MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Een sterkere rol voor de particuliere sector bij het streven naar inclusieve en duurzame groei in ontwikkelingslanden /* COM/2014/0263 final */
1.
Inleiding
1.1.
De rol van de particuliere sector bij het stimuleren van
ontwikkeling
Een goede baan wordt
alom gezien als de beste uitweg uit armoede. De particuliere sector verschaft
in ontwikkelingslanden ongeveer 90% van de banen en is dus een essentiële partner
in de strijd tegen armoede. De sector is ook nodig als investeerder in duurzame
landbouwproductie als in 2050 wereldwijd 9 miljard mensen moeten worden gevoed.
Via innovatie en investeringen in koolstofarme en hulpbronefficiënte
oplossingen speelt de sector een cruciale rol bij de omvorming naar een
inclusieve groene economie. De particuliere sector heeft het potentieel om in
ontwikkelingslanden inclusieve en duurzame groei teweeg te brengen;
particuliere belanghebbenden, waaronder bedrijven, financiële tussenpersonen,
verenigingen en werknemers- en werkgeversorganisaties, worden steeds actiever
op het vlak van ontwikkeling, zowel als financieringsbron als als partner voor
regeringen, ngo's en donoren.
1.2.
Steun van de Europese Unie voor de ontwikkeling van de
particuliere sector: successen en lessen
De Europese
Commissie werkt nauw samen met regeringen in ontwikkelingslanden om hen te
helpen bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid ter ondersteuning van de
ontwikkeling van de particuliere sector. Zij verstrekt heel wat subsidies voor een
breed gamma van activiteiten, onder meer hervorming van regelgeving,
capaciteitsopbouw en bedrijfsontwikkelingsdiensten, met bijzondere aandacht
voor de versterking van lokale micro-, kleine en middelgrote ondernemingen. De
afgelopen tien jaar bedroeg de steun van de Commissie aan de ontwikkeling van
de particuliere sector gemiddeld 350 miljoen euro per jaar. Dit, in combinatie
met de ontwikkelingssteun en particuliere investeringen van de lidstaten, maakt
dat de EU een hoofdrol speelt in de ondersteuning van de ontwikkeling van de
lokale particuliere sector in partnerlanden. Met de invoering van de regionale
gecombineerde faciliteiten is de Commissie ook gestart met de ontwikkeling van
nieuwe instrumenten voor het uitvoeren van de ontwikkelingsdoelstellingen voor
de particuliere sector. Het strategische gebruik van subsidies maakt het voor
de Commissie mogelijk te zorgen voor extra middelen voor de ontwikkeling van
infrastructuurinvesteringen en voor betere toegang tot financiering voor micro-,
kleine en middelgrote ondernemingen. De EU begint ook innoverende financiële
instrumenten te gebruiken zoals waarborgen om de leningen aan kmo's door
commerciële banken te stimuleren en risicokapitaal om te investeren in fondsen
die lenen aan of investeren in projecten op het vlak van energie-efficiëntie
van kmo's. Door gecombineerde instrumenten in samenwerking met instellingen
voor de financiering van ontwikkeling kan de particuliere sector ook gemakkelijker
als financieringsbron fungeren. Geslaagde voorbeelden van EU-steun in het
verleden aan de ontwikkeling van de particuliere sector, die een inspiratiebron
kunnen zijn voor toekomstige acties, worden in deze mededeling toegelicht. In een recente
evaluatie van de EU-steun voor de ontwikkeling van de particuliere sector
tussen 2004 en 2010[1]
werd het belang bevestigd van de bijdrage van de Commissie aan de ontwikkeling
van de particuliere sector in partnerlanden, en werden manieren geïdentificeerd
om toekomstige programma's en strategieën te verbeteren, waaronder: i) meer
nadruk op het scheppen van fatsoenlijk werk; ii) regulering van de
betrokkenheid van de particuliere sector bij de ondersteuningsprogramma's van
de EU; iii) efficiëntere ondersteuning van algemene vraagstukken als de agenda
voor fatsoenlijk werk, werkgelegenheid voor vrouwen en jongeren, en
mensenrechten, en iv) meer operationele efficiëntie en effect van de
ontwikkelingssteun voor de particuliere sector door een betere diagnose en
resultatenmeting.
2.
