30.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 27/15


Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

(2014/C 27/11)

Na de bekendmaking van een bericht (1) dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken land”) op korte termijn zouden vervallen, heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2) („de basisverordening”) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek werd op 1 oktober 2013 ingediend door het European Industrial Fasteners Institute („de indiener van het verzoek”) namens producenten die meer dan 25 % van de totale productie in de Unie van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen vertegenwoordigen.

2.   Onderzocht product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op bepaalde soorten ijzeren of stalen (met uitzondering van roestvrij stalen) bevestigingsmiddelen, d.w.z. houtschroeven (met uitzondering van kraagschroeven), zelftappende schroeven, andere schroeven en bouten met kop (ook indien met bijbehorende moeren of sluitringen, maar met uitzondering van schroeven, gedraaid of gedecolleteerd uit massief materiaal en waarvan de dikte van de schacht niet meer bedraagt dan 6 mm en met uitzondering van schroeven en bouten voor het bevestigen van bestanddelen van spoorbanen) alsmede sluitringen, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het onderzochte product”).

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel is een definitief antidumpingrecht van toepassing, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 91/2009 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 924/2012 van de Raad (4) en uitgebreid tot invoer uit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011 van de Raad (5), laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 693/2012 van de Raad (6).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zal leiden tot herhaling van dumping en herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.

4.1.    De bewering dat herhaling van dumping waarschijnlijk is

Aangezien de Volksrepubliek China overeenkomstig artikel 2, lid 7, van de basisverordening niet als land met een markteconomie beschouwd wordt, heeft de indiener van het verzoek de normale waarde voor de invoer uit de Volksrepubliek China vastgesteld op basis van de betaalde of te betalen prijzen in een derde land met een markteconomie, namelijk India en de Verenigde Staten van Amerika. Volgens de indiener van het verzoek is de omvang van de invoer van het onderzochte product in de Unie rechtstreeks vanuit de Volksrepubliek China beperkt en lijkt het product niet tegen dumpingprijzen te worden aangeboden, vanwege een ogenschijnlijke concentratie van uitvoer naar de Unie van producten met een hoge waarde en vanwege verschillen tussen de geboden prijzen en de daadwerkelijke prijzen. Daarom baseert de indiener van het verzoek zich op de bewering dat herhaling van dumping waarschijnlijk is. De bewering dat herhaling van dumping waarschijnlijk is, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar de Verenigde Staten van Amerika en de aangeboden prijs voor uitvoer naar de Unie wanneer het onderzocht product via derde landen wordt doorgevoerd.

Op grond van deze vergelijkingen, die wijzen op dumping, voert de indiener van het verzoek aan dat herhaling van dumping uit het betrokken land waarschijnlijk is.

4.2.    De bewering dat herhaling van schade waarschijnlijk is

Volgens de indiener van het verzoek is herhaling van schade waarschijnlijk. In dit verband heeft de indiener van het verzoek voldoende voorlopig bewijsmateriaal overgelegd waaruit blijkt dat de invoer tegen schade veroorzakende prijzen van het onderzochte product uit het betrokken land in de Unie bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk in omvang zal toenemen. Dit komt, ten eerste, door het potentieel van de productiefaciliteiten van de producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China. Ten tweede is de markt van de Unie aantrekkelijk wat volume betreft en hebben andere derde landen handelsbeschermingsmaatregelen tegen het onderzochte product, waardoor het waarschijnlijker wordt dat de producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China zich op de markt van de Unie richten. Ten derde ligt het huidige niveau van de uitvoer prijzen van het onderzochte product uit het betrokken land naar markten van andere derde landen aanzienlijk lager dan de prijzen van de bedrijfstak van de Unie.

Tot slot voert de indiener van het verzoek aan dat het vooral dankzij de antidumpingmaatregelen is dat de bedrijfstak van de Unie geen schade meer lijdt. Indien de maatregelen vervallen en het betrokken product weer in grote hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit het betrokken land wordt ingevoerd, zal de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade lijden.

5.   De procedure

Daar de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen in te leiden, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek.

Bij het onderzoek bij het vervallen van de maatregelen zal worden vastgesteld of voortzetting of herhaling van dumping van het onderzochte product van oorsprong uit het betrokken land en voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk is.

5.1.    Procedure om vast te stellen of voortzetting of herhaling van dumping waarschijnlijk is

De producenten-exporteurs (7) van het onderzochte product uit het betrokken land, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie deel te nemen.

5.1.1.   Onderzoek van de producenten-exporteurs

5.1.1.1.   Procedure voor de selectie van te onderzoeken producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China

a)   Steekproef

Gezien het potentieel grote aantal producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, en teneinde het onderzoek binnen de wettelijke termijnen af te ronden, kan de Commissie de te onderzoeken producenten-exporteurs tot een redelijk aantal beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten contact opnemen binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Volksrepubliek China en met alle bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, met uitzondering van de hierboven vermelde informatie, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun uitvoer naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende producenten-exporteurs, de autoriteiten van het betrokken land en de verenigingen van producenten-exporteurs — indien nodig via de autoriteiten van het betrokken land — meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot de producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China.

Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, de bij de Commissie bekende verenigingen van producenten-exporteurs en de autoriteiten van de Volksrepubliek China moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef een ingevulde vragenlijst indienen.

