VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Richtlijn nr. 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (Voor de EER relevante tekst) /* COM/2014/0642 final */
Inhoud 1. ......... Inleiding. 3 1.1......... Richtlijn 2010/40/EU.. 3 1.2......... Omzetting van Richtlijn
2010/40/EU.. 5 2............ Analyse van de
tenuitvoerlegging van Richtlijn 2010/40/EU.. 5 2.1......... Werkprogramma van de
Commissie. 5 2.2......... Gedelegeerde handelingen
met betrekking tot specificaties. 6 2.2.1...... Methode. 6 2.2.2...... Prioritaire acties. 6 2.2.3...... Andere acties op de
prioritaire gebieden en daarbuiten. 9 2.3......... Voorstellen inzake
invoering. 9 2.3.1...... De interoperabele eCall in
de gehele EU (prioritaire actie d) 9 2.3.2...... Andere prioritaire acties (c en e) 10 2.4......... Normen. 10 2.5......... Niet-bindende
maatregelen. 11 2.5.1...... Richtsnoeren inzake
verslaglegging door de lidstaten. 11 2.5.2...... Richtsnoeren voor ITS in de
stad. 11 2.6......... Regels inzake de
bescherming van persoonsgegevens. 11 2.7......... Aansprakelijkheid. 11 2.8......... Informatieverstrekking
door de lidstaten. 12 2.8.1...... Verslag over nationale
activiteiten en projecten met betrekking tot de prioritaire gebieden 12 2.8.2...... Informatie over de
voorgenomen nationale ITS-acties tijdens de volgende periode van vijf jaar 12 2.9......... Europese ITS-adviesgroep. 13 3............ Doeltreffendheid en
geschiktheid van Richtlijn 2010/40/EU en delegatie van bevoegdheid 14 3.1......... Diverse configuraties. 14 3.2......... Uitoefening van de
bevoegdheidsdelegatie. 15 3.3......... Follow-up van
specificaties. 16 4............ Ingezette en
benodigde financiële middelen. 16 5............ Conclusie. 18 1. Inleiding 1.1. Richtlijn 2010/40/EU Richtlijn nr. 2010/40/EU van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 juli 2010 heeft betrekking op
het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van
wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen[1]
(hierna de "ITS-richtlijn" of "Richtlijn 2010/40/EU"
genoemd). Deze richtlijn is in augustus 2010 in werking getreden na een snel
wetgevingsproces, hetgeen erop wees dat de medewetgevers bereid waren snel
vooruitgang te boeken op dit nieuwe beleidsterrein. Het doel van de ITS-richtlijn is de gecoördineerde
invoering en het gebruik van intelligente vervoerssystemen in het wegvervoer in
heel Europa (en interfaces met andere vervoerswijzen) te versnellen. De
richtlijn bevat een lijst van zes prioritaire acties die betrekking hebben op: a) de verlening
voor de gehele Unie van multimodale reisinformatiediensten; b) de verlening
voor de gehele Unie van realtimeverkeersinformatiediensten; c) de gegevens
en procedure voor de verlening, waar mogelijk, van minimale universele
verkeersinformatie in verband met de veiligheid op de weg die kosteloos is voor
de gebruikers; d) de geharmoniseerde
voorziening in de gehele Unie van een interoperabele eCall[2]; e) de verlening
van informatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor
vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen; en f) de verlening
van reservatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor
vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen. De richtlijn bevat ook een lijst van prioritaire
gebieden waarop de werkzaamheden moeten worden voortgezet: optimaal gebruik van
weg-, verkeers- en reisgegevens (prioritair gebied I); continuïteit van
ITS-diensten voor verkeers- en vrachtbeheer (prioritair gebied II);
ITS-toepassingen voor verkeersveiligheid en -beveiliging (prioritair gebied
III); koppeling van het voertuig aan de vervoersinfrastructuur (prioritair
gebied IV). Deze prioritaire gebieden stemmen overeen met de eerste vier
prioritaire gebieden van het ITS-actieplan[3]. Volgens artikel 6 van de ITS-richtlijn moeten
specificaties worden vastgesteld voor de zes prioritaire acties alvorens
specificaties worden vastgesteld voor andere acties op de prioritaire gebieden.
Aangezien de zes prioritaire acties deel uitmaken van de prioritaire gebieden I
en III is bij de opstelling van de specificaties in de eerste plaats aandacht
besteed aan deze twee prioritaire gebieden. Richtlijn 2010/40/EU is gebaseerd op een
benadering in twee fasen: § de Commissie is gemachtigd om door middel van gedelegeerde handelingen
in overeenstemming met artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking
van de Europese Unie (het VWEU) de nodige specificaties vast te stellen — met
inbegrip van functionele, technische en organisatorische specificaties of
specificaties inzake dienstverlening — om te zorgen voor compatibiliteit,
interoperabiliteit en continuïteit bij de invoering en het operationele gebruik
van ITS[4];
§ in een tweede fase dient de Commissie, uiterlijk twaalf maanden na de
vaststelling van de vereiste specificaties voor een prioritaire actie, in
voorkomend geval overeenkomstig artikel 294 van het VWEU bij het Europees
Parlement en de Raad een voorstel in betreffende het invoeren van die prioritaire
actie. De Commissie dient een effectbeoordeling uit te voeren, met inbegrip van
een kostenbatenanalyse van het voorstel[5]. Daartoe heeft de Commissie een werkprogramma[6]
vastgesteld waarin de werkzaamheden die in het kader van de ITS-richtlijn
zullen worden uitgevoerd, specifiek worden omschreven en naar prioriteit worden
gerangschikt (zie 2.1). Om overheidsinstanties en particuliere actoren bij
de uitvoering van Richtlijn 2010/40/EU te betrekken, wordt de Commissie
bijgestaan door het Europees ITS-comité, dat bestaat uit vertegenwoordigers van
de lidstaten, en door de Europese ITS-adviesgroep, die bestaat uit hoge
vertegenwoordigers van belanghebbenden op het gebied van ITS. Het is ook de taak van de Commissie richtsnoeren
vast te stellen voor de verslaglegging door de lidstaten[7] en
periodiek verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang. Naast de specifieke verplichtingen met betrekking
tot privacy, beveiliging en aansprakelijkheid[8],
treffen de lidstaten ook de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de
vastgestelde specificaties worden toegepast op ITS-toepassingen en ‑diensten
wanneer deze worden ingezet op hun grondgebied. Daarnaast streven de
lidstaten naar samenwerking op de prioritaire gebieden, voor zover er geen
specificaties zijn vastgesteld. De verslagleggingsverplichtingen voor de
lidstaten vloeien voort uit artikel 17 van Richtlijn 2010/40/EU. Het doel
van deze verplichtingen is meer te weten te komen over de verschillende
activiteiten en intenties van de lidstaten en deze activiteiten te bevorderen
door de toegevoegde waarde van ITS voor het vervoersbeleid in nationale
omgevingen beter te erkennen. Op grond van artikel 17, lid 4, van de
ITS-Richtlijn dient de Commissie om de drie jaar verslag uit te brengen aan het
