24.3.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/21 |
P7_TA(2014)0062
Homofobie en discriminatie op grond van seksuele gerichtheid of genderidentiteit
Resolutie van het Europees Parlement van 4 februari 2014 over de EU-routekaart tegen homofobie en discriminatie wegens seksuele gerichtheid of genderidentiteit (2013/2183(INI))
(2017/C 093/04)
Het Europees Parlement,
— |
gezien artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, |
— |
gezien de artikelen 8 en 10 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name artikel 21, |
— |
gezien het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, |
— |
gezien Aanbeveling CM/Rec(2010)5 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa aan de lidstaten inzake maatregelen ter bestrijding van discriminatie wegens seksuele geaardheid of genderidentiteit, die is aangenomen op 31 maart 2010, |
— |
gezien de mededeling van de Commissie getiteld „Strategie voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van het Handvest van de grondrechten door de Europese Unie” (COM(2010)0573), |
— |
gezien het verslag van de Commissie over de toepassing van het EU-Handvest van de grondrechten 2012 (COM(2013)0271) en de bijbehorende werkdocumenten, |
— |
gezien het voorstel van de Commissie voor een richtlijn van de Raad betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid (COM(2008)0426) en zijn standpunt van 2 april 2009 ten aanzien van dat voorstel (1), |
— |
gezien de richtsnoeren ter bevordering en bescherming van de uitoefening van alle mensenrechten door lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksen (LGBTI-personen), die de Raad van de Europese Unie heeft aangenomen in zijn vergadering van 24 juni 2013, |
— |
gezien het verslag van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten van november 2010 over homofobie, transfobie en discriminatie op grond van seksuele gerichtheid en genderidentiteit, |
— |
gezien de resultaten van het onderzoek van het Bureau voor de grondrechten (FRA) naar ervaringen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgenderpersonen in de Europese Unie, gepubliceerd op 17 mei 2013, |
— |
gezien het FRA-advies van 1 oktober 2013 over de stand van de gelijkheid in de Europese Unie 10 jaar na de eerste tenuitvoerlegging van de gelijkheidsrichtlijnen, |
— |
gezien zijn resolutie van 24 mei 2012 over de bestrijding van homofobie in Europa (2), |
— |
onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 december 2012 over de situatie van de grondrechten in de Europese Unie (2010-2011) (3), |
— |
gezien zijn resolutie van 14 maart 2013 over de opvoering van de strijd tegen racisme, vreemdelingenhaat en haatmisdrijven (4), |
— |
gezien artikel 48 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A7-0009/2014), |
A. |
overwegende dat de Europese Unie berust op waarden als eerbiediging van de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren; |
B. |
overwegende dat de Europese Unie bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden streeft naar bestrijding van iedere discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid; |
C. |
overwegende dat de Raad van de Europese Unie in juni 2013 stevige richtsnoeren heeft aangenomen ter bevordering en bescherming van de uitoefening van alle mensenrechten door LGBTI-personen buiten de Europese Unie, en ervoor moet zorgen dat deze effectief worden beschermd binnen de EU; |
D. |
overwegende dat de Europese Unie haar acties al coördineert met uitgebreid beleid op het gebied van gelijkheid en de bestrijding van discriminatie door middel van de „kaderstrategie tegen discriminatie en voor gelijke kansen voor iedereen”, op het gebied van gendergelijkheid door middel van de „strategie voor de gelijkheid van vrouwen en mannen 2010-2015”, op het gebied van handicaps door middel van de „Europese strategie voor mensen met een handicap 2010-2020”, en op het gebied van de gelijkheid van de Roma door middel van het „EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020”; |
E. |
