Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (aanvraag EGF/2012/004 ES/Grupo Santana, Spanje) /* COM/2014/0116 final */
TOELICHTING Krachtens artikel 12 van Verordening (EU,
Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad tot bepaling van het meerjarig
financieel kader voor de jaren 2014-2020[1]
mag uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) een
jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) boven het
maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden
gesteld. De regels die van toepassing zijn op de
bijdragen uit het EFG voor aanvragen die tot en met 31 december 2013
werden ingediend, zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1927/2006
van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting
van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[2]. Op 16 mei 2012 heeft Spanje aanvraag
EGF/2012/004 ES/Grupo Santana ingediend voor een financiële bijdrage van het
EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen bij Grupo Santana[3] en 15 leveranciers
en downstreamproducenten in Spanje. Na de aanvraag grondig te hebben onderzocht,
heeft de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG)
nr. 1927/2006 geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor een financiële
bijdrage op grond van deze verordening wordt voldaan. SAMENVATTING VAN DE AANVRAAG EN ANALYSE Belangrijkste gegevens: || EGF-referentienummer || EGF/2012/004 Lidstaat || Spanje Artikel 2 || onder c) Primaire onderneming || Grupo Santana Leveranciers en downstreamproducenten || 15 Referentieperiode || 15.11.2011 – 15.3.2012 Startdatum voor de individuele dienstverlening || 1.8.2011 Datum van de aanvraag || 16.5.2012 Ontslagen tijdens de referentieperiode || 330 Ontslagen voor en na de referentieperiode || 689 Totaal aantal voor steun in aanmerking komende ontslagen werknemers || 1 019 Ontslagen werknemers die naar verwachting aan de maatregelen zullen deelnemen || 285 Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR) || 3 729 815 Uitgaven voor de implementatie van het EFG[4] (EUR) || 199 000 % van de uitgaven voor de implementatie van het EFG || 5,07 Totaal budget (EUR) || 3 928 815 EFG-bijdrage (50 %) (EUR) || 1 964 407 1. De aanvraag werd op 16 mei
2012 bij de Commissie ingediend; aan de aanvraag werd aanvullende informatie
tot en met 28 november 2013 toegevoegd. 2. De aanvraag voldoet aan de
voorwaarden voor steunverlening uit het EFG van artikel 2, onder c),
van Verordening (EG) nr. 1927/2006, en werd ingediend binnen de in
artikel 5 van die verordening genoemde termijn van tien weken. Verband tussen de ontslagen en de grote
structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de
globalisering 3. Om het verband vast te
stellen tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de
wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering, voert Spanje aan dat de groei
van de automobielindustrie in de EU aanzienlijk achterblijft bij haar
belangrijkste concurrenten, waardoor het marktaandeel van de EU in de sector
kleiner wordt. Wereldwijd is de autoproductie in 2010 met 22,4 % gestegen,
na een daling met 9,6 % in 2009[5].
Met 13,9 miljoen geproduceerde eenheden zag China zijn output in 2010 vier keer
sterker groeien dan die van Europa: China kende een groei van 33,8 %,
terwijl de groei in Europa 8,3 % bedroeg. Japan, de op twee na grootste
producent ter wereld, produceerde 21,1 % meer auto's dan in 2009, gevolgd
door Zuid-Korea (+22,4 %), Brazilië (+9,8 %), India (+29,4 %) en
de VS (+24,4 %). 4. De aanvrager beroept zich
voorts op de statistieken over de productie van motorvoertuigen[6] om aan te tonen dat het
marktaandeel van de EU is gedaald. In 2001 bedroeg het marktaandeel van de
EU-27 in de wereldproductie van motorvoertuigen nog 33,7 %. Dat aandeel
daalde in 2004 tot 28,4 %, en in 2010 verder tot 26,3 %. Tijdens de
periode 2004-2010 is de productie van personenauto's in de EU-27 in absolute
termen met 6,7 % gestegen, terwijl de groei wereldwijd 32,2 %
bedroeg. Deze daling van het marktaandeel van de EU had de Commissie reeds
vastgesteld in haar beoordeling van eerdere EFG-dossiers met betrekking tot de
automobielsector die op handelsgerelateerde globalisering[7] waren gebaseerd. Het slinkende aandeel van de Europese markt in de
wereldmarkt voor personenauto's komt ook naar voren in het op 6 juni 2012
gepubliceerde eindrapport van de CARS 21-Groep[8]. 5. De belangrijkste oorzaak van
de herverdeling van de marktaandelen wereldwijd is het geografische
