MEDEDELING VAN DE COMMISSIE MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK Een investeringsplan voor Europa /* COM/2014/0903 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE MEDEDELING
VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, DE EUROPESE CENTRALE
BANK, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ, HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EN
DE EUROPESE INVESTERINGSBANK Een investeringsplan voor Europa
"Als voorzitter van de Commissie zal ik de hoogste prioriteit
geven aan het versterken van het concurrentievermogen van Europa en het
stimuleren van de investeringen die voor banen moeten zorgen." "We hebben behoefte aan slimmere investeringen, meer focus, minder
regels en meer flexibiliteit wanneer het gaat over publieke fondsen [op
EU-niveau]." "Zo moeten wij naar mijn mening de komende drie jaar tot 300
miljard EUR extra aan publieke en private investeringen voor de reële economie
kunnen mobiliseren." "Het zwaartepunt van de nieuwe investeringen moet worden gelegd op
infrastructuur, met name breedband- en energienetwerken, en
vervoersinfrastructuur in de industriële centra, onderwijs, onderzoek en
innovatie, en hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Er dient een
aanzienlijk bedrag ten goede te komen aan projecten waarmee jongeren weer aan
degelijke banen kunnen worden geholpen." (Politieke
beleidslijnen van Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie,
gepresenteerd in het Europees Parlement op 15 juli 2014). 1.
Een investeringsplan voor Europa Europa heeft
dringend behoefte aan een investeringsplan. Door de economische en financiële
crisis is het investeringspeil in de EU sterk gedaald – ongeveer 15 % ten
opzichte van het piekjaar 2007[1]. Dit niveau ligt ook beduidend onder de historische trend. De komende
jaren wordt slechts een gedeeltelijk herstel verwacht. Dit belemmert het
economisch herstel, het scheppen van banen, de langetermijngroei en het
concurrentievermogen. Eén eenvoudig
antwoord is er niet. Door de algehele onzekerheid over de economische situatie,
de grote publieke en private schulden in bepaalde delen van de EU-economie en
de impact daarvan op de kredietmarkt, is onze bewegingsruimte beperkt.
Tegelijkertijd zijn er wel veel spaartegoeden en – anders dan enige jaren
geleden – omvangrijke financiële liquiditeiten die kunnen worden gemobiliseerd.
Daar komt bij dat Europa legio investeringsbehoeften heeft en tal van
economisch levensvatbare projecten waarvoor financiering nodig is. De uitdaging
bestaat erin spaartegoeden en financiële liquiditeit op productieve wijze in te
zetten ter ondersteuning van duurzame groei en werkgelegenheid in Europa. Er moet
tegelijkertijd worden opgetreden op verschillende fronten: we moeten ons zowel
op de vraag- als de aanbodzijde van de economie richten[2].
Wat we nodig hebben, is vertrouwen in het algehele economische klimaat,
voorspelbare en duidelijke beleidsvorming en regelgeving, doeltreffend gebruik
van de schaarse publieke middelen, vertrouwen in het economisch potentieel van
investeringsprojecten die in ontwikkeling zijn, en voldoende risicodragende
capaciteit om projectuitvoerders aan te moedigen, investeringen aan te trekken
en private investeerders over de streep te trekken. Deze kwesties moeten op
alle bestuursniveaus worden aangepakt. Daarbij is een
duidelijke rol weggelegd voor zowel de lidstaten als de regionale autoriteiten:
zij zouden de nodige structurele hervormingen moeten doorvoeren, een
verantwoord begrotingsbeleid moeten voeren, rechtszekerheid moeten verschaffen
en investeringen moeten stimuleren ter ondersteuning van groei en
werkgelegenheid. Lidstaten met budgettaire speelruimte zouden meer moeten
investeren. Lidstaten met een krappere begroting zouden prioriteit aan
investerings- en groeigerelateerde uitgaven moeten geven, beter gebruik moeten
maken van de EU-fondsen en een klimaat tot stand moeten brengen dat
aantrekkelijker is voor private investeerders. Er kan op nationaal en regionaal
niveau veel worden bereikt. Samen met de andere instellingen en de lidstaten
zal de Commissie de voortgang in het kader van het Europees semester voor
coördinatie van het economisch beleid aansturen en bijhouden. Het onderhavige
investeringsplan is een aanvulling op deze inspanningen. Het bestaat uit drie
elkaar versterkende onderdelen. Ten eerste, de beschikbaarstelling van ten
minste 315 miljard EUR voor het verrichten van aanvullende investeringen
gedurende de komende drie jaar, het maximaliseren van de impact van publieke
middelen en het aantrekken van private investeringen. Ten tweede, gerichte
initiatieven om te waarborgen dat deze extra investeringen voorzien in de
behoeften van de reële economie. En ten derde, maatregelen om de
voorspelbaarheid van de regelgeving te verbeteren en belemmeringen voor
investeringen weg te nemen, teneinde Europa aantrekkelijker te maken en de
impact van het investeringsplan te vergroten. Voor de eerste twee
onderdelen starten de Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) als
strategische partners samen het Investeringsplan voor Europa, met als duidelijk
doel een beroep te doen op belanghebbenden op alle niveaus. Voor het derde
onderdeel zal de Commissie maatregelen voorstellen, zowel in haar nieuwe
werkprogramma als samen met de andere instellingen en de lidstaten in het kader
van het Europees semester. Grafiek 1.
Een investeringsplan voor Europa De impact van het
investeringsplan zal groter worden naarmate er meer belanghebbenden meedoen:
lidstaten, nationale stimuleringsbanken, regionale overheden en private
investeerders. Voor alle partijen is een rol weggelegd. De Commissie is
bijzonder ingenomen met de dynamiek die rond het investeringsplan ontstaat en
die bijvoorbeeld blijkt uit de steunbetuigingen die de afgelopen weken op
Europees en mondiaal niveau zijn uitgesproken[3]. Het streven is om
tussen nu en eind 2017 ten minste 315 miljard EUR aan extra publieke en
private investeringen in de reële economie te mobiliseren. Het investeringsplan
komt bovenop de bestaande maatregelen en zorgt voor een optimale besteding van
elke euro overheidsgeld die door middel van oude én nieuwe instrumenten wordt
ingezet. Door snel werk te maken van alle aspecten van het investeringsplan,
kunnen we gezamenlijk veel meer bereiken dan door ongecoördineerd op te treden.
