21.1.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 19/54


Advies van het Comité van de Regio’s — De pogingen om oprechte solidariteit te bevorderen voor een echt Europees migratiebeleid

(2015/C 019/12)

Algemeen rapporteur

François Decoster (FR/ALDE), lid van de regioraad van Nord-Pas-de-Calais

I.   BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

Algemene aanbevelingen

1.

is van oordeel dat de waarborging van de beginselen van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid waartoe de EU zich heeft verbonden, meer nadruk moet krijgen in het streven naar een volwaardig migratiebeleid waarmee al de uitdagingen kunnen worden aangepakt waarvoor lokale en regionale overheden zich geplaatst zien. Het stelt met voldoening vast dat het Italiaanse voorzitterschap prioriteit hecht aan een overkoepelende migratiestrategie en de nadruk legt op het bevorderen van oprechte solidariteit voor een echt Europees migratiebeleid voor migranten, landen van herkomst, transitlanden en landen, regio’s en steden van bestemming, en tussen de verschillende bestuurslagen.

2.

Het is een goede zaak dat het Italiaanse voorzitterschap een duidelijke prioriteit maakt van de ontwikkeling van een gemeenschappelijk Europees migratiebeleid dat is gebaseerd op volledige eerbiediging van mensenrechten, solidariteit, wederzijds vertrouwen, internationale verplichtingen en gedeelde verantwoordelijkheid tussen de lidstaten en tussen de lokale en regionale overheden en dat een bijdrage kan vormen tot de EU-agenda voor groei en gepaard gaat met een strategie voor de bevordering van de economische groei in de landen van herkomst.

3.

Het CvdR beschouwt multilevel governance als een belangrijk instrument en een basisvereiste om op het vlak van de integratie van migranten en van de tweede generaties optimale resultaten te kunnen boeken. De verschillende bestuurslagen in de Europese Unie dienen elk hun verantwoordelijkheid te nemen voor de opvang en integratie van vluchtelingen en migranten en het verbeteren van de interregionale samenwerking, coördinatie en solidariteit door de invoering van een mechanisme voor de verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de Europese Unie en de lidstaten en regionale en lokale overheden aan de hand van criteria als structurele beperkingen, hulpbronnen, behoeften van de arbeidsmarkt, demografische situatie en andere relevante factoren (bijv. gezinshereniging). Binnen dit kader is het van cruciaal belang dat de EU en de nationale en subnationale overheden nauw samenwerken met het maatschappelijk middenveld, migrantenorganisaties, thuis- en transitlanden buiten de EU en lokale gemeenschappen en openstaan voor hun input.

4.

Het CvdR wil Italië feliciteren met de activiteiten die het in het kader van de operatie Mare Nostrum heeft ontplooid om mensenlevens te redden op de Middellandse Zee. Het betreurt het besluit van de Europese ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken om de financiële ondersteuning van deze operatie stop te zetten en de operatie te vervangen door een operatie van FRONTEX, die minder expliciet gericht is op het redden van levens en mensen in nood, en roept de Europese Unie en de lidstaten met aandrang op de nodige middelen ter beschikking te stellen om te voorkomen dat er mensen sterven op zee.

5.

Het gaat hier over een zeer gevoelig en strategisch thema. Daarom moeten de EU en haar voornaamste instellingen vormgeven aan een echt migratiebeleid en de bijbehorende uitvoeringstaken. Die verantwoordelijkheid mag niet aan de lidstaten afzonderlijk, met name niet aan die langs de buitengrenzen, worden overgelaten. Zij moeten samen met de decentrale overheden worden betrokken bij een gemeenschappelijk migratiebeleidsplan dat onder meer voorziet in passende operationele acties.

6.

