27.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 366/157


P8_TA(2015)0419

Naar vereenvoudiging en prestatiegerichtheid van het cohesiebeleid 2014-2020

Resolutie van het Europees Parlement van 26 november 2015 over „Naar vereenvoudiging en prestatiegerichtheid van het cohesiebeleid 2014-2020” (2015/2772(RSP))

(2017/C 366/17)

Het Europees Parlement,

gezien de artikelen 174 en 175 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (de GB-verordening),

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, en gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie,

gezien het Zesde verslag inzake economische, sociale en territoriale cohesie (COM(2014)0473),

gezien het jaarverslag 2014 van de Rekenkamer,

gezien de mondelinge vraag aan de Commissie over „Naar vereenvoudiging en prestatiegerichtheid van het cohesiebeleid 2014-2020” (O-000127/2015 — B8-1103/2015),

gezien de ontwerpresolutie van de Commissie regionale ontwikkeling,

gezien artikel 128, lid 5, en artikel 123, lid 2, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat het Parlement zich bewust is van het belang van de aanzienlijke stappen die de EU-instellingen hebben genomen op weg naar vereenvoudiging, zoals de agenda voor vereenvoudiging met betrekking tot het meerjarig financieel kader 2014- 2020, de aanwijzing van een vicevoorzitter van de Europese Commissie belast met betere regelgeving, de oprichting binnen de Commissie van een groep op hoog niveau van onafhankelijke deskundigen, belast met het monitoren van vereenvoudiging ten behoeve van begunstigden van de Europese structuur- en investeringsfondsen en de herziening van het Financieel Reglement en de GB-verordening;

B.

overwegende dat ondanks de hervorming van het cohesiebeleid voor de programmeerperiode 2014 — 2020, waarbij een aantal vereenvoudigingen zijn doorgevoerd, de toepassing en het beheer van, de verslaglegging over en het toezicht op de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) nog altijd problemen opleveren voor zowel begunstigden als beheersautoriteiten, vooral die met een geringere administratieve en financiële capaciteit;

C.

overwegende dat de huidige overregulering, onder meer bij de omzetting van de regelgeving in nationale wetgeving, een vertragende werking heeft en ervoor zorgt dat potentiële begunstigden die EU-middelen aanvragen langer afwezig zijn van de markt en indirecte kosten hebben, waardoor de investeringsopbrengsten van EU-middelen dalen en begunstigden, burgers en ondernemingen in de EU, met name kleine en middelgrote ondernemingen, te maken krijgen met belemmeringen;

D.

overwegende dat ingewikkelde procedures voor begunstigden die EU-steun nodig hebben, en met name kleine en middelgrote ondernemingen, ngo's en gemeenten, een aanzienlijke last kunnen betekenen en overwegende dat deze entiteiten over het algemeen niet de financiële en personele middelen, noch de ervaring hebben om met succes een aanvraag in te dienen voor EU-subsidie en de middelen op de juiste wijze te beheren; overwegende dat de Commissie en de lidstaten wordt gevraagd zich te blijven inspannen om het risicoscore-instrument Arachne operationeel te maken en gemakkelijker in gebruik te maken voor de beheersautoriteiten en voor de controlesystemen van de operationele programma's, waarbij er gezorgd moet worden voor een juiste balans tussen enerzijds vereenvoudiging en anderzijds de opsporing en voorkoming van onregelmatigheden, waaronder fraude;

E.

overwegende dat de noodzaak om dubbele audits te voorkomen en het feit dat er op het gebied van audits verschillende methoden en benaderingen worden gehanteerd, maken dat het „single audit”-beginsel moet worden ingevoerd en dat de nadruk meer moet komen te liggen op doelmatigheidscontroles, omdat de doeltreffendheid en de efficiëntie van operaties op die manier veel beter kunnen worden beoordeeld en er op basis daarvan voorstellen tot vereenvoudiging kunnen worden gedaan;

1.

is van oordeel dat de Commissie gedetailleerde richtsnoeren voor vereenvoudiging moet voorstellen, om de lidstaten en hun regio's ervan te doordringen dat zij administratieve lasten en overregulering op nationaal en lokaal niveau bij aanbestedingen, selectie van projectvoorstellen en toetsings- en controleactiviteiten moeten afschaffen of in ieder geval aanzienlijk moeten verminderen, dat zij veelvuldige wijzigingen van de regelgeving moeten voorkomen, eenvoudige taal moeten gebruiken en moeten zorgen voor gestandaardiseerde procedures en tevens moeten waarborgen dat EU-middelen concrete resultaten opleveren; ziet daarnaast mogelijkheden voor verstrekking van regionale EU-financiering als geïntegreerd pakket via een enkele interface of „one stop shop”, om op die manier, daar waar dat kan, een stap te maken in de richting van gemeenschappelijke processen en procedures;

2.

verzoekt de Commissie om de lidstaten en hun regio's een routekaart te verstrekken voor het stroomlijnen en vereenvoudigen van hun activiteiten op het gebied van toezicht, monitoring en verslaglegging, ook voor de begunstigden, om de huidige knelpunten te verbeteren;

3.

verzoekt de Commissie en de lidstaten de in artikel 122, lid 3, van de verordening houdende gemeenschappelijke bepalingen (de GB-verordening) bedoelde streefdatum van 31 december 2015 aan te houden bij het overstappen naar e-cohesie, omdat alleen op die manier de periode tussen aanvraag en toekenning aanzienlijk kan worden verkort;

4.

verzoekt de Commissie om, in samenwerking met de lidstaten en in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, een zachte aanpak te kiezen en te volgen ten aanzien van de voorschriften voor begunstigden op het gebied van gegevens- en informatieverstrekking tijdens de aanvraagfase en tijdens de verslaglegging in verband met EU-financiering in gedeeld beheer, en de uitwisseling van goede praktijken te bevorderen;

5.

dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan te werken aan vereenvoudiging van de regels inzake financiële instrumenten binnen de ESI-fondsen, om deze instrumenten beter te laten aansluiten op de behoeften van begunstigden en er op die manier voor te zorgen dat ze beter worden benut;

6.

verzoekt de Commissie en de lidstaten vaker een meerfondsenaanpak te hanteren, rekening houdend met de behoeften van de begunstigden;

7.

verzoekt de Commissie om met het Parlement, het Comité van de Regio's en andere belanghebbenden een gestructureerde en permanente dialoog aan te gaan over alle aspecten van deze vereenvoudigingsoperatie;

8.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, en de lidstaten en hun regio's.