Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Letland en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2014 van Letland /* COM/2014/0415 final - 2014/ () */
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2014
van Letland
en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2014 van Letland DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4, Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de
Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties
en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid[1], en met name artikel 5,
lid 2, Gezien de aanbeveling van de Europese
Commissie[2], Gezien de resoluties van het Europees
Parlement[3], Gezien de conclusies van de Europese Raad, Gezien het advies van het Comité voor de
werkgelegenheid, Gezien het advies van het Economisch en
Financieel Comité, Gezien het advies van het Comité voor sociale
bescherming, Gezien het advies van het Comité voor de
economische politiek, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Op 26 maart 2010 heeft de Europese Raad zijn
goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Commissie voor een nieuwe groei- en
werkgelegenheidsstrategie; deze Europa 2020-strategie moet voor een betere
coördinatie van het economisch beleid zorgen en spitst zich toe op de
sleutelgebieden waarop Europa’s potentieel voor duurzame groei en
concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft. (2)
Op voorstel van de Commissie heeft de Raad op 13
juli 2010 een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch
beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014) en op 21 oktober 2010 een
besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de
lidstaten vastgesteld, die samen de “geïntegreerde richtsnoeren” vormen. De
lidstaten werd verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid
met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden. (3)
Op 29 juni 2012 hebben de staatshoofden en
regeringsleiders besloten tot een Pact voor groei en banen, dat een
samenhangend kader biedt voor actie op het niveau van de lidstaten, de EU en de
eurozone, waarbij alle mogelijke hefbomen, instrumenten en beleidsvormen worden
ingezet. Zij hebben bepaald welke maatregelen op het niveau van de lidstaten
moeten worden genomen, en met name verklaard vastbesloten te zijn om de
doelstellingen van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken en de
landspecifieke aanbevelingen uit te voeren. (4)
Op 9 juli 2013 heeft de Raad een aanbeveling over
het nationale hervormingsprogramma voor 2013 van Letland vastgesteld en een
advies over het geactualiseerde convergentieprogramma van Letland voor de
periode 2012–2016 uitgebracht. (5)
Op 13 november 2013 heeft de Commissie haar
goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse[4] en daarmee de aanzet
gegeven tot het Europees semester 2014 voor coördinatie van het economisch
beleid. Op dezelfde dag heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011
het waarschuwingsmechanismeverslag[5]
aangenomen; daarin werd Letland niet genoemd als een van de lidstaten die aan
een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. (6)
Op 20 december 2013 heeft de Europese Raad de
prioriteiten inzake financiële stabiliteit, begrotingsconsolidatie en
groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij benadrukte dat moet worden
gestreefd naar gedifferentieerde, groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, een
normalisering van de kredietverschaffing aan de economie, bevordering van groei
en concurrentievermogen, het aanpakken van de werkloosheid en van de sociale
gevolgen van de crisis, en modernisering van de overheidsdiensten. (7)
Op 29 april 2014 heeft Letland zijn nationale hervormingsprogramma
2014 ingediend en op 30 april 2014 zijn stabiliteitsprogramma 2014. Om met de
onderlinge verbanden rekening te houden, zijn beide programma’s terzelfder tijd
geëvalueerd. (8)
Met de in het stabiliteitsprogramma 2014 geschetste
begrotingsstrategie wordt beoogd het nominale overheidstekort geleidelijk terug
te dringen en een structureel saldo te behouden dat in overeenstemming is met
de middellangetermijndoelstelling, rekening houdend met de toegestane
tijdelijke afwijking van de middellangetermijndoelstelling in verband met het
effect van de hervorming van het pensioenstelsel. Het programma heeft de
middellangetermijndoelstelling gewijzigd van -0,5% in -1,0%. Deze nieuwe
middellangetermijndoelstelling is in overeenstemming met de vereisten van het
stabiliteits- en groeipact. Volgens het geplande traject voor het nominale
saldo waarin het Letse programma voorziet, zal het (herberekende) structurele
saldo geleidelijk verslechteren, maar gebeurt dat binnen de marges die de
uitvoering van de pensioenhervorming toelaat. Rekening houdend met de
toegestane afwijking van de middellangetermijndoelstelling voldoet het geplande
structurele tekort aan de vereisten van het pact tot 2016. Als gevolg van de