Europees Parlement en de Raad over de voortgang bij de tenuitvoerlegging van de
richtlijn. Dit verslag dient vergezeld te gaan van een analyse van de werking
en tenuitvoerlegging van de artikelen 5 tot en met 11 en artikel 16, met
inbegrip van de ingezette en benodigde financiële middelen. In het verslag moet
ook worden beoordeeld of het nodig is de richtlijn te wijzigen, voor zover
passend. Bovendien moet de Commissie overeenkomstig artikel 12, lid 1, van deze
richtlijn uiterlijk zes maanden voor het einde van een termijn van vijf jaar na
27 augustus 2010 een verslag opstellen over de bevoegdheidsdelegatie. Met dit verslag wordt aan beide hierboven genoemde
verplichtingen voldaan. Het verslag gaat vergezeld van een werkdocument van de
diensten van de Commissie over het voortgangsverslag en de beoordeling van het
ITS-actieplan en van een werkdocument van de diensten van de Commissie over de
analyse van de verslagen van de lidstaten van 2011 (over nationale activiteiten
en projecten met betrekking tot de prioritaire gebieden) en 2012 (over de
voorgenomen nationale ITS-acties tijdens de daaropvolgende periode van vijf
jaar), ingediend overeenkomstig artikel 17, leden 1 en 2, van de
richtlijn. 1.2. Omzetting
van Richtlijn 2010/40/EU Overeenkomstig artikel 18 van de richtlijn
moesten de lidstaten vóór 27 februari 2012 de nodige wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen in werking doen treden om aan deze richtlijn te
voldoen en moeten zij de Commissie hiervan in kennis stellen. Op die datum hadden slechts zeven lidstaten hun
nationale omzettingsmaatregelen meegedeeld aan de Commissie. In diverse
lidstaten nam dit meer dan een jaar langer in beslag, en de laatste lidstaat
heeft zijn definitieve omzettingsmaatregel pas op 2 januari 2014 meegedeeld.
Tijdens vergaderingen van het ITS-comité hebben diverse lidstaten verklaard dat
dit erop wijst hoe moeilijk het wel is om de richtlijn om te zetten: ze bevat
immers erg weinig echt specifieke en onmiddellijk toepasselijke maatregelen die
dienen te worden omgezet; de richtlijn vormt eerder een kader dat het mogelijk
maakt verdere regelgeving vast te stellen. 2. Analyse van de
tenuitvoerlegging van Richtlijn 2010/40/EU 2.1. Werkprogramma
van de Commissie Zoals bepaald in artikel 17, lid 5, van
de ITS-richtlijn en in overeenstemming met het tijdschema dat is vastgesteld in
de richtlijn, stelde de Commissie een werkprogramma op, na het Europees
ITS-comité te hebben geraadpleegd. Dit programma bestrijkt de periode 2011-2015 en
biedt een algemeen jaarlijks overzicht van de voornaamste taken en activiteiten
die de Commissie tijdens deze periode moet verrichten met betrekking tot de
tenuitvoerlegging van de ITS-richtlijn. In het programma wordt vooral de nadruk
gelegd op de opstelling van specificaties met betrekking tot de zes prioritaire
acties en de geraamde datums voor de goedkeuring ervan. 2.2. Gedelegeerde
handelingen met betrekking tot specificaties 2.2.1. Methode De specificaties zijn opgesteld overeenkomstig het
Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese
Commissie[9] en de consensus over praktische regelingen voor de toepassing van
gedelegeerde handelingen[10]. De acties en taken die worden verricht ter
voorbereiding van de specificaties bestaan uit het volgende: - het verzamelen van bestaande input en
resultaten van Europese studies, onderzoeksprojecten, nationale
uitvoeringsprojecten, openbare raadplegingen, bestaande activiteiten in
verenigingen, input van belanghebbenden enz. - kostenbatenanalyse. - kloofanalyse en analyse van de behoeften
en mogelijke benaderingen, met name via openbare raadplegingen van de
Commissie, teneinde de meningen en standpunten van burgers, belanghebbenden en
lidstaten te weten te komen. - overleg met deskundigen van de lidstaten
en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over
ontwerpspecificaties. Het Europees Parlement en de Raad hebben alle relevante
documenten ontvangen tijdens de voorbereiding van gedelegeerde handelingen en
de deskundigen van het Parlement werden uitgenodigd om deel te nemen aan de
bijeenkomsten van deskundigen. - advies van de Europese ITS-adviesgroep
over ontwerpspecificaties. Bij deze voorbereidende werkzaamheden werd ook in
belangrijke mate geprofiteerd van verschillende acties, studies, workshops enz.
met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het ITS-actieplan (zie werkdocument
van de diensten van de Commissie over het voortgangsverslag en toetsing van het
ITS-actieplan). 2.2.2. Prioritaire
acties De zes prioritaire acties voor de ontwikkeling en
het gebruik van specificaties en normen zijn gedefinieerd in artikel 3 van
de ITS-richtlijn en in bijlage I bij die richtlijn. Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de
ITS-richtlijn moest de Commissie uiterlijk op 27 februari 2013 specificaties
vaststellen voor een of meer van de prioritaire acties. Bovendien bevat het
werkprogramma van de Commissie de volgende datums voor de vaststelling van
specificaties voor de eerste zes prioritaire acties: (a)
verlening voor de gehele Unie van multimodale
reisinformatiediensten: vierde kwartaal 2014; (b)
verlening voor de gehele Unie van
realtimeverkeersinformatiediensten: vierde kwartaal 2013; (c)
gegevens en procedures voor de verlening, waar
mogelijk, van minimale universele verkeersinformatie in verband met de
veiligheid op de weg die kosteloos is voor de gebruikers: vierde kwartaal 2012; (d)
geharmoniseerde voorziening in de gehele Unie van
een interoperabele eCall: vierde kwartaal 2012; (e)
verlening van informatiediensten voor veilige en
beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen: vierde
kwartaal 2012; (f)
verlening van reservatiediensten voor veilige en
beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen: vierde
kwartaal 2013. Vastgestelde specificaties De Commissie heeft voldaan aan de deadline van 27
februari 2013 door op 26 november 2012 een eerste reeks specificaties vast te
stellen voor prioritaire actie d), door middel van gedelegeerde
Verordening (EU) nr. 305/2013 wat de geharmoniseerde voorziening in de
gehele Unie van een interoperabele eCall betreft[11]. Bij
deze gedelegeerde verordening zijn de specificaties vastgesteld voor het
moderniseren van de alarmcentrale-infrastructuur die nodig is voor een adequate
ontvangst en behandeling van eCalls, teneinde de compatibiliteit,
interoperabiliteit en continuïteit van de geharmoniseerde eCall-dienst in de
gehele EU te garanderen. Voor prioritaire actie c) heeft de Commissie op 15
mei 2013 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 886/2013 vastgesteld met
betrekking tot de gegevens en procedures voor het aanbieden, waar mogelijk, van
minimale universele verkeersveiligheidsinformatie die kosteloos is voor de
gebruikers[12].
