Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (codificatie) /* COM/2014/0305 final - 2014/0158 (COD) */
TOELICHTING 1. In de context van een Europa van de
burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en
verduidelijken van het recht van de Unie om het duidelijker en toegankelijker
te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in
staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het
recht van de Unie kan ontlenen. Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang
talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd,
gedeeltelijk in de oorspronkelijke handeling en gedeeltelijk in de latere
wijzigingshandelingen te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels
zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal handelingen moet
worden vergeleken. Codificatie van meermaals
gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het recht duidelijk en
doorzichtig te maken. 2. Bij haar besluit van 1 april 1987[1] heeft de Commissie haar diensten opgedragen alle handelingen na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij
erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de
duidelijkheid en het juiste begrip van de bepalingen ernaar zouden moeten
streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere
tussenpozen te codificeren. 3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december
1992) hebben dit bevestigd[2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee
rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven
moment op een bepaald onderwerp van toepassing is. Bij codificatie moet de normale procedure voor de vaststelling van handelingen van de
Unie volledig in acht worden genomen. Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke
wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de
Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde
werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen. 4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Verordening (EEG) nr. 2841/72 van de Raad
van 19 december 1972 betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de
Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse
Bondsstaat[3]. De nieuwe verordening vervangt de verschillende handelingen die erin
zijn verwerkt[4]; dit voorstel laat de inhoud van de handelingen die worden
gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en
daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de
codificatie zelf vereist zijn. 5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande
consolidatie, in 22 officiële talen, van Verordening (EEG) nr. 2841/72
en de handelingen tot wijziging daarvan, met behulp van een
gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor publicaties van de Europese
Unie. Voor zover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en
de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in
bijlage II bij de gecodificeerde verordening. ê 2841/72 (aangepast) 2014/0158 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld
in de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse
Bondsstaat (codificatie) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag Ö betreffende de
werking van de Europese Unie Õ , en met name
artikel Ö 207, lid 2 Õ , Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[5], Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: ê (1) Verordening (EEG) nr. 2841/72
van de Raad[6]
is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd[7].
Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot
codificatie van die verordening te worden overgegaan. ê 2841/72
overweging 1 (aangepast) (2) Op 22 juli 1972 is te Brussel
een Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse
Bondsstaat Ö („de
Overeenkomst”) Õ ondertekend. ê 2841/72
overweging 3 (aangepast) (3) Ö Het is
noodzakelijk te bepalen Õ op welke wijze de
vrijwaringsclausules en de beschermende maatregelen van de artikelen 22 tot en
met 27 van de Overeenkomst ten uitvoer worden gelegd. ê 37/2014 art. 1
en bijlage, punt 1 (aangepast) (4) De uitvoering van de
bilaterale vrijwaringsclausules van de Overeenkomst vereist eenvormige
voorwaarden voor de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen. Deze maatregelen
moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van
het Europees Parlement en de Raad[8]. (5) De Commissie moet
onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in de
naar behoren gemotiveerde gevallen bedoeld in de artikelen 24, 24 bis en 26 van
de Overeenkomst of in het geval van steunmaatregelen bij de uitvoer die een
rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer hebben, om
dwingende redenen van urgentie vereist is, ê 2841/72 HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: ê 37/2014 art. 1
en bijlage, punt 1, onder 1) Artikel 1 De Commissie kan besluiten zich tot het
Gemengd Comité, dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese
Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat ‑ hierna „de
Overeenkomst” genoemd ‑ te wenden inzake de maatregelen bedoeld in
de artikelen 22, 24, 24 bis en 26 van de Overeenkomst. In voorkomend geval
stelt de Commissie die maatregelen vast volgens de in artikel 6, lid 2, van
deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure. De Commissie stelt de lidstaten ervan in
kennis indien zij besluit een zaak aan het Gemengd Comité voor te leggen. ê 2841/72
(aangepast) è1 37/2014 art. 1 en bijlage, punt 1, onder 2) Artikel 2 1. In geval van gedragingen die toepassing
door de Ö Unie Õ van de in artikel 23
van de Overeenkomst bedoelde maatregelen zouden kunnen rechtvaardigen, spreekt
de Commissie, na behandeling van het dossier, uit eigen beweging of op verzoek
van een lidstaat, zich uit over de verenigbaarheid van deze gedragingen met de
Overeenkomst. è1 In
voorkomend geval stelt de Commissie vrijwaringsmaatregelen vast volgens de
onderzoeksprocedure van artikel 6, lid 2, van deze verordening. ç 2. In geval van gedragingen die de Ö Unie Õ zouden kunnen doen
blootstellen aan vrijwaringsmaatregelen op de grondslag van artikel 23 van de
Overeenkomst, spreekt de Commissie, na behandeling van het dossier, zich uit
over de verenigbaarheid van deze gedragingen met de beginselen neergelegd in de
Overeenkomst. Zij doet in voorkomend geval passende aanbevelingen. Artikel 3 In geval van gedragingen die toepassing, door
de Ö Unie Õ, van de in artikel
25 van de Overeenkomst bedoelde maatregelen zouden kunnen rechtvaardigen, is de
procedure van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad[9] en Verordening (EG) nr.