geplande stijging van het herberekende structurele tekort in 2017 wordt echter
afgeweken van het vereiste aanpassingstraject naar de
middellangetermijndoelstelling. Al met al is de in het programma geschetste
begrotingsstrategie goeddeels in overeenstemming met de vereisten van het
stabiliteits- en groeipact. Het ziet ernaar uit dat de overheid gedurende de
hele programmeringsperiode ruim onder de 60% van het bbp zal blijven en tegen 2017
tot 31% van het bbp zal terugvallen. Het macro-economische scenario dat ten
grondslag ligt aan de begrotingsprognoses in het programma, dat nog niet
formeel is goedgekeurd door een onafhankelijke instelling, is plausibel. De
economische groei zal gedurende de programmaperiode naar verwachting rond 4%
per jaar blijven, terwijl slechts bescheiden prijsstijgingen worden verwacht. Volgens
het begrotingsscenario van het programma treedt er een scherpe daling op van
het aandeel van de overheidsuitgaven en ‑ontvangsten in het bbp, als
gevolg van een aantal maatregelen die tot inkomstenvermindering leiden, terwijl
naar een beheersing van de uitgaven wordt gestreefd. Het verhogen van de
uitgaveneisen op een aantal beleidsterreinen vormt een risico voor de in het
programma geplande uitgavenbeperkingen. Volgens de voorjaarsprognose 2014 van
de Commissie voldoet het begrotingsbeleid in 2014 weliswaar aan de eisen van
het pact, maar bestaat het risico dat in 2015 van het pact wordt afgeweken. In
het licht van de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad
verrichte evaluatie van het programma en de prognoses van de Commissie is de Raad
van oordeel dat in 2014 de afwijking van het structurele tekort dat deel
uitmaakt van de middellangetermijndoelstelling te wijten is aan de effecten van
de hervorming van het pensioenstelsel, maar dat in 2015 een afwijking van het
gewenste aanpassingstraject wordt geriskeerd. (9)
Letland heeft maatregelen genomen om de
belastingdruk voor mensen met een laag inkomen en gezinnen met kinderen te
verminderen en de onroerendgoed- en milieubelastingen te verhogen. Door hun
hoogte en opzet hebben deze belastingen echter onvoldoende invloed op het
gedrag van de economische subjecten; ook leiden zij niet tot het verdwijnen van
bepaalde voor het milieu schadelijke subsidies. De autoriteiten hebben enige
vooruitgang geboekt wat betreft de verbetering van de naleving van de fiscale
wetgeving en de terugdringing van het aandeel van de niet-aangegeven
economische activiteit, met name door verbetering van de risicobeoordeling en
aanscherping van de sancties tegen frauduleus gedrag, maar er zijn nog steeds
problemen bij de strijd tegen belastingfraude en ‑ontwijking.
Verbruiksbelastingen maken een aanzienlijk deel uit van de totale
belastingheffing en er is veel ruimte voor verbetering van de inkomsten uit die
belastingen als voor betere naleving van de fiscale wetgeving wordt gezorgd. (10)
Letland had een aanvankelijk ambitieus plan om het
hoger onderwijs te hervormen, maar desondanks is er geen vooruitgang geboekt
met het opzetten van een accreditatiestelsel dat aan internationale normen
voldoet. De plannen om een nieuw financieringsmodel in te voeren, zijn onzeker,
de consolidatie van de instellingen voor hoger onderwijs is afgezwakt en de
restricties op het gebruik van vreemde talen zijn ongewijzigd. Toch is er
aanzienlijke ruimte voor hervorming van het hoger onderwijs, dat te omvangrijk
is voor de krimpende bevolking, te veel verschillende studierichtingen aanbiedt
en slechts in beperkte mate aantrekkelijk is voor buitenlandse studenten en
docenten. Uit de resultaten van de eerste onafhankelijke evaluatie van de
onderzoeksinstellingen blijkt dat slechts 10% van de beoordeelde instellingen
kan worden gerekend tot de internationale onderzoeksinstellingen van hoog
niveau. Letland had in 2012 bovendien een O&O-intensiteit van slechts 0,66%
van het bbp en er is onvoldoende vooruitgang geboekt om te voldoen aan de
Europa 2020-doelstelling om 1,5% van het bbp aan onderzoek en ontwikkeling te
besteden. (11)
Letland heeft vooruitgang geboekt met de aanpak van
de werkloosheid, die aanzienlijk is gedaald. De jeugdwerkloosheid is echter nog
relatief hoog. Er moeten maatregelen komen om niet-geregistreerde inactieve
jongeren te bereiken. Letland heeft maatregelen genomen om de discrepantie
tussen het aanbod van en de vraag naar vaardigheden aan te pakken en de
kwaliteit van het beroepsonderwijs te verbeteren, maar hiervoor is nog steeds
aandacht nodig, met name om de kwaliteit van stageplaatsen te verbeteren en
breed loopbaanadvies te kunnen verstrekken. Het actief arbeidsmarktbeleid is
nog slechts beperkt van omvang, en legt een te sterk accent op openbare werken. (12)
De armoede onder werkenden is in Letland nog zeer
hoog. Er zijn enkele stappen gezet om de sociale bijstand te hervormen en er is
een grootschalige beoordeling van het socialezekerheidsstelsel uitgevoerd, die
een solide basis biedt voor een op feitelijke gegevens gebaseerde hervorming.