Strategisch kader voor een
sterkere rol voor de particuliere sector om tot inclusieve en duurzame groei te
komen
Op basis van de
eerdere successen en lessen en de feedback van de raadplegingen van
belanghebbenden[2], wordt
in deze mededeling een voorstel gedaan voor een strategisch kader voor de
versterking van de rol van de particuliere sector om tot inclusieve en duurzame
groei te komen. De EU meent op twee vlakken een toegevoegde waarde te betekenen
en een efficiënte aanvulling te kunnen bieden op de acties van haar lidstaten,
ontwikkelingsfinancieringsinstellingen en andere ontwikkelingspartners. Op het vlak van
ontwikkelingssteun voor de particuliere sector wenst de Commissie een
belangrijke partner te blijven voor regeringen en organisaties van zakelijke
tussenpersonen in ontwikkelingslanden voor de steun aan de totstandbrenging van
een gunstig ondernemingsklimaat en de ontwikkeling van lokale ondernemingen die
in staat zijn om fatsoenlijk werk te scheppen, overheidsinkomsten te genereren
en de kansen te benutten die wereldwijd geïntegreerde markten bieden[3]. Op die
manier zoekt de Commissie naar nieuwe manieren om het potentieel te benutten
van de particuliere sector als financieringspartner, als uitvoeringsorgaan,
adviseur of tussenschakel om de EU-steun doeltreffender en doelmatiger te maken,
niet alleen op het vlak van de ontwikkeling van de lokale particuliere sector,
maar ook op andere vlakken van de EU-ontwikkelingshulp als duurzame energie,
duurzame landbouw en agro-industrie, digitale en fysieke infrastructuur, en de
groene en sociale sectoren. Het voorgestelde
strategische kader kijkt ook verder dan de particuliere sector als partner voor
ontwikkelingssamenwerking, en omvat ook acties en instrumenten om de
particuliere sector te helpen positieve ontwikkelingsresultaten te boeken als
onderdeel van haar zakelijke kernstrategie. Dit houdt in dat de Commissie een
grotere rol wenst te spelen als facilitator voor de eigen inspanningen van
bedrijven op het vlak van ontwikkeling, bijvoorbeeld door verantwoorde investeringen
of duurzame toeleveringsketens en productiepatronen in ontwikkelingslanden aan
te moedigen. Dit strategische
kader komt tot uiting in de programmering van de EU-ontwikkelingshulp voor 2014-2020
met betrekking tot nationale en regionale ontwikkelingsstrategieën voor de
particuliere sector, zoals het gezamenlijke voorbereiding door de ACS-landen en
de EU van een nieuw samenwerkingskader voor de ontwikkeling van de particuliere
sector in ACS-landen, op het niveau van thematische programma's die de
inspanningen van de particuliere sector als een horizontale kwestie beschouwen,
en in sectorale interventies om de betrokkenheid van de particuliere sector te
reguleren op het gebied van landbouw, duurzame energie en infrastructuur, of in
de groene en sociale sectoren.
2.1. Principes
voor een sterkere rol van de particuliere sector in
EU-ontwikkelingssamenwerking
Voor de steun
van de EU voor de ontwikkeling van de particuliere sector en haar betrokkenheid
bij zowel de lokale als de internationale particuliere sector gelden duidelijke
principes als aanvulling op de principes over de efficiëntie van steun, die
bedoeld zijn als inspiratie voor de inspanningen van de EU-lidstaten, de
financieringsinstellingen en andere ontwikkelingspartners van de EU. –
Bijzondere
aandacht voor het scheppen van banen, inclusiviteit en armoedebestrijding
Programma's en partnerschappen worden ontworpen om bij te dragen aan
armoedebestrijding, bijvoorbeeld door het scheppen van fatsoenlijk werk, beter
arbeidsvoorwaarden, een geleidelijke overgang van een informele naar een
formele economie, of de economische emancipatie van vrouwen en meisjes,
jongeren en kwetsbare groepen. –
Een
gedifferentieerde aanpak voor de particuliere sector De
activiteiten van de particuliere sector kunnen veel vormen aannemen en de
economische ontwikkeling op tal van manieren beïnvloeden. De particuliere
sector is uitermate divers en gaat van individuele ondernemers tot grote
multinationals en financiële instellingen; van bedrijven die waarde voor de
aandeelhouder creëren tot sociale ondernemingen waar personen centraal staan,
coöperaties en organisaties van werknemers en werkgevers. Zij kunnen actief
zijn op lokaal niveau, maar ook op nationaal, regionaal of internationaal
niveau, in steden of op het platteland, in de formele of de informele sector en
in een context die per land sterk kan verschillen. Voor elk van deze actoren
uit de particuliere sector zijn verschillende voorwaarden en stimuli nodig om
bij te dragen aan ontwikkeling, die leiden tot een gedifferentieerde aanpak van
hun steun aan en inspanningen voor ontwikkeling. –
Kansen
creëren uit marktgebaseerde oplossingen Donorinterventies
zouden de markt niet mogen verstoren, maar er moet wel meer nadruk worden
gelegd op de mogelijkheden om dankzij ontwikkelingshulp de marktontwikkeling in
de partnerlanden op gang te brengen. Er is nog onbenut potentieel om kansen
voor het lokale bedrijfsleven te scheppen via programma's waarmee steun wordt
verleend op basis van de markt, bijvoorbeeld door te werken met lokale
bedrijven als uitvoerende partners of leveranciers van werk en diensten, of
door in sociale programma's te kiezen voor geldelijke steun in plaats van steun
in natura, omdat zo de koopkracht wordt verhoogd en dus de vraag bij
bevolkingsgroepen met een laag inkomen wordt gestimuleerd. –
Duidelijke
criteria bij het verstrekken van rechtstreekse steun aan actoren uit de
particuliere sector Terwijl officiële ontwikkelingshulp
zeker gerechtvaardigd is om in te grijpen op macro- en mesoniveau, kan hulp ook
efficiënt zijn op microniveau om de ontwikkeling van lokale ondernemingen te
versnellen of om markttekortkomingen of suboptimale investeringssituaties te compenseren.