Zo kunnen we zelfs nog meer vrijmaken dan 315 miljard EUR. Uiteindelijk dient
het investeringsplan drie onderling samenhangende beleidsdoelstellingen: §
de tendens van teruglopende investeringen keren en
een krachtige impuls geven aan de banengroei en het economisch herstel, zonder
de nationale publieke financiën te belasten of nieuwe schulden te creëren; §
een beslissende stap zetten om in de
langetermijnbehoeften van onze economie te voorzien en ons concurrentievermogen
op te voeren; §
de Europese dimensie van ons menselijk kapitaal,
onze productiecapaciteit, onze kennis en onze fysieke infrastructuur
versterken, met bijzondere aandacht voor de onderlinge verbindingen die van
vitaal belang zijn voor onze eengemaakte markt. We moeten spijkers
met koppen slaan om snel tot duurzame resultaten te komen. Het Europees
Parlement zal nauw worden betrokken bij de tenuitvoerlegging van het
investeringsplan en de Europese Raad wordt verzocht om tijdens zijn bijeenkomst
van 18 en 19 december 2014 in te stemmen met de algemene opzet. De Commissie en de
EIB zullen begin 2015 in gesprek gaan met belanghebbenden op alle niveaus.
Grondige follow-up zal ervoor zorgen dat de risicodragende capaciteit van de
overheid goed wordt gebruikt en verstandig wordt beheerd en dat gerichte
projecten banen en economische groei genereren en het Europese
concurrentievermogen vergroten. 2.
Mobiliseren van ten minste 315 miljard
EUR voor extra investeringen op EU-niveau Het eerste
onderdeel van het investeringsplan bestaat erin de komende drie jaar ten minste
315 miljard EUR aan extra investeringen vrij te maken. Hier worden uitsluitend
maatregelen op EU-niveau gepresenteerd: de Commissie roept de lidstaten en
andere economische actoren op om zich bij dit initiatief aan te sluiten en het
aan te vullen. Met het oog op een snelle uitvoering wordt een aanpak
voorgesteld die kan worden gefinancierd binnen het meerjarig financieel kader
voor de EU-begroting voor 2014-2020. Hiervoor moeten
zowel op EU-niveau als in de lidstaten bepaalde delen van de EU-begroting
anders worden gebruikt. Het gaat er voornamelijk om de risicodragende
capaciteit met behulp van publieke middelen te vergroten teneinde
projectuitvoerders aan te moedigen en private investeringen aan te trekken voor
levensvatbare investeringsprojecten die anders niet van de grond zouden komen.
Zo zal optimaal gebruik worden gemaakt van de EU-middelen. Op EU-niveau zal
hiertoe een nieuw Europees Fonds voor strategische investeringen worden
ingesteld, dat in risicosteun voor langetermijninvesteringen moet voorzien en
de toegang tot risicofinanciering voor kmo's en midcap-ondernemingen moet
verruimen[4]. Op nationaal niveau kan een strategischer gebruik van de Europese
structuur- en investeringsfondsen een wezenlijk verschil maken. De Europese
Raad wordt verzocht om in te stemmen met het opzetten van het Europees Fonds
voor strategische investeringen en een doeltreffender gebruik van de Europese
structuur- en investeringsfondsen na te streven en daartoe met name het totale
gebruik van financieringsinstrumenten te verdubbelen. Als wetgevende instellingen van de EU zouden het Europees
Parlement en de Raad het wetgevingsvoorstel dat nodig is voor het Europees
Fonds voor strategische investeringen[5] volgens de versnelde procedure moeten behandelen, zodat het instrument
tegen juni 2015 in werking kan treden. 2.1. Een
nieuw Europees Fonds voor strategische investeringen De Commissie en de
EIB zullen samen een nieuw Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI)
opzetten om te profiteren van de ruime expertise en de bewezen capaciteiten van
de EIB (zie grafiek 2). Het fonds zal worden opgezet binnen de EIB-groep[6]. Het fonds krijgt
een ander risicoprofiel dan bestaande instrumenten en zal in aanvullende
bronnen van risicodragende capaciteit voorzien. Het is bedoeld voor projecten
die meer maatschappelijke en economische waarde opleveren, in aanvulling op de
projecten die momenteel via de EIB of de bestaande EU-programma's worden
gefinancierd. Er zullen geen beperkingen worden gesteld aan het soort producten
dat hiervoor in aanmerking komt, zodat kan worden ingespeeld op de veranderende
behoeften van de markt. Voor de oprichting
van het Europees Fonds voor strategische investeringen wordt uit de
EU-begroting een garantie van 16 miljard EUR gecreëerd ter ondersteuning
van het fonds. De EIB zal 5 miljard EUR vastleggen. Het fonds gaat dus van
start met aanzienlijke vuurkracht, maar zal zijn activiteiten mettertijd ook
kunnen uitbreiden. De lidstaten zullen, rechtstreeks dan wel via hun nationale
stimuleringsbanken of soortgelijke organen, kapitaal aan het fonds kunnen
bijdragen. Let wel: bij de beoordeling van de overheidsfinanciën in het kader
van de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact zal de Commissie gunstig
staan tegenover zulke kapitaalbijdragen aan het fonds. Private investeerders
kunnen zich ook bij het fonds aansluiten. Grafiek 2.
Het nieuwe Europese Fonds voor strategische investeringen – initiële opzet
(enkel EU) De EU-garantie zal
worden gedekt door bestaande EU-middelen uit de flexibiliteitsmarge binnen de
EU-begroting, de Connecting Europe Facility en het Horizon 2020-programma.
Dankzij het nieuwe fonds krijgen deze bestaande EU-fondsen een veel grotere
impact op de reële economie. Op alle maatregelen uit hoofde van het Europees
Fonds voor strategische investeringen zullen de bestaande procedures voor de
goedkeuring van staatssteun van toepassing zijn[7]. Het fonds dient om
de risicodragende capaciteit te vergroten en – hoofdzakelijk uit private
bronnen, maar ook uit publieke bronnen – extra investeringen vrij te maken voor
specifieke sectoren en gebieden. De betrokken gebieden worden hieronder
beschreven. Wij schatten dat
het fonds in totaal een multiplicatoreffect van 1:15 kan bereiken wat betreft
reële investeringen in de economie. Dankzij de initiële risicodragende
capaciteit kan het fonds namelijk extra financiering verlenen en meer
investeerders aantrekken, zoals is weergegeven in grafiek 3. Dat betekent dat
één euro aan risicobescherming door het fonds gemiddeld 15 EUR aan
investeringen in de reële economie kan genereren die anders zouden zijn
uitgebleven. Dit multiplicatoreffect van 1:15 is een prudent gemiddelde, dat
gebaseerd is op eerdere ervaringen met EU-programma’s en ervaringen van de EIB.