Een aantal uitkeringen met betrekking tot kinderen zijn significant verhoogd en
ten aanzien van de persoonlijke inkomstenbelasting zijn de belastingvrije
drempelbedragen voor personen ten laste verhoogd. Waar het gaat om
armoedebestrijding levert de sociale bescherming echter een povere prestatie,
en het creëren van een doeltreffend sociaal vangnet blijft een uitdaging. Al
met al wordt een groot deel van de bevolking bedreigd door armoede en sociale
uitsluiting, en voor kinderen is dat percentage nog hoger. Vooral voor gezinnen
met kinderen, werklozen, gehandicapten en plattelanders is het risico van
armoede en sociale uitsluiting groot. Van alle EU-landen geeft Letland als
percentage van het bbp het minste uit aan sociale bescherming. De kosten van
gezondheidszorg vormen een belemmering voor de toegankelijkheid ervan, onder
meer doordat hoge contante betalingen en vaak ook informele betalingen worden
gevraagd. Een groot deel van de bevolking krijgt daardoor niet de zorg die de
mensen nodig hebben. Er is aanzienlijke ruimte om de efficiëntie van het
stelsel te verbeteren, voor doeltreffende financiering te zorgen en
activiteiten voor ziektepreventie te bevorderen. (13)
Letland heeft enige vorderingen gemaakt met het openstellen
van de elektriciteitsmarkt. Begin 2015 zal ook de markt voor huishoudens worden
opengesteld. Letland heeft zich in juni 2013 bij de regionale
Scandinavisch-Baltische Nord Pool Spot-markt voor elektriciteitscontracten
aangesloten. De koppelingen met de energiemarkt van de EU moeten worden
versterkt, aangezien Letland momenteel afhankelijk is van ingevoerde
elektriciteit en de grensoverschrijdende elektriciteitsverbinding met Estland
meestal overbelast is. Ontwikkeling van infrastructuur is dan ook essentieel.
Het overbruggen van infrastructurele kloven stelt Letland voor aanzienlijke
uitdagingen. Er is ook enige vooruitgang geboekt wat de sector aardgas betreft:
het parlement heeft wijzigingen van de energiewet goedgekeurd waarbij de
gasmarkt vanaf april 2014 geleidelijk wordt opengesteld. Volledige openstelling
van de markt zal echter pas in 2017 een feit zijn. Letland heeft een afgewogen
geheel van beleidsmaatregelen voorgesteld op het gebied van energiebesparing in
de belangrijkste sectoren van de economie; de komende jaren zal meer dan 70%
van de energiebesparingen worden gerealiseerd in de gebouwensector. De
efficiëntie in de sectoren vervoer, gebouwen en verwarming moet echter worden
verbeterd. (14)
Letland heeft significante maatregelen getroffen om
de capaciteit van het justitiële apparaat te vergroten, zodat de achterstand
kan worden weggewerkt en de procedures kunnen worden verkort. De grote
achterstand aan rechtszaken vormt echter nog steeds een bedreiging voor het
zakenleven. De hervormingen om de efficiëntie en de kwaliteit van het
justitiële stelsel te vergroten, moeten worden afgerond, onder meer op het
gebied van insolventiezaken, bemiddeling en arbitrage. Letland heeft zich een
ambitieuze hervorming van het openbaar bestuur ten doel gesteld. De uitvoering
van de plannen verloopt echter traag en laat de plaatselijke overheden buiten
schot. De hervorming van de staatsbedrijven heeft ernstige vertraging
opgelopen. De mededingingswet moet worden gewijzigd om de Mededingingsraad
institutioneel en financieel onafhankelijker te maken, zodat deze doeltreffend
kan optreden tegen concurrentiebeperkend gedrag van overheidsinstanties en
particuliere organisaties. (15)
In de context van het Europees semester heeft de
Commissie een brede analyse van het economische beleid van Letland verricht.