In de vragenlijst dienen zij informatie te verstrekken over onder andere de structuur van hun onderneming(en), de activiteiten van hun onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product, de productiekosten, de verkoop van het onderzochte product op de binnenlandse markt van het betrokken land en de uitvoer van het onderzochte product naar de Unie.

Onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening worden ondernemingen die hebben ingestemd met hun mogelijke opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”).

5.1.2.   Aanvullende procedure voor producenten-exporteurs in het betrokken land zonder markteconomie

5.1.2.1.   Selectie van een derde land met een markteconomie

De normale waarde van invoer uit de Volksrepubliek China zal overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening, worden vastgesteld op basis van de prijs of de door berekening vastgestelde waarde in een derde land met een markteconomie.

Bij het vorige onderzoek werd India als derde land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen. De Commissie is voornemens India opnieuw hiervoor te gebruiken. Belanghebbenden wordt hierbij verzocht hun opmerkingen over de geschiktheid van deze keuze in te dienen binnen tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.

5.1.3.   Onderzochte niet-verbonden importeurs  (8)  (9)

Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de Volksrepubliek China naar de EU importeren, worden uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen.

Gezien het mogelijk grote aantal bij dit nieuwe onderzoek betrokken niet-verbonden importeurs kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden samengesteld.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat — tenzij anders aangegeven — uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht gevraagde informatie over hun onderneming(en) verstrekken.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, met uitzondering van de hierboven vermelde informatie, moet, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend.

Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve verkoopvolume van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet-verbonden importeurs en verenigingen van importeurs meedelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

In de vragenlijst dienen zij informatie te verstrekken over onder andere de structuur van hun onderneming(en), de activiteiten van hun onderneming(en) met betrekking tot het onderzochte product en de verkoop van het onderzochte product.

5.2.    Procedure om vast te stellen of voortzetting of herhaling van schade waarschijnlijk is

Teneinde vast te stellen of voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.

5.2.1.   Onderzoek van de producenten in de Unie

Gezien het grote aantal bij dit nieuwe onderzoek betrokken producenten in de Unie heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening samengesteld.

De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt hierbij verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.6). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers — inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid — die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen.

Belanghebbenden die andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.

De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.

In de vragenlijst dient informatie te worden verstrekt over onder meer de structuur van hun onderneming(en) en de financiële en economische situatie van de onderneming(en).

5.3.    Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie

Indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de dumping zal worden voortgezet of zich opnieuw zal voordoen en er opnieuw schade zal worden veroorzaakt, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing genomen worden over de vraag of het handhaven van de antidumpingmaatregelen niet in strijd is met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht om contact op te nemen binnen 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.

Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders aangegeven, informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

5.4.    Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

5.5.    Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vaststelt.

5.6.    Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (10).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke inlichtingen verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt met de vereiste vorm en kwaliteit, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden moeten alle opmerkingen en verzoeken elektronisch (niet-vertrouwelijke opmerkingen via e-mail, vertrouwelijke op cd-r/dvd) indienen onder opgave van hun naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer. Volmachten en ondertekende verklaringen, die bij de antwoorden op de vragenlijst worden gevoegd, alsmede bijwerkingen daarvan moeten echter op papier, per post, per koerier of persoonlijk, op onderstaand adres worden ingediend. Nadere informatie over de correspondentie met de Commissie vinden belanghebbenden op de volgende pagina van de website van het directoraat-generaal Handel: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/degucht/contact/hearing-officer/

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N105 08/020

1049 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-FASTENERS-DUMPING@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, kan deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op basis van de beschikbare gegevens worden getrokken, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan als hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou brengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur voor het directoraat-generaal Handel wordt ingescha keld. Deze fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende houden en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Voor een hoorzitting over kwesties in verband met de initiële fase van het onderzoek dient het verzoek te worden ingediend binnen 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie. Voor een verzoek betreffende de latere stadia van het onderzoek gelden de termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden organiseren waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping en schade, oorzakelijk verband en het belang van de Unie.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/degucht/contact/hearing-officer/

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening binnen 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

9.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

Aangezien dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat de maatregelen opnieuw moeten worden onderzocht zodat ze kunnen worden gewijzigd, kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

10.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (11).


(1)  PB C 148 van 28.5.2013, blz. 8.

(2)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(3)  PB L 29 van 31.1.2009, blz. 1.

(4)  PB L 275 van 10.10.2012, blz. 1.

(5)  PB L 194 van 26.7.2011, blz. 6.

(6)  PB L 203 van 31.7.2012, blz. 23.

(7)  Onder producent-exporteur wordt verstaan: een onderneming uit het betrokken land die het onderzochte product produceert en naar de markt van de Unie uitvoert, hetzij rechtstreeks of via derden, met inbegrip van verbonden ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, binnenlandse verkoop of uitvoer van het betrokken product.

(8)  Uitsluitend importeurs die niet verbonden zijn met de producenten-exporteurs mogen in de steekproef worden opgenomen. Importeurs die met producenten-exporteurs verbonden zijn, moeten bijlage I bij de vragenlijst voor deze producenten-exporteurs invullen. Zie voetnoot 5 van bijlage I voor de definitie van een verbonden partij.

(9)  Gegevens die door niet-verbonden importeurs zijn verstrekt, mogen ook worden gebruikt voor andere aspecten van het onderzoek dan het vaststellen van dumping.

(10)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(11)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

Image

Image


BIJLAGE II

Image

Image