Om de impact en duurzaamheid van ontwikkeling te garanderen, marktverstoringen
te voorkomen en potentiële reputatie- of imagoschade te voorkomen, moeten
duidelijke criteria gelden bij beslissingen over steun aan ondernemingen of
financiële tussenschakels via rechtstreekse subsidies of gesubsidieerde
diensten voor bedrijfsontwikkeling, of via waarborgen, verzekeringen of
concessionele financiering. De Europese Commissie heeft een pakket criteria
opgesteld als leidraad voor dergelijke beslissingen. Zij vormen een aanvulling
op de regels uit de financiële verordeningen van de Commissie[4], en
lopen grotendeels gelijk met de normen die andere ontwikkelingspartners
hanteren (zie kader 1). –
Verschillende
lokale contexten en kwetsbare situaties Om optimaal
effect en rendement te bereiken met EU-steun, is het essentieel bij het
uittekenen van de ontwikkelingssteun voor de particuliere sector een
onderscheid te maken tussen de contexten van de landen en prioriteiten te
bepalen aan de hand van de behoeften, het ontwikkelingsstadium en de
kwetsbaarheidsgraad van de partnerlanden. Een specifieke aanpak is met name
nodig voor kwetsbare en door conflicten aangetaste landen die dringend banen en
economische kansen nodig hebben voor het herstel van sociale cohesie, vrede en
politieke stabiliteit. –
Veel
nadruk op resultaten Steun voor de
ontwikkeling van de particuliere sector en partnerschappen moet op alle niveaus
gepaard gaan met inspanningen ter versterking van de resultatenmeting en de
beoordeling van het effect dat ingrepen hebben op de ontwikkeling. –
Samenhang
van het beleid op gebieden die de particuliere sector in partnerlanden aanbelangen Nauwe
samenwerking tussen de relevante Commissiediensten en met de EU-lidstaten moet
er niet alleen voor zorgen dat het EU-beleid geen schade toebrengt aan de
ontwikkelingsvooruitzichten van de partnerlanden, maar moet ook een prioriteit
blijven om te zorgen voor een alomvattende EU-aanpak en de coherentie en
wederzijdse versterking van ontwikkeling en ander relevant EU-beleid. De
mededeling van de Commissie over handel, groei en ontwikkeling uit 2012[5] bevat
werkwijzen die aantonen hoe dit met betrekking tot handels- en
investeringsbeleid wordt uitgevoerd. Vak 1: Criteria voor
de ondersteuning van actoren uit de particuliere sector (1)
Meetbare impact van ontwikkeling: Steun aan
een particuliere onderneming of financiële intermediair moet op een rendabele manier
bijdragen aan het bereiken van ontwikkelingsdoelstellingen als het scheppen van
banen, groene en inclusieve groei of bredere armoedebestrijding. Hiervoor is
transparantie nodig over doelstellingen en resultaten, samen met regelingen
voor gepaste monitoring, evaluatie en resultatenmeting. (2)
Additionaliteit: Zonder overheidssteun zou de
particuliere onderneming geen actie ondernemen of investeringen doen, of toch
niet op dezelfde schaal, hetzelfde tijdstip, dezelfde plaats of volgens dezelfde
norm. De ondersteunde actie mag de particuliere sector niet verdringen of
andere particuliere financiering vervangen. (3)
Neutraliteit: De steun mag de markt niet
verstoren en moet worden verstrekt via een open, transparant en eerlijk
systeem. De steun moet van tijdelijke aard zijn en een duidelijk omschreven
exitstrategie hebben. Steun die wordt verleend in verband met markttekortkomingen
en daaruit volgende risico's mag niet ontmoedigend werken voor inspanningen om
de regelgeving te hervormen en de oorzaak van de markttekortkoming aan te
pakken. (4)
Gedeeld belang en cofinanciering:
Partnerschappen met de particuliere sector moeten gebaseerd zijn op
kostenefficiëntie, gedeelde belangen en wederzijdse verantwoordingsplicht over
de resultaten. De risico's, kosten en opbrengsten van een gezamenlijk project
moeten eerlijk worden verdeeld. (5)
Demonstratie-effect: Een actie
die steun krijgt, moet bedoeld zijn om een duidelijk demonstratie-effect te
hebben dat de marktontwikkeling op gang brengt, door andere actoren uit de
particuliere sector erbij te betrekken om de ontwikkelingsresultaten te
herhalen en te vergroten. (6)
Aansluiting bij sociale, ecologische en fiscale normen: Particuliere ondernemingen die steun krijgen, moeten
aantonen dat hun operaties stroken met sociale, ecologische en fiscale normen,
waaronder de eerbiediging van mensenrechten en rechten van inheemse volkeren,
fatsoenlijk werk, goede corporate governance en sectorgebonden normen.
