Brussel, 10.7.2015

COM(2015) 327 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

OVER DE LENINGACTIVITEIT VAN DE EUROPESE UNIE IN 2014


Inhoudsopgave

1.Inleiding

2.Door de Europese Unie verstrekte leningen

2.1.BB-mechanisme

2.2.EFSM

2.3.MFB-faciliteit

2.4.Euratom-faciliteit

3.Door de Europese Unie opgenomen leningen

3.1.BB-mechanisme

3.2.EFSM

3.3.MFB

3.4.Euratom

4.Europese Investeringsbank.

4.1.Door de EIB verstrekte leningen

4.2.Door de EIB opgenomen leningen

5.Vrijwaren van de financiële stabiliteit in de eurozone

5.1.Griekse leningfaciliteit

5.2.EFSF

5.3.ESM

1.Inleiding

De Commissie moet het Europees Parlement en de Raad jaarlijks op de hoogte brengen van het gebruik dat van de diverse leninginstrumenten van de Europese Unie is gemaakt.

In dit verslag zijn voor elk instrument zowel de verstrekte leningen als de overeenkomstige opgenomen leningen beschreven.

Tabel 1: Ontwikkeling van de leningactiviteit van de Europese Unie (uitstaande bedragen in hoofdsom in miljoen EUR)

EGKS i.l. (1) (2)

Euratom (1)

BB-mechanisme

MFB

EFSM

Totaal

2010

219

466

12 050

500

13 235

2011

2012

2013

2014

225

183

179

192

447

423

386

348

11 400

11 400

11 400

8 400

590

545

565

1 829

28 000

43 800

43 800

46 800

40 662

56 351

56 330

57 569

(1) Omrekeningskoersen per 31 december van elk jaar.

(2) De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) is sinds 2002 in liquidatie. De laatste door de EGKS uitgegeven obligatie vervalt in 2019.

2.Door de Europese Unie verstrekte leningen

De financiële steun aan derde landen en aan lidstaten in de vorm van via de kapitaalmarkten met EU-begrotingsgarantie gefinancierde bilaterale leningen wordt door de Commissie verleend op grond van diverse wetgevingshandelingen van de Raad of van het Europees Parlement en de Raad, al naargelang de nagestreefde doelstellingen 1 . Op de consistentie van de aan derde landen verleende financiële steun met de algemene doelstellingen van het externe optreden van de EU wordt toegezien door de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, bijgestaan door de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO).

2.1.BB-mechanisme

Betalingsbalanssteun (BB-steun) op grond van artikel 143 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten 2 (BB-verordening) neemt de vorm aan van door de Unie verstrekte leningen op middellange termijn. BB-steun wordt doorgaans verleend in combinatie met financiering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en andere multilaterale kredietverleners, zoals de Europese Investeringsbank (EIB), de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) en de Wereldbank.

BB-steun wordt per geval verleend door de Raad, handelend met gekwalificeerde meerderheid. Potentiële begunstigden zijn de lidstaten buiten de eurozone die met ernstige betalingsbalansproblemen af te rekenen hebben. Het mechanisme is bedoeld om de externe financieringsproblemen van de begunstigde lidstaten te verlichten en de levensvatbaarheid van de betalingsbalans van een land te herstellen. De steun wordt uitbetaald mits is voldaan aan economische beleidsvoorwaarden die na overleg met het Economisch en Financieel Comité (EFC) over een ontwerpaanpassingsprogramma door de Raad worden vastgesteld en waarvan de bijzonderheden tussen de Commissie en de begunstigde lidstaat vóór de sluiting van een leningsovereenkomst in een Memorandum van Overeenstemming (MvO) zijn afgesproken. Er wordt periodiek geverifieerd of de op grond van het aanpassingsprogramma vereiste maatregelen worden getroffen en er worden pas verdere tranches uitgekeerd nadat dit is gebeurd. De vereiste middelen worden door de Commissie namens de Europese Unie op de kapitaalmarkten opgenomen.