In deze verordening zijn de specificaties vastgesteld die nodig zijn om de
compatibiliteit, interoperabiliteit en continuïteit te waarborgen voor de
invoering en het operationele gebruik van de relevante gegevens en procedures
voor een welomschreven reeks verkeersveiligheidsincidenten. De gedelegeerde
verordening is zowel tot openbare als tot particuliere belanghebbenden gericht
en voorziet in de uitwisseling van veiligheidsgerelateerde gegevens zonder
extra kosten voor de eindgebruikers via een nationaal toegangspunt in een
gezamenlijk gestandaardiseerd formaat (DATEX[13]),
en draagt aldus bij tot de interoperabiliteit en voorspelbaarheid voor de
potentiële gebruikers van die gegevens. Het was evenwel niet mogelijk om binnen
het tijdsbestek voor de opstelling van deze specificaties gedetailleerde
kwaliteitseisen te specificeren; er is dan ook een taskforce opgericht,
bestaande uit openbare en particuliere belanghebbenden, die zich bezighoudt met
kwaliteitscriteria en methoden voor monitoring en beoordeling. Met betrekking tot prioritaire actie e) heeft de
Commissie op 15 mei 2013 Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 885/2013 met
betrekking tot het verstrekken van informatiediensten voor veilige en
beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen vastgesteld[14]. In
deze verordening worden de specificaties vastgesteld die nodig zijn om de
compatibiliteit, interoperabiliteit en continuïteit te garanderen bij de
invoering en het operationele gebruik van informatiediensten. De gedelegeerde
verordening is zowel tot openbare als tot particuliere belanghebbenden gericht
en definieert de nodige elementen om op geharmoniseerde wijze
informatiediensten te verlenen, met inbegrip van sommige geavanceerde veiligheidskenmerken
op het gebied van dynamische informatie. Net zoals voor prioritaire actie c)
zijn de kwaliteitseisen minimaal. Deze drie reeksen specificaties werden in nauwe
samenwerking met de lidstaten voorbereid in speciale vergaderingen van deskundigen[15]
waarop het Europees Parlement en de Europese Toezichthouder voor
gegevensbescherming werden uitgenodigd, en na raadpleging van de
belanghebbenden, met name via online openbare raadplegingen en workshops. De lopende werkzaamheden met betrekking tot de resterende
prioritaire acties Ter voorbereiding van de werkzaamheden met
betrekking tot specificaties voor prioritaire actie a) inzake multimodale
reisinformatiediensten voor de gehele Unie zijn al diverse initiatieven genomen
(de eerste Smart Mobility Challenge[16],
studies, workshops en openbare raadplegingen[17]).
Het doel is deze specificaties in 2015 vast te stellen. Parallel hiermee heeft
de Commissie de aanzet gegeven tot besprekingen[18] over
een eventueel initiatief inzake de toegang tot gegevens over multimodaal
vervoer, om in te spelen op de uitdaging om vervoersgegevens toegankelijk te
maken; dit heeft betrekking op alle vervoerswijzen en mobiliteitsdiensten. Deze
besprekingen hebben in een eerste fase geleid tot het werkdocument van de
diensten van de Commissie "Routekaart voor het verlenen van multimodale
reisinformatie-, plannings- en ticketverkoopdiensten in de gehele EU" in
juni 2014[19].
Dit zal waarschijnlijk uitmonden in een wetgevingsvoorstel betreffende toegang
tot multimodale reis- en verkeersgegevens, afhankelijk van de uitkomst van een
effectbeoordeling die in de loop van 2014 zal worden voltooid. Voor prioritaire actie b) inzake
realtimeverkeersinformatie in de gehele Unie heeft de Commissie reeds
verscheidene workshops en vergaderingen van deskundigen georganiseerd ter
voorbereiding van de specificaties. Het doel is deze specificaties tegen eind 2014
vast te stellen. Deze vertraging ten opzichte van het oorspronkelijk geraamde
tijdschema is gedeeltelijk te verklaren door de zeer grote reikwijdte van deze
specificaties, als vermeld in bijlage I bij de ITS-richtlijn, en door de
noodzaak te komen tot onderlinge overeenstemming tussen de lidstaten over het
toepassingsgebied van de specificaties. De specificaties zullen in de eerste
plaats betrekking hebben op de voorwaarden die
realtimeverkeersinformatiediensten mogelijk maken en houden dus veel meer
verband met de backoffice dan met de diensten zelf. Met betrekking tot specificaties voor prioritaire
actie f) inzake de invoering van reserveringsdiensten voor veilige en
beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen, heeft de
Commissie herhaaldelijk overleg gepleegd met deskundigen van de lidstaten en de
belangrijkste belanghebbenden. Uit dit overleg kwam naar voren dat er sprake is
van een gering aantal parkeerplaatsen die reserveringsdiensten kunnen aanbieden
in 2014 (slechts 2 % van de parkeerplaatsen), en dat er momenteel dan ook
geen behoefte was aan specificaties en normen inzake de reservering van
parkeerplaatsen. Verdere ontwikkelingen zullen evenwel worden gevolgd en zo
nodig zal deze kwestie opnieuw worden behandeld in dit perspectief. Indien
normaliseringswerkzaamheden nodig zijn, dan kunnen deze worden overwogen in de
bredere context van het toekomstige e-Freightinitiatief. 2.2.3. Andere acties op de prioritaire gebieden en daarbuiten Zoals voorgeschreven in artikel 6 van de
ITS-richtlijn, dient de Commissie specificaties vast te stellen voor andere
acties op prioritaire gebieden die zijn opgenomen in de lijst in bijlage I bij
de ITS-richtlijn zodra de vereiste specificaties voor de prioritaire acties
zijn vastgesteld. Zoals uiteengezet in het werkdocument van de diensten van de
Commissie over het voortgangsverslag en de toetsing van het ITS-actieplan, zijn
de werkzaamheden gestart op het gebied van coöperatieve systemen, op
basis van onderzoeksprojecten en tal van raadplegingen van belanghebbenden,
waaronder het Europees ITS-comité en de ITS-adviesgroep. Het doel is
hinderpalen en bevorderlijke omstandigheden te evalueren en na te gaan hoe de
Commissie het gebruik van dergelijke systemen in de Unie kan aanmoedigen.
