Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 met betrekking tot de vermindering van verontreinigende emissies van wegvoertuigen /* COM/2014/028 final - 2014/0012 (COD) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Dit voorstel heeft tot doel een aantal
wijzigingen aan te brengen bij Verordening (EG) nr. 715/2007 en
Verordening (EG) nr. 595/2009 met betrekking tot de vermindering van
verontreinigende emissies van wegvoertuigen. In dit ontwerpvoorstel ligt de
nadruk op de gebieden waar tekortkomingen van de markt of regelgeving een
aanpak van overkoepelende uitdagingen binnen de context van de luchtkwaliteit
van de EU en de agenda voor betere regelgeving in de weg staan. 2. RESULTATEN VAN DE
RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN De maatregelen zijn in evenwicht wat betreft
hun invloed op het milieu en belasting van de sector. De kosteneffectiviteit
van de maatregelen wordt ondersteund door de bijgaande effectbeoordeling. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET
VOORSTEL Dit voorstel brengt een aantal wijzigingen aan
Verordening (EG) nr. 715/2007 en Verordening (EG) nr. 595/2009 met
betrekking tot de vermindering van verontreinigende emissies van wegvoertuigen. 2014/0012 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr.
715/2007 en (EG) nr. 595/2009 met betrekking tot de vermindering van
verontreinigende emissies van wegvoertuigen (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 114, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling
aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[1],
Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) Om onnodige belasting van
voertuigproducenten te voorkomen in geval van typegoedkeuring van
voertuigplatformen die mogelijk zowel onder de wetgeving voor lichte als voor
zware voertuigen vallen, moet de goedkeuring van bepaalde zware voertuigen in
overeenstemming met de vereisten voor lichte voertuigen met betrekking tot verontreinigende
emissies mogelijk zijn zonder het niveau van milieubescherming binnen de Unie
te verlagen. (2) Hoewel methaanemissies geen
bekend direct schadelijk effect hebben op de menselijke gezondheid, is methaan
een sterk broeikasgas. Daarom moet de Commissie, in overeenstemming met de
mededeling van de Commissie over de toepassing en de toekomstige ontwikkeling
van de Gemeenschapswetgeving met betrekking tot emissies van lichte
bedrijfsvoertuigen en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (Euro 5
en Euro 6)[2]
en met artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het
Europees Parlement en de Raad[3],
overwegen om methaanemissies op te nemen in de berekening van CO2-emissies.
(3) Om de introductie van
aardgasvoertuigen te vergemakkelijken moeten de huidige grenswaarden voor de
totale emissie van koolwaterstoffen (THC) worden verhoogd en moet het effect
van methaanemissies worden meegerekend en uitgedrukt als CO2-equivalent
voor wetgevende doeleinden en informatie voor consumenten. (4) Moderne dieselvoertuigen
stoten hoge en stijgende hoeveelheden NO2 uit als deel van de totale
NOx-emissies, hetgeen niet werd voorzien toen Verordening (EG)
nr. 715/2007 werd goedgekeurd. De meeste problemen wat betreft de
luchtkwaliteit in de betrokken stedelijke gebieden lijken direct verband te
houden met NO2-emissies. Daarom moeten passende emissiegrenswaarden
worden vastgesteld. (5) De huidige grenswaarden voor
CO-emissies en voor de totale emissie van koolwaterstoffen (THC) bij koude
start bij een lage temperatuur zijn overgedragen uit de Euro 3-voorschriften
die bij Richtlijn 98/69/EG van het Europees Parlement en de Raad[4] zijn vastgesteld, en
die gedateerd lijken te zijn in het licht van de bestaande voertuigtechnologie
en luchtkwaliteitvereisten. Bovendien suggereren problemen met de
luchtkwaliteit en de resultaten van de metingen van voertuigemissies dat
passende grenswaarden voor NOx/NO2-emissies moeten worden
vastgesteld. Daarom moeten de grenswaarden worden herzien
overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 715/2007. (6) De grenswaarde voor NH3-emissies
die is vastgesteld in Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees
Parlement en de Raad[5]
is bedoeld om ammoniakslip uit NOx te beperken na
behandelingstechnieken die een ureumreagens gebruiken voor de vermindering van
NOx. De toepassing van de grenswaarde voor NH3 moet
daarom alleen gelden voor die technologieën en niet voor motoren met
elektrische ontsteking. (7) Teneinde de EU-doelstellingen
inzake luchtkwaliteit te behalen en te garanderen dat onverminderd wordt
gestreefd naar een vermindering van de voertuigemissies, moet aan de Commissie
de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) gedelegeerde
