10.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 442/112


VERSLAG

over de jaarrekening van de Europese Bankautoriteit betreffende het begrotingsjaar 2013, vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit

(2014/C 442/13)

INLEIDING

1.

De Europese Bankautoriteit (hierna „Autoriteit” ofwel „EBA”), gevestigd te Londen, werd opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (1). De Autoriteit heeft als taak, bij te dragen tot de invoering van kwalitatief hoogstaande gemeenschappelijke regulerings- en toezichtnormen en -praktijken alsmede tot de consistente toepassing van de juridisch bindende handelingen van de Unie, de delegatie van taken en verantwoordelijkheden tussen de bevoegde autoriteiten te stimuleren en te vergemakkelijken, marktontwikkelingen op haar bevoegdheidsgebied te volgen en te beoordelen en de bescherming van depositohouders en beleggers te bevorderen (2).

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

2.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van de Autoriteit. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”'.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

a)

de jaarrekening van de Autoriteit, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar,

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

4.

De leiding is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van de Autoriteit, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (5).

a)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van de Autoriteit omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De directeur keurt de jaarrekening van de Autoriteit goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van de Autoriteit.

b)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

De verantwoordelijkheid van de controleur

5.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van de Autoriteit geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

6.

De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle van de Rekenkamer worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

7.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

8.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van de Autoriteit op alle materiële punten een getrouw beeld van haar financiële situatie per 31 december 2013 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van haar financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

9.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

10.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

11.

Het globale niveau van vastgelegde kredieten beliep in 2013 90 %, vergeleken met 89 % in 2012, variërend van 87 % voor titel I (personeelsuitgaven) tot 98 % voor titel II (administratieve uitgaven) en 92 % voor titel III (beleidsuitgaven). Het vastleggingspercentage voor titel I werd negatief beïnvloed door de beslissing van het Hof van Justitie tegen de indexering van de salarissen van het personeel voor de periode van 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2013 (1,8 miljoen euro).

12.

Ofschoon de totale omvang van de overdrachten fors is gedaald tot 3 8 76  564 euro (17 %), tegen 6 5 47  808 euro (36 %) in het voorgaande jaar, blijven de overdrachten van vastgelegde kredieten relatief hoog voor titel II met 1 9 74  511 euro (35 %) en titel III met 1 6 51  203 euro (36 %). Deze overdrachten zijn hoofdzakelijk het gevolg van de geplande aanbestedingen van IT-infrastructuur en IT-diensten, waarvoor de contracten zoals gepland in december 2013 zijn gesloten en de daarmee samenhangende diensten in 2014 zullen worden verleend.

FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

13.

Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Milan Martin CVIKL, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 1 juli 2014.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.

(2)  Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van de Autoriteit.

(3)  Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(5)  Zie de artikelen 39 en 50 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).

(6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

(7)  Artikel 107 van Verordening (EU) nr. 1271/2013.


BIJLAGE I

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerking van de Rekenkamer

Stand van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2011

De lage begrotingsuitvoeringspercentages wijzen op problemen bij de planning en uitvoering van de begroting.

Afgerond

2011

De begroting van de Autoriteit voor het begrotingsjaar 2011 beliep 12,7 miljoen euro. Overeenkomstig haar oprichtingsverordening (1) werd 60 % van de begroting voor 2011 gefinancierd uit bijdragen van de lidstaten en de EVA-landen en 40 % uit de EU-begroting. Eind 2011 boekte de Autoriteit een positief begrotingsresultaat van 3,6 miljoen euro. Overeenkomstig artikel 15, lid 4, en artikel 16, lid 1, van haar financieel reglement werd het volledige bedrag vervolgens in de boekhouding opgenomen als een verplichting jegens de Europese Commissie.

Afgerond

2011

De Autoriteit dient de transparantie van de wervingsprocedures te verbeteren: voorafgaand aan de beoordeling van aanvragen werden er geen wegingsfactoren voor selectiecriteria vastgesteld, noch minimaal vereiste cijfers om te worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek of om te worden opgenomen in de lijst met geschikte kandidaten.

Afgerond

2012

Ter dekking van het hogereschoolgeld verleent de Autoriteit aan personeelsleden met kinderen op de lagere of middelbare school een onderwijsbijdrage bovenop de in het Statuut vastgelegde onderwijstoelage (2). De onderwijsbijdragen over 2012 bedroegen in totaal ongeveer 76  000 euro. Deze betalingen vallen niet onder het Statuut en zijn dus onregelmatig.