Voorts zijn voorbereidende studies uitgevoerd met het doel om open toegang te
bevorderen voor ITS-diensten (open platform aan boord van voertuigen).
Bovendien zijn er aanwijzingen dat nieuwe werkterreinen voor specificaties (bv.
crowdsourcing voor vervoersgegevens, geautomatiseerd rijden) verder zouden
kunnen worden geëxploreerd, teneinde de praktische toepassing van intelligente
vervoerssystemen te verbeteren. 2.3. Voorstellen inzake invoering 2.3.1. De
interoperabele eCall in de gehele EU (prioritaire actie d) Naast de aanbevelingen aan de lidstaten die
gericht waren op de ondersteuning van de verzending van eCalls door operators
van mobiele netwerken[20] en de specificaties[21] met eisen voor het moderniseren van de alarmcentrale-infrastructuur,
heeft de Commissie op 13 mei 2013 twee wetgevingsvoorstellen vastgesteld: één
voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de invoering
van een interoperabele eCall in de hele EU[22]; het tweede voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad
inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het eCall-boordsysteem en
houdende wijziging van Richtlijn 2007/46/EG[23]. Het voorstel voor een besluit werd door de medewetgevers
op 25 mei 2014 goedgekeurd en vervolgens in het Publicatieblad bekendgemaakt[24]. Overeenkomstig de bepalingen van dit besluit moeten alarmcentrales in
de hele Unie operationeel worden gemaakt, uiterlijk 6 maanden voor de datum van
inwerkingtreding van de typegoedkeuringsvoorschriften voor het
eCall-boordsysteem en in geen geval later dan 1 oktober 2017. In dit besluit is
uitdrukkelijk vermeld dat elke lidstaat het recht heeft om zijn eigen
noodhulpdiensten te organiseren op de meest kosteneffectieve manier en op een
wijze die is afgestemd op zijn behoeften. Het wetgevingsproces met betrekking tot het
voorstel voor typegoedkeuringsvoorschriften voor het eCall-boordsysteem is nog
lopende. 2.3.2. Andere prioritaire
acties (c en e) Sommige lidstaten hebben onlangs een zeer actieve
rol gespeeld bij de invoering van diensten in verband met prioritaire acties c)
inzake verkeersveiligheidsgerelateerde informatie en e) inzake
informatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens.
In tijden van schaarse financiële middelen leek het echter redelijker, alvorens
een algemene invoeringsverplichting vast te stellen, om eerst ontwikkelingen te
ondersteunen die volgden op de vaststelling van de specificaties, via
monitoring en uitwisseling van beste tenuitvoerleggingspraktijken tussen de
lidstaten en via de meest recente oproep voor het indienen van voorstellen voor
de trans-Europese vervoersnetwerken (TEN-T) en de toekomstige oproepen voor de
Connecting Europe Facility. Na lessen te hebben getrokken uit deze eerste
inspanningen en voort te hebben gebouwd op de beste praktijken, zal de behoefte
aan wetgevingsvoorstellen inzake verplichte invoering in een later stadium
worden beoordeeld. 2.4. Normen Sinds de vaststelling van de ITS-richtlijn zijn
verscheidene normaliseringsactiviteiten met betrekking tot de prioritaire
gebieden opgestart of reeds voltooid. De eCall-normen in Gedelegeerde Verordening (EU)
nr. 305/2013 zijn vastgesteld. In het kader van het Europees Comité voor
Normalisering zal CEN/TS 16454 over "eCall end to end conformance
testing" naar verwachting een volledige CEN-norm worden vóór het einde van
2014. Een kleine herziening van deze normen met het oog op de integratie van de
resultaten van de HeERO-proefprojecten[25]
zal zeer waarschijnlijk ook worden afgerond vóór het einde van 2014. De uitvoering van het normaliseringsmandaat M/453
betreffende coöperatieve systemen is goed gevorderd. Zowel het CEN (TC 278 WG16)
als het Europees Instituut voor telecommunicatienormen (ETSI) (TC ITS), maar
ook andere normaliseringsorganisaties, hebben voorzien in normen die relevant
zijn voor coöperatieve ITS, binnen de werkingssfeer van mandaat M/453. In het
kader van het normaliseringsproces wordt de toepassing van de bestaande normen
permanent geëvalueerd in de relevante technische comités en werkgroepen van het
CEN, ISO, SAE, IEEE en ETSI[26].
De normaliseringswerkzaamheden op het gebied van ITS vinden ook baat bij de
internationale samenwerking van de Europese Unie met de Verenigde Staten van
Amerika en andere partners die werken aan de wereldwijde harmonisatie van
ITS-normen. Deze samenwerking heeft tot gevolg dat de normen sneller worden
vastgesteld en ITS sneller wordt toegepast. Er zijn aanvullende behoeften op het gebied van
normalisering vastgesteld die binnen de werkingssfeer van de richtlijn vallen.
Het gaat onder meer over de toepassing van eCall in voertuigen van andere
categorieën dan M1 en N1; richtsnoeren inzake certificering van (aftermarket)
eCall-systemen; de voltooiing van mandaat M/453; een open architectuur voor een
platform aan boord van voertuigen; de integratie van nauwkeurige gegevens over
(openbare) wegen in digitale kaarten; de veilige integratie en werking van
nomadische apparaten; en ITS in de stad. Deze zijn alle toegevoegd aan het
voortschrijdend plan van de Commissie voor ICT-normalisering voor het jaar 2013[27], met
het oog op mogelijke toekomstige normaliseringsmandaten. 2.5. Niet-bindende maatregelen 2.5.1. Richtsnoeren
inzake verslaglegging door de lidstaten Zoals voorgeschreven in artikel 17 van de
ITS-richtlijn, heeft de Commissie op 13 juli 2011 richtsnoeren vastgesteld voor
de verslaglegging door de lidstaten uit hoofde van Richtlijn 2010/40/EU[28]. 2.5.2. Richtsnoeren
voor ITS in de stad Deze richtsnoeren zijn opgesteld in het kader van
het ITS-actieplan (zie werkdocument van de diensten van de Commissie over het
voortgangsverslag en de toetsing van het ITS-actieplan). Deze richtsnoeren
hebben de bewustmaking rond ITS in de stad vergroot en bijgedragen tot het
werkdocument van de diensten van de Commissie "Slimme vervoerssystemen
mobiliseren voor steden in de EU"[29],
dat deel uitmaakt van het op 17 december 2013 goedgekeurde pakket stedelijke
mobiliteit[30]. 2.6. Regels inzake de bescherming van persoonsgegevens Relevante bepalingen met betrekking tot de
bescherming van persoonsgegevens, beveiliging en regels inzake het hergebruik
van informatie zijn opgenomen in alle vastgestelde specificaties. Deze zijn
gebaseerd op een voorbereidende studie[31] waarvoor opdracht is gegeven in het kader van het ITS-actieplan[32] en zijn in overeenstemming met artikel 10 van de ITS-richtlijn.