handelingen vast te stellen ten aanzien van uitvoeringsbepalingen voor de
toepassing van Verordening (EG) nr. 715/2007 op voertuigen van de categorieën M1,
M2, N1 en N2 met een referentiemassa van meer
dan 2 610 kg maar met een maximale massa van hoogstens
5 000 kg, de specifieke procedures, tests en voorschriften voor de
typegoedkeuring, de voorschriften voor de implementatie van het verbod op het
gebruik van manipulatie-instrumenten die de doelmatigheid van de
emissiecontrolesystemen verminderen, de maatregelen die nodig zijn
voor de implementatie van de verplichting van fabrikanten onbeperkte en
gestandaardiseerde toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie te bieden, de
vervanging van de informatie over de massa aan CO2-emissies in het
certificaat van overeenstemming door informatie over de totale massa aan
emissies van CO2-equivalenten, de verhoging of schrapping van de
grenswaarde voor de totale emissies van koolwaterstoffen voor motoren met
elektrische ontsteking, de wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 om de op
deeltjesmassa gebaseerde grenswaarden aan te passen en op het deeltjesaantal
gebaseerde grenswaarden vast te stellen die grotendeels aansluiten bij de
grenswaarden voor de deeltjesmassa voor benzine- en dieselmotoren, het
vaststellen van een herziene meetprocedure voor deeltjes en een grenswaarde
voor het deeltjesaantal, een grenswaarde voor NO2-emissies en
grenswaarden voor uitlaatemissies bij lage temperaturen voor goedgekeurde
voertuigen die voldoen aan de Euro 6-emissiegrenswaarden. De Commissie
moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor
zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig
worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad. (8) Bij het Verdrag van Lissabon
heeft de wetgever de mogelijkheid gekregen om aan de Commissie de bevoegdheid
te delegeren om niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te
stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van
een wetgevingshandeling. De maatregelen waarop de in artikel 290, lid 1,
van het VWEU bedoelde bevoegdheidsdelegatie betrekking kan hebben, zijn in
beginsel dezelfde als die welke vallen onder de regelgevingsprocedure met
toetsing die is ingevoerd bij artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG
van de Raad[6].
Het is daarom noodzakelijk de bepalingen in Verordening (EG) nr. 715/2007
die voorzien in het gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing aan te
passen aan artikel 290 van het VWEU. (9) De aanpassing bij deze verordening
van de bepalingen in Verordening (EG) nr. 715/2007 die voorzagen in het
gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing aan artikel 290 van het VWEU,
moet lopende procedures waarin het comité vóór de inwerkingtreding van deze
verordening overeenkomstig artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG een
advies heeft uitgebracht, onverlet laten. (10) Om eenvormige voorwaarden te
waarborgen voor de uitvoering van artikel 4, leden 2 en 3, van
Verordening (EU) nr. 715/2007, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden
worden toegekend. Die bevoegdheden moeten in overeenstemming met Verordening
(EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad[7] worden uitgeoefend. (11) Verordening (EG)
nr. 715/2007 en Verordening (EG) nr. 595/2009 moeten daarom dienovereenkomstig
worden gewijzigd, HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EG) nr. 715/2007 wordt als volgt
gewijzigd: 1) In artikel 2 wordt lid 2 vervangen
door: "2. Na publicatie van de gedelegeerde
handelingen die zijn aangenomen overeenkomstig de tweede alinea en op verzoek
van de fabrikant is deze verordening van toepassing op voertuigen van de
categorieën M1, M2, N1 en N2 zoals
gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement
en de Raad* met een referentiemassa van meer dan 2 610 kg maar met een
maximale massa van hoogstens 5 000 kg. De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 14 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met
betrekking tot uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van deze verordening op
voertuigen van de categorieën M1, M2, N1 en N2
zoals gedefinieerd in bijlage II bij Richtlijn 2007/46/EG met een
referentiemassa van meer dan 2 610 kg maar met een maximale massa van
hoogstens 5 000 kg. De gedelegeerde handelingen zorgen er in het bijzonder
voor dat bij een rollenbanktest op de juiste manier rekening wordt gehouden met
de daadwerkelijke operationele massa van het voertuig bij het vaststellen van
het traagheidsequivalent en andere vaste vermogens- en belastingsparameters. ____________________________ * PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1.". 2) In artikel 4 wordt lid 4 vervangen