consumptiepatroon, met name de snelle groei van de Aziatische markten waar de
producenten uit de EU minder van profiteren, aangezien zij op deze markten
traditioneel minder goed geplaatst zijn dan op andere markten. 6. Tot dusver is de
auto-industrie met 16 dossiers de sector met de meeste EFG-aanvragen; daarvan
zijn er zeven gebaseerd op handelsgerelateerde globalisering, terwijl de
overige negen met de crisis verband houden[9]. 7. De diensten van de Commissie
zijn van oordeel dat de ontslagen bij Grupo Santana en zijn leveranciers
overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 in verband kunnen
worden gebracht met grote structurele veranderingen in de
wereldhandelspatronen, met name een daling van het aandeel van de EU in de
wereldwijde productie van motorvoertuigen. Bewijsstukken voor het aantal ontslagen
en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder c) 8. Spanje heeft de aanvraag
ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2,
onder c), van Verordening (EG) nr. 1927/2006. Deze bepaling staat de aanvragers
toe af te wijken van de voorschriften van artikel 2, onder a) en b), op kleine
arbeidsmarkten of in uitzonderlijke omstandigheden, wanneer de gedwongen
ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de lokale
economie. In dit geval moet de aanvrager vermelden aan welke van de voornaamste
subsidiabiliteitsvereisten zijn aanvraag niet voldoet, en waarvan hij derhalve
verzoekt te mogen afwijken. De Spaanse autoriteiten hebben aangegeven dat zij
in de aanvraag wensen af te wijken van artikel 2, onder a), waarin als
criterium voor steunverlening een drempel van ten minste 500 gedwongen
ontslagen binnen een periode van vier maanden geldt. 9. In de aanvraag wordt melding
gemaakt van 330 gedwongen ontslagen bij de Grupo Santana en 15
leveranciers tijdens de referentieperiode van vier maanden van 15 november
2011 tot en met 15 maart 2012 en van nog eens 689 ontslagen buiten de
referentieperiode, die echter verband houden met dezelfde collectieve
ontslagprocedure. Al deze ontslagen zijn in overeenstemming met artikel 2,
tweede alinea, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 berekend. 10. Alle ondernemingen waarop deze
aanvraag betrekking heeft, bevinden zich in Linares, een stad in de NUTS
III-regio Jaén (ES 616). De opeenvolgende ontslaggolven worden in de
aanvraag als volgt beschreven: 670 werknemers werden ontslagen tussen 31 maart
en 14 november 2011, en 330 werknemers tijdens de referentieperiode
van vier maanden van 15 november tot en met 15 maart 2012. Nog eens
19 werknemers werden ontslagen na de referentieperiode. Samen maakt dit
1 019 ontslagen in elf en een halve maand (wat neerkomt op ongeveer
90 ontslagen per maand). De ontslagen werden gespreid om de gevolgen voor
de getroffen regio te beperken, waardoor onmogelijk minstens 500 ontslagen
konden vallen in een periode van vier maanden, zoals vereist bij Verordening
(EG) nr. 1927/2006. 11. Volgens de Spaanse
autoriteiten verkeert Jaén in een zeer problematische situatie. Het bruto
regionaal product (het regionaal bbp) per hoofd bedraagt in Jaén 69,8 %
van het EU-gemiddelde. In Jaén is de arbeidsparticipatie van de bevolkingsgroep
van 16 tot 64 jaar gedaald van 56,1 % in 2007 tot 48,8 % in 2011,
toen het aantal mensen met een baan daalde van 235 767 tot 209 047. Tijdens
dezelfde periode steeg de werkloosheid van 13 % tot 27,9 % (van
21,13 % tot 48,6 % voor de jongeren onder 25 jaar), en steeg het
absolute aantal werklozen van 35 567 tot 81 153. 12. Spanje argumenteert dat de
ontslagen bij Grupo Santana aanzienlijke gevolgen hebben voor de NUTS III-regio
Jaén en in het bijzonder voor Linares, waar Grupo Santana gevestigd is,
aangezien de markt de werknemers onvoldoende banen biedt. In 2011 is het aantal
banen in de industrie, de bouw en de dienstensector in vergelijking met 2008
respectievelijk met 29,1 %, 45,3 % en 5,1 % gedaald. 13. De aanvrager verwijst ook naar
het feit dat de werkloosheid in Andalucía (NUTS II‑niveau) hoger is
dan het nationale gemiddelde en het EU-gemiddelde (respectievelijk 33,9 %,
24,63 % en 11,2 %). De regio Andalucía komt in aanmerking voor de
convergentiedoelstelling; het bbp bedraagt er 76,6 % van het
EU-gemiddelde. 14. Andalucía werd ook getroffen
door andere massaontslagen waarvoor bij de Commissie een EFG-aanvraag werd
ingediend: 1 589 ontslagen in een periode van vier maanden troffen eens te
meer de automobielsector (EGF/2008/002/ES/Delphi, goedgekeurd door de
begrotingsautoriteit in 2008, Besluit 2008/818/EG, PB L285 van 29.10.2008, blz.
