor de Oostzee, het Donaugebied, de Adriatische en Ionische regio en het Alpengebied) als op het niveau van lokale en regionale overheden.

7.

Wat betreft de rechtsinstrumenten die de grensoverschrijdende samenwerking moeten versterken, zij vooral gewezen op het Europees Raamverdrag inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale eenheden of overheden van de Raad van Europa (1). Uit hoofde van dit verdrag hebben de verschillende landen zich ertoe verbonden grensoverschrijdende samenwerking te vergemakkelijken en aan te moedigen tussen de territoriale eenheden of overheden die onder hun jurisdictie vallen en die welke onder de jurisdictie van de andere verdragsluitende partijen vallen. Ook moet gewag worden gemaakt van de Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) (2) en het Europees economisch samenwerkingsverband (EESV), die kwaliteitsvolle instrumenten zijn om vooraf de nodige rechtsinstrumenten voor de ontwikkeling van de grensoverschrijdende samenwerking in het leven te roepen.

8.

De EGTS speelt een belangrijke rol in de ondersteuning en bevordering van grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking tussen lidstaten of lokale en regionale overheden;

9.

De EGTS heeft het voordeel van een flexibele samenstelling: ze vormt een platform voor multilevel governance waarbij de overheden van de verschillende bestuursniveaus en met verschillende bevoegdheden gezamenlijk kunnen optreden en op de behoeften van elk gebied kunnen inspelen.

II.   OBSTAKELS VOOR DE VERSTERKING VAN DE GRENSOVERSCHRIJDENDE SAMENWERKING

10.

Er zijn verschillende obstakels die de ontwikkeling van grensoverschrijdende samenwerking afremmen en zwaar wegen op de economische groei in grensregio's alsook op de verwezenlijking van de doelstellingen inzake economische, sociale en territoriale samenhang in Europa. Deze obstakels voor grensoverschrijdende samenwerking zijn bovendien niet te voorzien en zijn vaak te wijten aan acties van lidstaten of regionale en lokale actoren.

11.

Het Luxemburgse voorzitterschap heeft een seminar georganiseerd en een onderzoek verricht waarbij belangrijke hinderpalen voor de verdere versterking van de grensoverschrijdende samenwerking aan het licht zijn gekomen. Zo was het bijvoorbeeld onmogelijk grensoverschrijdende projecten op touw te zetten wegens het verschillende rechtskader (op het gebied van vervoer, gezondheid, milieu, civiele bescherming enz.), de institutionele asymmetrie van lidstaten ten gevolge van de verschillende niveaus van territoriale organisatie, het gebrek aan rechtszekerheid voor grensoverschrijdende structuren en daarmee samenhangende diensten, de verschillen in economische ontwikkeling aan de twee zijden van de grens die te wijten zijn aan de verschillen in de nationale wetgeving wat betreft o.m. arbeids-, belasting- en socialezekerheidsrecht.

12.

Voorts zijn de nationale gezondheidsstelsels in grensregio's niet op elkaar afgestemd. Dit komt ook tot uiting in de verschillende regelingen voor door spoeddiensten verstrekte zorgverlening, de moeilijkheden om uit te maken onder welk rechtsgebied zorgverleners vallen die actief zijn in zones met verschillende jurisdicties, het probleem van de asymmetrie tussen zorgverleners en overheden aan beide zijden van de grens, het feit dat een voorafgaande toestemming nodig is voor terugbetaling van kosten enz. Een en ander maakt dat de lokale bevolking moeilijkheden ondervindt om dichtbij en snel toegang te krijgen tot gezondheidsdiensten.

13.

Overigens zijn de obstakels voor grensoverschrijdende samenwerking die door het onderzoek van het Luxemburgse voorzitterschap aan het licht gekomen zijn, slechts enkele voorbeelden die alleen maar een idee geven en er zou eigenlijk een systematischer en vollediger onderzoek naar al deze hinderpalen moeten worden verricht.

14.

Het valt toe te juichen dat de Europese Commissie het voornemen heeft om tegen eind 2016 een analyse van de obstakels, de oplossingen en de goedepraktijkvoorbeelden inzake grensoverschrijdende samenwerking te maken. Het Europees Comité van de Regio's verzoekt de Commissie dan ook om hem actief te betrekken bij de uitwerking van deze analyse en de gemeenschappelijke beoordeling van de resultaten.

15.