De Commissie brengt regelmatig aan het EFC en de Raad verslag uit over de tenuitvoerlegging van de BB-verordening.

Het BB-mechanisme is in 2008 opnieuw geactiveerd in reactie op de internationale economische en financiële crisis. Het plafond ervan is opgetrokken van 12 miljard EUR tot uiteindelijk 50 miljard EUR in mei 2009 3 om de EU in staat te stellen snel op alle verdere verzoeken om BB-steun te reageren. Op 31 december 2014 was een totaalbedrag van 16,6 miljard EUR toegezegd aan Hongarije 4 , Letland 5 en Roemenië 6 , waarvan 13,4 miljard EUR is uitbetaald.

In 2013 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan een tweede programma van anticiperende financiële bijstand (AFB) ten behoeve van Roemenië 7 ter grootte van maximaal 2 miljard EUR. Tot en met 30 september 2015 kan om uitkeringen worden verzocht.

In 2014 zijn in het kader van het BB-mechanisme geen uitkeringen verricht. Eind 2014 beliep het totale uitstaande bedrag in hoofdsom 8,4 miljard EUR.



Tabel 2: Stand van de BB-steun per 31 december 2014 (uitstaande bedragen in hoofdsom in miljard EUR) 

Land

Toegekend bedrag

Uitgekeerd bedrag

Terugbetaald bedrag

Uitstaand bedrag

Gemiddelde looptijd van de leningen (jaren)

Hongarije

6,5

5,5

4,0

1,5

5,0

Letland

3,1

2,9

1,0

1,9

6,6

Roemenië

5,0

5,0

0

5,0

7,0

Roemenië (AFB)

2,0

0

0

0,0

0

Totaal

16,6

13,4

5,0

8,4

Transacties sinds 31 december 2014

In januari 2015 hebben Letland en Roemenië respectievelijk 1 200 miljoen EUR en 1 500 miljoen EUR terugbetaald, waardoor het totale uitstaande bedrag in hoofdsom met 5 700 miljoen EUR is afgenomen.

Gedetailleerde informatie over BB-transacties is te vinden op: http://ec.europa.eu/economy_finance/eu_borrower/balance_of_payments/index_en.htm

2.2.EFSM

Bij Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 is op grond van artikel 122, lid 2, VWEU 8 het Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM) ingesteld. Het EFSM wordt volledig gedekt door de EU-begroting en heeft een totale leningcapaciteit van maximaal 60 miljard EUR.

Potentiële begunstigden van EFSM-bijstand zijn de lidstaten die worden geconfronteerd met moeilijkheden die door een ernstige verslechtering van het internationale economische en financiële klimaat worden veroorzaakt. Het beroep op het EFSM is onderworpen aan beleidsvoorwaarden in de context van een economisch en financieel aanpassingsprogramma, zoals afgesproken in een MvO tussen de Commissie en de begunstigde lidstaat. Daarbij wordt een besluitvormingsprocedure gevolgd die vergelijkbaar is met de procedure voor de verlening van BB-steun. De evaluatie van de financiële behoeften en het periodieke toezicht op de implementatie van het programma worden uitgevoerd door de Commissie in overleg met de Europese Centrale Bank (ECB), waarbij ten minste om de zes maanden wordt nagegaan of aan de algemene economische beleidsvoorwaarden van het aanpassingsprogramma is voldaan, en om de drie maanden of de aan de bijstand verbonden economische beleidsvoorwaarden zijn vervuld. Alle eventueel noodzakelijke wijzigingen in het aanpassingsprogramma worden met de begunstigde lidstaat besproken. De Raad, handelend met gekwalificeerde meerderheid op voorstel van de Commissie, besluit over de eventuele aanpassingen die in de oorspronkelijk vastgestelde algemene economische beleidsvoorwaarden moeten worden aangebracht en dient het door de begunstigde lidstaat opgestelde herziene aanpassingsprogramma goed te keuren.