13). 15. De diensten van de Commissie
zijn van oordeel dat de desbetreffende 330 ontslagen, samen met de 689
ontslagen om dezelfde reden vóór en na de referentieperiode van vier maanden,
die ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de economie op lokaal
en op NUTS III-niveau, in combinatie met de bijzonder fragiele economische
situatie van het getroffen gebied, aan het criterium van artikel 2, onder c),
van Verordening (EG) nr. 1927/2006 voldoen. Dit geval is uitzonderlijk vanwege
de combinatie van deze factoren, die samen ongewone en moeilijke omstandigheden
voor de werknemers en het betrokken gebied opleveren. Het onvoorziene karakter van deze
ontslagen 16. De Spaanse autoriteiten voeren
aan dat het faillissement en de sluiting, ondanks de problemen waarmee Santana
geconfronteerd werd na de daling van de verkoop ingevolge de economische en
financiële crisis, onverwacht kwamen. 17. Het bedrijfsmodel van Santana
was een combinatie van productie van voertuigen van het eigen merk, zoals de
jeep "Anibal Santana", die werd verkocht aan verschillende Europese
legers zoals het Franse en het Tsjechische leger, en de productie en assemblage
van voertuigen voor andere producenten zoals de Italiaanse groep Iveco of het
Japanse Suzuki. 18. De belangrijkste afnemers van
Santana hebben strategische beslissingen genomen, die eindigden met het
opzeggen of niet hernieuwen van de lopende contracten, aangezien zij er de
voorkeur aan gaven dicht bij de nieuwe opkomende markten te produceren, met
name in India of China. 19. De combinatie van een daling
van de vraag naar hun eigen producten met een wijziging van de strategische
plannen van de belangrijkste klanten van Santana was niet gemakkelijk te
voorzien. De bedrijven waar de ontslagen vallen en
de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd 20. De aanvraag heeft betrekking
op 1 019 ontslagen in de drie ondernemingen die de Grupo Santana vormen en
bij 15 leveranciers. Bedrijven en aantal ontslagen Grupo Santana || 392 || Fundiciones Mecacontrol SL || 4 Alstom || 2 || Iturri Santana SA || 3 Capgemini || 77 || Pintados Garley || 5 Casarubio Elevadores SL || 85 || Prosegur Cia de seguridad || 4 Cofely España || 44 || Servicios Logísticos Integrados || 67 Dictesa Jaén SL || 54 || Técnicas de tiempos y métodos || 3 Faescom 92 || 97 || Urbina SL || 1 FASUR || 151 || Windar logistic || 30 Totaal aantal bedrijven: 16 || Totaal aantal ontslagen: 1 019 || 21. Uitsplitsing van de werknemers
die naar verwachting aan de maatregelen deelnemen: Categorie || Aantal || Percentage Mannen || 234 || 82,10 Vrouwen || 51 || 17,90 EU-burgers || 285 || 100,00 Niet-EU-burgers || 0 || 0 15-24 jaar || 4 || 1,14 25-54 jaar || 265 || 92,99 55-64 jaar || 16 || 5,61 Ouder dan 64 jaar || 0 || 0 22. De Spaanse autoriteiten voeren
aan dat werd gepoogd de informatie over de beroepscategorieën van de werknemers
te verzamelen, maar dat de informatie niet langer beschikbaar is omdat de
ondernemingen hun liquidatie hebben afgesloten en niet langer bestaan. 23. Overeenkomstig artikel 7
van Verordening (EG) nr. 1927/2006 heeft Spanje bevestigd dat in de
verschillende stadia van de uitvoering van het EFG, en met name bij de toegang
ertoe, een beleid van gelijkheid van mannen en vrouwen en non‑discriminatie
is toegepast en ook verder zal worden toegepast. Beschrijving van het betrokken gebied,
de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden 24. Alle ondernemingen waarop deze
aanvraag betrekking heeft, bevinden zich in Linares, de op één na grootste stad
in de NUTS III-regio Jaén. Volgens de laatste volkstelling (2011) telt de stad
61 116 inwoners. 25. Sinds het midden van de
negentiende eeuw, toen Linares een belangrijk mijnbouwcentrum werd, tot het
eind van de twintigste eeuw waren er in Linares veel loodmijnen en
loodsmelterijen, en werd er veel springstof geproduceerd; dynamiet en touw
waren pijlers van de plaatselijke economie. Toen de laatste mijn in 1991 sloot,
verliet de plaatselijke economie zich op Grupo Santana en in mindere mate op Azucareras
Reunidas[10].