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is systematisch uitgenodigd
voor vergaderingen van deskundigen van de lidstaten ter voorbereiding van de
specificaties; er werd rekening gehouden met zijn adviezen over het definitieve
ontwerp van de specificaties. Dit is eveneens het geval voor alle toekomstige
specificaties en voorstellen. 2.7. Aansprakelijkheid Relevante bepalingen met betrekking tot aansprakelijkheidsregels
zijn opgenomen in alle vastgestelde specificaties. Deze zijn gebaseerd op een
voorbereidende studie[33] in het kader van het ITS-actieplan en zijn in overeenstemming met
artikel 11 van de ITS-richtlijn. Dit is eveneens het geval voor alle toekomstige
specificaties en voorstellen. 2.8. Informatieverstrekking
door de lidstaten 2.8.1. Verslag
over nationale activiteiten en projecten met betrekking tot de prioritaire
gebieden Volgens artikel 17, lid 1, van de
ITS-richtlijn moesten de lidstaten uiterlijk op 27 augustus 2011 bij de
Commissie een verslag indienen over hun nationale activiteiten en projecten met
betrekking tot de prioritaire gebieden die zijn opgesomd in artikel 2 van
deze richtlijn. In deze verslagen wordt voor de vier prioritaire
gebieden van de ITS-richtlijn een eerste overzicht gegeven van de
tenuitvoerlegging in de hele Unie. De verslagen uit 2011 zijn geanalyseerd in het
werkdocument van de diensten van de Commissie "Analyse van de verslagen
van de lidstaten", dat bij dit verslag is gevoegd. Overeenkomstig artikel 17, lid 3, van de
ITS-richtlijn moeten de lidstaten uiterlijk op 27 augustus 2014 verslag
uitbrengen over de vooruitgang die sinds het verslag van 2011 is geboekt. 2.8.2. Informatie
over de voorgenomen nationale ITS-acties tijdens de volgende periode van vijf
jaar Volgens artikel 17, lid 2, van de
ITS-richtlijn moesten de lidstaten de Commissie uiterlijk op 27 augustus 2012
informatie verstrekken over de voorgenomen nationale ITS-acties tijdens de
volgende periode van vijf jaar. De verslagen uit 2012 zijn geanalyseerd in het
werkdocument van de diensten van de Commissie "Analyse van de verslagen
van de lidstaten", dat bij dit verslag is gevoegd. Voor de eerste maal sedert de vaststelling van
Richtlijn 2010/40/EU worden in deze verslagen de voornemens van de lidstaten
beschreven met betrekking tot de invoering van ITS op hun grondgebied in de
komende vijf jaar. Uit de verslagen blijkt een grote belangstelling en een
sterke bereidheid van de lidstaten om de invoering van ITS in heel Europa te
bevorderen teneinde de continuïteit van de dienstverlening en intelligentere
mobiliteit te ondersteunen; de verslagen wijzen ook op een duidelijke trend
naar verdere betrokkenheid op het gebied van informatiediensten. Zoals reeds aangetoond in de nationale verslagen
van 2011 hebben de lidstaten geïnvesteerd en meegedeeld dat zij zullen blijven
investeren in prioritaire gebieden I "optimaal gebruik van weg-, verkeers-
en reisgegevens" en II "Continuïteit van ITS-diensten voor verkeers-
en vrachtbeheer" (nadere informatie in het werkdocument van de diensten
van de Commissie "Analyse van de verslagen van de lidstaten")[34].
Specificaties op deze gebieden helpen zeker om de interoperabiliteit en
continuïteit van de reeds ingevoerde en toekomstige diensten te garanderen;
voorts moet bijzondere aandacht worden besteed aan compatibiliteit met
bestaande toepassingen. De activiteiten in verband met prioritair gebied
III "ITS-toepassingen voor verkeersveiligheid en -beveiliging" lijken
eerder beperkt en vooral gericht op enkele specifieke acties (bv. eCall,
informatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor
vrachtwagens) die thans baat vinden bij de aangenomen specificaties. Hoewel het potentieel van prioritair gebied IV
"Koppeling van het voertuig aan de vervoersinfrastructuur" om bij te
dragen tot de verbetering van de verkeersveiligheid en vermindering van
verkeerscongestie door de lidstaten wordt erkend, bevinden de activiteiten zich
nog steeds in de onderzoeks-/test-/proeffase. Verscheidene lidstaten hebben
specifieke plannen voor proefprojecten, maar veel belanghebbenden wachten af
tot er duidelijke bedrijfsmodellen zijn voor de grootschalige invoering van
coöperatieve ITS-diensten en tot de benodigde minimale penetratiegraad van
uitgeruste voertuigen of infrastructuurdekking een feit is. Om dit probleem op
te lossen is overleg nodig tussen alle betrokken belanghebbenden met betrekking
tot meer dan alleen maar de vaststelling van specificaties of de financiële
steun voor proefprojecten. 2.9. Europese ITS-adviesgroep Overeenkomstig artikel 16 van de richtlijn moest
de Commissie een Europese ITS-adviesgroep oprichten die haar adviseert over de
zakelijke en technische aspecten van de invoering en het gebruik van ITS in de
Unie. De groep dient te bestaan uit vertegenwoordigers op hoog niveau van
belanghebbende ITS-dienstenaanbieders, verenigingen van gebruikers,
vervoersondernemers en infrastructuurexploitanten, fabrikanten, sociale
partners, beroepsverenigingen, lokale overheden en andere relevante fora. De Europese ITS-adviesgroep werd opgericht bij een
besluit van de Commissie op 4 mei 2011[35]
en de leden ervan zijn benoemd op 27 januari 2012, na een openbare oproep tot
het indienen van sollicitaties[36]. De eerste vergadering vond plaats op 23 maart 2012
en de tweede op 26 februari 2013. Deze vergaderingen vormden de gelegenheid om
actuele ITS-kwesties met de belanghebbenden te bespreken, met name de
strategieën betreffende de noodzakelijke voorwaarden voor
realtimeverkeersinformatiediensten, toegang tot vervoersgegevens en de
invoering van coöperatieve systemen. De vergaderingen hielpen ook om met de
belanghebbenden een gemeenschappelijke visie op de invoering van coöperatieve
systemen te delen, met name met een voorgesteld platform om alle belanghebbenden
erbij te betrekken en alle initiatieven te verzamelen, teneinde een
gefragmenteerde lappendeken te voorkomen en te zorgen voor interoperabiliteit
van diensten, systemen en technologieën. De Commissie heeft de leden van de Europese
ITS-adviesgroep systematisch verzocht schriftelijk advies te geven over de
zakelijke en technische aspecten van de ontwerpspecificaties. Dit heeft
waardevolle opmerkingen opgeleverd met het oog op de definitieve opstelling van
de specificaties. Het voornaamste resultaat van deze bijeenkomsten
is ter beschikking gesteld van het Europees ITS-comité, zoals vereist bij de
ITS-richtlijn. 3. Doeltreffendheid
en geschiktheid van Richtlijn 2010/40/EU en delegatie van bevoegdheid 3.1. Diverse
configuraties De ITS-richtlijn voorziet in een kader voor de
snelle vaststelling van specificaties via gedelegeerde handelingen die door de
Commissie worden vastgesteld. Deze aanpak heeft een vlotte vaststelling van
specificaties mogelijk gemaakt voor de eerste drie prioritaire acties inzake verkeersveiligheidsgerelateerde
informatiediensten (c), eCall (d) en informatiediensten voor parkeerplaatsen
voor vrachtwagens (e). Niettemin varieert de context waarin deze
specificaties zijn vastgesteld sterk van de ene actie tot de andere, met name
afhankelijk van de voortgang van de Europese en nationale acties en publieke of
particuliere initiatieven op deze gebieden. Voor eCall waren de beginselen van het initiatief
al gedefinieerd in de mededeling van de Commissie "eCall: tijd voor
implementatie"[37];
voort is ook al een mededeling[38]
aan de lidstaten opgesteld die gericht is tot exploitanten van mobiele
netwerken. Bovendien bestonden er al normen op het ogenblik dat het eerste
ontwerp van de specificaties ter bespreking werd voorgesteld aan deskundigen van
de lidstaten. Op basis van deze normen waren ook al proefprojecten opgestart.
