52014PC0391

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot aanpassing van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad in verband met de toetreding van Kroatië /* COM/2014/0391 final - 2014/0198 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot aanpassing van Richtlijn 2013/34/EU is nodig vanwege de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie.

Het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie[1] (hierna "het Toetredingsverdrag" genoemd) werd ondertekend door alle lidstaten van de Europese Unie en de Republiek Kroatië in Brussel op 9 december 2011.

Krachtens artikel 3, lid 3, ervan treedt het Toetredingsverdrag in werking op 1 juli 2013, mits alle akten van bekrachtiging voor die datum zijn neergelegd.

Op grond van artikel 3, lid 4, van het Toetredingsverdrag kunnen de instellingen van de Unie vóór de toetreding de maatregelen vaststellen als bedoeld in onder andere artikel 50 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië[2] (hierna "de Toetredingsakte" genoemd). Deze maatregelen treden slechts in werking onder voorbehoud van en op de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag.

In artikel 50 van de Toetredingsakte is bepaald dat indien besluiten van de instellingen van vóór de toetreding in verband met de toetreding moeten worden aangepast en de akte of de bijlagen daarvan niet in de nodige aanpassingen voorzien, de Raad of de Commissie (indien het oorspronkelijke besluit door de Commissie was vastgesteld) de nodige besluiten vaststelt.

Richtlijn 2013/34/EU werd vastgesteld op 26 juni 2013 en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie van 29 juni 2013. Ze omvat niet de noodzakelijke verwijzingen naar de in Kroatië opgerichte vennootschappen die binnen het toepassingsgebied van de richtlijn zouden moeten vallen. Bij Richtlijn 2013/24/EU van de Raad van 13 mei 2013 tot aanpassing van een aantal richtlijnen op het gebied van het vennootschapsrecht, in verband met de toetreding van de Republiek Kroatië werden Richtlijn 78/660/EEG en Richtlijn 83/349/EEG aangepast, om de relevante lijst van Kroatische vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid aan het toepassingsgebied van die richtlijnen toe te voegen. Die richtlijnen werden echter ingetrokken toen Richtlijn 2013/34/EU in juli 2013 in werking trad. Daarom moet met die ontwikkeling van het Unierecht rekening worden gehouden en moet Richtlijn 2013/34/EU dienovereenkomstig worden aangepast.

Dit voorstel voor een richtlijn van de Raad heeft betrekking op de technische aanpassingen van Richtlijn 2013/34/EU die nodig zijn in verband met de toetreding van Kroatië.

2.           RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Aangezien dit voorstel louter technisch van aard is en geen aanzienlijke wijzigingen van Richtlijn 2013/34/EU met zich meebrengt, is een raadpleging van de betrokken partijen of een effectbeoordeling niet zinvol.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De rechtsgrondslag van het voorstel is artikel 50 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van de Republiek Kroatië.

De beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn volledig in acht genomen. Het optreden van de Unie is nodig op grond van het subsidiariteitsbeginsel (artikel 5, lid 3, VEU), aangezien het technische aanpassingen betreft van rechtshandelingen die werden vastgesteld door de Unie. Het voorstel eerbiedigt het evenredigheidsbeginsel (artikel 5, lid 4, VEU) en gaat niet verder dan wat nodig is om het beoogde doel te bereiken.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

2014/0198 (NLE)

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot aanpassing van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad in verband met de toetreding van Kroatië

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de Akte van toetreding van Kroatië, en met name artikel 50,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Artikel 50 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van Kroatië bepaalt dat, indien besluiten van de instellingen van vóór de toetreding in verband met de toetreding moeten worden aangepast en in die akte van toetreding of de bijlagen daarvan niet in de noodzakelijke aanpassingen is voorzien, de Raad, met gekwalificeerde meerderheid, op voorstel van de Commissie, daartoe de nodige besluiten vaststelt, indien het oorspronkelijke besluit niet door de Commissie was vastgesteld.

(2)       De relevante soorten van Kroatische ondernemingen moeten worden opgenomen in de bijlagen I en II bij Richtlijn 2013/34/EU om ervoor te zorgen dat het toepassingsgebied van de door die richtlijn voorgeschreven coördinatiemaatregelen ook voor Kroatië geldt. De wijzigingen moeten zich beperken tot technische aanpassingen die nodig zijn in verband met de toetreding van Kroatië.

(3)       Richtlijn 2013/34/EU[3] moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 2013/34/EU wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.           De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 20 juli 2015 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

De lidstaten kunnen bepalen dat de in de eerste alinea bedoelde bepalingen eerst van toepassing zijn op financiële overzichten voor de boekjaren die beginnen op 1 januari 2016 of gedurende het kalenderjaar 2016.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.           De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               PB L 112 van 24.4.2012, blz. 10.

[2]               PB L 112 van 24.4.2012, blz. 21.

[3]               Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).

BIJLAGE

bij het voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot aanpassing van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad in verband met de toetreding van Kroatië

Richtlijn 2013/34/EU wordt als volgt gewijzigd:

1.         In bijlage I wordt na de vermelding voor Frankrijk het volgende ingevoegd:

"–         in Kroatië:

            dioničko društvo, društvo s ograničenom odgovornošću;".

2.         In bijlage II wordt na de vermelding voor Frankrijk het volgende ingevoegd:

"–         in Kroatië:

            javno trgovačko društvo, komanditno društvo, gospodarsko interesno udruženje;".