VERSLAG VAN DE COMMISSIE OVER DE WERKING VAN DE COMITÉS IN 2013 /* COM/2014/0572 final */
VERSLAG
VAN DE COMMISSIE OVER DE
WERKING VAN DE COMITÉS IN 2013 Overeenkomstig
artikel 10, lid 2, van Verordening (EU) nr. 182/2011 tot vaststelling van de
algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop
de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie
controleren[1] (de
"comitologieverordening"), presenteert de Commissie hierbij het
jaarverslag over de werking van de comités in 2013. Dit verslag
bevat een overzicht van de ontwikkelingen in het comitologiesysteem in 2013 en
een samenvatting van de activiteiten van de comités. Het gaat vergezeld van een
begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie met gedetailleerde
statistieken over de werkzaamheden van de afzonderlijke comités. 1. Overzicht van de
ontwikkelingen in het comitologiesysteem in 2013 1.1 Algemene ontwikkeling Zoals beschreven
in het verslag over 2012[2], zijn
alle in het “oude” comitologiebesluit[3] vastgelegde
comitologieprocedures, met uitzondering van de regelgevingsprocedure met
toetsing (RPT), automatisch aangepast aan de nieuwe comitologieprocedures
waarin de comitologieverordening voorziet. In 2013 hebben
de comitologiecomités bijgevolg gewerkt volgens de in de comitologieverordening
vastgelegde procedures, met name de raadplegingsprocedure (artikel 4) en
de onderzoeksprocedure (artikel 5), alsook volgens de in artikel 5 bis van
het comitologiebesluit vastgelegde regelgevingsprocedure met toetsing (RPT). Overeenkomstig
de verklaring[4] bij de
vaststelling van de comitologieverordening dat alle bepalingen betreffende de
regelgevingsprocedure met toetsing in bestaande basisbesluiten zouden worden
aangepast aan de criteria van het Verdrag, heeft de Commissie in 2013, na een
voorbereidende screening in 2012, drie besluiten[5] vastgesteld
teneinde in totaal 200 basisbesluiten in overeenstemming te brengen met de
artikelen 290 en 291 VWEU. De betrokken voorstellen worden momenteel behandeld
volgens de gewone wetgevingsprocedure. 1.2 Herziening van het reglement van orde van het comité
van beroep Het reglement
van orde van het comité van beroep, dat op 29 maart 2011 is goedgekeurd[6], omvat
een herzieningsclausule (artikel 14) die bepaalt dat de Commissie tegen april 2014
moet beoordelen hoe dit reglement in de praktijk functioneert. De herziening
heeft enkel betrekking op het reglement van orde en niet op de bepalingen van
Verordening (EU) nr. 182/2011, die tegen 1 maart 2016 dienen te
worden herzien. In de periode
vanaf de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 182/2011 op 1 maart 2011
tot eind 2013 is het comité van beroep voornamelijk bijeengekomen met
betrekking tot één specifiek beleidsterrein, namelijk gezondheid en
consumentenbescherming. Op de agenda stonden meer in het bijzonder genetisch
gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders en gewasbeschermingsmiddelen. De
Commissie heeft 23 ontwerpuitvoeringshandelingen voorgelegd aan het comité van
beroep, dat tot op heden 15 keer heeft vergaderd. Twee
ontwerpuitvoeringshandelingen (met betrekking tot douane en milieu) hielden
geen verband met gezondheid en consumentenbescherming. Het comité van
beroep kwam in de meeste gevallen bijeen omdat het betrokken comité geen advies
had uitgebracht en artikel 5, lid 4, tweede alinea, van Verordening nr. 182/2011
bepaalt dat indien geen advies is uitgebracht op het gebied van de gezondheid
en veiligheid van mensen, dieren of planten, de uitvoeringshandeling niet kan
worden aangenomen[7]. Als de
uitvoeringshandeling noodzakelijk wordt geacht, kan een gewijzigde
ontwerpuitvoeringshandeling worden ingediend bij het comité ter zake of kan de
ontwerpuitvoeringshandeling binnen een maand aan het comité van beroep worden
voorgelegd. Wanneer het de vergunning voor genetisch gemodificeerde
levensmiddelen en diervoeders of soortgelijke onderwerpen betreft, is er weinig
ruimte voor wijzigingen en is het waarschijnlijk weinig zinvol de
uitvoeringshandeling opnieuw aan het desbetreffende comité voor te leggen. De
diensten van de Commissie kozen er derhalve voor de uitvoeringshandeling aan
het comité van beroep voor te leggen. In de meeste gevallen bracht ook het
comité van beroep geen advies uit en nam de Commissie de maatregelen aan
overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Verordening nr. 182/2011. Uit de praktijk
blijkt dat er in verband met het comité van beroep problemen zijn met het
vaststellen van de datum van de vergaderingen, het niveau van de
vertegenwoordigers, het vergemakkelijken van overeenstemming en het gebruik van
de schriftelijke procedure. 1.2.1
Datum van de vergaderingen en vertegenwoordigingsniveau Artikel 3, lid 7,
van Verordening nr. 182/2011 bepaalt dat "de voorzitter [...] de datum
van de vergadering van het comité van beroep in nauwe samenspraak met de leden
van het comité [vaststelt], teneinde de lidstaten en de Commissie in staat te
stellen vertegenwoordigers van het juiste niveau af te vaardigen".