Opgemerkt zij dat een precieze definitie van „grensregio” vereist is om een kwaliteitsvolle analyse van de obstakels voor grensoverschrijdende samenwerking te kunnen maken en om passende oplossingen te vinden voor het wegwerken ervan. Ook moeten relevante gegevens over die grensoverschrijdende samenwerking beschikbaar zijn. In dit verband valt het te betreuren dat er onvoldoende statistieken van de verschillende grensoverschrijdende regio's voorhanden zijn en dat er tussen de lidstaten verschillen bestaan wat statistische monitoring betreft.

16.

De Commissie wordt verzocht rekening te houden met de analyses van de obstakels voor grensoverschrijdende samenwerking die reeds zijn verricht op verzoek van grensregio's en in het kader van grensoverschrijdende programma's.

III.   BELEIDSAANBEVELINGEN

17.

Het is van belang grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen en te vergemakkelijken met het oog op een evenwichtige ontwikkeling van alle regio's over het hele grondgebied van de EU alsook een vermindering van de verschillen in ontwikkelingsniveau, in overeenstemming met artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Wat het creëren van economische groei betreft, zijn met name sommige grensoverschrijdende regio's benadeeld, met name wanneer zij grote verschillen vertonen wat betreft hun niveau van economische ontwikkeling vergeleken met andere grensgebieden die juist profiteren van hun ligging. Hetzelfde geldt voor sommige grensregio's van derde landen of van Europese ultraperifere regio's. Juist wegens deze benadeelde positie waarin sommige regio's zich bevinden, roept het Comité op de bepalingen van artikel 174 VWEU inzake territoriale samenhang strikter in acht te nemen.

18.

Het is van cruciaal belang blijvend inspanningen te leveren om de obstakels voor grensoverschrijdende samenwerking — die een permanente uitdaging vormen — weg te werken en tegelijk het Europees integratieproces te verdiepen. Het CvdR is dan ook ingenomen met initiatieven van wetgevende aard en is bovendien van mening dat het belang van grensoverschrijdende samenwerking op adequate wijze zou moeten worden weerspiegeld in de financiële toewijzing voor de verdere ontwikkeling van deze samenwerking.

Het bestaande rechtskader en het nieuwe voorstel van het Luxemburgse voorzitterschap van de EU

19.

Bij het zoeken naar een oplossing om de vastgestelde obstakels voor grensoverschrijdende samenwerking weg te werken en gelet op de resultaten van het actieprogramma ter vermindering van de administratieve rompslomp in de Europese Unie (Refit) (3) is het zaak uit te gaan van de huidige voorschriften voor die samenwerking en te streven naar volledige tenuitvoerlegging ervan.

20.

Krachtens artikel 4 van het Europees Raamverdrag van de Raad van Europa inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale eenheden of overheden, hebben de ondertekenende partijen zich ertoe verbonden de nodige inspanningen te leveren om een oplossing te vinden voor de moeilijkheden van juridische, administratieve of technische aard die een rem zetten op de ontwikkeling en goede werking van de grensoverschrijdende samenwerking. Ook zullen ze met het oog daarop onderling overleg plegen.

21.

Het CvdR is ingenomen met het zeer recente initiatief van het Luxemburgse voorzitterschap om een eerste voorstel voor een nieuw juridisch instrument te presenteren, met als doel lidstaten die betrokken zijn bij een specifiek grensoverschrijdend project toestemming te geven voor de vaststelling van een rechtskader bestaande uit het geldende recht van die lidstaten, dat uitsluitend van toepassing is op dat specifieke grensoverschrijdende project. Zo zou worden bijgedragen tot de cohesie in grensoverschrijdende gebieden. Hoewel dit instrument betrekking heeft op acties die niet noodzakelijkerwijs door de EU worden gefinancierd, levert het een waardevolle bijdrage aan het komende debat over de toekomst van de grensoverschrijdende samenwerking en de doelstellingen van economische, sociale en territoriale cohesie van de EU als geheel.

22.

Eén instrument voor de verbetering van de grensoverschrijdende samenwerking op EU-niveau wordt thans reeds geleverd door Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS), zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1302/2013, met het oog op de tenuitvoerlegging van grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten en het beheer ervan in het kader van uiteenlopende nationale regels en juridische procedures. Het CvdR wijst op de verschillende juridische aard van de twee instrumenten: terwijl het rechtskader van de EGTS alleen van toepassing is op haar leden, zou het Luxemburgse voorstel een rechtskader scheppen dat op een specifiek grensoverschrijdend project met een nauwkeurige geografische reikwijdte van toepassing is.