Het EFSM is in 2011 aangesproken voor Ierland 9 en Portugal 10 , waarbij een leningbedrag van respectievelijk maximaal 22,5 miljard EUR en 26 miljard EUR is toegezegd. De in totaal toegekende bedragen, waaronder ook die welke door de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit (EFSF), het IMF en andere lidstaten zijn toegezegd, belopen respectievelijk 85 miljard EUR en 78 miljard EUR.

Tabel 3: Uitsplitsing van de toegezegde bedragen (in miljard EUR)

Land

EFSM

EFSF

IMF

Overige

Totaal

Ierland

22,5

17,7

22,5

22,3*

85,0

Portugal

26,0

26,0

26,0

78,0

Totaal

48,5

43,7

48,5

22,3

163,0

* 4,8 miljard EUR van andere lidstaten (Verenigd Koninkrijk, Zweden en Denemarken) en 17,5 miljard EUR van de Ierse staat (Schatkist en National Pension Reserve Fund).

Sinds de invoering van het EFSM zijn voor alle leningen verminderingen van de rentemarge en verlengingen van de looptijden toegestaan en toegepast.

In maart 2014 is 1 800 miljoen EUR uitgekeerd aan Portugal en 800 miljoen EUR aan Ierland (laatste tranche).

In november 2014 is 400 miljoen EUR uitbetaald aan Portugal (laatste tranche).

Eind 2014 beliep het totale uitstaande bedrag van het EFSM 46 800 miljoen EUR (Ierland: 22 500 miljoen EUR, Portugal: 24 300 miljoen EUR).

Ierland heeft het EU/IMF-programma voor financiële bijstand in februari 2014 voltooid 11 , terwijl Portugal in juni 2014 uit het programma is getreden 12 .

Gedetailleerde informatie over EFSM-transacties is te vinden op: http://ec.europa.eu/economy_finance/eu_borrower/efsm/index_en.htm

2.3.MFB-faciliteit

Er wordt macrofinanciële bijstand (MFB) verleend om kandidaat-lidstaten, potentiële kandidaat-lidstaten en nabuurschapslanden van de EU te helpen bij het oplossen van hun betalingsbalansproblemen op korte termijn en het stabiliseren van hun overheidsfinanciën, en hen er tevens toe aan te moedigen structurele hervormingen door te voeren. MFB heeft een uitzonderlijk karakter, wordt slechts tijdelijk toegekend en is aan strikte economische beleidsvoorwaarden onderworpen. MFB-pakketten zijn doorgaans complementair aan IMF-aanpassingsprogramma's. MFB kan worden verleend in de vorm van leningen en/of giften die niet hoeven te worden terugbetaald.

Mocht een begunstigd land zijn terugbetalingsverplichtingen niet nakomen, dan kan de Commissie een beroep doen op het Garantiefonds 13 , zodat de overeenkomstige door de Commissie opgenomen lening uit de middelen van het fonds wordt terugbetaald 14 .

Wat de verlening van de in 2010 goedgekeurde MFB aan Oekraïne betreft 15 , die, in combinatie met de middelen uit hoofde van een eerder, in 2002 goedgekeurd pakket 16 , goed is voor een bedrag van 610 miljoen EUR aan leningen (MFB I), zij eraan herinnerd dat in februari 2013 het desbetreffende MvO is ondertekend in de marge van een topbijeenkomst tussen Oekraïne en de EU. De eerste tranche van 100 miljoen EUR is in mei 2014 uitbetaald en de tweede, ter grootte van 260 miljoen EUR, in november 2014.

Op 14 april 2014 heeft de Raad besloten MFB ter beschikking te stellen van Oekraïne 17 in de vorm van leningen van ten hoogste 1 miljard EUR met een maximumlooptijd van 15 jaar (MFB II), ter dekking van Oekraïnes dringende betalingsbalansbehoeften zoals vastgesteld in het door het IMF ondersteunde economische programma van de regering. De eerste tranche van 500 miljoen EUR is in juni 2014 uitbetaald en de tweede, eveneens ter grootte van 500 miljoen EUR, in december 2014.