Evenzo is in artikel 1, lid 5, van het reglement van orde bepaald dat de "Commissie
overleg pleegt met de lidstaten over de verschillende mogelijkheden voor de
datum van de vergadering". De lidstaten kunnen daartoe voorstellen
doen. Het doel is te garanderen dat het vertegenwoordigingsniveau voldoende
hoog is, in ieder geval niet lager dan het niveau van de leden van het comité
van permanente vertegenwoordigers, en dit om loutere herhaling van discussies
in het comité te vermijden. Aangezien de
vergadering van het comité van beroep op grond van artikel 3, lid 7, van
Verordening nr. 182/2011 binnen zes weken na de verwijzingsdatum moet
plaatsvinden, kan het moeilijk zijn een geschikte datum te vinden. Desondanks
is steeds een oplossing gevonden. Wat het vertegenwoordigingsniveau betreft, is
gebleken dat het ministerieel niveau niet de norm is; meestal worden permanente
vertegenwoordigers afgevaardigd. Het zijn de lidstaten die beslissen over hun
vertegenwoordiger in het comité van beroep. De formulering van artikel 1, lid 5,
van het reglement van orde biedt voldoende ruimte om het
vertegenwoordigingsniveau aan te passen naargelang de situatie. 1.2.2
Overeenstemming vergemakkelijken Verordening nr. 182/2011
bepaalt uitdrukkelijk dat de ontwerpuitvoeringshandeling aan het comité van
beroep moet worden voorgelegd. Het is bijgevolg niet mogelijk een gewijzigde
versie in te dienen. Artikel 6, lid 2, van Verordening nr. 182/2011 bepaalt
evenwel dat zolang er geen advies is uitgebracht, elk lid van het comité van
beroep wijzigingen in de ontwerpuitvoeringshandeling kan voorstellen en dat de
voorzitter kan besluiten of de ontwerpuitvoeringshandeling al dan niet wordt
gewijzigd. Dat is ook vastgesteld in artikel 4, lid 2, van het reglement van
orde. De voorzitter kan derhalve het gemakkelijker maken tot een compromis te
komen door bijvoorbeeld tijdens de vergadering wijzigingen voor te stellen of
te aanvaarden. 1.2.3
Schriftelijke procedure Op specifieke
beleidsterreinen, zoals genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders
en gewasbeschermingsmiddelen, heeft het comité van beroep door de aard van het
onderwerp geen overeenstemming kunnen bereiken. Vaak zijn de vergaderingen van
het comité van beroep vrij kort en wordt het resultaat van het betrokken comité
herhaald, zonder dat een advies wordt uitgebracht. Daarom is in een aantal
specifieke gevallen meteen een schriftelijke procedure voorgesteld. De
schriftelijke procedure en de voorwaarden ervan worden beschreven in artikel 3,
lid 5, van Verordening nr. 182/2011 en vermeld in artikel 7 van het reglement
van orde. De voorzitter kan in het bijzonder een beroep doen op de
schriftelijke procedure wanneer de ontwerpuitvoeringshandeling reeds door het
comité van beroep is behandeld. De betrokken bepaling sluit niet uit dat de
schriftelijke procedure van meet af aan wordt gebruikt, indien dat
gerechtvaardigd is. Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van Verordening nr. 182/2011
moet evenwel een vergadering worden gehouden wanneer een lid van het comité