Loopt nog (3)

2012

Overeenkomstig de IT-strategie van de Autoriteit, die was ontworpen door haar voorganger (4), werden de essentiële IT-toepassingssystemen van de EBA tot december 2013 uitbesteed aan een externe dienstenverlener (5). Dit vormt een risico omdat de controle en het toezicht van de Autoriteit op haar IT-systemen wordt beperkt.

Afgerond

2012

Het globale niveau van vastgelegde kredieten was 89 %, variërend van 84 % voor titel I (personeelsuitgaven) tot 86 % voor titel II (administratieve uitgaven) en 100 % voor titel III (beleidsuitgaven) (6). De overdracht van vastgelegde kredieten was hoog voor titel II (45 %), vooral door oorzaken buiten de controle van de Autoriteit, zoals de vergeefse zoektocht naar nieuwe gebouwen of de vertraagde uitvoering van bepaalde IT-projecten doordat de nodige informatie moeilijk te krijgen was bij de voorganger. Voor titel III was de overdracht van vastgelegde kredieten hoog (85 %), voornamelijk wegens de complexiteit en langdurigheid van twee procedures voor IT-aankopen (die niettemin volgens plan werden afgewikkeld), vertraging bij het starten en uitvoeren van drie andere IT-projecten en de late indiening van de facturen voor bepaalde IT-diensten door de leveranciers.

N.v.t.

2012

De Rekenkamer ontdekte in de gecontroleerde wervingsprocedures de volgende tekortkomingen, die invloed hebben op de doorzichtigheid en de gelijke behandeling: kandidaten kregen een totale score in plaats van een score voor elk selectiecriterium; er was geen bewijs dat de vragen voor de sollicitatiegesprekken en tests reeds vóór de datum van de onderzoeken waren vastgesteld.

Afgerond


(1)  Artikel 62, lid 1 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010.

(2)  Artikel 3 van bijlage VII voorziet in tweemaal de basistoelage van 252,81 euro = 505,62 euro.

(3)  Voor drie van de negen betrokken scholen moesten de contracten in 2013 nog worden gesloten.

(4)  Comité van Europese bankentoezichthouders.

(5)  Banque de France.

(6)  Na analyse van de behoeften voor de rest van het jaar werd de begroting in september 2012 gewijzigd en werden de kredieten met 8,9 % verlaagd.


BIJLAGE II

Europese Bankautoriteit (Londen)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(artikelen 26 en 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

Artikel 26

„1.

De Unie stelt de maatregelen vast die ertoe bestemd zijn om de interne markt tot stand te brengen en de werking ervan te verzekeren, overeenkomstig de bepalingen ter zake van de Verdragen.

2.

De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de Verdragen.

3.

Op voorstel van de Commissie stelt de Raad de noodzakelijke beleidslijnen en voorwaarden vast om een evenwichtige vooruitgang in het geheel der betrokken sectoren te garanderen.”

Artikel 114

„1.

Tenzij in de Verdragen anders is bepaald, zijn de volgende bepalingen van toepassing voor de verwezenlijking van de in artikel 26 genoemde doelstellingen. Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure en na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité de maatregelen vast inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen.”

Bevoegdheden van de Autoriteit

(Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad)

(Verordening (EU) nr. 1022/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010)

Doelstellingen

a)

De verbetering van de werking van de interne markt, daaronder met name begrepen een solide, effectief en consistent niveau van regulering en toezicht;

b)

het verzekeren van de integriteit, transparantie, efficiëntie en ordelijke werking van de financiële markten;

c)

de versterking van de internationale coördinatie van het toezicht;

d)

het voorkomen van reguleringsarbitrage en het bevorderen van gelijke concurrentievoorwaarden;

e)

het waarborgen van behoorlijke regulering en toezicht met betrekking tot het aangaan van kredietrisico’s en andere risico’s;

f)

een betere consumentenbescherming.