Het uiteindelijke multiplicatoreffect zal uiteraard afhangen van de combinatie
van activiteiten en de specifieke kenmerken van elk project. Grafiek 3.
Het multiplicatoreffect van het fonds (gemiddelde op basis van ervaring) Ter illustratie: de
kapitaalverhoging van de EIB van 2012 blijkt momenteel een multiplicatoreffect
van 1:18 te hebben – zoals destijds geraamd. En elk miljard EUR aan
financiering uit de huidige leninggarantiefaciliteit (LGF) voor kmo's in het
kader van het Cosme-programma levert ten minste 20 miljard EUR aan kapitaal
voor kmo's op, wat neerkomt op een multiplicatoreffect van 1:20. Het fonds krijgt
zijn eigen controlestructuur en zal worden beheerd conform overeengekomen
investeringsrichtsnoeren. Een leidinggevend orgaan zal erop toezien dat de
investeringsrichtsnoeren in acht worden genomen en dat de prioriteiten en
activiteiten van het fonds in overeenstemming zijn met deze richtsnoeren.
Concrete projecten zullen door een onafhankelijk investeringscomité op basis
van levensvatbaarheid worden gevalideerd. Ook zal het comité zal erop toezien
dat de overheidssteun private investeringen niet uitsluit of verdringt.
Projectuitvoerders en investeerders zullen een beroep kunnen doen op de
vakkundige adviezen, ervaring en ondersteuning van de EIB-groep. Verder zal de
EIB-groep met gespecialiseerd personeel ondersteuning bieden op gebieden als
productontwikkeling, aanleg en structurering van een pijplijn met projecten,
technische bijstand, financieringscapaciteit, kasmiddelenbeheer,
activa-passivabeheer, garanties, portefeuillebeheer, boekhouding en rapportage.
Als het fonds snel
wordt opgezet en wordt uitgerust met een initiële bijdrage van
21 miljard EUR op EU-niveau, zal het in drie jaar ongeveer 315
miljard EUR aan extra financiering kunnen vrijmaken. De impact wordt uiteraard
nog groter als de lidstaten en de nationale stimuleringsbanken meedoen. 2.2. Het
nieuwe fonds zal langetermijninvesteringsprojecten ondersteunen Het Europese Fonds
voor strategische investeringen strekt tot ondersteuning van strategische
investeringen van Europees belang in infrastructuur, met name breedband- en
energienetwerken, alsook vervoersinfrastructuur (met name in industriële
centra), in onderwijs, onderzoek en innovatie, en in hernieuwbare energie en
energie-efficiëntie. Er moeten geen thematische of geografische toewijzingen
vooraf worden vastgesteld, teneinde te waarborgen dat projecten op grond van
hun verdiensten worden gekozen en de toegevoegde waarde van het fonds te
maximaliseren. Het fonds wordt flexibel, aangezien investeringen zich niet in
elke regio op dezelfde manier laten pushen. Op deze gebieden
zullen de activiteiten van het fonds een aanvulling vormen op het meer
traditionele bereik van de EIB-activiteiten en van lopende EU-programma's zoals
de Connecting Europe Facility (voor infrastructuurinvesteringen) en Horizon
2020 (voor innovatie en O&O). In de regel zal het Europees Fonds voor
strategische investeringen ervoor zorgen dat de risico's van de verschillende
projecten beter worden gedekt, waardoor het voor private partijen beduidend
gemakkelijker wordt om in de veiliger tranches van de projecten te investeren.
Ook tijdens de oprichtingsfase van het Europees Fonds voor strategische
investeringen zijn er overigens al aanzienlijke financieringsbronnen voorhanden
in de vorm van de reeds goedgekeurde werkprogramma's in het kader van de
Connecting Europe Facility en Horizon 2020, die in 2015 beschikbaar zullen
komen voor de financiering van projecten. Bovendien zal de
EIB-groep vanaf begin 2015 met eigen middelen activiteiten op touw zetten,
zodat het plan een vliegende start krijgt. Op de actiegebieden
die thans worden overwogen, moet het Europees Fonds voor strategische
investeringen niet alleen individuele projecten kunnen financieren, maar ook
private fondsstructuren, zoals de Europese langetermijninvesteringsfondsen
(Eltif's)[8], die worden opgezet door private investeerders en/of nationale
stimuleringsbanken. Dit zal voor een extra multiplicatoreffect zorgen en de
reële impact maximaliseren. Zoals is
weergegeven in grafiek 2, is het de bedoeling om drie kwart van de middelen van
het Europees Fonds voor strategische investeringen voor dit soort activiteiten
te gebruiken (hetgeen circa 240 EUR miljard aan investeringen moet opleveren). 2.3. Het
nieuwe fonds zal ook investeringen in kmo's en midcap-ondernemingen
ondersteunen Voorts zal het Europees Fonds voor strategische investeringen in heel
Europa risicofinanciering aan kmo's en midcap-ondernemingen ondersteunen. Voor
de operationele uitvoering daarvan zal een beroep worden gedaan op het Europees
Investeringsfonds (EIF, onderdeel van de EIB-groep)[9] .
De beschikbaarstelling van extra geld voor een rechtstreekse versterking van
het aandelenkapitaal, en van extra garanties voor de hoogwaardige securitisatie
van leningen aan kmo's moet deze ondernemingen helpen om gebrek aan kapitaal te
boven te komen. Dit is een doeltreffende manier om een krachtige impuls te
geven aan de groei en de werkgelegenheid, en onder meer jongeren aan een baan
te helpen. Het EIF heeft veel ervaring met dit soort activiteiten. Het Europees
Fonds voor strategische investeringenzou ertoe dienen de activiteiten van het
EIF uit te breiden en zodoende de nationale stimuleringsbanken nieuwe
mogelijkheden te bieden om hun eigen activiteiten op dit gebied te ontwikkelen.