daarom verzoekt, en tot op heden is er steeds een dergelijk verzoek gekomen. 1.2.4
Conclusie De ervaring met
het comité van beroep wijst uit dat het reglement van orde voldoende in
overeenstemming is met de bepalingen van Verordening nr. 182/2011, dat deze
bepalingen een goede basis vormen voor de werkzaamheden van het comité en dat
wijziging van het reglement van orde bijgevolg op dit moment niet aan de orde
is. Als er toch een wijziging nodig zou blijken, kan daar bij de geplande
herziening van Verordening nr. 182/2011 in 2016 dieper op worden ingegaan. 1.3 Ontwikkeling van de rechtspraak Het Hof van
Justitie heeft zich in zijn arrest van 18 maart 2014 in zaak C-427/12, Commissie/Parlement
en de Raad (de biocidenzaak) voor het eerst in een zaak uitgesproken over
de afbakening van gedelegeerde en uitvoeringshandelingen. In de biocidenzaak
verzocht de Europese Commissie om de nietigverklaring van een bepaling die erin
voorziet dat de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen
verschuldigde vergoedingen worden vastgesteld door middel van
uitvoeringshandelingen. De Commissie was van mening dat deze vergoedingen bij
gedelegeerde handelingen moeten worden vastgesteld. Haar verzoek werd door het
Hof van Justitie ongegrond verklaard. Hoewel het Hof kennelijk niet betwistte
dat de artikelen 290 en 291 VWEU elk een eigen werkingssfeer hebben, erkende
het dat de wetgever over een beoordelingsbevoegdheid beschikt wanneer hij
beslist om de Commissie een gedelegeerde bevoegdheid op grond van artikel 290,
lid 1, VWEU dan wel een uitvoeringsbevoegdheid op grond van artikel 291, lid 2,
VWEU te verlenen. Het Hof oordeelde dan ook dat de rechterlijke toetsing zich
moet beperken tot kennelijke fouten. Twee arresten
van het Hof van Justitie van 2013 hebben voor meer duidelijkheid gezorgd over
bepaalde aspecten van de regelgevingsprocedure overeenkomstig Besluit 1999/468/EG[8]. Deze
arresten hadden betrekking op situaties waarin het regelgevend comité had
gestemd voordat Verordening nr. 182/2011 in werking was getreden en waarin de
procedure bijgevolg als lopende moest worden beschouwd in de zin van artikel 14
van die verordening en volgens de regels van Besluit 1999/468/EG diende te
worden afgesloten. 2. Overzicht van activiteiten 2.1 Aantal comités en vergaderingen Het is
belangrijk een onderscheid te maken tussen de comitologiecomités, enerzijds, en
andere entiteiten, met name de door de Commissie zelf opgerichte “groepen
deskundigen”, anderzijds. De groepen deskundigen bieden de Commissie hun
deskundigheid[9] bij het
voorbereiden en uitvoeren van het beleid en van gedelegeerde handelingen,
terwijl de comitologiecomités de Commissie bijstaan bij de uitoefening van de
uitvoeringsbevoegdheden die haar bij wettelijke basisbesluiten zijn toegekend. In
dit verslag worden alleen de comitologiecomités behandeld. Het aantal
comitologiecomités is berekend per beleidsterrein (zie tabel I)
(toestand op 31 december 2013). Ter vergelijking worden ook de gegevens van het
vorige jaar (toestand op 31 december 2012) vermeld. Subcomités worden niet