Taken

a)

Bijdragen tot de invoering van kwalitatief hoogstaande gemeenschappelijke regulerings- en toezichtnormen en -praktijken;

b)

opstellen en bijwerken van een gemeenschappelijk handboek voor het toezicht op financiële instellingen in de Unie als geheel;

c)

bijdragen tot de consistente toepassing van de juridisch bindende handelingen van de Unie;

d)

stimuleren en vergemakkelijken van de delegatie van taken en verantwoordelijkheden tussen de bevoegde autoriteiten onderling;

e)

nauw samenwerken met het ESRB (1);

f)

organiseren en verrichten van collegiale toetsingen van de bevoegde autoriteiten;

g)

volgen en beoordelen van marktontwikkelingen op haar bevoegdheidsgebied;

h)

verrichten van economische marktanalyses om aan te tonen dat de Autoriteit zich van haar taken heeft gekweten;

i)

bevorderen van de bescherming van depositohouders en beleggers;

j)

bevorderen van de consistente en samenhangende werking van de colleges van toezichthouders, de monitoring, beoordeling en meting van het systeemrisico, de ontwikkeling en coördinatie van herstel- en afwikkelingsplannen, waarbij in de gehele Unie een hoge beschermingsgraad wordt geboden aan depositohouders en beleggers en er methoden voor de afwikkeling van falende financiële instellingen worden ontwikkeld alsmede een raming van de noodzaak tot passende financieringsinstrumenten;

k)

vervullen van alle andere specifieke taken die in deze verordening of in andere wetgevingshandelingen zijn vastgesteld;

l)

bekendmaken en regelmatig bijwerken van informatie op haar website over haar activiteiten.

Organisatie

Raad van toezichthouders

Samengesteld uit de voorzitter, één vertegenwoordiger per lidstaat (het hoofd van de NTA (2), de Commissie, de ECB (3), de ESRB, de EIOPA (4) en de ESMA (5).

Raad van bestuur

Samengesteld uit de voorzitter en zes andere leden van de raad van toezichthouders.

Voorzitter

Benoemd door de raad van toezichthouders.

Uitvoerend directeur

Benoemd door de raad van toezichthouders.

Kamer van beroep

Gemengd orgaan van de drie ETA’s.

Externe controle

Europese Rekenkamer.

Kwijtingverlenende autoriteit

Europees Parlement.

In 2013 (2012) ter beschikking van de Autoriteit gestelde middelen

Begroting 2013

26,0(20,7) miljoen euro

waarvan:

subsidie van de Europese Unie: 10,4(8,3) miljoen euro

bijdragen van de lidstaten: 15,2(12,1) miljoen euro

bijdragen van waarnemers: 0,4(0,3) miljoen euro

Posten bezet per 31 december 2013

93 (68) tijdelijke functionarissen — waarvan aanstellingsbrieven verzonden naar en aanvaard door zeven tijdelijke functionarissen vóór 31 december 2013.

14 (12) arbeidscontractanten

17 (14) gedetacheerde nationale deskundigen

In 2013 geleverde producten en diensten

Uitvoeren van 56 openbare raadplegingen (voornamelijk over ontwerpen van technische reguleringsnormen en technische uitvoeringsnormen die zijn ontwikkeld in het kader van het RKV IV/VKV-wetgevingskader), organisatie van 34 openbare hoorzittingen;

indiening bij de Europese Commissie van 36 ontwerpen van technische reguleringsnormen en 21 ontwerpen van technische uitvoeringsnormen voor definitieve goedkeuring (in het bijzonder ontwikkeld in het kader van i) het RKV IV/VKV-wetgevingskader, en met betrekking tot het gebied van de het eigen vermogen van banken, hun kredietrisico, hun marktrisico, hun liquiditeit en hun loonvoorschriften alsmede ii) het wetgevingskader inzake herstel na de crisis en afwikkeling);

uitgifte van twee richtsnoeren (over kapitaalmaatregelen voor het verstrekken van leningen in vreemde valuta en over deposito’s van particulieren die zijn onderworpen aan verschillende uitstromen met het oog op de liquiditeitsrapportage) en vier aanbevelingen aan de nationale bevoegde autoriteiten (over de deelname van banken in Euribor, over de ontwikkeling van herstelplannen, over het behoud van het tier 1-kernkapitaal gedurende de overgang naar het RKV IV/VKV-wetgevingskader, en over de evaluatie van de kwaliteit van de activa van de banken);

verstrekking van zes adviezen gericht aan de Commissie, het Europees Parlement en de Raad, een technisch advies aan de Europese Commissie, vier tot de IASB gerichte schriftelijke commentaren betreffende boekhouding en twee tot de IAASB gerichte schriftelijke commentaren betreffende controle;