1225/2009 van de Raad[10]
van toepassing. ê 37/2014 art. 1
en bijlage, punt 1, onder 3) (aangepast) Artikel 4 1. Indien uitzonderlijke omstandigheden een
onmiddellijk ingrijpen vereisen in de gevallen bedoeld in de artikelen 24, 24
bis en 26 van de Overeenkomst, alsmede in het geval van steunmaatregelen bij de
uitvoer die een rechtstreekse en onmiddellijke invloed op het handelsverkeer
hebben, kunnen de in artikel 27, lid 3, onder e), van de Overeenkomst bedoelde
beschermende maatregelen door de Commissie worden vastgesteld volgens de in
artikel 6, lid 2, van deze verordening of, in spoedeisende gevallen, volgens de
in artikel 6, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure. 2. Wanneer een lidstaat de Commissie om
maatregelen heeft verzocht, neemt Ö de
Commissie Õ binnen vijf
werkdagen na de ontvangst van het verzoek een besluit ter zake. ê 2841/72
(aangepast) Artikel 5 De in artikel 27, lid 2, van de Overeenkomst
bedoelde kennisgeving van de Ö Unie Õ aan het Gemengd
Comité van de Overeenkomst, wordt door de Commissie verricht. ê 37/2014 art. 1
en bijlage, punt 1, onder 5) Artikel 6 1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij
artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad[11] opgerichte Comité
vrijwaringsmaatregelen. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU)
nr. 182/2011. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is
artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. 3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is
artikel 8 in samenhang met artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van
toepassing. Artikel 7 De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag
aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van
handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG)
nr. 1225/2009, informatie op over de uitvoering van deze verordening. ê Artikel 8 Verordening (EEG) nr. 2841/72 wordt
ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken verordening
gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens
de concordantietabel in bijlage II. Artikel 9 Deze verordening treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. ê 2841/72 Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] COM(87) 868 PV. [2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies. [3] Opgenomen in het wetgevingsprogramma voor 2014. [4] Zie bijlage I bij dit voorstel. [5] PB C […] van […], blz. […]. [6] Verordening (EEG) nr. 2841/72 van de Raad van 19
december 1972 betreffende de vrijwaringsmaatregelen bedoeld in de Overeenkomst
tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 300
van 31.12.1972, blz. 284). [7] Zie bijlage I. [8] Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement
en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de voorschriften en
algemene beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de
uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L
55 van 28.2.2011, blz. 13). [9] Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni
2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen
lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93). [10] Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november
2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen
die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009,
blz. 51). [11] Verordening (EG) nr. 260/2009 van de Raad van 26
februari 2009 betreffende de gemeenschappelijke invoerregeling (PB L 84 van
31.3.2009, blz. 1). é BIJLAGE I Ingetrokken
verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan Verordening (EEG) nr. 2841/72 van de Raad (PB L 300 van 31.12.1972, blz. 284) || || || Verordening (EEG) nr. 643/90 van de Raad (PB L 74 van 20.3.1990, blz. 7) || || Verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 18 van 21.1.2014, blz. 1) || Uitsluitend punt 1 van de bijlage _____________ BIJLAGE II Concordantietabel Verordening (EEG) nr. 2841/72 || De onderhavige verordening Artikelen 1 t/m 4 || Artikelen 1 t/m 4 Artikel 6 || Artikel 5 Artikel 7 || Artikel 6 Artikel 8 || Artikel 7 - || Artikel 8 - || Artikel 9 - || Bijlage I - || Bijlage II _____________