Dit komt bovenop de bestaande activiteiten ten behoeve van kmo's in het kader
van programma's als Cosme en Horizon 2020, die in 2015 al in belangrijke
financieringsbronnen bronnen zullen voorzien. Zoals weergegeven
in grafiek 2, zal een kwart van de middelen van het Europees Fonds voor
strategische investeringen worden gebruikt voor dit soort activiteiten (hetgeen
circa 75 miljard EUR aan investeringen moet opleveren). 2.4. Naast de
mobilisatie van 315 miljard EUR door het Europees Fonds voor strategische
investeringen kan ook de impact van de Europese structuur- en
investeringsfondsen verder worden vergroot In de periode
2014-2020 zal 450 miljard EUR (630 miljard EUR, inclusief nationale
cofinanciering) beschikbaar worden gesteld voor investeringen in het kader van
de Europese structuur- en investeringsfondsen. Het is van wezenlijk belang dat
de lidstaten en de regionale overheden optimaal gebruikmaken van EU-middelen
door zich op de belangrijkste gebieden te richten en munt te slaan uit elke
euro die wordt geïnvesteerd. Een bijzonder
doeltreffende manier om de impact van de fondsen te vergroten, bestaat erin
financieringsinstrumenten als leningen, aandelenkapitaal en garanties te
benutten, in plaats van traditionele subsidies. Deze instrumenten zijn voor
veel overheden betrekkelijk nieuw. Hun potentieel is echter groot en het
gebruik ervan blijkt effectief te zijn. In de context van dit investeringsplan
dienen de lidstaten zich ertoe te verbinden aanzienlijk meer gebruik te
maken van innovatieve financieringsinstrumenten op belangrijke
investeringsgebieden als steun voor kmo's, energie-efficiëntie, informatie- en
communicatietechnologie, vervoer en steun voor O&O. Zo zou voor de
programmeringsperiode 2014-2020 het algehele gebruik van de
financieringsinstrumenten in het kader van de Europese structuur- en
investeringsfondsen ten minste worden verdubbeld[10]. De middelen die via
deze instrumenten beschikbaar komen, zullen, in combinatie met de middelen
waarmee andere investeerders en begunstigden vervolgens over de brug komen,
dankzij het multiplicatoreffect tot extra investeringen in de economie leiden.
Het uiteindelijke multiplicatoreffect zal uiteraard afhangen van de concrete
projecten en de gebruikte instrumenten. Naast het recente kmo-initiatief[11] kunnen zowel aanvullende EU-financieringsinstrumenten als onmiddellijk
beschikbare, kant-en-klare instrumenten worden aangewend om het gebruik van
financieringsinstrumenten door de beheersautoriteiten te bevorderen. De
Commissie zal met elke lidstaat bespreken welke praktische stappen er moeten
worden genomen en daarbij sturing geven. Er zal een speciaal toezichtsysteem
worden ingevoerd voor het bijhouden van de resultaten. Deze nieuwe aanpak
zou ertoe leiden dat tijdens de totale programmeringsperiode 2014-2020 bijna 30
miljard EUR wordt vastgelegd voor innovatieve financieringsinstrumenten met een
rechtstreeks hefboomeffect dat tussen de 40 en 70 miljard EUR aan aanvullende
investeringen en een nog groter multiplicatoreffect in de reële economie
genereert. Volgens een voorzichtige raming zou in de periode 2015-2017 een
extra investering van 20 miljard EUR kunnen worden gemobiliseerd. Bovendien kunnen de
lidstaten en regio's het multiplicatoreffect van EU-middelen vergroten door de
nationale cofinanciering te verhogen tot boven het wettelijk verplichte
minimum. Aangezien de nationale publieke middelen beperkt zijn, zou deze
verhoging kunnen worden gefinancierd met private middelen, zoals in bepaalde
lidstaten reeds het geval is[12]. Ten derde wordt de
lidstaten verzocht om de nog beschikbare EU-middelen uit de
programmeringsperiode 2007-2013 zo goed mogelijk te besteden en erop toe te
zien dat zij volledig ter ondersteuning van dit investeringsplan worden
gebruikt. De Commissie zal hiertoe ondersteuning en sturing geven. Terwijl het
investeringsplan ten uitvoer wordt gelegd, zal de EIB ook nieuwe leningen
uitgeven. Daarom worden de lidstaten ten slotte ook aangemoedigd om samen met
de EIB te streven naar een doeltreffender benutting van de bestaande nationale
middelen. 3.
Waarborgen dat de
investeringsfinanciering de reële economie bereikt Het tweede
onderdeel van het investeringsplan bestaat erin om met gerichte initiatieven te
waarborgen dat de extra investeringsfinanciering die wordt gegenereerd,
voorziet in de behoeften van de reële economie. Dit betekent dat er extra
publieke en private middelen moeten gaan naar levensvatbare projecten die
duidelijk waarde toevoegen aan de Europese sociale markteconomie. Dit geldt
niet alleen voor het nieuwe Europese Fonds voor strategische investeringen en
de Europese structuur- en investeringsfondsen, maar het betreft ook een bredere
uitdaging voor Europa als geheel. Dit onderdeel heeft
vooral ten doel ervoor te zorgen dat er bij het identificeren en voorbereiden
van investeringsprojecten in Europa fundamenteel anders te werk wordt gegaan,
door de wijze waarop overheden en private investeerders zich over
investeringsprojecten informeren te verbeteren. Dit hangt nauw samen met – maar
gaat veel verder dan – de opgave voor 300 miljard EUR aan projecten te
identificeren die zouden kunnen profiteren van de aanvullende
financieringsbronnen die in het eerste onderdeel van dit investeringsplan zijn
besproken. De Europese
Raad wordt verzocht om in te stemmen met het voorstel om op EU-niveau een
projectenpijplijn op te zetten en de technische bijstand te versterken door
middel van een investeringsadviescentrum, dat tegen juni 2015 gereed zou
moeten zijn. 3.1. Op
EU-niveau wordt een projectenpijplijn opgezet Voor een aantal
belanghebbenden is de grootste zorg niet een gebrek aan financiering, maar het
vermeende ontbreken van levensvatbare projecten. De eerste werkzaamheden van de
taskforce Investeringen (een gezamenlijk werkverband van de EIB, de Commissie
en de lidstaten, dat voor het einde van het jaar een verslag zou moeten
publiceren) wijzen echter uit dat er een aanzienlijk aantal potentieel
levensvatbare projecten is dat geschikt is voor investeringen op EU-niveau.
Private investeerders zijn zich echter dikwijls niet bewust van het potentieel
van deze projecten en zij investeren niet graag alleen, aangezien het om
projecten gaat die intrinsiek complex zijn en er onvoldoende informatie is voor
een toereikende risicobeoordeling. Dit geldt met name voor grootschalige
langetermijninvesteringsprojecten in infrastructuur. Wil een investering
van de grond komen, dan is het van groot belang dat er onafhankelijke en
transparante beoordelingen voorhanden zijn waaruit blijkt dat een project
economisch levensvatbaar is en dat het met name aan alle relevante regelgevende
en administratieve vereisten voldoet. Meer transparantie en beter zicht op de
risico's zal helpen private investeringen aan te trekken en los te maken. Samen met de
lidstaten onderwerpt de taskforce Investeringen potentieel levensvatbare
projecten van Europees belang momenteel aan een eerste onderzoek. De Commissie
is van mening dat dit werk op een meer permanente basis op EU-niveau zou moeten
worden voortgezet, om belangrijke investeringsprojecten van Europees belang
mogelijk te maken en investeerders geregeld te informeren over de stand van
voorbereiding van de diverse projecten. De nationale stimuleringsbanken zouden
hierbij een nuttige bijdrage kunnen leveren. In dit verband zou
een pijplijn kunnen worden opgesteld van projecten die van Europees belang zijn
en in aanmerking komen voor investeringen[13].