door: "De Commissie stelt specifieke
procedures en voorschriften voor de toepassing van de leden 2 en 3 vast. Die
uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 15, lid 2,
bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.". 3) In artikel 5, lid 3, komt de eerste
volzin als volgt te luiden: "De Commissie is bevoegd
overeenkomstig artikel 14 bis gedelegeerde handelingen vast te
stellen met betrekking tot de ontwikkeling van de specifieke procedures, tests
en voorschriften voor de typegoedkeuring, vastgelegd in dit lid, alsmede
voorschriften voor de uitvoering van lid 2.". 4) Artikel 8 wordt vervangen door: "Artikel
8 Gedelegeerde
handelingen inzake de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie De Commissie is bevoegd
overeenkomstig artikel 14 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met
betrekking tot de toepassing van artikelen 6 en 7. Deze maatregelen omvatten de
vaststelling en actualisering van de technische specificaties voor de wijze
waarop de OBD- en reparatie- en onderhoudinformatie van het voertuig ter
beschikking worden gesteld, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de
specifieke behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen". 5) Artikel 14 wordt als volgt
gewijzigd: a) de leden 1, 2 en 3 worden vervangen door: "1. Zonder afbreuk te doen aan het niveau van
milieubescherming in de Unie is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 14
bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot: a) de vervanging van de in artikel 18 van
Richtlijn 2007/46/EG bedoelde informatie over de massa aan CO2-emissies
in het certificaat van overeenstemming door informatie over de totale massa aan
emissies van CO2-equivalenten, die gelijk staat aan de som van de
massa aan CO2-emissies en methaanemissies, uitgedrukt als de
equivalente massa aan CO2-emissies met betrekking tot hun
broeikaseffect; b) de verhoging of schrapping van de
grenswaarde van totale emissies van koolwaterstoffen (THC) voor motoren met
elektrische ontsteking. 2. Na de afronding van het
VN/ECE-deeltjesmeetprogramma, dat wordt uitgevoerd onder leiding van het
Wereldforum voor de harmonisatie van voertuigreglementen (World Forum for
Harmonization of Vehicle Regulations) en uiterlijk bij de inwerkingtreding van
Euro 6, is de Commissie bevoegd om, zonder afbreuk te doen aan het niveau van
milieubescherming in de Unie, overeenkomstig artikel 14 bis
gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de goedkeuring van
de volgende maatregelen: a) wijziging van deze verordening om de
grenswaarden voor de deeltjesmassa in bijlage I aan te passen en in die bijlage
op deeltjesaantal gebaseerde grenswaarden op te nemen, zodat deze grotendeels
aansluiten bij de grenswaarden voor de deeltjesmassa voor benzine- en
dieselmotoren; b) vaststelling van een herziene
meetprocedure voor deeltjes en een grenswaarde voor het deeltjesaantal. 3. De Commissie beoordeelt regelmatig de
procedures, tests en voorschriften zoals bedoeld in artikel 5, lid 3, evenals
de testcycli voor het meten van emissies. Blijkt bij deze beoordeling dat deze
niet langer adequaat zijn of niet langer de feitelijke emissies weerspiegelen,
dan handelt de Commissie in overeenstemming met artikel 5, lid 3, om ze aan te
passen teneinde adequaat de emissies bij reëel rijden op de weg te
weerspiegelen."; b) aan lid 4 wordt de volgende alinea
toegevoegd: "De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 14 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om, naast de
bestaande grenswaarde voor de totale emissies van NOx, een
grenswaarde vast te stellen voor de NO2-emissies van goedgekeurde
voertuigen die voldoen aan de Euro 6-emissiegrenswaarden zoals vastgesteld
in de tabel 2 van bijlage I. De grenswaarde voor NO2-emissies wordt
vastgesteld op basis van een effectbeoordeling, houdt rekening met de
technische uitvoerbaarheid en weerspiegelt de doelstellingen op het gebied van
luchtkwaliteit die zijn vastgesteld in Richtlijn nr. 2008/50/EG van het
Europees Parlement en de Raad.* __________________ * Richtlijn
2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008
betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PB L 152 van
11.6.2008, blz. 1)."; c) lid 5 wordt vervangen door: "5. De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 14 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om tabel 4 van
bijlage I te wijzigen en aan te vullen teneinde grenswaarden vast te stellen
voor uitlaatemissies bij lage temperaturen voor goedgekeurde voertuigen die
voldoen aan de Euro 6-emissiegrenswaarden zoals vastgesteld in tabel 2 van
bijlage I. De grenswaarden voor emissies van NOx en NO2
worden vastgesteld op basis van een effectbeoordeling, houden rekening met de