Op 15 mei 2014 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten MFB ter beschikking te stellen van Tunesië: het betreft een bedrag van ten hoogste 300 miljoen EUR, volledig in de vorm van leningen, met een maximumlooptijd van 15 jaar 18 .

In 2014 hebben geen uitbetalingen plaatsgevonden uit hoofde van de MFB-besluiten die het Europees Parlement en de Raad in 2013 hebben aangenomen voor Georgië (46 miljoen EUR, waarvan 23 miljoen EUR aan leningen 19 ), de Kirgizische Republiek (30 miljoen EUR, waarvan 15 miljoen EUR aan leningen 20 ) en Jordanië (180 miljoen EUR, geheel in de vorm van leningen 21 ).

Transacties sinds 31 december 2014

Op 10 februari 2015 is aan Jordanië de eerste tranche van 100 miljoen EUR uitbetaald.

Op 15 april 2015 hebben het Europees Parlement en de Raad besloten macrofinanciële bijstand ter beschikking te stellen van Oekraïne in de vorm van een derde MFB-lening (MFB III) ter grootte van een maximumbedrag van 1 800 miljoen EUR 22 .

Op 21 april 2015 is aan Oekraïne de derde tranche van 250 miljoen EUR uitbetaald (MFB I).

Op 21 april 2015 is aan Georgië de eerste tranche van 10 miljoen EUR uitbetaald.

Op 7 mei 2015 is aan Tunesië de eerste tranche van 100 miljoen EUR uitbetaald.

In het jaarlijkse Commissieverslag aan het Europees Parlement en de Raad over de verlening van macrofinanciële bijstand aan derde landen 23 wordt gedetailleerde informatie over MFB-operaties verschaft, alsook op: http://ec.europa.eu/economy_finance/eu_borrower/macro-financial_assistance/index_en.htm.

2.4.Euratom-faciliteit

Van Euratom-leningen kan worden gebruikgemaakt om projecten in de lidstaten (Besluit 77/270/Euratom van de Raad) of in bepaalde derde landen (Oekraïne, Rusland en Armenië) (Besluit 94/179/Euratom van de Raad) te financieren.

In 1990 heeft de Raad het leningplafond vastgesteld op 4 miljard EUR. Inmiddels is voor een bedrag van om en nabij de 3,7 miljard EUR aan leningen goedgekeurd, waarvan 3,4 miljard EUR reeds is uitgekeerd. Overeenkomstig Besluit 77/271/Euratom van de Raad betreffende het leningplafond (als gewijzigd) moet de Commissie, wanneer het bedrag der verrichte transacties 3,8 miljard EUR bereikt, hiervan mededeling doen aan de Raad en, in voorkomend geval, een nieuw leningplafond voorstellen.

In 2013 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan Besluit C(2013) 3496 tot toekenning van een Euratom-lening van ten hoogste 300 miljoen EUR ter ondersteuning van het programma van Oekraïne voor de verbetering van de veiligheid van kernreactoren. De lening zal in werking treden zodra op bevredigende wijze aan alle voorwaarden inzake doeltreffendheid is voldaan.

3.Door de Europese Unie opgenomen leningen

De Commissie is gemachtigd om namens zowel de Europese Unie als Euratom op de kapitaalmarkten middelen op te nemen ter financiering van de leningen die de Raad heeft besloten toe te kennen. Bij de leningactiviteiten wordt gebruikgemaakt van back-to-back transacties, waardoor wordt gewaarborgd dat de EU-begroting geen rente- of valutarisico loopt 24 . Tegenover opgenomen leningen staan verstrekte leningen.

3.1.BB-mechanisme

In 2014 zijn in het kader van het BB-mechanisme geen leningen op de markt aangegaan.