Het zou gaan om een dynamische lijst van projecten die wordt samengesteld op
basis van een aantal eenvoudige en erkende economische criteria. Gaandeweg
zouden er steeds projecten worden toegevoegd en verwijderd. Dit betekent niet
dat elk project in de Europese pijplijn in het kader van het investeringsplan
of het nieuwe fonds gefinancierd moet of zal worden. De pijplijn heeft ten doel
publieke en private investeerders toegang tot relevante en transparante
informatie te bieden. De lijst van beoordeelde en niet-beoordeelde projecten
dient openbaar te worden gemaakt op een website, die ook gekoppeld zou kunnen
worden aan soortgelijke lijsten op nationaal en regionaal niveau. Mettertijd zou deze
aanpak kunnen leiden tot een systeem van Europese certificering voor
levensvatbare investeringsprojecten die aan bepaald criteria voldoen. Een
dergelijke certificering zou vervolgens door de EIB en de nationale
stimuleringsbanken kunnen worden gebruikt om private investeerders aan te
trekken. Dit zou kunnen helpen om tot een duidelijk "keurmerk" voor
geloofwaardige Europese investeringsprojecten te komen. Ook strookt het met de
inspanningen op mondiaal niveau om in het kader van de G20 beste praktijken op
het gebied van investeringsprojecten uit te wisselen. 3.2. Er wordt
een overkoepelend investeringsadviescentrum opgericht om op alle niveaus bronnen
van expertise samen te brengen en technische bijstand te versterken Veel
projectuitvoerders in Europa weten niet zeker welke financieringsbronnen aan
hun behoeften voldoen en voor hun project het meest geschikt zijn. Vaak is er
ook behoefte aan richtsnoeren die aangeven hoe zij aan regelgevingseisen kunnen
voldoen. Eén van de prioriteiten van het investeringsplan is het bieden van
versterkte steun voor de ontwikkeling van projecten in de hele EU door voort te
bouwen op de expertise van de Commissie, de EIB, de nationale
stimuleringsbanken en de beheersautoriteiten van de Europese structuur- en
investeringsfondsen. Daaronder valt met
name technische bijstand voor het structureren van projecten, het gebruik van
innovatieve financieringsinstrumenten op nationaal en Europees niveau en het
gebruik van publiek-private partnerschappen. Er wordt daarom een centraal loket
opgericht voor alle vragen over technische bijstand. Dit
investeringsadviescentrum is gericht op drie doelgroepen: projectuitvoerders,
investeerders en openbare beheersautoriteiten. Het centrum zal richtsnoeren
geven met betrekking tot het meest geschikte ondersteunende advies voor een
specifieke investeerder. Dat advies kan worden verstrekt door de EIB-groep,
nationale stimuleringsbanken of andere internationale financiële instellingen. Dit nieuwe centrum
zal voortbouwen op succesvolle, reeds bestaande instrumenten, zoals het
Jaspers-programma, dat zal worden versterkt en uitgebreid, alsmede het nieuwe
adviesplatform voor het gebruik van innovatieve financieringsinstrumenten
(Fi-Compass). Het centrum zal in nauwe samenwerking met de nationale
stimuleringsbanken en soortgelijke entiteiten in heel Europa door de EIB-groep
worden ontwikkeld en deze entiteiten de mogelijkheid bieden binnen een netwerk
intensiever samen te werken. 3.3. Overleg
met belanghebbenden op Europees, nationaal en regionaal niveau Met steun van de
nationale en regionale autoriteiten zullen de Commissie en de EIB in gesprek
gaan met investeerders, projectuitvoerders en institutionele belanghebbenden om
belangrijke investeringsprojecten te faciliteren en ervoor te zorgen dat de
juiste projecten toegang krijgen tot passende financieringsbronnen. Er zullen
verder op nationaal, transnationaal en regionaal niveau workshops "Investeren
in Europa" worden georganiseerd om specifieke problemen gezamenlijk met de
EIB aan te pakken. De nadruk zal liggen op het aantrekken van private en
publieke projectuitvoerders alsmede private investeerders, het geven van
voorlichting over de financieringsinstrumenten van de EU, de aanvullende
risicodragende capaciteit van het Europees Fonds voor strategische
investeringen en het tot stand brengen van zo veel mogelijk synergie-effecten
tussen nationale en EU-regelingen. 4.
Verbeteren van het investeringsklimaat
Het derde onderdeel
van het investeringsplan behelst het zorgen voor meer voorspelbaarheid wat
betreft de regelgeving, het verwijderen van belemmeringen voor investeringen in
heel Europa en het verder versterken van de eengemaakte markt door optimale
randvoorwaarden voor investeringen in Europa te scheppen. De eenmaking van de
markt is de grootste prestatie die Europa door middel van structurele
hervormingen heeft geleverd. Er kan veel op
nationaal niveau gedaan worden. Samen met de andere instellingen en de
lidstaten zal de Commissie de voortgang in het kader van het Europees semester
voor coördinatie van het economisch beleid aansturen en bijhouden. Op EU-niveau
zal de Commissie binnenkort de prioritaire initiatieven presenteren die zijn
opgenomen in haar werkprogramma 2015. De komende weken zal het startschot voor
de eerste acties worden gegeven. De Europese
Raad wordt verzocht in te stemmen met de algehele opzet; de Europese Raad en
het Parlement zouden in hun hoedanigheid van wetgevende instellingen van de EU
moeten zorgen voor een snelle vaststelling van de wettelijke maatregelen die
zullen worden voorgesteld en die nodig zijn om het regelgevingsklimaat ten
aanzien van investeringen te verbeteren. 4.1.
