52014PC0684

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar /* COM/2014/0684 final - 2014/0317 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op basis van het mandaat van de Raad[1] heeft de Europese Commissie met Madagaskar onderhandeld over een verlenging van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen dit land en de Europese Gemeenschap. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 19 juni 2014 een ontwerp van het nieuwe protocol geparafeerd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van vier jaar en gaat in op de in artikel 15 vastgestelde datum van voorlopige toepassing, i.e. op de datum van ondertekening ervan, maar niet eerder dan 1 januari 2015.

Het voornaamste doel van het protocol is om de vaartuigen van de Europese Unie in de visserijzone van Madagaskar vangstmogelijkheden te bieden, met inachtneming van de beheersmaatregelen van de bevoegde regionale visserijorganisatie (de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC)) en, voor zover van toepassing, binnen de grenzen van het beschikbare overschot. De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een door externe deskundigen uitgevoerde ex-postevaluatie.

Het algemene doel bestaat erin om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en Madagaskar te verstevigen met het oog op de instelling van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van Madagaskar.

Meer in het bijzonder voorziet het protocol in vangstmogelijkheden voor de volgende visserijen:

· 40 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;

· 32 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een tonnage van meer dan 100 BT;

· 22 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een tonnage van 100 BT of minder.

De Commissie stelt op grond daarvan voor dat de Raad, met instemming van het Parlement, dit nieuwe protocol bij besluit goedkeurt.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de evaluatie van het protocol voor de periode 2013-2014. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is naar voren gekomen dat een visserijprotocol met Madagaskar behouden moet blijven.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De onderhavige procedure loopt parallel aan de procedures met betrekking tot het besluit van de Raad tot goedkeuring van de voorlopige toepassing van het protocol, alsmede de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden over de EU-lidstaten.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De jaarlijkse financiële tegenprestatie van 1 566 250 EUR voor de eerste twee jaar van het protocol en van 1 487 500 EUR voor de daaropvolgende twee jaar is gebaseerd op: a) een met een referentietonnage van 15 750 ton overeenstemmend jaarlijks bedrag van 866 250 EUR voor de eerste twee jaar van het protocol en van 787 500 EUR voor de daaropvolgende twee jaar voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar en b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van Madagaskar ten bedrage van 700 000 EUR per jaar. Deze steun is in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid, en met name met de behoeften van Madagaskar op het gebied van de bestrijding van illegale visserij.

2014/0317 (NLE)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie[2],

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Op 15 november 2007 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 31/2008 betreffende de sluiting van een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar[3] goedgekeurd.

(2)       Op 19 juni 2014 is een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst geparafeerd (hierna "het nieuwe protocol" genoemd). Krachtens het nieuwe protocol worden aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden verleend in de visserijzone waarover Madagaskar de jurisdictie heeft.

(3)       Op […] heeft de Raad Besluit …/2013/EU[4] betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het nieuwe protocol vastgesteld.

(4)       Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden voor de periode van toepassing van het nieuwe protocol over de lidstaten moeten worden verdeeld.

(5)       Als blijkt dat de vangstmogelijkheden die krachtens het nieuwe protocol aan de Europese Unie zijn toegewezen, niet volledig worden benut, stelt de Commissie de lidstaten daarvan overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad[5] in kennis. Indien binnen een door de Raad te bepalen termijn niet wordt geantwoord, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. De hier bedoelde termijn moet door de Raad worden vastgesteld.

(6)       Met het oog op de gegarandeerde voortzetting van de visserijactiviteiten van de Unievaartuigen is in artikel 15 van het nieuwe protocol bepaald dat het nieuwe protocol met ingang van de datum van ondertekening ervan, maar niet eerder dan met ingang van 1 januari 2015, voorlopig kan worden toegepast door elk van de partijen.

(7)       De onderhavige verordening dient van toepassing te zijn met ingang van de datum van voorlopige toepassing van het nieuwe protocol,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.           De vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld krachtens het tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Madagaskar overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector (hierna "het protocol" genoemd), worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

a)      voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

Spanje:                         18 vaartuigen

Frankrijk:                     22 vaartuigen

b)     voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een tonnage van meer dan 100 BT:

Spanje:                         18 vaartuigen

Frankrijk:                     9 vaartuigen

Portugal:                      5 vaartuigen

c)      voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug, met een tonnage van 100 BT of minder:

Frankrijk:                     22 vaartuigen

2.           Het in de bijlage bij het protocol voor de Unievaartuigen voor de visserij met de drijvende beug vastgestelde maximum voor haaienvangsten bij het vissen op tonijn en tonijnachtigen wordt als volgt over de lidstaten verdeeld:

Spanje:                                  207 ton

Frankrijk:                              34 ton

Portugal:                               9 ton

3.           De in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 bedoelde termijn waarbinnen de lidstaten moeten bevestigen dat zij de krachtens het protocol toegewezen vangstmogelijkheden niet volledig benutten, bedraagt tien werkdagen vanaf de datum waarop de Commissie aan de lidstaten heeft gemeld dat de vangstmogelijkheden niet volledig zijn benut.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de datum van ondertekening van het protocol, maar niet eerder dan met ingang van 1 januari 2015.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               Op 14 april 2014 goedgekeurd door de Raad Landbouw en Visserij.

[2]              

[3]               PB L 15 van 18.1.2008, blz. 1.

[4]               PB C […] van [...], blz. [… ].

[5]               Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).