Eind 2014 was ten behoeve van het BB-mechanisme in totaal 8,4 miljard EUR opgehaald.

3.2.EFSM

In de loop van 2014 is met twee transacties 3 miljard EUR opgehaald. In maart 2014 is ter ondersteuning van Ierland en Portugal in het kader van hun financiële bijstandspakketten uit hoofde van het EFSM een benchmarkobligatie van 2,6 miljard EUR (met vervaldatum 4 april 2024 en een coupon van 1,875 %) uitgegeven.

In november is een obligatielening van 660 miljoen EUR uitgegeven (met vervaldatum 4 oktober 2029 en een coupon van 1,375 %). Van dit bedrag is 400 miljoen EUR aangewend voor de financiering van de laatste uitkering aan Portugal uit hoofde van het EFSM.

Deze EU-obligaties waren sterk in trek op de markt, hetgeen resulteerde in aanzienlijke overinschrijvingen. Alle belangrijke groepen beleggers, en met name langetermijnbeleggers (beleggingsfondsen, vermogensbeheerders, verzekeraars en pensioenfondsen) en officiële instellingen, hebben deze EU-obligaties gekocht.

Deze EU-obligaties deden het ook goed op de secundaire markt, wat de reputatie van de EU als sterke emittent van benchmarkobligaties bevestigde. Volgens berekeningen op basis van gegevens van 22 banken is de omzet op de secundaire markt voor EU-benchmarkobligaties in 2014 op 26,3 miljard EUR uitgekomen (tegen 31 miljard EUR in 2013).

Eind 2014 was ten behoeve van het EFSM in totaal 46,8 miljard EUR opgehaald.

Tabel 4: Door het EFSM van de EU in de loop van 2014 opgenomen leningen (in miljoen EUR)

Land

Uitgiftedatum

Vervaldatum

Omvang

Ierland (800), Portugal (1 800)

25/03/2014

04/04/2024

2 600

Portugal (400) 25

12/11/2014

04/10/2029

400

Totaal

3 000

3.3.MFB

In 2014 zijn met succes vier MFB-leningen ten behoeve van Oekraïne opgenomen: 100 miljoen EUR op 20 mei, 500 miljoen EUR op 17 juni, 260 miljoen EUR op 12 november en 500 miljoen EUR op 3 december.

De eerste tranche van MFB I ten belope van 100 miljoen EUR is in mei 2014 uitgekeerd. De financiering vond plaats door het emissiebedrag van 2,6 miljard EUR van de in maart uitgegeven EU-obligatie met een looptijd van 10 jaar (zie punt 3.2) tot 2,7 miljard EUR te verhogen.

De eerste tranche van MFB II ten belope van 500 miljoen EUR is in juni 2014 uitbetaald. De financiering heeft plaatsgevonden door het emissiebedrag van 2,6 miljard EUR van de EU-obligatie met een looptijd van 10 jaar, dat in mei al met 100 miljoen EUR was opgetrokken, nogmaals te verhogen, namelijk tot 3,2 miljard EUR, waardoor de liquiditeit van de obligatie verder toenam.

De tweede tranche van MFB I ten belope van 260 miljoen EUR is in november 2014 uitgekeerd. Dit bedrag was afkomstig van de in november 2014 uitgegeven obligatielening van 660 miljoen EUR (zie punt 3.2). Het emissiebedrag van deze obligatie is in december verhoogd om de tweede tranche ten belope van 500 miljoen EUR van MFB II te financieren, waardoor het nieuwe emissiebedrag 1,16 miljard EUR bedraagt. Als gevolg van deze uitbreiding van het emissievolume bereikte het rendement van EU-emissies een nieuw historisch diepterecord van 1,363 %.

Eind 2014 bedroeg het totale uitstaande bedrag aan MFB 1 828,6 miljoen EUR.