Eenvoudigere, betere en meer voorspelbare regelgeving op alle niveaus Optimale
randvoorwaarden voor bedrijven op de gehele eengemaakte markt zijn van
essentieel belang om het volledige investeringspotentieel in Europa optimaal te
benutten. Het regelgevingskader moet, zowel op nationaal als op Europees
niveau, eenvoudig, duidelijk, voorspelbaar en stabiel zijn om investeringen op
de langere termijn te stimuleren. De inspanningen die worden geleverd om de
administratieve lasten te verlichten en de regelgeving te vereenvoudigen,
verlopen langzaam en onregelmatig, hoewel de Unie en de lidstaten significante
inspanningen leveren. Dit is met name problematisch voor het mkb, dat voor veel
werkgelegenheid zorgt en de ruggengraat van de Europese economie is. Het is dan
ook van essentieel belang dat de groeivoorwaarden worden verbeterd,
investeringsprojecten kunnen gedijen en dat aan strategische investeringen
besteed geld in het kader van dit investeringsplan en daarbuiten doeltreffend
wordt gebruikt. Betere regelgeving
is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de lidstaten en de Europese
instellingen. Het doel is niet deregulering, maar slimme regelgeving waarbij
zowel de burgers als het bedrijfsleven baat hebben. Hieronder valt onder meer
het verminderen van onnodige regeldruk en het verbeteren van het zakelijke
klimaat, met name voor het mkb, om ervoor te zorgen dat alle nodige regelgeving
eenvoudig, duidelijk en geschikt voor het beoogde doel is. Dat betekent ook het
vergroten van de doeltreffendheid van de nationale uitgaven, het verhogen van de
efficiëntie van de belastingstelsels en het verbeteren van de kwaliteit van
overheidsdiensten op alle niveaus. De lidstaten zijn ook verantwoordelijk voor
de tijdige en volledige toepassing van het EU-recht. Zij moeten zorgen voor zo
eenvoudig, duidelijk en licht mogelijke omzettingsmaatregelen en vermijden dat
bij de omzetting in nationaal recht extra lasten ontstaan of
"gold-plating" (overregulering) plaatsvindt. De Commissie heeft
bepaald dat betere regelgeving één van de belangrijkste prioriteiten van haar
mandaat is. Dit zal zijn weerslag vinden in het werkprogramma van de Commissie
voor 2015. De Commissie zal haar algehele aanpak met betrekking tot betere
regelgeving in 2015 versterken en er een nieuwe impuls aan geven. Regelgeving
moet dienen om belemmeringen voor de groei weg te nemen, nieuwe mogelijkheden
creëren, kosten zo laag mogelijk houden, en duurzaamheid op maatschappelijk en
milieugebied waarborgen. Deze Commissie zal in het bijzonder meer inspanningen
leveren in het kader van het "programma voor gezonde en resultaatgerichte
regelgeving" (Refit) en met de wetgevende instellingen van de EU
samenwerken om ervoor te zorgen dat elke voorgestelde vereenvoudiging van het
recht ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. 4.2. Nieuwe
bronnen voor langetermijnfinanciering, inclusief stappen in de richting van een
kapitaalmarktenunie De recente
hervormingen van het financieel regelgevingskader van de EU en de voltooiing
van de bankenunie kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van een transparante,
veilige, verantwoorde en veerkrachtige financiële sector die zorgt voor meer
stabiliteit en vertrouwen. Investeringen blijven echter in hoge mate
afhankelijk van bancaire intermediatie en langetermijnfinanciering voor
infrastructuur verloopt nog steeds stroef. Nog steeds hebben veel middelgrote
en kleine bedrijven slechts beperkte toegang tot financiering. Om vrij verkeer
van kapitaal binnen de EU te verwezenlijken, moet nog veel werk worden verzet. Op den duur zal de
totstandbrenging van een kapitaalmarktenunie de versnippering van de financiële
markten van de EU terugdringen. Dit zal ook bijdragen tot een grotere
verscheidenheid aan financieringsmogelijkheden voor het mkb en
langetermijnprojecten, doordat financiering van banken wordt aangevuld met
diepere, meer ontwikkelde kapitaalmarkten. Een daadwerkelijk eengemaakte
kapitaalmarkt kan ertoe bijdragen dat de financieringskosten voor de rest van
de economie worden teruggebracht. De kapitaalmarktenunie is daarom op de
middellange en lange termijn een belangrijk onderdeel van dit investeringsplan.
Begin 2015 zal een
brede raadpleging plaatsvinden op basis waarvan de belangrijkste actiegebieden
verder kunnen worden ontwikkeld en kan worden bepaald welke daarvan prioriteit
genieten, teneinde factoren weg te nemen die de financiering van investeringen
alsmede vooruitgang in de richting van een kapitaalmarktenunie in de weg staan. De belangrijkste
maatregelen die op korte termijn actie moeten worden genomen, zijn onder meer: §
Uiterlijk eind 2014 de voorgestelde verordening
betreffende Europese langetermijninvesteringsfondsen (Eltif's) vaststellen.
Het is de bedoeling dat de Eltif’s halverwege 2015 operationeel zijn en worden
gebruikt als nuttige instrumenten voor investeringen in langetermijnprojecten.
De Eltif's zouden ook kunnen dienen als aanvullend instrument voor het losmaken
van publieke of privaat-publieke investeringen in de rest van de economie. §
Hoogwaardige securitisatiemarkten[14] nieuw leven inblazen en daarbij niet opnieuw de fouten van voor de
crisis maken. De Commissie zal onderzoeken wat de beste manieren zijn om te
komen tot criteria voor eenvoudige, transparante en consistente securitisatie.
Zij zal daarbij voortbouwen op recente maatregelen in de verzekerings- en
bankensector en op internationale werkzaamheden op dit gebied. Door deze
activaklasse nieuw leven in te blazen, wordt een bijdrage geleverd aan het
ontwikkelen van een diepe en liquide secundaire markt, een brede
investeerdersbasis aangetrokken en financiering passender toegewezen, namelijk
aan de projecten die er het meest behoefte aan hebben. §
Onderzoeken hoe het heersende gebrek aan gestandaardiseerde
kredietinformatie over het mkb kan worden aangepakt, waarbij wordt
voortgebouwd op werk dat al op dit gebied is verricht, en verbeteren van de
informatievoorziening over de planning en het kredietverleden van
infrastructuurprojecten. §
Samen met de particuliere sector onderzoeken op
welke manier succesvolle regelingen voor onderhandse plaatsing, die op
een aantal Europese markten worden toegepast, in de hele EU kunnen worden
herhaald. §
Bestaande maatregelen herzien, zoals de prospectusrichtlijn,
om de administratieve last voor het mkb te verlichten, waardoor het mkb
gemakkelijker kan voldoen aan verplichtingen in verband met notering. 4.3.