De afgelopen jaren werd in Linares een productie-eenheid voor onderdelen van
windturbines geopend, alsook een assemblage-eenheid voor de
trein-/tramproducent CAF. Grupo Santana bleef tot de sluiting echter veruit de
grootste werkgever in Linares. 26. De voornaamste belanghebbenden
zijn de Junta de Andalucía (de autonome regering van Andalucía), en met
name het regionale Ministerie van Economie, Innovatie en Wetenschappen, alsook
de vakbonden MCA-UGT Andalucía en Federación de la industria de
CCOO-Andalucía. Verwachte gevolgen van de ontslagen voor
de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid 27. In vergelijking met 2007 was
de geregistreerde werkloosheid in Linares eind 2011 met 270 % gestegen, en
hoewel de bevolkingsgroep van 16- tot 64-jarigen in Linares slechts 9,4 %
van de totale bevolking van de NUTS III-regio Jaén uitmaakt, vertegenwoordigt
de werkloosheid in Linares 15,7 % van de totale werkloosheid in Jaén.
Bovendien is de helft van de werkzoekenden langdurig werkloos (> 12 maanden).
De sluiting van Grupo Santana en de daardoor veroorzaakte directe en indirecte
ontslagen hebben aanzienlijke gevolgen voor de plaatselijke en regionale
werkgelegenheid en creëren ongewone en moeilijke omstandigheden voor de
werknemers en het betrokken gebied. 28. De stad Linares bevindt zich
in een zwakke financiële situatie, en de ontslagen bij Grupo Santana en 15
leveranciers, die allemaal gevestigd waren in het voormalige bedrijfspark
Santana (Parque Empresarial Santana) — nu herdoopt tot het bedrijfspark Linares
(Parque Empresarial Linares) —, zullen gevolgen hebben voor de
belastinginkomsten van de gemeente. Als werkgever zal de stad waarschijnlijk
zelf een aantal van haar eigen medewerkers moeten ontslaan en kan zij de
ontslagen personeelsleden van Grupo Santana geen banen aanbieden om hen te
helpen. 29. In dergelijke omstandigheden
kunnen de gedwongen ontslagen derhalve worden geacht een wezenlijk negatieve
impact te hebben op de plaatselijke en regionale arbeidsmarkt. Gecoördineerd pakket van individuele
dienstverlening waarvoor financiering wordt aangevraagd, gespecificeerde
kostenraming en complementariteit met door de structuurfondsen gefinancierde
acties 30. Rekening houdend met de
bijzonder fragiele arbeidsmarktsituatie van het getroffen gebied (Linares)
hebben de regionale autoriteiten samen met de voornaamste belanghebbenden
besloten de standaardmaatregelen van de openbare diensten voor
arbeidsbemiddeling aan te vullen met een ad-hocpakket maatregelen dat zowel het
gebrek aan vacatures als het tekort aan beroepsvaardigheden van de werknemers
(afgezien van de vaardigheden die met de automobielindustrie verband houden),
moet aanpakken. Overzicht van het maatregelenpakket
"Plan Linares Futuro[11]" Om het eerste aspect (het gebrek aan vacatures)
aan te pakken, werden twee maatregelen uitgewerkt: 1) Renovatie van het
voormalige bedrijfspark Santana[12]
(modernisering van het elektriciteitsnet en van spraak- en datanetwerken,
renovatie van ongeveer twintig eenheden die samen de fabriek vormden,
verbetering van de spoorverbinding die het bedrijfspark aandoet, enz.), zodat
ondernemingen met een hoge toegevoegde waarde zich er kunnen vestigen. De
renovatiekosten voor het voormalige bedrijfspark Santana worden geraamd op 6,2 miljoen EUR.