Tabel 5: Door de EU in de loop van 2014 opgenomen MFB-leningen (in miljoen EUR)

Land

Omschrijving

Uitgiftedatum

Vervaldatum

Omvang

Oekraïne

Oekraïne (MFB I)

Eerste tranche

20/05/2014

04/04/2024

100

Oekraïne

Oekraïne (MFB II)

Eerste tranche

17/06/2014

04/04/2024

500

Oekraïne

Oekraïne (MFB I)

Tweede tranche

12/11/2014

04/10/2029

260

Oekraïne

Oekraïne (MFB II)

Tweede tranche

03/12/2014

04/10/2029

500

Totaal

1 360

3.4.Euratom

In 2014 zijn geen leningen opgenomen in het kader van Euratom.

4.Europese Investeringsbank. 

4.1.Door de EIB verstrekte leningen

De EIB verstrekt financiering, hetzij rechtstreeks ten behoeve van individuele investeringsprojecten, hetzij via financiële intermediairs ten behoeve van kleinschaliger projecten van kleine en middelgrote ondernemingen of lokale overheden en gemeenten. De EIB verstrekt ook leninggaranties, technische bijstand en durfkapitaal.

In 2014 bedroeg de totale omvang van de door de EIB ondertekende financieringsovereenkomsten 77 miljard EUR (tegen 71,7 miljard EUR in 2013).

De EIB-financieringsactiviteit heeft gevolgen voor de EU-begroting wanneer er EU-garanties of andere EU-begrotingsmiddelen mee zijn gemoeid. Dit is het geval bij:

-EIB-financieringsverrichtingen in het kader van het externe mandaat (dat betrekking heeft op pretoetredingslanden, nabuurschaps- en partnerschapslanden, Azië, Latijns-Amerika en Zuid-Afrika). Voor dergelijke financieringsverrichtingen is een EU-begrotingsgarantie verleend ter dekking van het politieke en landenrisico. In de loop van het tweede halfjaar van 2015 zal de Commissie een apart verslag publiceren over de externe leningactiviteit van de EIB in 2014;

-risicodelingsfaciliteiten met gebruikmaking van de EU-begroting ter ondersteuning van intern EU-beleid (bv. de financieringsfaciliteit met risicodeling voor onderzoek- en ontwikkelingsprojecten en het initiatief inzake projectobligaties).

In 2014 was de EIB-financiering in de EU-lidstaten goed voor 69 miljard EUR – of 90 % van de totale kredietverlening van de EIB. In 2014 is buiten de EU voor een bedrag van 7,8 miljard EUR aan leningsovereenkomsten ondertekend. Daarvan valt 4,1 miljard EUR onder een aan de Europese Investeringsbank verleende EU-garantie voor verliezen op financieringsverrichtingen ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Unie (de "EU-garantie").

De krachtens Besluit 1080/2011/EU verleende EU-garantie voor een periode die op 31 december 2013 verstreek, werd automatisch met 6 maanden verlengd omdat er nog geen nieuw besluit tot verlening van een EU-garantie voor EIB-operaties buiten de EU was vastgesteld.

Het nieuwe besluit tot verlening van een EU-garantie voor EIB-operaties buiten de EU 26 is op 16 april 2014 door het Europees Parlement en de Raad aangenomen. De totale omvang van het mandaat bedraagt 27 miljard EUR, vermeerderd met een optioneel aanvullend bedrag van 3 miljard EUR. Tot de gehele of gedeeltelijke activering van het optionele bedrag moet worden besloten door het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure en op basis van de uitkomsten van een tussentijdse evaluatie.

4.2.Door de EIB opgenomen leningen

In de context van een volatiele markt was er gedurende het gehele jaar sprake van een hoog uitvoeringsrisico, met name voor grote benchmarktransacties. De sterke vraag naar EIB-obligaties werkte eerst nauwere spreads voor de kortere looptijden, met name in EUR, in de hand. De ratingbureaus handhaafden de AAA-rating van de EIB onder invloed van de in 2012 doorgevoerde kapitaalverhoging.