Versterken van het gelijke speelveld en wegnemen van de belemmeringen voor
investeringen op de eengemaakte markt Om de eengemaakte
markt zo goed mogelijk te benutten en ervoor te zorgen dat deze als
doeltreffende springplank voor bedrijven dient, moet er krachtdadig worden
opgetreden. Sommige maatregelen zijn meer op de lange termijn gericht dan
andere, maar het verbeteren van de randvoorwaarden voor werkgelegenheid, groei
en investeringen is integrerend onderdeel van dit investeringsplan. Met name de
volgende gebieden hebben betrekking op de middellange en lange termijn:
De
sectoren energie en vervoer zijn belangrijke onderdelen van de
eengemaakte markt; er moet meer vaart worden gezet achter de recente
hervormingen in deze sectoren. De Europese energie-unie is in deze
context van groot belang. Er moet voor worden gezorgd dat het derde
energiepakket volledig ten uitvoer wordt gelegd. De regels inzake de
grensoverschrijdende energiehandel zijn nog steeds sterk versnipperd. In
sommige landen vindt nog steeds marktverstorende regulering van de
retailprijzen plaats; deze praktijk moet worden aangepakt. De Commissie
zal verder de nodige maatregelen nemen om gevolg te geven aan de recente
besluiten die op het gebied van het klimaat- en energiekader 2030 zijn
genomen.
Verder
moeten snel structurele hervormingen worden uitgevoerd om hindernissen weg
te nemen voor investeringen in vervoersinfrastructuur en -systemen,
en met name in projecten met een grensoverschrijdende dimensie. Om de
voordelen van de eengemaakte markt ten volle te benutten, zou moeten
worden gewaarborgd dat de doelstellingen op het gebied van het
gemeenschappelijke Europese luchtruim worden verwezenlijkt en zou het
vierde spoorwegpakket spoedig moeten worden vastgesteld en daarna
uitgevoerd.
§
Europa moet een daadwerkelijk connectieve digitale
eengemaakte markt tot stand brengen, onder meer door middel van snelle en
ambitieuze wetgevende stappen op het gebied van gegevensbescherming, door
telecomregulering en door het moderniseren en vereenvoudigen van de regels inzake
auteursrechten alsmede de consumentenwetgeving inzake online- en digitale
aankopen. De digitale eengemaakte markt moet staan voor vertrouwen en
beveiliging bij onlinetransacties, voor interoperabiliteit van verschillende
technologische oplossingen en voor toegang tot digitale hulpmiddelen en
infrastructuur (in het bijzonder wat betreft het beleid inzake licenties). De
eengemaakte markt dient open te staan voor nieuwe zakelijke modellen, waarbij
gewaarborgd moet zijn dat essentiële doelstellingen op het gebied van het
publiek belang worden vervuld. Consumenten zouden ongehinderde toegang moeten
hebben tot online-inhoud en -diensten in heel Europa, zonder te worden
gediscrimineerd op grond van hun nationaliteit of verblijfplaats.
De
diensten- en productmarkten zijn steeds nauwer met elkaar
verbonden. Er zijn ingrijpendere hervormingen nodig om onevenredige
vereisten inzake rechtsvorm, aandeelhouderschap en vergunningen aan te
pakken, en om de wederzijdse erkenning te verbeteren, met name in sectoren
en beroepen met veel mogelijkheden op het gebied van grensoverschrijdende
handel. Er zou voor moeten worden gezorgd dat op alle niveaus de regels
inzake openbare aanbesteding doeltreffend worden toegepast en dat het
gebruik van e-aanbestedingsinstrumenten wordt bevorderd.
Het
concurrentievermogen van de EU zou er baat bij hebben dat onderzoek en
innovatie een impuls krijgen doordat belemmeringen voor de
kennisoverdracht worden weggenomen, de toegang tot wetenschappelijk
onderzoek wordt opengesteld en de mobiliteit van onderzoekers wordt
verbeterd.
§
Overleg met onze internationale partners zou
open investeringsstromen bevorderen. Door de internationalisering van Europese
bedrijven neemt hun concurrentievermogen toe. Investeerders uit landen buiten
de EU kunnen een belangrijke rol spelen bij het ondersteunen van de Europese
economie. 5.
Volgende stappen Dit
investeringsplan is geen eenmalige maatregel, maar een investeringsoffensief
dat de komende drie jaar zal worden ontplooid. Door dit investeringsplan worden
het overheidsbeleid en de financieringsinstrumenten die aan investeringen in
Europa ten grondslag liggen, wezenlijk veranderd om ervoor te zorgen dat elke
euro die wordt besteed optimale economische en maatschappelijke resultaten
oplevert. Het investeringsplan
dat vandaag wordt gepresenteerd, is de eerste stap in een nieuwe richting. De
lidstaten worden opgeroepen zich aan te sluiten bij dit initiatief, door onder
meer verdere financiering te verstrekken aan het Europees Fonds voor
strategische investeringen, waardoor de impact van het investeringsplan op de
reële economie wordt vergroot. Er moet op alle niveaus spoedig en doeltreffend
actie worden ondernomen om ervoor te zorgen dat al in 2015 tastbare resultaten
kunnen worden waargenomen. De Commissie
roept de Europese Raad van 18 en 19 december 2014 op om in te stemmen met het
investeringsplan en alle onderdelen ervan. De Commissie roept het Europees
Parlement en de Raad in hun hoedanigheid van wetgevende instellingen van de EU
op om de vereiste wetgevende maatregel volgens de versnelde procedure vast te
stellen zodat het Europees Fonds voor strategische investeringen in juni 2015
operationeel wordt, en om spoedig werk te maken van de andere aspecten van het
investeringsplan. Door regelmatig de
balans op te maken in het Europees Parlement, in bijeenkomsten van de
staatshoofden en regeringsleiders, in de relevante Raadsformaties, met
medewerking van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de
Regio's, wordt gezorgd voor het politieke engagement dat nodig is, willen deze
initiatieven resultaten opleveren. De Commissie en de EIB zullen de
belangrijkste belanghebbenden op nationaal en regionaal niveau benaderen om
specifieke follow-up-activiteiten te organiseren, waarbij specifieke oplossingen
worden besproken en ontwikkeld. Dit
investeringsplan is gebaseerd op de aanname dat er vooralsnog geen wijzigingen
van het meerjarig financieel kader of het kapitaal van de EIB zullen
plaatsvinden. Afhankelijk van de vorderingen die worden geboekt, zullen medio
2016, wanneer ook de tussentijdse evaluatie van het meerjarig financieel kader
wordt opgesteld, aanvullende acties in overweging worden genomen. BIJLAGE 1. WAT
IS NAAR VERWACHTING DE IMPACT VAN HET INVESTERINGSPLAN? BIJLAGE 2. HOE
WERKT HET NIEUWE FONDS BIJ LANGETERMIJNINVESTERINGEN? EIB = Europese
Investeringsbank BIJLAGE 3. HOE
WERKT HET NIEUWE FONDS BIJ DE ONDERSTEUNING VAN HET MKB EN MIDCAP-ONDERNEMINGEN?