23.

Het CvdR stemt in met de vereenvoudigingen die zijn overgenomen in de gewijzigde verordening betreffende de EGTS die op 22 juni 2014 in werking is getreden, en waarvan sommige door het CvdR waren voorgesteld, maar het betreurt dat sommige lidstaten de gewijzigde EGTS-verordening slechts relatief traag ten uitvoer hebben gelegd. Het Comité roept de lidstaten dan ook op hun inspanningen in dit verband op te voeren en de oprichting van de EGTS op hun grondgebied te vergemakkelijken, en daarbij voor ogen te houden dat de verordening het mogelijk maakt de EGTS vlotter op te richten en te registreren, alsook de taken ervan duidelijker te definiëren. Wel is het van mening dat de verordening nog niet lang genoeg ten uitvoer is gelegd om de betekenis ervan volledig te kunnen inschatten en de gevolgen van de toepassing ervan in de praktijk te evalueren.

24.

Aangezien er een EGTS-verordening voorhanden is die alle mogelijkheden biedt om de grensoverschrijdende samenwerking te versterken als ze in alle lidstaten in nationaal recht wordt omgezet, moet het evenredigheidsbeginsel in acht wordt genomen als wordt overwogen aanvullende rechtsinstrumenten in het leven te roepen. Bovendien zijn er gevallen waarin rechtsinstrumenten van een andere aard dan de EGTS nuttig konden zijn gebleken om de praktische obstakels voor een bepaald project in het kader van grensoverschrijdende samenwerking weg te nemen.

25.

Het CvdR kan zich vinden in de benadering van het voorstel, namelijk om het instrumentarium voor grensoverschrijdende samenwerking verder te verbeteren door een instrument van algemene aard te creëren waarbij geen nieuwe entiteit met rechtspersoonlijkheid in het leven wordt geroepen, en door vast te houden aan de doelstelling van vooraf vastgestelde regels voor de tenuitvoerlegging van gemeenschappelijke initiatieven in twee of meer lidstaten, wat kan worden beschouwd als een bevestiging van het succes van het EGTS-instrument.

26.

In dit stadium roept het voorstel voor een nieuw instrument een aantal vragen op, die tijdens het komende debat aandachtig moeten worden bestudeerd:

de invoering van een speciaal stelsel van afwijkingen van het toepasselijke recht ter vereenvoudiging van de grensoverschrijdende samenwerking zou van invloed kunnen zijn op de interne markt en buiten de werkingssfeer van artikel 175, derde alinea, van het VWEU kunnen vallen, zodat de rechtsgrondslag van dit rechtsinstrument aan een grondige analyse moet worden onderworpen;

het CvdR zou daarom graag zien dat de beleidsterreinen waarop de nieuwe verordening van toepassing zal zijn duidelijker worden gedefinieerd, in overeenstemming met het onderscheid tussen de bevoegdheden van de Unie en die van de lidstaten en de gedeelde bevoegdheden. Een verwijzing naar de bepalingen inzake economische, sociale en territoriale cohesie (artikelen 174 tot en met 178 van het VWEU) lijkt in dit verband onvoldoende;

het voorgestelde wetsinstrument zou kunnen raken aan het vraagstuk van de grondwettigheid, aangezien de lidstaten worden verzocht om de wetten van andere lidstaten op hun grondgebied toe te passen. Het stelsel van uitzonderingen en afwijkingen zou beperkt zijn tot grensgebieden en moet grondiger worden onderzocht; er moet dus een uitgebreide juridische analyse van de nieuwe verordening worden verricht zodra de door de EC uit te voeren analyse bevestigt dat er behoefte is aan een dergelijk nieuw rechtsinstrument.

27.