Deze maatregel wordt sinds januari 2011 uitgevoerd en zal naar verwachting in
mei 2014 aflopen. 2) Oprichting van een kantoor dat enerzijds het
bedrijfspark zal promoten bij ondernemingen met een hoge toegevoegde waarde
om hen ertoe te brengen zich in het bedrijfspark te vestigen, en dat anderzijds
ook belast zal zijn met ondersteuning bij het actief zoeken naar werk en met
activiteiten om vacatures beter in te vullen teneinde voormalige werknemers
van Santana te helpen door hen aan te prijzen bij de nieuwe ondernemingen die
zich in het bedrijfspark vestigen. De totale kosten van dat kantoor worden
geraamd op 525 000 EUR (150 000 EUR per jaar voor de
periode van 1 juli 2011 tot en met 31 december 2014). Voor deze twee
maatregelen werd geen medefinanciering uit het EFG aangevraagd. De werknemers zullen aan praktijkberoepsopleidingen
kunnen deelnemen om hun beroepsvaardigheden bij te spijkeren. Met deze
maatregel wordt beoogd de werknemers beroepsvaardigheden bij te brengen die
ofwel inspelen op de geïnventariseerde behoeften van de ondernemingen die zich
in het bedrijfspark vestigen, ofwel op aanvraag zullen worden bijgebracht,
zoals administratief beheer van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) of
getuigschriften van vakbekwaamheid, zoals die vereist zijn voor het omgaan met
levensmiddelen, voor personenvervoer[13],
voor particuliere veiligheidsagenten enz. Het bijzondere aan deze
opleidingsactiviteit is enerzijds dat de opleiding in de klas zal worden
aangevuld met een praktijkopleiding, en anderzijds de lengte van de opleiding
(ongeveer 840 uur). Dankzij de praktijkopleidingsactiviteiten zullen de
deelnemers wat ervaring kunnen opdoen door de opleiding op de werkplek;
daarvoor ontvangen zij een "opleidingsloon" dat
150 % van het Spaanse minimumloon bedraagt, plus de 13e en de 14e maand
naar rato van de duur van de opleiding[14].
De toepasselijke sociale lasten zijn eveneens begrepen in de totale kosten van
dit opleidingsloon, dat per maand op 1 483 EUR per werknemer wordt
geraamd. 31. De in de aanvraag vermelde
uitgaven voor de implementatie van het EFG overeenkomstig artikel 3 van
Verordening (EG) nr. 1927/2006 dekken activiteiten op het vlak van
voorbereiding, beheer en controle, alsook voorlichting en publiciteit. 32. De door de Spaanse
autoriteiten voorgestelde individuele dienstverlening omvat actieve
arbeidsmarktmaatregelen die op grond van artikel 3 van
Verordening (EG) nr. 1927/2006 voor financiering in aanmerking
komen. De Spaanse autoriteiten ramen de totale kosten van deze dienstverlening
op 3 928 815 EUR, waarvan 3 729 815 EUR voor
individuele dienstverlening en 199 000 EUR voor de implementatie van
het EFG (5,07 % van het totale bedrag). Van het EFG wordt in totaal een
bijdrage van 1 964 407 EUR (50 % van de totale kosten)
gevraagd. Acties || Geschat aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || Geschatte kosten per betrokken werknemer (EUR) (*) || Totale kosten (EFG en nationale medefinanciering) (EUR) (**) Individuele dienstverlening (artikel 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006) Praktijkberoepsopleidingen (Cursos de formación) || 285 || 4 191 || 1 194 295 Opleidingsloon (Contratación beneficiarios) || 285 || 8 897 || 2 535 520 Subtotaal individuele dienstverlening || || 3 729 815 Uitgaven voor de implementatie van het EFG (artikel 3, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006) Voorbereiding || || 60 000 Beheer || || 104 000 Voorlichting en publiciteit || || 15 000 Controle || || 20 000 Subtotaal uitgaven voor de implementatie van het EFG || || 199 000 Totale geschatte kosten || || 3 928 815 EFG-bijdrage (50 % van de totale kosten) || || 1 964 407 (*) Om decimale cijfers te vermijden, zijn
de geschatte kosten per werknemer afgerond. De afronding heeft evenwel geen
gevolgen voor de totale kosten van elke maatregel, die dezelfde blijven als die
in de door Spanje ingediende aanvraag. (**) Door het
afronden kloppen de totalen niet exact. 33. Spanje bevestigt dat de
hierboven beschreven maatregelen complementair zijn met door de
structuurfondsen gefinancierde acties en dat iedere vorm van dubbele
financiering zal worden vermeden. Spanje zal de nodige controleprocedures
instellen om elk risico van dubbele financiering uit te sluiten en zal eveneens
een duidelijk controletraject garanderen voor door het EFG gefinancierde
activiteiten. 34. De complementariteit tussen
het EFG en het Europees Sociaal Fonds (ESF) ligt met name in de mogelijkheid om
de ontslagen vanuit twee tijdsperspectieven aan te pakken: het EFG biedt
snelle, eenmalige, in de tijd beperkte, individuele steun die bedoeld is voor
werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de globalisering, terwijl het ESF
strategische langetermijndoelstellingen nastreeft. De middelen van het ESF
kunnen meestal niet worden herschikt om te reageren op een crisis die wordt
veroorzaakt door massaontslagen ingevolge de globalisering. De opleidingsmaatregelen
voor de gewezen werknemers van Santana werden ontworpen om in te spelen op de
behoeften van de ondernemingen die zich in het bedrijfspark Linares vestigen en
houden rekening met het profiel van de werknemers. Deze ad‑hocopleidingen
maken geen deel uit van de opleidingen die worden aangeboden in het kader van
de operationele programma's van het ESF voor Andalucía voor de periode
2007-2013, noch van de opleidingen in het kader van het programma inzake
aanpassingsvermogen en werkgelegenheid voor de periode 2007-2013. Indien echter
beter op de specifieke behoeften van een werknemer kan worden ingespeeld met
een opleidingsactiviteit die door het ESF wordt medegefinancierd, zal de
werknemer de desbetreffende ESF-opleiding mogen volgen. 35. Door de voortdurende follow-up
van ESF- en EFG-acties met vergelijkbare doeleinden en van de betrokken
werknemers zullen overlappingen van maatregelen van beide fondsen worden
vermeden. Datum/data waarop met individuele
dienstverlening aan de getroffen werknemers is begonnen of waarop gepland is
daarmee te beginnen 36. Op 1 augustus 2011 heeft
Spanje ten behoeve van de getroffen werknemers een begin gemaakt met de
individuele dienstverlening van het gecoördineerde pakket, waarvoor een
financiële bijdrage van het EFG wordt aangevraagd. Deze datum geldt daarom als
het begin van de periode waarin uitgaven voor een eventuele ondersteuning uit
het EFG in aanmerking komen. Wijze waarop de sociale partners zijn
geraadpleegd 37. Tijdens de onderhandelingen
voorafgaand aan de sluiting van de Grupo Santana en later tijdens het proces
van de indiening van de aanvraag heeft de autonome regering van Andalucía de
vakbonden MCA-UGT Andalucía en Federación de la industria de CCOO-Andalucía
geraadpleegd over het hele pakket maatregelen. Deze vakbonden houden bovendien
toezicht op de implementatie van de EFG-maatregelen. 38. De Spaanse autoriteiten hebben
bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende
collectieve ontslagen is voldaan. Informatie over acties die volgens de
nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn 39. In verband met de criteria van
artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 hebben de Spaanse
autoriteiten in de aanvraag: · bevestigd dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt
van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve
arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen
vallen; · aangetoond dat de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan
individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te
herstructureren; · bevestigd dat voor de hierboven vermelde subsidiabele maatregelen geen
steun uit andere EU-financieringsinstrumenten wordt ontvangen. Beheers- en controlesystemen 40. Spanje heeft de Commissie
meegedeeld dat de financiële bijdrage door dezelfde instanties wordt beheerd en
gecontroleerd die ook het ESF beheren en controleren. De Servicio Andaluz de
Empleo zal fungeren als de bemiddelende instantie voor de beheersautoriteit. Financiering 41. Op grond van de aanvraag van
Spanje bedraagt de voorgestelde bijdrage uit het EFG aan het gecoördineerd
pakket van individuele dienstverlening (inclusief uitgaven voor de
implementatie van het EFG) 1 964 407 EUR (50 % van de
totale kosten). De Commissie heeft haar voorstel voor een bijdrage uit het
fonds gebaseerd op de informatie van Spanje. 42. Gezien het beschikbare
maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG ingevolge artikel 12 van
Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013, alsook de mogelijkheden tot
herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het
hierboven vermelde totale bedrag beschikbaar te stellen. 43. Het voorgestelde besluit om
middelen uit het EFG beschikbaar te stellen zal door het Europees Parlement en
de Raad gezamenlijk worden genomen, overeenkomstig punt 13 van het
Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement,
de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in
begrotingszaken en een goed financieel beheer[15]. 44. De Commissie zal apart een
overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de
begroting voor 2014 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 13 van het
Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013.