EIF = Europees
Investeringsfonds BIJLAGE 4.
TIJDSCHEMA EN MIJLPALEN [1] In
een aantal lidstaten is deze daling nog sterker. Dit geldt met name voor Italië
(-25 %), Portugal (-36 %), Spanje (-38 %), Ierland (-39 %)
en Griekenland (-64 %). [2]
Aldus ECB-directeur Mario Draghi in zijn rede van 22 augustus 2014 in
Jackson Hole. Zie: http://www.ecb.europa.eu/press/key/date/2014/html/sp140822.nl.html. [3]
Conclusies van de Europese Raad van 23 en 24 oktober 2014, blz. 8. "De
Europese Raad schaart zich achter het voornemen van de aantredende Commissie om
een initiatief te ontwikkelen waarbij over de periode 2015-2017 een bedrag van
300 miljard euro aan bijkomende investeringen uit publieke en private bronnen
wordt vrijgemaakt" en het actieplan van de G20 te Brisbane, dat op 16
november 2014 is bekendgemaakt: "Voorts heeft de Europese Unie in
oktober een belangrijk initiatief aangekondigd voor het vrijmaken van extra
publieke en private investeringen in de jaren 2015-17. Wij roepen op om
pakketten snel ten uitvoer te leggen" (vertaling). Zie ook de rede van
ECB-directeur Mario Draghi van augustus 2014 in Jackson Hole (genoemd in
voetnoot 2). [4] In
het kader van dit investeringsplan gelden bedrijven met 250 tot 3 000
werknemers als midcap-ondernemingen. [5]
Dit rechtsinstrument wordt waarschijnlijk een verordening, op basis van artikel
172, artikel 182, artikel 175, lid 3, en mogelijk artikel 173 VWEU. [6] De Commissie en de EIB zijn van mening dat het fonds binnen de EIB zou
moeten worden opgezet als een speciaal beheerfonds. Zo kan het fonds snel
worden opgezet en profiteren van de financiering en de deskundigheid op het
gebied van leningen en risicobeheer van de bestaande structuren van de EIB. [7] Om
te waarborgen dat de in het kader van dit initiatief ondersteunde
infrastructuur- en projectinvesteringen in overeenstemming zijn met de
staatssteunregels, moeten infrastructuurprojecten voorzien in onvervulde behoeften
(bv. geen bestaande infrastructuur verdubbelen), zoveel mogelijk private
financiering aantrekken en geen privaat gefinancierde projecten verdringen. De
ondersteunde projecten moeten in principe op billijke, redelijke en passende
voorwaarden toegankelijk zijn voor alle gebruikers, met inbegrip van
concurrerende exploitanten, om te voorkomen dat de markttoegang wordt
belemmerd. Teneinde de impact van dergelijke investeringen te maximaliseren,
zal de Commissie met het oog op toetsing aan de staatssteunregels een reeks
kernbeginselen formuleren waaraan een project moet voldoen om in aanmerking te
komen voor steun uit het Europees Fonds voor strategische investeringen. Als
een project aan deze criteria voldoet en steun uit het fonds krijgt, zal elke
aanvullende nationale steun worden onderworpen aan een vereenvoudigde en
versnelde toetsing aan de staatssteunregels. De Commissie zal daarbij
uitsluitend nagaan of de overheidssteun evenredig is (d.w.z. of er geen sprake
is van overcompensatie). [8]
COM(2013)462 final, momenteel het voorwerp van trialoogonderhandelingen van het
Europees Parlement, de Raad en de Commissie. Wanneer de verordening eenmaal in
werking is getreden, zal zij voorzien in een gemeenschappelijk
EU-regelgevingskader op grond waarvan fondsen die gespecialiseerd zijn in
langetermijninvesteringen, bv. in infrastructuurprojecten of kmo's, in de hele
EU kunnen opereren. Het is de bedoeling zo met name institutionele
investeerders met een langetermijnhorizon aan te trekken. [9]
Deze steun moet in overeenstemming zijn met de Commissierichtsnoeren inzake
staatssteun ter bevordering van risicofinancieringsinvesteringen of tegen
marktconforme prijzen worden verleend. [10]
Hiertoe wordt de lidstaten aanbevolen om door middel van innovatieve
financieringsinstrumenten een specifiek percentage van de toewijzingen in het
kader van hun partnerschapsovereenkomst te gebruiken voor de belangrijkste
investeringsgebieden. Het gaat om steun voor kmo's (50 %),
CO2-reductiemaatregelen (20 %), informatie- en communicatietechnologie
(10 %), duurzaam vervoer (10 %), ondersteuning van onderzoek,
ontwikkeling en innovatie (5 %) en milieu- en hulpbronnenefficiëntie
(5 %). Ook zou het gebruik van microfinancieringsfaciliteiten kunnen
helpen om zelfstandig ondernemerschap en de ontwikkeling van
micro-ondernemingen te bevorderen. [11]
Het kmo-initiatief is een financieringsinstrument waarin middelen worden
bijeengebracht uit de structuur- en investeringsfondsen, het Cosme-programma,
het Horizon 2020-programma, het EIF en de EIB. Het voorziet in twee soorten
producten om de financiering van kmo's te verbeteren: onbeperkte garanties voor
financiële intermediairs en securitisatie van bestaande leningenportefeuilles. [12]
Op basis van hetgeen mogelijk is zonder de lopende programmering van de fondsen
te verstoren, zou tijdens de programmeringsperiode 2014-2020 naar schatting nog
eens 26 miljard EUR aan extra investeringsfinanciering beschikbaar kunnen
komen. Dit bedrag komt bovenop de verdubbeling van het gebruik van
financieringsinstrumenten en is niet opgenomen in bijlage 1. [13] De Europese Raad van
23 en 24 oktober 2014 "nam met instemming kennis van de instelling van
een taskforce onder leiding van de Commissie en de Europese Investeringsbank
die tot taak heeft concrete acties voor te stellen ter stimulering van
investeringen, onder andere een plan voor potentieel levensvatbare projecten
van Europees belang die op korte en middellange termijn moeten worden
gerealiseerd." [14]
Securitisatie is een vaak door banken toegepaste financiële praktijk die bestaat
uit het samenvoegen en opnieuw verpakken van verschillende soorten contractuele
vorderingen, zoals hypotheekleningen op niet-zakelijk onroerend goed.
Securitisatie kan worden gebruikt om activa te financieren of om risico's over
te dragen en te diversifiëren.