Ook al blijven de opdracht en taken die zijn neergelegd in een EGTS-overeenkomst beperkt tot de EGTS en haar leden, en ook al kan een EGTS geen wetgeving aannemen, ten uitvoer leggen of de toepassing ervan verzekeren, en kan zij dus evenmin als grondslag dienen voor dergelijke acties op grensoverschrijdend niveau, toch kan zij openbare infrastructuur beheren, openbare diensten verzekeren, diensten van algemeen economisch belang verlenen, openbare middelen uittrekken en beheren met het oog op de verwezenlijking van projecten van algemeen belang, m.a.w. activiteiten verrichten die stroken met de basisbeginselen van het Verdrag en het algemeen belang van de lidstaten. De huidige EGTS-verordening biedt in dit verband een goed rechtskader voor dit type acties, ofschoon aanvullende formules kunnen worden bestudeerd, die de grensoverschrijdende samenwerking in een bepaald gebied zouden kunnen vergemakkelijken.

Noodzaak van een bewustmakings- en voorlichtingsactie bij de belanghebbende partijen ten aanzien van de mogelijkheden tot ontwikkeling van grensoverschrijdende samenwerking die door het huidige rechtskader en met name de EGTS-verordening worden geboden

28.

Aangezien vooral door de ontoereikende bewustwording en voorlichting, het gebrek aan vertrouwen en het ontbreken van de nodige politieke wil onvoldoende gebruik wordt gemaakt van EGTS als instrument voor grensoverschrijdende samenwerking, is het met het oog op de versterking van die grensoverschrijdende ontwikkeling zaak de belanghebbenden beter bewust te maken en te informeren over de mogelijkheden die het huidige rechtskader en met name de EGTS-verordening bieden om deze samenwerking te ontwikkelen.

29.

De Europese Commissie en de lidstaten worden opgeroepen om samen met het Europees Comité van de Regio's meer inspanningen te leveren om duidelijk te maken en uit te leggen welke rol de EGTS kan spelen als instrument om beter in te spelen op de lokale behoeften in grensoverschrijdende regio's.

Bevordering van vereenvoudiging van het rechtskader en de uitvoeringsprocedures

30.

Het Comité pleit voor een zo eenvoudig mogelijk rechtskader; in dit verband moet elke nieuwe bepaling of wijziging aan de thans geldende bepalingen erop gericht zijn de uitvoeringsprocedures voor grensoverschrijdende projecten eenvoudiger te maken, ongeacht of de projecten al dan niet door de EU-begroting worden gefinancierd. Het is in dit verband van mening dat het voorstel van het Luxemburgse voorzitterschap een waardevolle bijdrage vormt aan het debat dat binnenkort zal plaatsvinden over het wetgevingspakket voor de volgende programmeringsperiode.

31.

Het CvdR is ingenomen met de leidende rol die in het voorstel van het Luxemburgse voorzitterschap wordt gegeven aan lokale en regionale overheden, in de lijn van de beginselen van subsidiariteit en lokale democratie, waarbij het de taak van grensregio's en -steden is om het initiatief te nemen voor dergelijke Europese grensoverschrijdende overeenkomsten, te bekijken welke juridische bepalingen moeten worden aangepast, de ontwerpovereenkomst op te stellen en ter definitieve goedkeuring voor te leggen aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

32.

Het zou een goede zaak zijn als voor EGTS een vereenvoudigde goedkeuringsprocedure zou gelden ingeval er reeds eerder een structuur is opgezet zoals een euroregio of een werkgemeenschap in het kader van het Europees Raamverdrag inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale eenheden of overheden dat de Raad van Europa in 1980 heeft goedgekeurd, of van de daarop volgende bilaterale protocollen en overeenkomsten.

33.

Wat betreft het voorstel om een nieuw rechtsinstrument uit te werken om de samenwerking in grensregio's aan te moedigen, zij opgemerkt dat in het Verdrag betreffende de Europese Unie is bepaald dat de Unie de essentiële staatsfuncties van de lidstaten moet eerbiedigen, met inbegrip van de verdediging van de territoriale integriteit (artikel 4).

Aanpassing van de wijze waarop gebruik wordt gemaakt van middelen uit de EU-fondsen

34.

Er zijn verschillende procedures van toepassing voor de tenuitvoerlegging en de controle op de uitvoering van projecten inzake grensoverschrijdende samenwerking waaraan wordt deelgenomen door verschillende partners uit lidstaten en derde landen. Ook stuit de tenuitvoerlegging van programma's en initiatieven op moeilijkheden door de verscheidenheid van de deelnemers. Daarom is het zaak verder werk te maken van een vereenvoudiging van de procedures voor programmering en beheer van door de EU gefinancierde grensoverschrijdende programma's en projecten, met name wat betreft de realisatie van eenmalige, kleinschalige grensoverschrijdende projecten die op uniforme wijze bij alle partners van het project ten uitvoer worden gelegd. Hopelijk worden ook eenvoudigere en snellere werkmethoden gevonden om het probleem van de tenuitvoerlegging van de projecten op administratief en juridisch vlak op te lossen.