2.2. Steun
voor de ontwikkeling van de particuliere sector bij toekomstige
EU-ontwikkelingssamenwerking
2.2.1. Gunstig ondernemingsklimaat voor initiatieven in de particuliere sector
Het verstrekken
van steun voor een beter ondernemings- en investeringsklimaat, met name voor
micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, en het versterken van organisaties
van zakelijke tussenpersonen en ondersteuningsorganisaties, blijven essentiële
pijlers van de EU-ontwikkelingshulp voor de particuliere sector. Deze aanpak
kan efficiënter worden gemaakt door beter te inventariseren welke hervormingen
een land of sector prioritair moet doorvoeren, en door de particuliere sector
te betrekken bij actiegerichte publiek-private dialoog op het vlak van de
beleidsformulering. De Commissie streeft er ook naar bij te dragen aan betere
beleidsinstrumenten voor het meten en vergelijken van de kwaliteit van het
ondernemingsklimaat in verschillende landen. Om effectief de
hervorming van het ondernemingsklimaat te kunnen combineren met steun voor
andere aspecten van het investeringsklimaat, zoals de ontwikkeling van de
financiële markt, handelsfacilitering, beheer van migratie en versterking van
de wetgevende en juridische instanties, streeft de Commissie naar synergieën
tussen haar steun aan de ontwikkeling van de particuliere sector, de hulp voor
de handelsagenda, begrotingssteun en de bijhorende beleidsdialoog met
partnerlanden. De Commissie erkent dat de opbouw van instellingen en
wetgevingskaders om de markten efficiënter en eerlijker te maken, goed bestuur
en verantwoordelijkheidszin vereist van de partnerregeringen. Zij staat klaar om
steun te geven als er sprake is van politieke wil om te hervormen, in
combinatie met inspanningen voor de uitvoering van internationaal aanvaarde
normen en richtlijnen zoals het VN-verdrag tegen corruptie. Zij zal ook beter
gebruik maken van de politieke economische analyse bij het uittekenen van de
programma's voor de ontwikkeling van de particuliere sector. In
Paraguay verleende een door de EU gefinancierd economisch
integratieprogramma steun aan de oprichting van een enkelvoudig
exportloket, waardoor de totale doorlooptijd van de administratieve procedures
voor de uitvoer van vlees werd teruggebracht van 40 dagen naar 50 minuten. Dat
gaf een boost aan het aantal exportgeoriënteerde ondernemingen in Paraguay, dat
sinds 2004 met 500% toenam, en leidde tot een significante stijging van de
export. In Tunesië was de
microfinancieringsindustrie onderontwikkeld, met slechts twee
financiëledienstverleners voor ongeveer 300 000 cliënten. Dankzij de beleidsdialoog
met de EU en in het kader van de gezamenlijke begrotingssteun van
donoren die vóór de revolutie werd opgestart, heeft de regering in 2011 het
wet- en regelgevend kader voor de nationale microfinanciering hervormd conform
goede internationale praktijken, zodat nieuwe operatoren konden voldoen aan de
onvervulde vraag (ongeveer 700 000 cliënten) naar microfinanciering van
kwetsbare groepen. Beperkingen op de groei van de particuliere sector vloeien niet alleen
voort uit het algemene ondernemingsklimaat, maar kunnen ook het gevolg zijn van
industrie- of sectorspecifieke leemtes in de ondersteunende infrastructuur.
Niet iedere sector of industrie in een economie heeft hetzelfde potentieel qua
productiviteitsstijging en het scheppen van fatsoenlijk werk. Steun voor
partnerregeringen mag niet louter voortvloeien uit een politieke vraag, maar
moet een reactie zijn op een degelijke analyse van het latente comparatieve
voordeel van een land. Er moet voorrang worden gegeven aan het wegwerken van de
beperkingen in sectoren met het grootste potentieel om bij te dragen aan door
de particuliere sector geleide groei en aan het scheppen van fatsoenlijke banen. Industriële
clusters kunnen een veelbelovende manier zijn om strategische allianties te
vormen voor het verlenen van sectorspecifieke diensten en toegang tot
wereldwijde waardeketens. Ook geschikte en voorspelbare industriespecifieke
regelgevende kaders zijn nodig om efficiënte en duurzame marktgebaseerde
oplossingen te vinden voor elektriciteitsvoorziening op het platteland,
duurzame energie in steden, toegang tot financierings- en
infrastructuurdiensten als mobiele telecommunicatie, water, vervoer, energie en
huisvesting. Actie 1: Financiële-adviesdiensten
en moderne diagnose-instrumenten voor beleidsformulering om regeringen en
organisaties van zakelijke tussenpersonen te helpen de binnenlandse
bedrijfsregelgeving en de handhaving daarvan te verbeteren om meer
rechtszekerheid te bieden, het ondernemingsklimaat te verbeteren en de kosten
van zakendoen te verlagen.
2.2.2.
Meer steun voor micro-, kleine en middelgrote
ondernemingen in de formele en informele sector
Interventies op
macro- en sectorniveau om het ondernemingsklimaat te versterken, vergen de
aanvullende verstrekking van ondersteunende diensten op meso- en microniveau om
de productiviteit te verhogen en de investeringen en het scheppen van
fatsoenlijke banen te versnellen. De nadruk zal liggen op de ondersteuning van
micro- en kleine en middelgrote ondernemingen, die een cruciale rol spelen bij
het scheppen van banen en het verbeteren van de productiviteit en de
arbeidsomstandigheden in de informele economie. Om steun te verlenen voor de
ontwikkeling van ondernemingen zal de Commissie zoveel mogelijk werken via
bestaande zakelijke tussenpersonen en dienstverleners, en rekening houden met
wat zij geleerd heeft door eigen ondersteuningsstructuren op te richten
waarvoor de administratiekosten hoog zijn. Zij zal de marktgebaseerde aanpak
promoten waarbij van begunstigden uit de particuliere sector wordt verwacht dat
zij bijdragen in de kosten van de diensten die zij ontvangen. De ervaring van
de Commissie met de ondersteuning van Europese kmo's kan nuttige lessen
inhouden voor ontwikkelingslanden. De overheidssteun die het Enterprise Europe
Network biedt, kan dienen als model om kmo-samenwerking in ontwikkelingslanden
aan te moedigen. Europese bedrijven kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van
bedrijven in partnerlanden door lokale micro- en kleine en middelgrote
ondernemingen op te nemen in hun toeleveringsketen, met name in de landbouw- en
voedingsmiddelenindustrie, en door technologie zoals eco-innovaties of
oplossingen met hernieuwbare energie door te geven. De Commissie werkt ook
samen met openbare financiële instellingen aan programma's als het initiatief
voor het kleinbedrijf van de EBWO, waarin EU-middelen worden gebruikt voor
adviezen op maat aan specifieke sectoren en landen. Ook een sterke
noord-zuidsamenwerking tussen ondernemingen moet worden gestimuleerd,
bijvoorbeeld via twinningakkoorden over coaching en opleiding op de werkvloer.