technische uitvoerbaarheid en weerspiegelen de doelstellingen op het gebied van
luchtkwaliteit die zijn vastgesteld in Richtlijn nr. 2008/50/EG van het
Europees Parlement en de Raad.". 6) Het volgende artikel 14 bis
wordt ingevoegd: "Artikel
14 bis Uitoefening
van de bevoegdheidsdelegatie 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen
vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel
neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 2, lid 2, tweede alinea,
artikel 5, lid 3, artikel 8 en artikel 14, leden 1 tot en met 5,
bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde
tijd met ingang van [...] [Publications Office, please insert the exact date of
entry into force]. 3. Het Europees Parlement of de Raad kan de
in artikel 2, lid 2, tweede alinea, artikel 5, lid 3, artikel 8 en artikel
14, leden 1 tot en met 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde
intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat
besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de
bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een
daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht
zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Zodra de Commissie een gedelegeerde
handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het
Europees Parlement en de Raad. 5. Een overeenkomstig artikel 2, lid 2,
tweede alinea, artikel 5, lid 3, artikel 8 en artikel 14, leden 1 tot en
met 5, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het
Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden
na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad
bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor
het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij
daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het
Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.". 7) Artikel
15 wordt vervangen door: "Artikel 15 Comitéprocedure 1. De Commissie wordt bijgestaan
door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr.
182/2011. 2. Wanneer naar dit lid wordt
verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Indien
door het comité geen advies wordt uitgebracht, neemt de Commissie de
ontwerpuitvoeringshandeling niet aan en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van
Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.". Artikel 2 Verordening (EG) nr. 595/2009 wordt als volgt
gewijzigd: 1) In artikel 2 wordt de tweede alinea
vervangen door: "Deze verordening is niet van toepassing op
voertuigen waarvan de fabrikant ervoor heeft gekozen om Verordening (EG) nr.
715/2007 toe te passen overeenkomstig artikel 2, lid 2, tweede alinea, van
die verordening.". 2) In bijlage I wordt in de tabel
"Euro VI-emissiegrenswaarden" de rij die overeenkomt met "WHTC
(elektrische ontsteking)" vervangen door: "WHTC (PI) || 4 000 || || 160 || 500 || 460 || - || 10 || ( 3 )". Artikel 3 Deze verordening laat onverlet de lopende
procedures krachtens artikel 5, lid 3, artikel 8 en artikel 14, leden 2 en 3,
van Verordening (EG) nr. 715/2007 waarin een comité reeds overeenkomstig
artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG advies heeft uitgebracht. Artikel 4 Deze verordening treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] PB C van , blz. . [2] PB C 182 van 19.7.2008, blz. 17. [3] Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement
en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen
met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5
en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 171 van
29.6.2007, blz. 1). [4] Richtlijn 98/69/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 13 oktober 1998 met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging
door emissies van motorvoertuigen en tot wijziging van Richtlijn 70/220/EEG van
de Raad (PB L 350 van 28.12.1998, blz. 1). [5] Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement
en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen
en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen (Euro VI)
en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van
Verordening (EG) nr. 715/2007 en Richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de
Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PB L 188 van 18.7.2009, blz.
1). [6] Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot
vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie
verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23). [7] Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement
en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften
en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de
uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB
L 55 van 28.2.2011, blz. 13).