35.

De lidstaten moeten de betrokkenheid van particuliere actoren vergemakkelijken zodat de inspanningen voor groei, duurzame banen en de toekomstgerichte en effectieve verankering van de projectresultaten worden ondersteund.

36.

De lidstaten worden opgeroepen de bestaande en potentiële EGTS in hun toekomstige operationele programma's op te nemen.

37.

De procedures voor de uitwerking en goedkeuring van territoriale samenwerkingsprogramma's voor de programmeringsperiode 2014-2020 nemen veel tijd in beslag, wat van invloed is op het welslagen van de uitvoering van de programma's. De Europese Commissie wordt opgeroepen haar inspanningen op te voeren, alsook de landen die deelnemen aan de programma's steun te verlenen bij de uitwerking en goedkeuring ervan.

38.

De EU zou bijzondere aandacht moeten schenken aan het gebruik van EU-middelen voor grensoverschrijdende regio's die aan derde landen grenzen en ultraperifere Europese regio's, teneinde de uitvoering van grensoverschrijdende projecten die met deze middelen worden gefinancierd, te verbeteren.

39.

De Europese Commissie wordt aangespoord verder werk te maken van de vereenvoudiging van de procedures om de tenuitvoerlegging van grensoverschrijdende projecten te vergemakkelijken, een proces te lanceren om de op nationaal niveau uitgetrokken middelen aan te passen, en de mogelijkheid te overwegen om EU-fondsen automatisch aan grensoverschrijdende projecten te koppelen.

40.

De Commissie wordt opgeroepen om op basis van de resultaten van de analyse van de hinderpalen, de oplossingen en de goedepraktijkvoorbeelden inzake grensoverschrijdende samenwerking, samen met het Europees Comité van de Regio's een langetermijnstrategie uit te werken ter bevordering van deze samenwerking, alsook een actieplan ter zake, waarbij verschillende toekomstige voorzitterschappen van de Europese Unie betrokken zouden worden, zodat de duurzaamheid en continuïteit van de werkzaamheden ook na afloop van het Luxemburgse voorzitterschap verzekerd zijn.

41.

Het CvdR stelt voor dat de besprekingen over deze nieuwe verordening deel uitmaken van het algemene debat over de toekomst van het cohesiebeleid. Naast de volledige en daadwerkelijke uitvoering van de EGTS-verordening in de lidstaten, zou de bewustmaking in verband met de toepassing ervan en/of eventuele wijzigingen die voortvloeien uit de tekortkomingen een doelstelling op middellange termijn kunnen zijn. Het Comité verzoekt de Commissie het Luxemburgse voorstel in overweging te nemen en verder uit te werken in het licht van de resultaten van de grensoverschrijdende analyse die momenteel door de Commissie wordt uitgevoerd.

42.

Ten slotte benadrukt het CvdR het belang van de naleving van het subsidiariteitsbeginsel en de noodzaak van wederzijds vertrouwen en samenwerking tussen de centrale overheid en de lokale en regionale overheden, teneinde een echte en volledig operationele grensoverschrijdende samenwerking te realiseren.

Brussel, 13 oktober 2015

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Markku MARKKULA


(1)  Europees Raamverdrag inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale eenheden of overheden, Madrid 1980, Raad van Europa, European Treaty Series nr. 106. Zie ook: M. Perkmann (2003); Cross-Border Regions in Europe: Significance and Drivers of Regional Cross-Border Cooperation. European Urban and Regional Studies, vol.10, nr. 2, blz. 153-171.

(2)  Verordening (EG) nr. 1082/2006, op basis van artikel 175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU); Verordening (EU) nr. 1302/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1082/2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS), wat de verduidelijking, vereenvoudiging en verbetering van de oprichting en werking van dergelijke groeperingen betreft.

(3)  Eindverslag van het actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten in de Europese Unie http://ec.europa.eu/smart-regulation/refit/admin_burden/docs/com2012_746_swd_ap_en.pdfVoor meer informatie over het Refit-programma zie http://ec.europa.eu/smart-regulation/refit/index_nl.htm