Bovendien zal de Commissie haar ontwikkelingssamenwerking met partnerlanden
gebruiken om de nationale systemen voor beroepsopleiding te versterken
overeenkomstig de vraag van de arbeidsmarkt en de vaardigheden die formele en
informele bedrijven nodig hebben. Het
groeiprogramma voor ondernemingen en bedrijfsadvies (EGP-BAS) biedt
consultancydiensten aan kmo's in de landen van het Oostelijk partnerschap en
helpt hen hun ondernemingen te ontwikkelen en verbeteren. Momenteel hebben meer
dan 600 kmo's deze steun gekregen, met als uitstekend resultaat dat de omzet
van 90% van de kmo's na één jaar was gestegen met gemiddeld 43%. In Tanzania heeft het ondersteuningsprogramma
voor handel en landbouw bijgedragen aan betere kwaliteitsnormen en 50% meer
productiviteit in de thee- en koffiewaardeketen. De toegang tot internationale
markten werd verbeterd en het inkomen van kleine boeren steeg met ten minste
20%, met rechtstreekse gevolgen voor de bezittingen van huishoudens en de
emancipatie van vrouwen, beter onderwijs voor kinderen en betere
voedselzekerheid. Naar
schatting 60 tot 80% van de ondernemingen in ontwikkelingseconomieën zijn
informele bedrijven. Zij bevatten een gigantisch potentieel aan groei en banen,
en zij hoeven niet te worden uitgesloten van ontwikkelingssteun puur omdat zij
actief zijn buiten het formele wettelijk kader. Een combinatie van maatregelen
is nodig om de stimulans tot formalisering te vergroten via efficiënte
instellingen, juridische stelsels en gegarandeerde eigendomsrechten, met name met
betrekking tot grond, die als waarborg voor leningen kunnen worden gebruikt.
Daarnaast zijn ook maatregelen nodig om de productiviteit en de
arbeidsomstandigheden in de informele sector te verbeteren door een veiliger
werkomgeving en betere toegang tot markten, financiën, infrastructuur en
sociale diensten. Een handige vorm van steun is opleiding en capaciteitsopbouw
voor informele steunorganisaties zoals associaties van producenten en
zelfhulporganisaties in handen van de leden zelf. Coöperaties, sociale ondernemingen
en andere vormen van bedrijven waar mensen centraal staan, zijn vaak
voortrekkers op het vlak van fatsoenlijk werk, duurzaam levensonderhoud en
inclusieve oplossingen voor maatschappelijke problemen. Actie 2: Marktgebaseerde
cofinancieringsstelsels voor micro- en kleine en middelgrote ondernemingen voor
toegang tot bedrijfsondersteuningsdiensten van lokale leveranciers waaronder
organisaties van zakelijke tussenpersonen, starters, informele
zelfhulporganisaties en coöperaties voor het vergroten van
managementvaardigheden, technologische kennis en marktverbindingen voor micro-
en kleine en middelgrote ondernemingen in de formele en informele sector. Actie 3: Ondersteunen
van allianties tussen ondernemingen en aanbieders van opleidingen voor de
ontwikkeling en uitvoering van technische en beroepsopleidingsprogramma's.
2.2.3.
Emancipatie van vrouwen als ondernemers en
werknemers
In het kader van
haar steun voor micro- en kleine en middelgrote ondernemingen en het scheppen
van een gunstig klimaat voor hun ontwikkeling, zal de Commissie bijzondere
aandacht schenken aan vrouwelijke ondernemers en werknemers. Doorgaans zijn
vrouwen ondervertegenwoordigd in het bedrijfsleven in ontwikkelingslanden. Vaak
is dat het gevolg van wettelijke verschillen in hoe mannen en vrouwen worden
behandeld, waardoor vrouwen minder kansen krijgen om een bedrijf op te starten,
een eigendom of land te bezitten of krediet te krijgen. Dat is dus een grote
hindernis voor gendergelijkheid. De Commissie zal pleiten voor
bedrijfsregelgeving met aandacht voor het genderaspect, en zal de specifieke
opleidings- en ondersteuningsbehoeften van vrouwelijke ondernemers en
werknemers aanpakken zodat de recente verbeteringen in de opleiding van meisjes
worden omgezet in echte economische kansen voor vrouwen.
2.2.4.
Meer toegang tot financiën en diepgaande financiële
inclusie
Een gebrekkige
toegang tot kapitaal en degelijke financiële diensten is een groot probleem,
met name voor de ontwikkeling van micro- en kleine en middelgrote
ondernemingen. De Commissie ondersteunt de bredere toegang tot een uiteenlopend
gamma financiële diensten voor zowel huishoudens als micro- en kleine en
middelgrote ondernemingen, met interventies die gaan van capaciteitsopbouw voor
financiële tussenpersonen tot het verstrekken van kapitaal aan lokale banken
voor de financiering van micro- en kleine en middelgrote ondernemingen.