Herkomst van de betalingskredieten 45. Voor de dekking van het voor
de huidige aanvraag benodigde bedrag van 1 964 407 EUR zullen
kredieten worden gebruikt die in de begroting 2014 aan het
EFG-begrotingsonderdeel zijn toegewezen. Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE
RAAD betreffende de beschikbaarstelling van
middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering
overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december
2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de
begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel
beheer (aanvraag EGF/2012/004 ES/Grupo Santana, Spanje) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, Gezien Verordening (EG) nr. 1927/2006 van
het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van
een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[16], en met name
artikel 12, lid 3, Gezien het Interinstitutioneel Akkoord tussen
het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 2 december 2013
betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een
goed financieel beheer[17],
en met name punt 13, Gezien het voorstel van de Europese Commissie[18], Overwegende hetgeen volgt: (1) Het Europees Fonds voor
aanpassing aan de globalisering (EFG) is opgericht om extra steun te verlenen
aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisering
veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen en om
hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt. (2) Het EFG mag het jaarlijkse
maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011), zoals vastgesteld
in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad
tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[19], niet overschrijden. (3) Spanje heeft op 16 mei 2012
een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen voor
ontslagen bij Grupo Santana en 15 leveranciers en downstreamproducenten; aan de
aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 28 november 2013
toegevoegd. Deze aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor een financiële
bijdrage overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
Bijgevolg stelt de Commissie voor om een bedrag van
1 964 407 EUR beschikbaar te stellen. (4) Er moeten dan ook middelen
uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage te leveren
voor de door Spanje ingediende aanvraag, HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Ten laste van de algemene begroting van de
Europese Unie voor het begrotingsjaar 2014 wordt een bedrag van
1 964 407 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten
beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering
(EFG). Artikel 2 Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884. [2] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [3] Santana Motor S.A.U.; Santana Motor Andalucía S.L.U. en
Santana Militar S.L.U. [4] Overeenkomstig artikel 3, derde alinea, van
Verordening (EG) nr. 1927/2006. [5] Vereniging
van Europese Automobielfabrikanten (ACEA - European Automobile Manufacturers'
Association)
(http://www.acea.be/news/news_detail/vehicle_production_on_recovery_path_in_2010/). [6] Organisation Internationale des Constructeurs
d’Automobiles – OICA (www.oica.net). [7] EGF/2007/002
FR Peugeot SA COM(2007) 415; EGF/2008/002/ES/Delphi COM(2008) 547 en
EGF/2008 ES Castilla y León en Aragón COM(2009) 150. [8] http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/automotive/files/cars-21-final-report-2012_en.pdf [9] Geregelde updates zijn te vinden op http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=326&langId=nl
onder "Documenten" (summary of EGF applications). [10] Azucareras Reunidas de Jaén S.A., een bietsuikerproducent
die de afgelopen jaren ook biodiesel uit raapzaadolie, palmolie, sojabonen en
zonnebloemolie produceert. [11] Toekomstplan voor Linares. [12] Na de renovatie werd het voormalige bedrijfspark Santana
herdoopt tot bedrijfspark Linares. [13] Het getuigschrift van vakbekwaamheid toont aan dat
bepaalde beroepschauffeurs de bij Richtlijn 2003/59/EG voorgeschreven
opleidingen en examens met goed gevolg hebben gevolgd, respectievelijk
afgelegd. [14] In Spanje wordt het bij arbeidsovereenkomst vastgelegde
jaarloon in veertien gelijke delen verdeeld, waarvan er twaalf maandelijks en
het dertiende en veertiende deel pas in juni en december boven op het maandloon
uitbetaald worden. [15] PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1. [16] PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1. [17] PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1. [18] PB C [...] van [...], blz. [...]. [19] PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.