Zij heeft zowel het stabiliteitsprogramma als het nationale
hervormingsprogramma doorgelicht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de
relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaal-economisch beleid in Letland,
maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en ‑richtsnoeren in acht zijn
genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de Europese
Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige nationale
besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in
onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 5 weergegeven. (16)
In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het
stabiliteitsprogramma van Letland onderzocht. Zijn advies[6] is met name in de
onderstaande aanbeveling 1 weergegeven. (17)
In de context van het Europees semester heeft de
Commissie tevens een analyse van het economische beleid van de eurozone als
geheel verricht. Op basis hiervan heeft de Raad specifieke aanbevelingen
gericht tot de lidstaten die de euro als munt hebben. Letland dient er ook op
toe te zien dat aan deze aanbevelingen volledig en tijdig uitvoering wordt
gegeven, BEVEELT AAN dat Letland in de periode 2014−2015
actie zou moeten ondernemen om: 1. in 2014 een gezonde
begrotingssituatie te handhaven en de begrotingsstrategie in 2015 te
versterken, en zo te waarborgen dat de afwijking van de
middellangetermijndoelstelling beperkt blijft tot het effect van de hervorming
van het pensioenstelsel; te streven naar verdere verlaging van de belastingdruk
voor personen met een laag inkomen in het kader van een verschuiving naar
groeivriendelijkere onroerendgoed- en milieubelastingen, alsook door de
naleving van de belastingwetgeving en de belastinginning te verbeteren; 2. de hervorming van het hoger
onderwijs sneller door te voeren, met name door een onafhankelijk
accreditatiebureau op te richten en een financieringsmodel te creëren dat
kwaliteit beloont; op alle onderwijsniveaus loopbaanadvies te geven, de
kwaliteit van beroepsonderwijs en beroepsopleiding te verbeteren, onder meer
door het leerlingstelsel te versterken, en de inzetbaarheid van jongeren te
vergroten door middel van onder meer maatregelen om jongeren te bereiken die
niet zijn geregistreerd, geen werk hebben en geen onderwijs volgen; stappen te
zetten in de richting van een meer geïntegreerd en vollediger onderzoekstelsel,
onder meer door de financiering te concentreren op internationaal concurrerende
onderzoeksinstellingen; 3. de sociale bijstand en de
financiering daarvan verder te hervormen, teneinde de dekking te verbeteren, de
toereikendheid van de uitkeringen te waarborgen, de activeringsgraad te
versterken en de sociale dienstverlening beter gericht te maken; de dekking van
het actieve arbeidsmarktbeleid te vergroten; de kosteneffectiviteit, de
kwaliteit en de toegankelijkheid van het zorgstelsel te vergroten; 4. de koppelingen van de gas- en
elektriciteitsnetten met die van de aangrenzende lidstaten sneller te
ontwikkelen met het oog op diversifiëring van energiebronnen en stimulering van
de concurrentie door betere integratie van de energiemarkten van de Baltische
staten; verdere maatregelen te nemen om de energie-efficiëntie in de sectoren
vervoer, gebouwen en verwarming te verbeteren; 5. de hervorming van het
justitiële stelsel af te ronden, met inbegrip van de lopende hervormingen op
het gebied van insolventie, arbitrage en bemiddeling, teneinde een bedrijfs- en
consumentenvriendelijker rechtskader tot stand te brengen; het tempo van de
bestuurlijke hervormingen op te voeren, onder meer door de hervorming van het
beheer van de staatsbedrijven uit te voeren en de institutionele en financiële
onafhankelijkheid van de Mededingingsraad te vergroten. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1. [2] COM(2014) 415 final. [3] P7_TA(2014)0128 en P7_TA(2014)0129. [4] COM(2013) 800 final. [5] COM(2013) 790 final. [6] Uit hoofde van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG)
nr. 1466/97 van de Raad.