Toekomstige programma's zullen ook gericht zijn op het gebruik van informatie-
en communicatietechnologie als instrument voor de financiële inclusie van
armen, met name in Afrika, waar deze technologieën het financiële landschap al
dramatisch veranderen. Bijzondere nadruk zal ook liggen op consumentgerichte
modellen voor de promotie van inclusieve kredieten, spaargelden, verzekerings-
en betaaldiensten, en op het goedkoper, sneller en veiliger maken van
overmakingen, en tegelijk het vergemakkelijken van het productief investeren
van die middelen. Deze activiteiten worden aangevuld met steun voor de
oprichting van een geschikte financiële infrastructuur en een regelgevend kader
voor de financiële sector voor het waarborgen van de consumentenbescherming,
verantwoorde financiën en de stabiliteit op lange termijn van het financiële
systeem. In Zuid-Afrika werd via de risicokapitaalfaciliteit,
opgericht door de regering met EU-financiering voor de promotie van deelname
van minderbedeelden aan de economie, met bijzondere aandacht voor vrouwen,
eigen vermogen of quasi-eigen vermogen verstrekt aan 60 ondernemingen en werden
7000 nieuwe banen gecreëerd. MX Metal Shoppe kreeg bijvoorbeeld een
achtergestelde lening van 200 000 euro waarmee het bedrijf extra middelen
kon loskrijgen voor de aankoop van nieuw materiaal, aan de vereisten betreffende
werkkapitaal kon voldoen en de initiële opstartkosten kon betalen. 18 maanden na
de start, biedt het bedrijf werk aan 52 ongeschoolde personen, is het rendabel
en groeit het snel. Via het ACS-EU-microfinancieringsprogramma
heeft de EU een project gefinancierd voor capaciteitsopbouw van twaalf
microfinancieringsinstellingen in afgelegen gebieden in twaalf landen in Afrika
bezuiden de Sahara en in Haïti. Zij steunde ook de invoering van 14 nieuwe
financiële producten zoals kredieten voor watertanks en schoolgeld,
termijnrekeningen en diensten voor overmakingen. Ruim 750 personeelsleden van
microfinancieringsinstellingen kregen een opleiding, en 120 000 cliënten in
landelijke gebieden kregen betere toegang tot innoverende financiële diensten. De
combinatie van EU-subsidies met andere financieringen is al een goede manier
gebleken om financiering toegankelijker te maken, bijvoorbeeld via
garantiefaciliteiten en microfinancieringsfondsen. Er zal meer aandacht gaan
naar de financiering van vrouwelijke ondernemers om invloed te hebben op de financiering
voor sociale ondernemingen en investeringen met grote impact[6], en
naar betere toegang tot leningen en financiering uit eigen vermogen voor kmo's
(ook wel "het ontbrekende middensegment" genoemd) omdat hun
financieringsbehoeften niet passen bij microfinancieringsinstellingen, maar ook
niet bij traditionele banken. Actie 4: Strategisch
gebruik maken van EU-subsidies, ook via gecombineerde mechanismen, om betere
toegang te bieden tot leningen, financiering uit eigen middelen, garanties en
geduldkapitaal voor micro- en kleine en middelgrote ondernemingen, ook in
landen met een groot risico en via impactfinanciering van sociale
ondernemingen. Actie 5: Meer
ondersteuning voor inclusieve financiering, met bijzondere aandacht voor de
financiële inclusie van vrouwen, jongeren en plattelandsbewoners.
2.3. Regulering
van de ontwikkeling van de particuliere sector en betrokkenheid bij
EU-ontwikkelingssamenwerking
Op de meeste
gebieden waar EU-steun wordt verleend, zijn er mogelijkheden om de rol van de
particuliere sector te versterken om te komen tot inclusieve en duurzame groei.
De particuliere sector speelt een grote rol in de landbouw en de
agro-industrie, duurzame energie, infrastructuur en sociale sectoren, en is
prominent aanwezig op het vlak van milieu, klimaatverandering, migratie,
risicobeheer[7],
grondstoffen[8],
natuurlijke hulpbronnen, gezondheidszorg en medicijnen, duurzaam toerisme en
voeding. De Commissie zal, in overeenstemming met het beleid van de partnerregeringen,
manieren ontwikkelen om de doelstellingen voor de ontwikkeling van de
particuliere sector beter te integreren in steunstrategieën, en zal nagaan hoe
de particuliere sector kan worden ingezet als uitvoerings- en
financieringspartner. In deze context
kan een groter deel van de gecombineerde EU-faciliteiten worden toegewezen aan
financiële instrumenten als leningen, waarborgen, risicodelingsinstrumenten en
instrumenten voor eigen vermogen of quasi-eigen vermogen. Een kerndoelstelling
van deze instrumenten is het op gang brengen van particuliere investeringen die
financieel levensvatbaar zijn gebleken maar onvoldoende door de markt worden
gefinancierd. Toegang tot financierings- en risicodelingsinstrumenten in
ontwikkelingslanden is eveneens een belangrijke voorwaarde voor
EU-investeerders die zich op deze markten willen begeven. Dat is met name het
geval voor gebieden als de bouwsector, met inbegrip van vervoer, nutsvoorzieningen
en gebouwen, die wordt gekenmerkt door grote initiële investeringskosten, grote
risico's en vaak oneerlijke internationale concurrentie, zodat actie nodig is
om tot gelijke spelregels te komen.