In 2014 is door de EIB een bedrag van 61,6 miljard EUR aan leningen opgenomen, waarbij de gemiddelde looptijd 7,2 jaar bedroeg.

5.Vrijwaren van de financiële stabiliteit in de eurozone

In reactie op de wereldwijde economische en financiële crisis hebben de lidstaten van de eurozone hun goedkeuring gehecht aan maatregelen ter vrijwaring van de financiële stabiliteit in de eurozone en in Europa als geheel. Deze maatregelen worden hierna beschreven en vallen niet onder de EU-begrotingsgarantie. Aanvullende informatie over de drie bestaande faciliteiten is te vinden op: http://ec.europa.eu/economy_finance/assistance_eu_ms/index_en.htm

5.1.Griekse leningfaciliteit

Nadat de ministers van Financiën van de eurozone op 2 mei 2010 27 unaniem waren overeengekomen steun aan Griekenland te verlenen, is een gezamenlijk driejarenprogramma met het IMF opgezet. Daarmee is een financieel pakket van ten hoogste 110 miljard EUR gemoeid om Griekenland te helpen. Aan het programma zijn strenge beleidsvoorwaarden verbonden 28 , die zijn vastgesteld na onderhandelingen tussen de Griekse overheid, de Commissie en het IMF, in samenspraak met de ECB. In het kader van dit eerste programma hebben de lidstaten van de eurozone en het IMF respectievelijk 52,9 miljard EUR en 20,1 miljard EUR aan leningen uitgekeerd. In december 2012 zijn de aan de faciliteit verbonden financiële voorwaarden aangepast (verlenging van de looptijd en vermindering van de marge).

Op 14 maart 2012 hebben de ministers van Financiën van de eurozone en het IMF een tweede economisch aanpassingsprogramma goedgekeurd, waarbij het niet-uitgekeerde bedrag van het eerste programma met 130 miljard EUR werd verhoogd. Dit tweede programma voorziet bijgevolg in een totaalbedrag aan financiële bijstand van 164,5 miljard EUR, waarvan het IMF 19,8 miljard EUR voor zijn rekening neemt. Het eerste programma was opgezet als een akkoord tussen kredietverstrekkers dat betrekking had op gepoolde bilaterale leningen van de steunverstrekkende eurozonelidstaten waarvan de Commissie de coördinatie en het beheer waarneemt, terwijl het tweede via de EFSF wordt gefinancierd.

5.2.EFSF

De lidstaten van de eurozone hebben de EFSF opgezet in de vorm van een in Luxemburg geregistreerde vennootschap waarvan zij de eigenaars zijn. De faciliteit was bedoeld als een tijdelijk reddingsmechanisme, waarbij het bedrag dat via de uitgifte van door de lidstaten van de eurozone gegarandeerde obligaties wordt opgenomen, wordt doorgeleend aan in moeilijkheden verkerende lidstaten van de eurozone. In oktober 2010 is besloten tot het opzetten van een permanent reddingsmechanisme, het Europees stabiliteitsmechanisme (ESM), dat op 27 september 2012 in werking is getreden. Met ingang van 1 juli 2013 is de EFSF niet langer bij de financiering van nieuwe financieringsprogramma's of nieuwe financiering in de vorm van leningsovereenkomsten betrokken. Zij blijft evenwel actief in het kader van de lopende programma's voor Griekenland, Portugal en Ierland in de hoedanigheid van kredietverlener (samen met het IMF en sommige lidstaten).

5.3.ESM

Vanaf 1 juli 2013 werd het ESM het permanente crisismechanisme om te reageren op nieuwe verzoeken om financiële bijstand van lidstaten van de eurozone.

Het heeft een effectieve kredietverleningscapaciteit van 500 miljard EUR. Het totale geplaatste kapitaal bedraagt 704,8 miljard EUR, waarvan 80,5 miljard EUR door de lidstaten van de eurozone is volgestort. Het toegezegd opvraagbaar kapitaal beloopt 624,3 miljard EUR.