Het CvdR kan niet anders dan vaststellen dat er vijftien jaar na de eerste pogingen om een gemeenschappelijk Europees migratiebeleid op poten te zetten nog steeds een enorme kloof gaapt tussen de praktijk en de beginselen en verkondigde waarden. Artikel 80 VWEU is te weinig benut om maatregelen te treffen ten behoeve van solidariteit en een billijke verdeling van de verantwoordelijkheid tussen de lidstaten, m.i.v. de financiële consequenties, op het gebied van mobiliteit. Toezeggingen op het gebied van migratie en terugkeer berusten op volledige vrijwilligheid en in sommige gevallen hebben steden zelf het initiatief genomen om deze toezeggingen na te komen.

7.

Het CvdR is ingenomen met de strategische richtsnoeren voor de wetgevende en operationele programmering in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht die de Europese Raad in juni 2014 heeft goedgekeurd en die absolute prioriteit geven aan de onverkorte omzetting en effectieve uitvoering van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (CEAS).

8.

De Europese Unie heeft migratie, zowel in de zin van een vrij verkeer van haar burgers tussen lidstaten als in de zin van immigratie uit derde landen, nodig om het hoofd te bieden aan demografische ontwikkelingen en mogelijke tekorten op de arbeidsmarkt. Het CvdR moedigt de Europese Raad aan op de ingeslagen weg voort te gaan, met dien verstande dat ook het gebrek aan solidariteit en een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheid moeten worden aangepakt. Het mag overigens niet zo zijn dat de aandacht in de volgende wetgevingsfase alleen gericht is op consolidering en tenuitvoerlegging van bestaande regelgeving, zolang nog niet nader is bepaald hoe het solidariteitsbeginsel kan worden bevorderd en er nog geen alomvattend Europees migratiebeleid is.

9.

Voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van de strategische richtsnoeren op alle niveaus is het van centraal belang dat de lokale en regionale overheden bij het proces betrokken worden. Het CvdR is bereid nauw mee te werken aan de uitwerking van een actieprogramma. In 2015 zal het werkterrein van het door de Commissie en het Europees Economisch en Sociaal Comité opgerichte Europees Integratieforum ook het asiel- en integratiebeleid gaan omvatten. Het actieprogramma zou baat kunnen hebben bij de expertise van een uitgebreid forum waaraan ook het CvdR bijdraagt. Het CvdR herhaalt daarom zijn oproep om naast de Commissie en het Europees Economisch en Sociaal Comité benoemd te worden tot lid van het bureau van het toekomstige Europese Migratieforum.

Een Europa gebaseerd op een pragmatische en wettelijke aanpak ten aanzien van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid

10.

De opvang van migranten vormt een aanzienlijke financiële belasting voor de lokale en regionale overheden. Nu is die opvang zowel binnen de lidstaten als tussen de lidstaten ongelijk verdeeld. Sommige lokale en regionale overheden dragen meer verantwoordelijkheid dan andere omdat zij een groot deel van de nieuwkomers opvangen. Vaak vangen regio’s meer migranten op dan ze aankunnen.

11.

De ongelijke verdeling van asielzoekers en vluchtelingen over landen en regio’s en binnen regio’s plaatst lokale en regionale overheden voor grote uitdagingen. Een ander probleem is dat er geen vooruitplanning is en men zich niet voldoende op voorhand op de opvang kan voorbereiden. Geïmproviseerde oplossingen kunnen negatieve sociale gevolgen hebben, waardoor het voor nieuwkomers moeilijker wordt om de voorzieningen te benutten die noodzakelijk zijn om het integratieproces in gang te zetten.

12.

Daarom is het tijd dat duidelijker en realistischer wordt gedefinieerd wat onder solidariteit, binnen de EU maar even goed binnen de lidstaten, op het gebied van asiel- en migratiebeleid wordt verstaan. Het spreekt voor zich dat elk land, elke regio en elke gemeente, op basis van zijn specifieke omstandigheden en wensen, zijn eigen opvattingen heeft over hoe een redelijke deling van verantwoordelijkheid of solidariteit eruitziet.

13.

