10.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 442/61


VERSLAG

over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor plantenrassen betreffende het begrotingsjaar 2013, vergezeld van het antwoord van het Bureau

(2014/C 442/07)

INLEIDING

1.

Het Communautair Bureau voor plantenrassen (hierna: „Bureau” ofwel „CPVO”), gevestigd te Angers, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad (1). De belangrijkste taken van het Bureau zijn het registreren en onderzoeken van de aanvragen tot verlening van kwekersrechten in de Unie, alsmede het door de bevoegde bureaus in de lidstaten laten uitvoeren van de nodige technische onderzoeken (2).

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

2.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Bureau. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations'”.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

a)

de jaarrekening van het Bureau, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

4.

De leiding is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Bureau, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (5):

a)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van het Bureau omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De voorzitter keurt de jaarrekening van het Bureau goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Bureau.

b)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

De verantwoordelijkheid van de controleur

5.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Bureau geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

6.

De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

7.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

8.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Bureau op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2013 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

9.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

10.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

11.

Het begrotingsuitvoeringspercentage voor 2013 is met 86 % (1 2 7 55  144 euro) laag en gaat gepaard met een hoog percentage annuleringen. Dit kan gedeeltelijk worden verklaard door het feit dat de ontvangsten en de daarmee verband houdende beleidsuitgaven (titel III) in hoge mate afhangen van het aantal aanvragen tot registratie van kwekersrechten, dat moeilijk nauwkeurig te voorspellen is. Er is echter ruimte om de begrotingsplanning en het begrotingstoezicht verder te verbeteren, met name wat betreft de administratieve uitgaven (titel II).

FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

12.

Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Milan Martin CVIKL, lid van de Rekenkamer, vastgesteld te Luxemburg op haar vergadering van 1 juli 2014.

Voor de Rekenkamer

Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

President


(1)  PB L 227 van 1.9.1994, blz. 1.

(2)  Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau.

(3)  Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

(4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

(5)  De artikelen 38-42 van het financieel reglement van het Bureau.

(6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

(7)  De artikelen 87-92 van het financieel reglement van het Bureau.


BIJLAGE I

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerking van de Rekenkamer

Stand van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2011

Het Bureau heeft geen uitvoeringsbepalingen bij het Statuut vastgesteld met betrekking tot de werving en inzet van arbeidscontractanten en de tijdelijke bezetting van leidinggevende posten.

Loopt nog

2012

Het CPVO verrichtte in december 2012 een fysieke verificatie van zijn activa. Er werd echter geen verslag van de fysieke verificatie opgesteld. Het is derhalve onmogelijk de juistheid van de desbetreffende administratie na te gaan.

Afgerond

2012

De wervingsprocedures vertoonden aanzienlijke gebreken die van invloed waren op de doorzichtigheid en de gelijke behandeling van kandidaten: de vooraf vastgestelde wegingsfactoren en minimaal vereiste scores werden niet altijd toegepast; er werd bij de verschillende wervingsprocedures geen consistente evaluatiemethode gehanteerd en in de kennisgeving van vacature werd niet vermeld dat het mogelijk was in beroep te gaan.

Loopt nog


BIJLAGE II

Communautair Bureau voor plantenrassen (Angers)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(Uittreksel uit artikel 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

Vrij verkeer van goederen

Deze verboden of beperkingen (bescherming van de industriële en commerciële eigendom) mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen.

Bevoegdheden van het Bureau

(Verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad & Strategisch plan 2010-2015)

Doelstellingen

Toepassing van de beschermingsregeling voor kweekproducten van de Europese Unie als enige en uitsluitende vorm van bescherming van industriële eigendom met betrekking tot plantenrassen in de Europese Unie.

Bevordering van innovatie op het gebied van plantenrassen door een hoogwaardige verwerking van aanvragen voor communautaire rechten inzake plantenrassen tegen betaalbare kosten, en het verstrekken van beleidsrichtsnoeren en steun bij de uitoefening van deze rechten ten bate van de belanghebbenden.

Taken

Besluiten tot toe- of afwijzing van aanvragen van kwekersrechten in de Unie,

besluiten over bezwaren,

besluiten over beroepen,

besluiten tot nietigverklaring of vervallenverklaring van de bescherming in de Europese Unie.

Organisatie

De voorzitter

Deze heeft de leiding van het Bureau. Hij wordt door de Raad benoemd uit een lijst van kandidaten, die door de Commissie wordt voorgesteld nadat zij het advies van de raad van bestuur heeft ingewonnen.

De raad van bestuur

Deze ziet toe op het werkprogramma van het Bureau en stelt regels op voor de werkmethoden van het Bureau. Hij bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat, één vertegenwoordiger van de Commissie, en voor elke vertegenwoordiger een plaatsvervanger.

Beslissingen in het kader van de verlening van communautaire kwekersrechten worden genomen door comités die zijn samengesteld uit drie personeelsleden van het Bureau, en door de kamer van beroep in geval van beroep.

Toezicht op de rechtmatigheid van handelingen van het Bureau

De Commissie controleert de rechtmatigheid van handelingen van de voorzitter waarvoor in het recht van de Europese Unie niet in rechtmatigheidstoezicht door een andere instantie is voorzien, alsmede de rechtmatigheid van de handelingen van de raad van bestuur inzake de begroting van het Bureau.

Externe controle

Europese Rekenkamer.

Kwijtingverlenende autoriteit

Raad van bestuur.

In 2013 (2012) ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

Definitieve begroting

14,8(14,3) miljoen euro

Personeelsbestand per 31 december 2013

Aantal posten in de lijst van het aantal ambten: 48 (46)

Bezette posten: 45 (45)

Totaalaantal personeelsleden: 45 (45), ingezet voor het verrichten van:

uitvoerende taken 28,5(17,5)

administratieve taken 16,5(21,5)

Producten en diensten 2013 (2012)

Binnengekomen aanvragen: 3  297 (2  868)

Verleende rechten: 2  706 (2  640)

In de Europese Unie per 31 december 2013 geldende rechten: 21  576 (20  362)

Internationale samenwerking op het gebied van de bescherming van plantenrassen

Bijdrage aan handhaving van rechten inzake plantenrassen.

Contacten en samenwerking met de volgende organisaties: Europese Commissie (DG SANCO, permanente commissies), UPOV (1), CIOPORA (2), ESA3 (3), OAPI (4), OESO (5), MAFF (6) (Japan).


(1)  Union pour la Protection des Obtentions végétales (Unie tot bescherming van kweekproducten).

(2)  Internationale gemeenschap van kwekers van zich ongeslachtelijk voortplantende sier- en fruitplanten.

(3)  European Seeds Association (Europese vereniging voor zaden).

(4)  Organisation africaine de la Propriété intellectuelle (Afrikaanse organisatie voor de intellectuele eigendom).

(5)  Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

(6)  Ministerie voor landbouw, voedsel en visserij (Japan).

Bron: Door het Bureau verstrekte bijlage.


ANTWOORD VAN HET BUREAU

11.

Het CPVO neemt kennis van de opmerkingen van de Rekenkamer met betrekking tot het uitvoeringspercentage. Naast schommelingen in het aantal aanvragen is de lagere uitvoeringsgraad van 2013 ook te verklaren doordat er nog geen uitspraak was in de zaak bij het Hof ten aanzien van de salarissen. Deze gebeurtenissen lagen buiten de macht van het CPVO. Het Bureau zou willen wijzen op het feit dat de annuleringen voor titel II slechts 2 % van de totale begroting van het agentschap uitmaken, wat op een zorgvuldige besteding wijst.