2.3.1.
Particuliere sector betrekken bij duurzame energie
Actie 6: Meer
risicokapitaal verstrekken via particuliere investeringen voor
energie-efficiëntie, hernieuwbare energie en elektriciteitsvoorziening op het
platteland in ontwikkelingslanden, in navolging van het geslaagde Wereldfonds
voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and
Renewable Energy Fund — Geeref).
Een
risicodelingsmechanisme opzetten met Europese instellingen voor
ontwikkelingsfinanciering om meer particuliere investeringen in
energiegerelateerde projecten te genereren.
2.3.2.
Particuliere sector betrekken bij duurzame landbouw
en agro-industrie
Actie 7: Landbouwers en markten
met elkaar verbinden door marktgestuurde modellen als de initiatieven die in
het kader van het Alomvattend programma voor landbouwontwikkeling in Afrika
worden ontwikkeld. Capaciteitsopbouw en
betere toegang tot financiering, marktinformatie en technologie voor kmo's in
de agro-industrie en kleine boeren. Versnellen van duurzame
lokale en wereldwijde handel in landbouwproducten door ondersteuning van
coalities van bedrijven, ngo's, producenten, regeringen en andere
belanghebbenden. Ontwikkelen en
financieren van risicobeheersinstrumenten als prijs-, weers- en
rampenverzekeringen. Ondersteunen van
inclusieve PPP's en bedrijfsmodellen met de nodige aandacht voor processen,
zoals de vrijwillige richtsnoeren voor verantwoord beheer van land, visserij en
bosbouw, verantwoorde landbouwinvesteringen en het initiatief voor grondbeleid
in Afrika.
2.3.3.
Particuliere sector betrekken bij de
infrastructuursectoren
Actie 8: Zorgen
voor hefboomwerking voor kapitaal uit de particuliere sector en deskundigheid
voor infrastructuurinvesteringen in ontwikkelingslanden via de regionale
gecombineerde faciliteiten van de EU zoals het Infrastructuurtrustfonds EU-Afrika. Streven
naar invoering van ontwerp-, bouw- en exploitatiecontracten, en van concepten
als duurzaamheid en levenscycluskosten in EU-aanbestedingsprocedures. Stimuleren van
samenwerking aan de ontwikkeling en het gebruik van ruimtevaarttechnologie voor
duurzame ontwikkeling via onderzoeksprogramma's, technologie-overdracht,
capaciteitsopbouw en gezamenlijke zakelijke initiatieven, waaronder de
ontwikkeling van satellietnavigatie-infrastructuur en aardobservatiediensten.
2.3.4.
Particuliere sector betrekken bij de groene
sectoren
Actie 9: Stimuleren
van eco-ondernemerschap en het scheppen van groene banen via het "switch
to green"-vlaggenschip dat voortbouwt op de positieve ervaringen van het
SWITCH-Azië-programma en beleidsdialoog combineert met de goede voorwaarden
voor de ontwikkeling van groene ondernemingen, met cofinanciering van
innoverende projecten die duurzame consumptie en productiepatronen en
-praktijken in partnerlanden ondersteunen. Steunen van het beheer
van beschermde en andere kwetsbare biodiversiteitsgebieden, onder meer via het
thematische vlaggenschipprogramma "biodiversiteit voor het leven",
waarmee de particuliere sector wordt betrokken bij het ontwerp en de uitvoering
van de stelsels voor de betaling voor ecosysteemdiensten, op de gemeenschap
gebaseerd beheer van natuurlijke hulpbronnen, en publiek-private
partnerschappen.
2.4.
Meer betrokkenheid van de particuliere sector bij
ontwikkeling
2.4.1.