Voor lokale overheden die veel migranten opvangen, is solidariteit het uitgangspunt van alle besluitvorming. Lampedusa in Italië en Calais in Frankrijk zijn slechts twee voorbeelden van steden in de EU met een grote toe- c.q. doorstroom van asielzoekers en migranten, maar zij zijn illustratief voor de grote problemen waarmee sommige lokale overheden kampen op het gebied van opvang van migranten, behandeling van vluchtelingen en humanitaire hulp.

14.

Een goede samenwerking en een vertrouwensband tussen het lokale, regionale, nationale en Europese niveau met het oog op de verdeling van middelen en verantwoordelijkheid zijn een absolute voorwaarde voor een duurzame en eerlijke opvang van asielzoekers en migranten.

15.

De bestaande structuren bieden weliswaar instrumenten en een kanaal voor de beleidsdialoog tussen het EU-niveau, de lidstaten op nationaal niveau en de organisaties van het maatschappelijk middenveld, maar de beleidsdialoog tussen het lokale/regionale en het Europese niveau is versnipperd of vindt slechts op ad-hocbasis plaats.

16.

Het CvdR stelt voor dat de beschikbaarheid van de voor de lokale en regionale overheden bestemde financiële middelen wordt onderzocht, zodat zij hun verplichtingen op het gebied van migratie en integratie kunnen nakomen, en wel door ervoor te zorgen dat zij toegang krijgen tot nationale en EU-fondsen (zoals het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Europees nabuurschapsinstrument, het Europees Sociaal Fonds en het Buitengrenzenfonds).

Solidariteit als gecoördineerd antwoord op humanitair en veiligheidsprobleem

17.

Het opvoeren van grenscontroles en maatregelen ter bestrijding van irreguliere migratie is essentieel, maar mag niet prevaleren boven de internationale verplichtingen (o.m. in het kader van UNCLOS, SOLAS en SAR) om mensenlevens te redden en de mensenrechten te eerbiedigen noch boven het recht om asiel aan te vragen in de EU. De EU moet een vrijplaats blijven voor mensen die internationale bescherming behoeven. Het CvdR onderstreept tevens dat bij de opvang van minderjarige asielzoekers, vluchtelingen, migranten en alleenstaande minderjarige vluchtelingen te allen tijde het VN-verdrag inzake de rechten van het kind in acht genomen moet worden.

18.

Het CvdR dringt erop aan dat Frontex versterkt wordt zodat de samenwerking tussen nationale grensautoriteiten doeltreffend en doelmatig opgevoerd en gestroomlijnd kan worden om migranten en de buitengrenzen van de EU te beschermen en de mensenhandel te helpen bestrijden.

19.

Het CvdR steunt de inspanningen om het toezicht op en de tenuitvoerlegging van de strategieën die in het kader van het „EU-optreden inzake de migratiedruk” zijn geformuleerd, voort te zetten en roept de Europese Unie op vooral aandacht te besteden aan de noodzakelijke coördinatie van de maatregelen van de lidstaten en de betrokken EU-agentschappen, zoals het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex), Europol en het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO), die een centrale rol in het geheel vervullen.

20.

Het is van centraal belang dat de inspanningen worden voortgezet om een geïntegreerd en evenwichtig grensbeheer te ontwikkelen met het oog op een verbeterde controle van de buitengrenzen en een doeltreffendere aanpak van irreguliere immigratie, migrantensmokkel, mensenhandel en andere vormen van grensoverschrijdende criminaliteit en transnationale criminaliteit gerelateerd aan mensenhandel.

21.

Het CvdR steunt het „slimmegrenzenpakket” dat de grenscontroleprocedures voor buitenlanders die naar de EU reizen moet bespoedigen, vergemakkelijken en versterken, o.m. door middel van een programma voor geregistreerde reizigers (RTP) en een inreis-uitreissysteem (EES), maar wijst nogmaals op de bedenkingen die het in 2013 heeft geuit ten aanzien van de bescherming van de privacy en de kostenefficiëntie van de voorstellen. Het neemt tevens kennis van de resultaten van een technische studie van de Commissie en eu-LISA, waarin een langetermijnoplossing wordt voorgesteld voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen die een onmisbaar instrument vormen voor de tenuitvoerlegging van het Europees asiel-, grensbeheer- en migratiebeleid.