één collegiale toetsing verricht inzake de tenuitvoerlegging van de richtsnoeren inzake de stresstest door de nationale bevoegde autoriteiten;

de totstandbrenging van het vraag-en-antwoord-instrument over het gemeenschappelijk rulebook op de EBA-internetsite ten behoeve van instellingen, toezichthouders en andere belanghebbenden;

uitgifte van tal van thematische verslagen op verschillende gebieden waarop de EBA deskundig is (zoals verslagen over de analyse van risico's in de banksector en sectoroverschrijdende risico's, over de samenhang bij de risicogewogen activa van banken, over consumententrends, over de resultaten van de toezichtexercitie in het kader van Bazel II, een verslag aan het einde van de mandaatperiode van de Bankstakeholdersgroep; verslagen over de liquiditeit van banken, over de effecten van de liquiditeitsdekkingsratio, over de gegevens inzake grootverdieners in de EU-banken, over de vergelijkbaarheid van toezichtvoorschriften en -praktijken, over de procycliciteit van de kapitaalvereisten voor banken, over de vergelijkbaarheid van de risicogewogen activa (RWA — risk-weighted assets), enz.);

uitvoering van de risicoanalyse en de beoordeling van en het toezicht op essentiële risico’s in het EU-bankwezen, met inbegrip van een analyse van de consistentie van de resultaten in de risicogewogen activa, de duurzaamheid van bancaire bedrijfsmodellen en beoordelingen van de kwaliteit van de activa van banken;

ontwikkeling van halfjaarlijkse verslagen over risico's in de banksector en sectoroverschrijdende risico's, driemaandelijkse risicodashboards, wekelijks verslagen over liquiditeit en financieringsvoorwaarden van de Europese banken en over bancaire marktindicatoren, regelmatige bijwerkingen van de risico’s en kwetsbare punten die worden gericht aan de instellingen en organen van de EU;

uitgebreide werkzaamheden op het gebied van het herstel van de balans van banken en de beoordeling van de kwaliteit van hun activa (het uitbrengen van aanbevelingen inzake kapitaalbehoud en beoordeling van de kwaliteit van de activa, drie tussentijdse verslagen over de samenhang bij de RWA's, vier andere verslagen over diverse vraagstukken met betrekking tot de onderlinge vergelijkbaarheid van de RWA's, identificatie van gemeenschappelijke definities van niet-rendabele leningen en tolerantie, tevens ter voorbereiding van de beoordelingen van de kwaliteit van de activa en de uitgebreide beoordeling in het kader van het GTM);

uitvoering van de EU-brede transparantie-exercitie met betrekking tot het verstrekken van informatie over de banken in de EU die betrokken waren bij de herkapitalisatie in 2012;

voorbereiding van de stresstests 2014 van banken in de EU (het uitwerken van methodologieën, scenario’s en essentiële aannames voor de stresstests), inputs — als adviseur van de Commissie — voor de stresstests in sommige programmalanden;

ontwikkeling van en bijstand bij de uitvoering van de gemeenschappelijke verslagleggingsvoorschriften voor financiële verslaglegging (FINREP) en gemeenschappelijke verslaglegging (COREP) en XBRL-classificatie voor toezichtverslagen van het tweede niveau;

actieve deelname aan vergaderingen en activiteiten van de colleges van nationale toezichthoudende autoriteiten, de bevordering en de monitoring van de samenwerking op het gebied van het toezicht in de colleges;

werkzaamheden in verband met Euribor en standaarden, in samenwerking met de ESMA, met inbegrip van het bekendmaken van beginselen voor het proces van de vaststelling van standaarden en werkzaamheden inzake follow-up van de aanbevelingen aan Euribor-EBF en de nationale autoriteiten;

jaarlijkse beoordeling van de wijze waarop banken zich kwijten van de derdepijlervereisten inzake informatieverschaffing;

bijdrage aan het Programma voor de beoordeling van de samenhang van de regelgeving van het Comité van Bazel;

op het gebied van de consumentenbescherming, het uitbrengen van twee waarschuwingen aan de consument (over virtuele munten en over optiecontracten), een gemeenschappelijk standpunt van de ETA's over productoverzicht en -beheer, het mede organiseren van de gezamenlijke dag van de consument van de ETA’s in 2013 en — zoals hierboven reeds vermeld — het uitbrengen van drie adviezen over goede praktijken voor nationale bevoegde instanties (inzake hypotheken en indexfondsen), een verslag inzake consumententrends, en het organiseren van een raadpleging over een ontwerp van een technische reguleringsnorm met betrekking tot hypothecaire tussenpersonen en een raadpleging over richtsnoeren voor gemeenschappelijke klachtenbehandeling;