afzonderlijk geteld, aangezien die onder een bepaald comité vallen. TABEL I
— Totale aantal comités (2013) Beleidsterrein || 2012 || 2013 Landbouw en plattelandsontwikkeling (AGRI) || 15 || 20 Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) || 1 || 1 Begroting (BUDG) || 2 || 2 Klimaat (CLIMA) || 4 || 4 Communicatie (COMM) || 1 || 1 Communicatienetwerken, inhoud en technologie (CNECT) || 6 || 6 Ontwikkeling en samenwerking – EuropeAid (DEVCO) || 6 || 6 Economische en financiële zaken (ECFIN) || 1 || 2 Onderwijs en cultuur (EAC) || 7 || 8 Werkgelegenheid, sociale zaken en inclusie (EMPL) || 3 || 4 Energie (ENER) || 16 || 18 Uitbreiding (ELARG) || 4 || 4 Ondernemingen en industrie (ENTR) || 30 || 33 Milieu (ENV) || 31 || 33 Gezondheid en consumenten (SANCO) || 24 || 26 Binnenlandse zaken (HOME) || 11 || 13 Humanitaire hulp en civiele bescherming (ECHO) || 2 || 3 Informatica (DIGIT) || 1 || 1 Interne markt (MARKT) || 15 || 15 Justitie (JUST) || 14 || 17 Maritieme zaken en visserij (MARE) || 4 || 4 Mobiliteit en vervoer (MOVE) || 31 || 32 Regionaal beleid (REGIO) || 1 || 2 Onderzoek (RTD) || 6 || 8 Secretariaat-generaal (SG) || 2* || 2* Dienst instrumenten buitenlands beleid (FPI) || 4 || 4 Statistieken (ESTAT) || 7 || 7 Belastingen en douane-unie (TAXUD) || 11 || 13 Handel (TRADE) || 11 || 13 TOTAAL: || 271 || 302 * Met
inbegrip van het comité van beroep (in het comitologieregister wordt het comité
van beroep aangemerkt als comité onder de verantwoordelijkheid van SG; in de
praktijk wordt het door alle betrokken diensten beheerd). In 2013 konden
de comitologiecomités worden uitgesplitst volgens het soort procedure
(raadplegingsprocedure, onderzoeksprocedure, regelgevingsprocedure met toetsing
— zie tabel II). Een aantal comités heeft meerdere procedures toegepast. Deze
comités worden apart vermeld naast de comités die slechts één procedure hebben
toegepast. TABEL II - Aantal comités per procedure (2013) || Soort procedure || Raadplegings-procedure || Onderzoeks-procedure || Regelgevings-procedure met toetsing || Verscheidene procedures || TOTAAL: AGRI || 0 || 15 || 0 || 5 || 20 BUDG || 1 || 1 || 0 || 0 || 2 CLIMA || 0 || 0 || 0 || 4 || 4 CNECT || 0 || 2 || 0 || 4 || 6 COMM || 0 || 1 || 0 || 0 || 1 DEVCO || 0 || 5 || 0 || 1 || 6 DIGIT || 0 || 1 || 0 || 0 || 1 EAC || 1 || 2 || 0 || 5 || 8 ECFIN || 1 || 0 || 0 || 1 || 2 ECHO || 0 || 2 || 0 || 1 || 3 ELARG || 1 || 3 || 0 || 0 || 4 EMPL || 0 || 0 || 2 || 2 || 4 ENER || 3 || 8 || 1 || 6 || 18 ENTR || 6 || 6 || 4 || 17 || 33 ENV || 0 || 6 || 5 || 22 || 33 ESTAT || 0 || 3 || 0 || 4 || 7 FPI || 0 || 4 || 0 || 0 || 4 HOME || 1 || 6 || 0 || 6 || 13 JUST || 3 || 4 || 4 || 6 || 17 MARE || 0 || 4 || 0 || 0 || 4 MARKT || 0 || 2 || 4 || 9 || 15 MOVE || 3 || 7 || 4 || 18 || 32 OLAF || 0 || 0 || 0 || 1 || 1 REGIO || 0 || 0 || 0 || 2 || 2 RTD || 0 || 6 || 0 || 2 || 8 SANCO || 1 || 9 || 1 || 15 || 26 SG || 0 || 2 || 0 || 0 || 2 TAXUD || 1 || 11 || 0 || 1 || 13 TRADE || 3 || 6 || 0 || 4 || 13 TOTAAL: || 25 || 116 || 25 || 136 || 302 * Met