22.

Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan het bevorderen van de synergie tussen de verschillende organen en systemen die tot dusverre zijn opgezet, op basis van de hun toegekende bevoegdheden en hun werkterrein (bijv. tussen het op het gebied van migratie en personenverkeer actieve Frontex, SIS II en Eurosur, of op het gebied van veiligheid, tussen Europol en Eurojust, beide organen die zijn opgericht ter voorkoming en uitbanning van strafbare feiten gerelateerd aan illegale transits).

23.

Vooral in verband met Eurosur pleit het CvdR ervoor dat de verordening die onlangs is goedgekeurd volledig ten uitvoer wordt gelegd om het risico op het verlies van mensenlevens op zee terug te dringen.

24.

Het CvdR dringt erop aan dat wordt bekeken welke maatregelen er ter bestrijding van irreguliere migratie kunnen worden genomen en hoe veilige en legale alternatieve routes naar Europa kunnen worden gecreëerd om te voorkomen dat nog meer mensen omkomen tijdens hachelijke ondernemingen op zee. Gedacht kan o.m. worden aan een „humanitaire corridor”, verruiming van de afgifte van visa op humanitaire gronden, hogere hervestigingsquota en de oprichting van opvangcentra in transitlanden, die belast worden met de behandeling van asielaanvragen of moeten bepalen of aan de voorwaarden voor een legale binnenkomst in een van de EU-lidstaten is voldaan (1). Lokale en regionale overheden zouden hier een zeer nuttige functie kunnen vervullen.

25.

Het CvdR begroet de taskforce voor het Middellandse Zeegebied (2) die na de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 7 en 8 oktober 2013 is ingesteld bij wijze van antwoord van de EU op de situatie en met als primair doel de gepaste instrumenten in kaart te brengen om een herhaling van de tragische gebeurtenissen die voor de kust van Lampedusa hebben plaatsgevonden te voorkomen en een meer strategische, integrale langetermijnaanpak voor de migratiesituatie in het Middellandse Zeegebied uit te werken. Het CvdR wijst in dit verband op zijn werkzaamheden in het kader van de Euro-mediterrane Vergadering van Lokale en Regionale Overheden (ARLEM) en met name op de aanbevelingen in het verslag over de rol van de lokale en regionale overheden in het beheer van de migratie in het Middellandse Zeegebied, dat onlangs is goedgekeurd door de ARLEM-commissie ECOTER.

26.

Het CvdR wijst erop dat de Frontex Plus-operatie die op 27 augustus 2014 van start is gegaan met de bedoeling de Mare Nostrum-operatie te vervangen, niet de activiteiten van Mare Nostrum omvat. In het kader van het meerjarig financieel kader is er gekort op het Frontex-budget. Frontex Plus zal het vooral moeten hebben van de bijdragen van de lidstaten. Los van het financiële aspect verschillen beide operaties ook in geest: Mare Nostrum is gericht op een aanpak van de humanitaire problemen, terwijl bij Frontex grenscontroles vooropstaan.

Op lokaal niveau bruggen bouwen met derde landen

27.

Het CvdR pleit voor verdere ontwikkeling van de dialoog en de samenwerking met derde landen die vertrek- of doorreispunt van migratiestromen zijn, conform de totaalaanpak van migratie en mobiliteit van de EU, via mobiliteitspartnerschappen en via regionale dialogen en processen, zoals het Rabat-proces.

28.

Het steunt de inspanningen van Frontex om met derde landen overeenkomsten te sluiten inzake operationele samenwerking op het vlak van grenscontrole en irreguliere immigratie; dit zou ertoe moeten leiden dat de betrokken derde landen zich meer medeverantwoordelijk gaan voelen.

29.