input leveren voor en bijdragen aan het proces ter herziening van het Europees systeem van financieel toezicht in de context van artikel 81 van de EBA-verordening, samen met andere ETA’s (het verstrekken van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens aan de Commissie, het uitbrengen van verslag over de verwezenlijkingen en uitdagingen van de ETA’s aan de Raad, deelname aan de openbare hoorzitting van de Commissie over de herziening van het ESFS en de openbare hoorzitting van ECON (Commissie economische en monetaire zaken), indiening van het advies van de ETA’s over de herziening van het ESRB);

het beschikbaar stellen en coördineren van twintig seminars en opleidingsactiviteiten voor personeel van de EBA en de nationale toezichthoudende autoriteiten (waarvan acht samen met de andere ETA’s werden gegeven);

tien vergaderingen van de raad van toezichthouders (zes fysieke bijeenkomsten, vier teleconferenties), zeven vergaderingen van de raad van bestuur (vijf fysieke bijeenkomsten, twee teleconferenties), zeven vergaderingen van de Bankstakeholdersgroep (twee van hen gezamenlijk met de raad van toezichthouders);

invulling van de personeelsformatie (organisatie van 61 selectieprocedures en 153 sollicitatiegesprekken met kandidaten in 2013, zonder beroep bij de uitvoerend directeur of de ombudsman);

verdere verbetering van de administratie inzake aanwerving en de transparantie ervan, invoering van introductie- of inductieopleidingen voor pas aangeworven personeel;

het vaststellen en uitvoeren van een nieuwe administratieve procedure inzake de EBA-bijdrage aan het onderwijs (contracten met scholen);

het introduceren van een nieuwe medische dienstverlener (gezamenlijke aanbesteding met het EMA) en van een nieuwe leverancier van uitzendkrachten na aanbestedingsprocedure;

met betrekking tot Allegro, start van de werkzaamheden voor de ontwikkeling van e-recruitment, overgang naar het IBM-platform, aanpassing van Allegro aan het nieuwe Statuut;

verwerking van 421 financiële vastleggingen en 2  335 betalingsopdrachten;

implementatie van verbeterde instrumenten voor begrotingstoezicht en van verbeteringen in de interne controlenormen;

succesvolle afronding van negen aanbestedingen, alle volledig in overeenstemming met de EU-regels inzake overheidsopdrachten;

verlenging van twintig contracten die in 2012 aanvankelijk waren gesloten voor een periode van twaalf maanden;

herziening van de kostenberekening voor vier contracten, overeenkomstig de trend van de indexcijfers voor de detailhandel (Retail Price Index RPI) die betrekking heeft op het VK;

aansluiten bij nieuwe procedures van de Commissie voor de aanschaf van kantoormeubilair, verzekeringsdiensten, IT-diensten, licenties voor computersoftware en Microsoftlicenties; aansluiten bij twee interinstitutionele aanbestedingsprocedures met het Europees Geneesmiddelenbureau inzake medische dienstverlening en inzake uitzendkrachten (juridisch profiel).


(1)  ESRB: European Systemic Risk Board (Europees Comité voor systeemrisico’s).

(2)  Nationale toezichthoudende autoriteit.

(3)  Europese Centrale Bank.

(4)  Eiopa: European Insurance and Occupational Pensions Authority (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen).

(5)  ESMA: European Securities and Markets Authority (Europese Autoriteit voor effecten en markten).

Bron: Door de Autoriteit verstrekte bijlage.


ANTWOORDEN VAN DE AUTORITEIT

11.

De EBA heeft een voorzichtige benadering gehanteerd ten aanzien van de salarisaanpassingen voor 2011/2012, hetgeen vanwege de vorm en het tijdstip van de beslissing van het Hof van Justitie resulteerde in een vastleggingspercentage van iets meer dan 90 %. De Autoriteit verwacht een aanzienlijk verbeterde begrotingsuitvoering voor 2014, gezien de constante verbetering van het begrotingsbeheer bij de Autoriteit en de grotere duidelijkheid ten aanzien van de salarisaanpassingen.

12.

Hoewel het totale niveau van de overdracht al aanzienlijk is gedaald, erkent de EBA dat er nog ruimte voor verdere verbetering is. Gezien het feit dat het merendeel van de overdrachten ontstaat door de timing van de diverse jaarlijks hernieuwbare IT-contracten, wil de EBA binnen dit kalenderjaar mogelijkheden onderzoeken voor aanpassingen van de contracten met leveranciers om de vernieuwingsperioden te veranderen en aldus het niveau van overdrachten te verminderen.