inbegrip van het comité van beroep. Het aantal
comités is niet de enige indicator voor het beoordelen van de comitologische
activiteit. Uit het aantal vergaderingen en het aantal schriftelijke
procedures[10] in 2013
blijkt eveneens hoe bedrijvig de verschillende comités op de verschillende
terreinen zijn geweest (zie tabel III). TABEL
III — Aantal vergaderingen en schriftelijke procedures (2013) || Aantal comités || Vergaderingen || Schriftelijke procedures 2012 || 2013 || 2012 || 2013 AGRI || 20 || 134 || 132 || 3 || 3 BUDG || 2 || 5 || 6 || 0 || 1 CLIMA || 4 || 16 || 13 || 0 || 3 CNECT || 6 || 26 || 16 || 7 || 12 COMM || 1 || 1 || 2 || 2 || 4 DEVCO || 6 || 24 || 20 || 28 || 48 DIGIT || 1 || 2 || 2 || 0 || 0 EAC || 9 || 14 || 9 || 53 || 59 ECFIN || 2 || 1 || 0 || 0 || 0 ECHO || 3 || 4 || 5 || 6 || 5 ELARG || 4 || 5 || 4 || 22 || 10 EMPL || 4 || 2 || 2 || 6 || 15 ENER || 18 || 27 || 33 || 9 || 2 ENTR || 33 || 51 || 56 || 25 || 29 ENV || 33 || 46 || 42 || 14 || 18 ESTAT || 7 || 12 || 12 || 6 || 4 FPI || 4 || 7 || 4 || 7 || 7 HOME || 13 || 31 || 21 || 40 || 15 JUST || 17 || 7 || 4 || 18 || 11 MARE || 4 || 11 || 8 || 8 || 15 MARKT || 15 || 11 || 9 || 7 || 6 MOVE || 32 || 50 || 52 || 22 || 16 OLAF || 1 || 4 || 2 || 0 || 0 REGIO || 2 || 7 || 7 || 6 || 3 RTD || 8 || 56 || 23 || 227 || 240 SANCO || 26 || 144 || 127 || 354 || 403 SG || 2 || 3* || 7* || 0 || 0 TAXUD || 13 || 81 || 81 || 14 || 32 TRADE || 13 || 15 || 19 || 5 || 9 TOTAAL: || 302 || 797 || 718 || 889 || 970 * Met inbegrip
van zeven vergaderingen van het comité van beroep. 2.2 Aantal adviezen en
uitvoeringshandelingen/-maatregelen Zoals gewoonlijk
wordt in dit verslag het totale aantal formele adviezen van de comités
vermeld, alsook de later door de Commissie goedgekeurde uitvoeringshandelingen/-maatregelen[11]. Deze
gegevens geven de concrete output van de comités weer (zie tabel IV). TABEL IV
– Aantal goedgekeurde adviezen en uitvoeringshandelingen/-maatregelen (2013) || Adviezen || Goedgekeurde handelingen || Volgens de RPT goedgekeurde maatregelen AGRI || 189 || 202 || 1 BUDG || 9 || 9 || 0 CLIMA || 11 || 5 || 8 CNECT || 45 || 45 || 1 COMM || 4 || 4 || 0 DEVCO || 127 || 127 || 0 DIGIT || 1 || 1 || 0 EAC || 75 || 55 || 0 ECFIN || 0 || 1 || 0 ECHO || 6 || 7 || 0 ELARG || 35 || 39 || 0 EMPL || 14 || 14 || 0 ENER || 17 || 3 || 7 ENTR || 49 || 29 || 21 ENV || 60 || 36 || 25 ESTAT || 13 || 4 || 13 FPI || 6 || 6 || 0 HOME || 21 || 19 || 0 JUST || 11 || 12 || 0 MARE || 29 || 29 || 0 MARKT || 7 || 4 || 8 MOVE || 56 || 39 || 7 OLAF || 0 || 0 || 0 REGIO || 4 || 5 || 0 RTD || 250 || 250 || 0 SANCO || 709 || 605 || 80 SG || 9* || 8 || 0 TAXUD || 105 || 106 || 0 TRADE || 54 || 52 || 0 TOTAAL: || 1 916 || 1 716 || 171 * Met
inbegrip van negen adviezen van het comité van beroep. 2.3 Vergaderingen van het comité van beroep Het comité van
beroep heeft in de loop van 2013 zeven keer vergaderd en in totaal negen
ontwerpuitvoeringshandelingen behandeld (op het gebied van gezondheids- en
consumentenbeleid, douane en milieu) die door de Commissie werden voorgelegd.