Het CvdR is ingenomen met het initiatief van het Italiaanse voorzitterschap om een soortgelijke dialoog met de landen van Oost-Afrika op te zetten. De bevordering van legale migratie is bedoeld om het streven van de EU naar groei te ondersteunen en daarbij mogelijk misbruik van legale migratiekanalen, waardoor de geloofwaardigheid van het hele Europese migratiesysteem ondermijnd kan worden, te voorkomen.

30.

Het CvdR onderstreept het belang van het concept van „circulaire migratie” om ervoor te zorgen dat de gevolgen van migratie voor de thuis- en gastregio’s met elkaar in evenwicht worden gebracht zodat zowel thuis- als gastregio’s zich kunnen ontwikkelen. Dit vereist o.m. een doeltreffend en houdbaar terugkeerbeleid waarbij de rechten van migranten ten volle worden gerespecteerd en de specifieke kenmerken van de landen van herkomst in acht worden genomen. Daartoe moet de praktische samenwerking tussen lokale overheden en de betrokken derde landen verbeterd worden om de doeltreffendste regelingen voor vrijwillige terugkeer te bevorderen en op te zetten.

31.

Overheden op alle niveaus moeten zich actief inzetten om de dialoog en samenwerking met derde landen te beschermen en te bevorderen, teneinde legale toegangskanalen op politiek en economisch niveau concreet te steunen en irreguliere immigratie en alle daarmee samenhangende vormen van criminaliteit te voorkomen en tegen te gaan door de institutionele en operationele capaciteit van de bevoegde autoriteiten van die landen te verbeteren.

32.

Lokale en regionale overheden kunnen een rol spelen bij de gezamenlijke inspanningen van de EU, lidstaten en derde landen om irreguliere migratie aan te pakken en te voorkomen door middel van activiteiten in de landen van herkomst (bijv. bewustmakingscampagnes, informatie over de risico’s van illegaal grenzen overschrijden, maatregelen ten behoeve van de integratie van mensen, scholing, bijstand bij gezinshereniging, taalcursussen en maatregelen ter bevordering van interculturele dialoog) en in de landen van bestemming (bijv. opzetten van lokale selectieregelingen in overeenstemming met lokale behoeften, opvang- en ondersteuningsmaatregelen). Ook kunnen ze slachtoffers van mensenhandel helpen identificeren en beschermen en helpen bij de re-integratie van migranten zonder papieren die naar hun land terugkeren. Tegelijkertijd is een doeltreffend lokaal en regionaal beleid inzake legale migratie en integratie een middel om racisme en vreemdelingenhaat te bestrijden.

33.

Maatregelen om vaart te zetten achter de hervestiging van vluchtelingen in de EU zouden onlosmakelijk deel moeten uitmaken van de inspanningen van de EU om de landen in het zuidelijk en oostelijk gedeelte van de Middellandse Zee die met de toestroom van vele vluchtelingen kampen, te ondersteunen (3). Dit is een gebied waarop Europese steden en regio’s een grote rol hebben gespeeld door de integratie van vluchtelingen in de plaatselijke gemeenschappen te bevorderen en stappen te zetten om de sociale samenhang te vergroten.

34.

Het CvdR pleit voor het bevorderen van „migratie- en integratiepartnerschappen” tussen steden en regio’s van de landen van herkomst en bestemming, om samenwerking en wederzijds vertrouwen een impuls te geven en migratie op een meer gedecentraliseerde wijze te beheren. Het herhaalt (4) dat de lokale en regionale overheden bij de ontwikkeling van dergelijke „migratie- en integratiepartnerschappen” met derde landen betrokken zouden moeten worden.

Solidariteit ontstaat door bewustwording: uitwisseling van beste praktijken, gegevens en gezamenlijke richtsnoeren?

35.

Het CvdR benadrukt dat in de Commissiemededeling over de vernieuwde Europese integratieagenda (5) wordt aangedrongen op meer actie op lokaal niveau en de nadruk wordt gelegd op een echte bottom-upbenadering bij de ontwikkeling van integratiemaatregelen.