De ITS-richtlijn heeft dus gediend ter aanvulling van de aanpak en de lopende
initiatieven, en vulde een lacune voor wat noodoproepcentrales — ook bekend als
alarmcentrales — betreft. De situatie was zeer verschillend voor
verkeersveiligheidsgerelateerde minimuminformatie en informatiediensten voor
parkeerplaatsen voor vrachtwagens. Er waren geen specifieke normen waarop de
specificaties konden worden gebaseerd, hoewel de normen DATEX II, TPEG en RDS
TMC[39]
als referentie hebben gediend voor bepaalde aspecten. Bovendien waren er reeds
uiteenlopende diensten actief in de lidstaten. Deze algemene situatie heeft ook
vragen doen rijzen met betrekking tot de voorwaarden voor de toepassing van de
op stapel staande specificaties op reeds bestaande diensten. Ondanks de
relatief beperkte werkingssfeer van deze twee maatregelen is het toch mogelijk
specificaties vast te stellen op betrekkelijk korte termijn, met inbegrip van
de noodzakelijke gerichte raadpleging van belanghebbenden. De uitdaging blijkt groter te zijn voor de twee
resterende prioritaire acties: de verlening voor de gehele Unie van multimodale
reisinformatiediensten (a); en de verlening voor de gehele Unie van
realtimeverkeersinformatiediensten (b). De belangrijkste redenen hiervoor zijn
het ruimere toepassingsgebied van deze acties en het grotere aantal betrokken
partijen. Hetzelfde geldt voor andere acties waarvoor een bredere aanpak nodig
kan zijn, die verder reikt dan de loutere vaststelling van specificaties. 3.2. Uitoefening
van de bevoegdheidsdelegatie Politieke bekrachtiging door de lidstaten Uit eCall zijn lessen getrokken over de nuances
die kunnen bestaan tussen de specificatiewerkzaamheden die met nationale
deskundigen worden uitgevoerd en de politieke controle door de Raad nadat de
specificaties door de Commissie zijn vastgesteld. Hoewel de inhoud van de
eCall-specificaties op vrijwel unanieme steun kon rekenen op deskundigenniveau,
hebben zeven lidstaten in de Raad bezwaar aangetekend; aangezien deze zeven
stemmen geen gekwalificeerde meerderheid vormden, heeft de Raad echter geen
bezwaar gemaakt. De redenen die door sommige van deze zeven lidstaten werden
gegeven, hadden niet altijd te maken met de specificaties in strikte zin, maar
met het eCall-initiatief in zijn geheel, met name de financiering van de
toekomstige verplichte invoering van deze dienst, of kwesties in verband met
het eCall-onderdeel aan boord van voertuigen. Vragen bij de reikwijdte van de bevoegdheidsdelegatie Overeenkomstig artikel 290 van het VWEU verschaft
de ITS-richtlijn de Commissie de bevoegdheid om niet-wetgevingshandelingen van
algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde
niet-essentiële onderdelen van een wetgevingshandeling. Twee lidstaten hebben schriftelijk vragen gesteld
bij de geldigheid van de delegatie van de bevoegdheid om de lidstaten te
verplichten bestaande diensten te upgraden teneinde te voldoen aan de
specificaties die zijn vastgesteld in het kader van de ITS-richtlijn. Zij waren
van mening dat een dergelijke verplichting in tegenspraak was met het recht van
de lidstaten om zelf over de eigen invoering te beslissen, zoals vermeld in
artikel 5, lid 1, van de ITS-richtlijn. Op 18 december 2013 heeft een
van deze twee lidstaten gedelegeerde verordeningen (EU) nr. 885/2013
(informatiediensten voor parkeerplaatsen voor vrachtwagens) en (EU) nr. 886/2013
(minimale universele verkeersveiligheidsgerelateerde informatiediensten)
voorgelegd aan het Gerecht van de Europese Unie. Zij heeft verzocht om
nietigverklaring van deze twee gedelegeerde verordeningen omdat zij de grenzen
van de in Richtlijn 2010/40/EU vastgestelde bevoegdheidsdelegatie zouden overschrijden
en derhalve in strijd zijn met artikel 290 van het VWEU. Ontoereikendheid van de verticale benadering In de ITS-richtlijn worden zes prioritaire acties
geïdentificeerd waarvoor specificaties moeten worden vastgesteld. De eerste
drie vastgestelde specificaties hebben betrekking op relatief verschillende en
afzonderlijke domeinen, maar de overige prioritaire acties hebben betrekking op
gemeenschappelijke kwesties, bijv. gemeenschappelijke types gegevens die moeten
gespecificeerd, gemeenschappelijke kwesties in verband met toegang tot en
beschikbaarheid van gegevens, gegevensbescherming en aansprakelijkheid. De uit
de ITS-richtlijn voortvloeiende verticale benadering kan dan voor sommige van
deze kwesties worden aangevuld met een meer horizontale aanpak. Dit kan
bijvoorbeeld het geval zijn voor multimodale reis- en
verkeersinformatiediensten in realtime of voor horizontale maatregelen inzake
privacy en gegevensbescherming. Zoals hierboven reeds vermeld, vergen sommige van
de andere acties (bv. coöperatieve systemen) een bredere benadering om rekening
te houden met de diverse problemen (financiering, normalisering, betere
coördinatie van belanghebbenden, governance van de uitrol enz.) die verder
reiken dan het toepassingsgebied van mogelijke specificaties. Datum waarop de bevoegdheidsdelegatie
verstrijkt De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te
stellen is aan de Commissie verleend tot en met 27 augustus 2017. Het
vaststellen van specificaties was en is nog steeds een efficiënt en flexibel
instrument om definitieve specificaties op te stellen voor alle zes prioritaire
acties, maar dit instrument kan alleen worden gebruikt voor de andere in
bijlage I bij de ITS-richtlijn vermelde acties als deze termijn wordt verlengd. 3.3. Follow-up van specificaties In het kader van de HeERO[40]-proefprojecten
en het Europees platform voor de implementatie van eCall[41] is
overleg gepleegd over de tenuitvoerlegging van de gedelegeerde verordening
inzake eCall. Voor de andere vastgestelde specificaties is de behoefte ontstaan