In geen van de negen gevallen heeft het comité van beroep een advies
uitgebracht; in acht gevallen heeft de Commissie besloten de
uitvoeringshandeling vast te stellen. 2.4 Gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing
(RPT) Zoals in punt 1
al werd vermeld, heeft de comitologiehervorming van 2011 geen gevolgen gehad
voor de regelgevingsprocedure met toetsing. Deze procedure kan in de nieuwe
wetgeving niet meer worden gebruikt, maar komt nog steeds voor in een groot
aantal bestaande basishandelingen. Zolang die niet zijn aangepast, zal de
procedure dienovereenkomstig verder worden toegepast. In 2013 zijn 171
maatregelen vastgesteld overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing
(zie tabel IV). Het vetorecht werd één keer gebruikt (DG ENV). Ter
vergelijking: in 2012 werd het vetorecht geen enkele keer gebruikt. TABEL V
— Aantal overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing (RPT)
goedgekeurde maatregelen (2013) || Volgens de RPT goedgekeurde maatregelen || Verzet van het EP tegen goedkeuring van ontwerp-maatregelen volgens de RPT || Verzet van de Raad tegen goedkeuring van ontwerp-maatregelen volgens de RPT AGRI || 1 || 0 || 1 BUDG || 0 || 0 || 0 CLIMA || 8 || 0 || 0 CNECT || 1 || 0 || 0 COMM || 0 || 0 || 0 DEVCO || 0 || 0 || 0 DIGIT || 0 || 0 || 0 EAC || 0 || 0 || 0 ECFIN || 0 || 0 || 0 ECHO || 0 || 0 || 0 ELARG || 0 || 0 || 0 EMPL || 0 || 0 || 0 ENER || 7 || 0 || 0 ENTR || 21 || 0 || 0 ENV || 25 || 1 || 0 ESTAT || 13 || 0 || 0 FPI || 0 || 0 || 0 HOME || 0 || 0 || 0 JUST || 0 || 0 || 0 MARE || 0 || 0 || 0 MARKT || 8 || 0 || 0 MOVE || 7 || 0 || 0 OLAF || 0 || 0 || 0 REGIO || 0 || 0 || 0 RTD || 0 || 0 || 0 SANCO || 80 || 0 || 0 SG || 0 || 0 || 0 TAXUD || 0 || 0 || 0 TRADE || 0 || 0 || 0 TOTAAL: || 171 || 1 || 1 3. Gedetailleerde informatie over de activiteiten van
de comités Het bij dit
verslag gevoegde werkdocument bevat gedetailleerde informatie over de
werkzaamheden van de afzonderlijke comités in 2013, uitgesplitst naar de
verschillende diensten van de Commissie. [1] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13. [2] Verslag van de Commissie over de werking van de comités
in 2012, COM(2013) 701 final. [3] Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 (PB L 184
van 17.7.1999, blz. 23), zoals gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG van de Raad
(PB C 255 van 21.10.2006, blz. 4). [4] Deze verklaring werd samen met Verordening (EU) nr. 182/2011
gepubliceerd (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 19). [5] COM(2013) 451, 452 en 751. [6] PB C 183 van 24.6.2011, blz. 13. [7] Zonder afbreuk te doen aan de vaststelling van
uitvoeringshandelingen in uitzonderlijke gevallen overeenkomstig artikel 7. [8] Arrest van 26 september 2013 in zaak T-164/10, Pioneer Hi-Bred
International/ Europese Commissie, en arrest van 13
december 2013 in zaak T-240/10, Hongarije/Europese Commissie. [9] Nadere informatie is te vinden op: http://ec.europa.eu/transparency/regexpert/index.cfm
[10] De stemming in een comité kan tijdens een gewone
vergadering plaatsvinden of, in naar behoren gemotiveerde gevallen, via een schriftelijke
procedure, overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de comitologieverordening. [11] Er kan een verschil bestaan tussen het aantal adviezen en
het aantal uitvoeringshandelingen/-maatregelen in een bepaald jaar. De redenen
hiervoor worden in de inleiding bij het werkdocument van de diensten van de
Commissie uiteengezet.