36.

De lokale en regionale overheden zouden een belangrijkere rol moeten spelen bij het bepalen van de bredere context wat het migratiebeleid betreft.

37.

Uitwisseling van beproefde praktijken op het gebied van de behandeling van de aanvragen van asielzoekers en vluchtelingen, integratiemaatregelen en bestrijding van irreguliere migratie tussen lokale en regionale overheden en lidstaten is absoluut noodzakelijk. Het CvdR kan in dit verband helpen lokale en regionale overheden overeenkomstig de multilevel governanceaanpak en het subsidiariteitsbeginsel op doeltreffendere wijze bij de vormgeving en uitvoering van integratiebeleid te betrekken, wat wederom zou kunnen bijdragen tot het verkleinen van de verschillen tussen lidstaten en regio’s wat betreft de omstandigheden waarin asielzoekers, vluchtelingen en migranten worden opgevangen.

38.

Het Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen (eu-LISA) zou op korte termijn een compleet systeem voor het uitwisselen van gegevens over migratie en lokale overheden moeten opzetten, dat op het VIS-systeem is gebaseerd. Een dergelijk systeem zou bijzonder nuttig kunnen zijn voor het delen van expertise en het bundelen van ervaringen met betrekking tot huisvestingmanagement, behandeling van aanvragen van asielzoekers en vluchtelingen, integratiemaatregelen en bestrijding van irreguliere migratie en praktische oplossingen bieden om het beginsel van solidariteit tussen lokale overheden te stimuleren.

39.

Het CvdR stelt tevens voor om een database op te zetten voor de monitoring van migratiestromen tussen de lidstaten, met informatie over de bevolkingsbewegingen tussen de landen van herkomst en de landen van bestemming. Dergelijke kennis over de migratiestromen zou de besluitvorming op lokaal, regionaal en Europees niveau bevorderen.

40.

Het CvdR meent dat samenwerking en solidariteit veel gemakkelijker zouden zijn als men meer naar praktische en pragmatische oplossingen zou zoeken. Bij het in kaart brengen van de belangrijkste kwesties mag de expertise van lokale en regionale overheden niet over het hoofd worden gezien.

41.

De EU zou iedere gelegenheid moeten aangrijpen om met institutionele partners samen te werken en het debat in alle relevante kaders te bevorderen. Organisaties zoals de Internationale Organisatie voor Migratie (IMO) en vergaderingen zoals de Euro-mediterrane Vergadering van Lokale en Regionale Overheden (ARLEM) van het CvdR zijn in dit opzicht belangrijke partners.

42.

Het CvdR is verheugd dat de volgende ministersconferentie van de IMO in oktober 2015 zal gaan over de manier waarop steden kunnen bijdragen aan migratiebeheer. Deze conferentie zal een uitstekend platform bieden voor een wereldwijde dialoog tussen steden. Het CvdR wenst bij deze conferentie betrokken te worden en zal met genoegen een bijdrage aan de discussies leveren.

Gedaan te Brussel, 4 december 2014.

De voorzitter van het Comité van de Regio’s

Michel LEBRUN


(1)  Discussienota IOM „Addressing Complex Migration Flows und Upholding the rights of Migrants along the Central Mediterranean Route” (21 oktober 2013); Mededeling — Naar een open en veilig Europa COM(2014) 154 final, 11 maart 2014.

(2)  COM(2013) 869 final, SWD(2014) 173 final.

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/jha/139937.pdf

(3)  In 2007 werd 39 % van alle vluchtelingen ter wereld door deze landen opgenomen. Philippe Fargues (ed.) CARIM Mediterranean migration 2008-2009 report, Robert Schuman Centre for Advanced Studies, European University Institute, 2009, in http://cadmus.eui.eu/bitstream/handle/1814/11861/CARIM%20Migration_Report%202008-2009%20revised%20Oct09.pdf?sequence=3

(4)  CvdR-resolutie 2333/2014.

(5)  COM(2011) 455 final.