aan een betere structuur voor de follow-up van de uitvoering van specificaties
voor verkeersveiligheidsgerelateerde informatiediensten (c) en informatie over
parkeerplaatsen voor vrachtwagens (e) door de lidstaten. Daarom heeft de Commissie in oktober 2013 en
januari 2014 vergaderingen georganiseerd met deskundigen van de lidstaten. Zij
is voornemens deze dialoog voort te zetten en verder te ontwikkelen, met name
door middel van een specifiek samenwerkingsplatform (wik-ITS) om een
gemeenschappelijke interpretatie van de specificaties en de uitwisseling van beste
praktijken te ondersteunen en om veelgestelde vragen uit te wisselen. Steun voor de uitvoering van de specificaties zal
ook worden verleend door middel van financiering in het kader van de Connecting
Europe Facility en Horizon 2020 en door middel van lopende
initiatieven/platforms van belanghebbenden, zoals het Europese platform voor de
implementatie van eCall, de iMobility Forum Working Group on SafeApps,
TISA-richtsnoeren voor het integreren van veiligheidsgebeurtenissen in
DATEX/TPEG/RDS-normen, het Europees ITS-platform (het Europees project dat is
gefinancierd in het kader van de TEN-T-oproep voor 2012) inzake
DATEX-knooppunten/nationale toegangspunten en de kwaliteit van SRTI enz[42]. Deze follow-upmaatregelen zullen ook helpen bij de
beoordeling van de behoefte aan eventuele voorstellen voor de uitrol van het
systeem in de nabije toekomst. 4. Ingezette
en benodigde financiële middelen De vastgestelde specificaties zijn van tamelijk
recente datum, dus de ingezette en benodigde financiële middelen zijn gebaseerd
op een raming van de noodzakelijke verbetering van de bestaande diensten en de
waarschijnlijke uitrol ervan in de lidstaten. In de aan de uitrol voorafgaande
eCall-proefprojecten HeERO I en II is in totaal 9,4 miljoen euro en 4,3 miljoen
euro geïnvesteerd (waarvan 4,7 miljoen euro en 2,1 miljoen euro aan
financiering door de Europese Unie) in het kader van het programma voor
concurrentievermogen en innovatie (CIP); deze proefprojecten waren niet beperkt
tot de loutere tenuitvoerlegging van de specificaties. Er zal aanvullende
financiering nodig zijn om de alarmcentrale-infrastructuur te upgraden in alle
lidstaten, zoals geraamd in bijlage XIV van de effectbeoordeling voor eCall[43]. Prioritaire actie c), het verzamelen van
aanvullende gegevens die nodig zijn voor het verlenen van de dienst
verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersinformatie, vergt een startinvestering
(bijv. voor sensoren, CCTV, weerstations, 112-verslagen of gebruikersverslagen,
particuliere aanbieders/gegevens van rijdende auto’s) en brengt nadien ook
kosten met zich mee voor onderhoud, exploitatie en vervanging. Afhankelijk van
diverse parameters (bv. de lengte van het uitgeruste net, de dichtheid en het
type van de apparatuur, de methode en technologie voor gegevensverzameling,
reeds bestaande apparatuur en gegevens), kunnen de kosten van het verzamelen
van aanvullende gegevens sterk variëren van lidstaat tot lidstaat, zelfs met
een factor 10 tussen lage en hoge ramingen van de kosten. Geschat wordt dat de
exploitatie van de informatiedienst gemiddeld 1,4 miljoen euro per jaar kost
voor een lidstaat die op dit ogenblik helemaal niet over een dergelijke dienst
beschikt[44]. Met betrekking tot prioritaire actie e) bedragen
de kosten die exploitanten van vrachtwagenparkeerplaatsen en overheidsinstanties
in de hele EU moeten maken om de gemeenschappelijke specificaties (bepaling van
statische gegevens, tenuitvoerlegging, beheer van een statische databank en
kosten voor vervoersondernemers) ten uitvoer te leggen, naar schatting 4
miljoen euro per jaar. Dynamische informatie zal waarschijnlijk worden ingezet
op een beperkt aantal prioritaire gebieden (zones met een gemiddelde van 10
parkeerplaatsen), waarbij de kosten per prioritair gebied worden geraamd op
ongeveer 2 miljoen euro voor de initiële investeringen en 0,2 miljoen euro voor
jaarlijkse exploitatie, onderhoud en afschrijvingen[45]. De laatste TEN-T-oproep tot het indienen van
voorstellen, die in december 2013 werd gedaan, bood de mogelijkheid om
projecten te ondersteunen die binnen het toepassingsgebied van de ITS-richtlijn
vallen. Van bijzonder belang zijn projecten voor de invoering van de
ITS-kerndiensten langs Europese corridors, en studies die ook reële proeven en
aan de invoering voorafgaande voorbereidingen omvatten, bijv. voor coöperatieve
systemen en upgrades van eCall-alarmcentrales. Deze mogelijkheid zal ook worden
geboden in het kader van de komende oproepen voor de Connecting Europe
Facility, waarmee in 2014 wordt gestart. De normaliseringswerkzaamheden zijn tot nu toe
ondersteund in het kader van de EU-begroting ten bedrage van 165 000 euro
voor eCall en 1,338 miljoen euro voor coöperatieve systemen in het kader van
het M/453-normaliseringsmandaat. Voor de voorbereiding en het onderhoud van de
DATEX-specificaties is geput uit diverse financieringsbronnen (studie,
subsidies, projecten in het kader van de TEN-T-programma's), voor een totaal
bedrag van naar schatting 1,4 miljoen euro. Er zullen extra financiële middelen nodig zijn -
waarvoor nog geen raming is opgesteld - voor de andere normaliseringspunten in
het voortschrijdend plan voor ICT-normalisering. 5. Conclusie Tot dusver is de ITS-richtlijn een efficiënt
instrument gebleken voor de snelle vaststelling van gemeenschappelijke
specificaties voor de eerste drie prioritaire acties. De werkzaamheden betreffende de specificaties voor
de resterende twee prioritaire acties (realtimeverkeersinformatiediensten voor
de gehele EU en multimodale reisinformatiediensten in de gehele EU) zullen
plaatsvinden vóór het einde van het werkprogramma in 2015. Wat
reservatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens
en bedrijfsvoertuigen betreft, is in de nabije toekomst geen verdere actie
nodig. Rekening houdend met de opkomst van nieuwe
langetermijntendensen, die ook worden vermeld in het werkdocument van de
diensten van de Commissie bij het voortgangsverslag en de herziening van het
ITS-actieplan (bijv. het gebruik van crowdsourcing voor vervoersgegevens,
gedeeltelijk geautomatiseerd rijden, de invoering van coöperatieve systemen),
en de eventuele noodzaak om nieuwe prioriteiten vast te stellen die verder
reiken dan de zes prioritaire acties en vier prioritaire gebieden die momenteel
zijn vastgesteld, bovenop de belangrijke elementen die vermeld zijn in bijlage
I bij de ITS-richtlijn, lijkt het noodzakelijk in een eerste fase voorrang te
geven aan de resterende acties die aan bod komen binnen de huidige
werkingssfeer van de ITS-richtlijn en het ITS-actieplan. In een tweede fase zal
moeten worden nagedacht over en zullen voorbereidingen moeten worden getroffen
voor een mogelijke herziening van de ITS-richtlijn en het ondersteunende
ITS-actieplan, rekening houdend met de constante technische ontwikkeling van
ITS en voortbouwend op de conclusies van het werkdocument van de diensten van
de Commissie over het voortgangsverslag en de toetsing van het ITS-actieplan. [1] PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1. [2]
http://ec.europa.eu/transport/themes/its/road/action_plan/ecall_en.htm. [3] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:52008DC0886:NL:NOT. [4] Artikel 3 van de ITS-richtlijn. [5] Artikel 6 van de ITS-richtlijn. [6] Het werkprogramma voor de tenuitvoerlegging van
Richtlijn 2010/40/EU is op 15 februari 2011 door de Commissie vastgesteld (C(2011)
289 definitief) http://ec.europa.eu/transport/themes/its/road/action_plan/doc/c_2011_0289_en.pdf. [7] Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 13 juli 2011
houdende vaststelling van richtsnoeren voor de verslaglegging door de lidstaten
uit hoofde van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad, PB L
193 van 23.7.2011, blz. 48. [8] Zie de artikelen 10 en 11 van de ITS-richtlijn. [9] PB L 304 van 20.11.2010, blz. 47. [10] http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/sefcovic/documents/common_understating_on_delegated_acts.pdf. [11] PB L 91 van 3.4.2013, blz. 1. [12] PB L 247 van 18.9.2013, blz. 6. [13] DATEX: Europese technische specificatie voor modellering
en uitwisseling van ITS-gerelateerde informatie. [14] PB L 247 van 18.9.2013, blz. 1. [15] http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm?do=groupDetail.groupDetail&groupID=1941. [16] 1ste Smart Mobility Challenge:
http://ec.europa.eu/transport/its/multimodal-planners/index_en.htm. [17] http://ec.europa.eu/transport/themes/its/road/action_plan/promotion_multimodal_planners_en.htm. [18] http://ec.europa.eu/transport/themes/its/events/2013-11-15-towards-eu-wide-multimodal-travel-planning_en.htm. [19] SWD(2014) 194 final. [20] C(2011) 6269 definitief. [21] Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013. [22] COM(2013) 315 final. [23] COM(2013) 316 final. [24] PB L 164 van 3.6.2014, blz. 6. [25] Voor meer informatie over de HeERO-projecten, zie
www.heero-pilot.eu. [26] CEN: Europees Comité voor Normalisering; ISO:
Internationale Organisatie voor Normalisering;
SAE: Society of Automotive Engineers; IEEE: Institute of Electrical and
Electronics Engineers;
ETSI: European Telecommunications Standards Institute. [27] http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/ict/standards/work-programme/index_en.htm. [28] PB L 193 van 23.7.2011, blz. 48. [29] http://ec.europa.eu/transport/themes/urban/doc/ump/swd(2013)527-communication.pdf. [30] http://europa.eu/rapid/press-release_IP-13-1255_nl.htm. [31] http://ec.europa.eu/transport/themes/its/studies/its_en.htm. [32] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:52008DC0886:NL:NOT. [33] http://ec.europa.eu/transport/themes/its/studies/its_en.htm. [34] SWD(2014) 319. [35] http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:32011D0505(01):NL:NOT. [36] http://ec.europa.eu/transport/themes/its/road/action_plan/call_application_eiag_en.htm De
lijst van de deelnemers en de notulen van de vergaderingen zijn te vinden in
het register van deskundigengroepen van de Commissie. http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm?do=groupDetail.groupDetail&groupID=2736. [37] COM(2009) 434 definitief. [38] Aanbeveling 2011/750/EU van de Commissie van 8 september 2011
ter ondersteuning van een EU-wijde eCall-dienst in
elektronischecommunicatienetwerken voor de transmissie van op 112 gebaseerde
noodoproepen uit voertuigen ("eCalls") - PB L 303 van 22.11.2011,
blz. 46. [39] TPEG: Specificaties van de Transport Protocol Experts
Group, die een methode bieden voor het verzenden van informatie over
multimodaal verkeer en reizen; RDS: Radio Data System; TMC: Traffic Message
Channel. [40] http://www.heero-pilot.eu. [41] http://www.imobilitysupport.eu/imobility-forum/governance-structure/european-ecall-implementation-platform-eeip. [42] TISA: Traveller Information Services Association; SRTI:
minimale universele verkeersinformatie in verband met de veiligheid op de weg. [43] http://ec.europa.eu/smart-regulation/impact/ia_carried_out/docs/ia_2011/sec_2011_1019_en.pdf. [44] Meer informatie over de kosten in de studie over
prioritaire actie c — Gratis verkeersinformatie — Eindverslag
http://ec.europa.eu/transport/themes/its/studies/its_en.htm. [45] Meer informatie over de kosten in de studie over
prioritaire acties E en F - Informatie- en reserveringsdiensten voor veilige en
beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen -
Eindverslag http://ec.europa.eu/transport/themes/its/studies/its_en.htm.