overwegende dat de Commissie in haar „Strategie voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van het Handvest van de grondrechten door de Europese Unie” heeft erkend dat er afzonderlijk beleid moet worden ontwikkeld met betrekking tot bepaalde specifieke grondrechten op basis van de Verdragen; |
F. |
overwegende dat het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) in het LGBT-onderzoek voor de EU van 2013 tot de conclusie kwam dat in de EU één op de twee LGBT-respondenten zich in het jaar voorafgaand aan het onderzoek gediscrimineerd had gevoeld of gepest was vanwege zijn of haar seksuele geaardheid, één op de drie was gediscrimineerd bij de toegang tot goederen of diensten, één op de vier fysiek was aangevallen en één op de vijf in werk of beroep was gediscrimineerd; |
G. |
overwegende dat het FRA de EU en de lidstaten heeft geadviseerd om actieplannen te ontwikkelen ter bevordering van het respect voor LGBT-personen en de bescherming van hun grondrechten; |
H. |
overwegende dat in mei 2013 elf ministers van Gelijkheid (5) de Commissie hebben opgeroepen om met een uitgebreid EU-beleid voor LGBT-gelijkheid te komen en dat tien lidstaten (6) reeds op nationaal of regionaal niveau een dergelijk beleid hebben aangenomen of overwegen dit te doen; |
I. |
overwegende dat het Europees Parlement tien keer heeft gevraagd om een uitgebreid EU-beleidsinstrument voor gelijkheid op grond van seksuele geaardheid en genderidentiteit; |
Algemene overwegingen
1. |
veroordeelt met klem alle discriminatie op grond van seksuele geaardheid en genderidentiteit, en betreurt het ten zeerste dat de grondrechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en interseksuelen (LGBTI) nog niet altijd ten volle gerespecteerd worden in de Europese Unie; |
2. |
is van mening dat de Europese Unie momenteel een uitgebreid beleid ter bescherming van de grondrechten van LGBTI-personen mist; |
3. |
erkent dat de bescherming van de grondrechten onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Commissie en de lidstaten valt; roept de Commissie op ten volle gebruik te maken van haar bevoegdheden, onder andere door de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten te bevorderen; roept de lidstaten op tot naleving van hun verplichtingen in het kader van het EU-recht en de aanbevelingen van de Raad van Europa betreffende maatregelen ter bestrijding van discriminatie vanwege seksuele geaardheid of genderidentiteit; |
Inhoud van de routekaart
4. |
verzoekt de Commissie, de lidstaten en de betrokken agentschappen gezamenlijk een uitgebreid meerjarenbeleid op te stellen ter bescherming van de grondrechten van LGBTI-personen, dat wil zeggen een routekaart, een strategie of een actieplan, waarin onderstaande thema's en doelstellingen zijn opgenomen;
|
5. |
het moet worden benadrukt dat dit uitgebreide beleid de bevoegdheden van de Europese Unie, van haar instanties en van de lidstaten moet eerbiedigen; |
6. |
onderstreept dat dit geen afbreuk mag doen aan de vrijheid van meningsuiting en aan de vrije uiting van overtuigingen en meningen overeenkomstig het beginsel van de veelheid aan ideeën, mits niet wordt aangezet tot haat, geweld of discriminatie; |
o
o o
7. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Europese Dienst voor extern optreden, de regeringen en parlementen van de lidstaten, alle hier genoemde agentschappen en de Raad van Europa. |
(1) PB C 137 E van 27.5.2010, blz. 68.
(2) PB C 264 E van 13.9.2013, blz. 54.
(3) Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0500.
(4) Aangenomen teksten, P7_TA(2013)0090.
(5) De ministers van Oostenrijk, België, Kroatië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland en Zweden.
(6) België, Kroatië, Frankrijk, Duitsland, Italië, Malta, Nederland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
(7) PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16.
(8) PB L 204 van 26.7.2006, blz. 23.
(9) PB L 373 van 21.12.2004, blz. 37.
(10) PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77.
(11) PB L 251 van 3.10.2003, blz. 12.
(12) PB L 315 van 14.11.2012, blz. 57.
(13) PB L 180 van 29.6.2013, blz. 60.
(14) PB L 337 van 20.12.2011, blz. 9.