Het ESM heeft (samen met het IMF) financiële bijstand verleend om de onevenwichtigheden in de financiële sector van Cyprus aan te pakken. Het heeft ook financiële bijstand toegekend aan de Spaanse regering met het oog op de herkapitalisatie van het bankwezen van dat land.

(1) Voor een gedetailleerde presentatie van de leningactiviteit van de Commissie, zie http://ec.europa.eu/economy_finance/eu_borrower/index_en.htm.
(2) PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1.
(3) Verordening (EG) nr. 431/2009 van de Raad van 18 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 128 van 27.5.2009, blz. 1).
(4) Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).
(5) Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).
(6) Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).
(7) Besluit 2013/531/EU van de Raad van 22 oktober 2013 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 286 van 29.10.2013, blz. 1).
(8) Krachtens artikel 122, lid 2, VWEU kan financiële bijstand worden verleend aan een lidstaat die verkeert in moeilijkheden die worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.
(9) Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).
(10) Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).
(11)  Uitvoeringsbesluit 2013/525/EU van de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 282 van 24.10.2013, blz. 71).
(12)  Uitvoeringsbesluit 2014/234/EU van de Raad van 23 april 2014 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 125 van 26.4.2014, blz. 75).
(13) Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad tot instelling van een Garantiefonds (gecodificeerde versie) (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10). Tot dusver heeft er zich nog geen wanbetaling op MFB-leningen voorgedaan.
(14) De terugbetaling van de opgenomen lening wordt weliswaar uiteindelijk door de EU-begroting gedekt, maar het Garantiefonds fungeert als liquiditeitsbuffer die de EU-begroting beschermt tegen het risico dat zij wordt aangesproken als gevolg van wanbetalingen. Voor een uitvoerig verslag over de werking van het fonds, zie COM(2014) 214 en het begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie SEC(2014) 129.
(15) Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).
(16) Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).
(17) Besluit 2014/215/EU van de Raad van 14 april 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 111 van 15.4.2014, blz. 85).
(18) Besluit nr. 534/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Tunesië (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 9).
(19) Besluit nr. 778/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 218 van 14.8.2013, blz. 15).
(20) Besluit nr. 1025/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Kirgizische Republiek (PB L 283 van 25.10.2013, blz. 1).
(21) Besluit nr. 1351/2013/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (PB L 341 van 18.12.2013, blz. 4).
(22) Besluit (EU) 2015/601 van het Europees Parlement en de Raad van 15 april 2015 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 100 van 17.4.2015, blz. 1).
(23) COM(2014) 372 en SWD(2014) 193.
(24) De EFSM-verordening staat immers vooruitfinanciering toe: de Commissie wordt gemachtigd "op het meest geschikte tijdstip tussen geplande uitbetalingen op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen leningen aan te gaan teneinde de financieringskosten te optimaliseren en haar reputatie als emittent van de Unie op de markten te vrijwaren". Alle daaruit resulterende financieringskosten worden echter gedragen door de leningnemer.
(25) Samen met 260 miljoen EUR voor MFB aan Oekraïne; zie punt 3.3.
(26) Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).
(27) De steun is verleend via centraal door de Commissie gepoolde bilaterale leningen van de andere lidstaten van de eurozone onder de voorwaarden die in hun verklaring van 11 april 2010 zijn uiteengezet.
(28) De voornaamste beleidsvoorwaarden zijn vastgelegd in Besluit 2010/320/EU van de Raad van 8 juni 2010 gericht tot Griekenland met het oog op de versterking en verdieping van het begrotingstoezicht en tot aanmaning van Griekenland om maatregelen te treffen om het tekort te verminderen in de mate die nodig wordt geacht om de buitensporigtekortsituatie te verhelpen. De voorwaarden zijn nader uitgewerkt in een MvO tussen de Griekse autoriteiten en de Commissie, optredend namens de lidstaten van de eurozone.