Via EU-ontwikkelingsbeleid verantwoorde
ondernemingspraktijken stimuleren
De particuliere
investeringen in landen met lage en middelhoge inkomens, zowel binnenlandse als
internationale, zijn het voorbije decennium meer dan verdrievoudigd en bedragen
nu ruim de helft van alle financiële middelen van ontwikkelingslanden, waardoor
zij ruimschoots hoger zijn dan de officiële ontwikkelingssteun[9]. Zelfs
een kleine verschuiving in de strategieën voor particuliere investeringen kan
de impact van deze investeringen op ontwikkelingslanden aanzienlijk veranderen. De EU-strategie
voor maatschappelijk verantwoord ondernemen[10] biedt
een goede basis voor Europese ondernemingen die zich op een verantwoorde manier
willen engageren in ontwikkelingslanden. De Commissie moedigt bedrijven aan
zich te scharen achter internationaal erkende richtlijnen en principes, zoals
het Global Compact van de VN, de VN-richtsnoeren betreffende bedrijfsleven en
mensenrechten, de Tripartiete verklaring over multinationale ondernemingen en
sociaal beleid van de Internationale Arbeidsorganisatie, de ISO-norm 26000 voor
maatschappelijke verantwoordelijkheid van organisaties en de richtsnoeren voor
multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling. De Commissie gaat meer en meer naar een op rechten gebaseerde
aanpak waarbij alle mensenrechten worden geïntegreerd in de EU-ontwikkelingssamenwerking,
met inbegrip van de ontwikkelingshulp van de particuliere sector. Zij verwacht
ook dat ondernemingen de mensenrechten eerbiedigen. Ondernemingen die
investeren of actief zijn in ontwikkelingslanden, moeten beleid hebben
uitgewerkt om omkoping en belastingontduiking te voorkomen, en systemen hebben
voor risicobeoordeling en voorkoming van negatieve effecten op mensenrechten,
arbeid, milieubescherming en rampengerelateerde aspecten van hun activiteiten
en waardeketens, onder meer door zinvol samen te werken met de regering,
sociale partners en ngo's. Een voorwaarde voor de EU om samen te werken met, of
steun te verlenen aan de particuliere sector, is ook de aanvaarding van
sociale, ecologische en fiscale normen. Verantwoorde bedrijfspraktijken zullen
worden versterkt door het consumentenbewustzijn te verhogen over duurzame
consumptie- en productiepatronen en -praktijken, en de promotie van eerlijke en
ethische handel. Vrijwillige
inspanningen van bedrijven om meer verantwoorde en duurzame bedrijfspraktijken te
hanteren, moeten gepaard gaan met meer bedrijfstransparantie en bestrijding van
corruptie, evenals met het stimuleren van de bekrachtiging en daadwerkelijke
uitvoering van internationale arbeids- en milieuovereenkomsten in de
EU-beleidsdialoog met partnerlanden en in het EU-handelsbeleid. In de recente
handels- en investeringsovereenkomsten van de EU[11] zijn
ook bepalingen over duurzame ontwikkeling opgenomen, en sommige autonome
handelspreferentiestelsels van de EU[12]
omvatten ook de eerbiediging van internationale mensen- en arbeidsrechten,
evenals bepalingen over milieu en goed bestuur. Er moet in het bijzonder op
worden gelet dat arbeidsmigranten op een eerlijke en transparante manier worden
aangeworven en behandeld. In
bepaalde industrieën, zoals de mijnbouw en de houtkap, waar de mogelijkheden
voor en de risico's van particuliere investeringen bijzonder groot zijn, moeten
verantwoorde bedrijfspraktijken bijzondere aandacht krijgen. Voortbouwend op
lopende steun voor initiatieven als het initiatief voor transparantie in de
winningsindustrie, het Kimberleyproces en het actieplan van de EU voor
wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw, vergroot de Commissie haar
inspanningen om de transparantie te verbeteren in de winningsindustrie (olie,
gas en mijnbouw) en de bosbouw door ervoor te zorgen dat efficiënt gebruik
wordt gemaakt van de informatie die via het initiatief voor transparantie in de
winningsindustrie wordt vergaard en wordt vrijgegeven door bedrijven over hun
betalingen aan regeringen uit de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, als
onderdeel van de nieuwe EU-wetgevingsvereisten over de rapportage per land.
Bovendien werd recent een gezamenlijke mededeling over het verantwoord betrekken
van mineralen uit conflict- en hoogrisicogebieden goedgekeurd, evenals het
voorstel voor de bijhorende verordening[13]. Actie 10: Stimuleren
van internationale richtlijnen en beginselen betreffende maatschappelijk
verantwoord ondernemen via beleidsdialoog en ontwikkelingssamenwerking met
partnerlanden, en de beloning op de markt voor maatschappelijk verantwoord
ondernemen vergroten in overheidsopdrachten en door duurzame consumptie en
productie te stimuleren.
2.4.2.
Meer inclusieve bedrijfs- en marktgebaseerde
oplossingen voor ontwikkeling
Groei
kan alleen maar inclusief zijn als economische kansen worden gecreëerd die leiden
tot duurzame middelen van bestaan, in het bijzonder voor de armsten. De
particuliere sector kan rechtstreeks bijdragen aan inclusieve groei door deel
te nemen aan activiteiten die onmiddellijke resultaten hebben voor de armsten
door hun economische mogelijkheden als klanten en consumenten aan de vraagzijde
te vergroten, en als producenten, distributeurs en werknemers aan de
aanbodzijde. Heel wat EU-lidstaten werken al in verschillende
partnerschapsprogramma's samen met bedrijven aan de invoering van dergelijke
inclusieve bedrijfsmodellen[14]. De
Commissie kan een aanvullende rol spelen bij de opbouw van een ecosysteem van
lokale ondersteuningsinstellingen voor inclusieve bedrijven, via haar
ontwikkelingsprogramma's voor de particuliere sector. Zij zal ook steun
verlenen voor de replicatie en verbetering van geslaagde inclusieve
bedrijfsmodellen door de netwerken en platformen te versterken waarin de
particuliere sector makkelijk een dialoog kan voeren en kennis kan uitwisselen,
transparantie kan bieden over bestaande steundiensten en
financieringsmogelijkheden, en partnerschappen kan faciliteren tussen
bedrijven, financieringsinstellingen, werknemers- en werkgeversorganisaties,
ngo's, donoren en/of regeringen. Actie 11: Steun
voor de replicatie en verbetering van geslaagde inclusieve bedrijfsmodellen en
innoverende, marktgebaseerde oplossingen voor ontwikkelingsproblemen door de
versterking van de actiegerichte platformen en netwerken in de particuliere
sector waar kennis kan worden uitgewisseld, en partnerschappen en contacten
kunnen ontstaan tussen bedrijven en andere actoren.
2.4.3.
Faciliteren van publiek-private partnerschappen
(PPP's) en allianties met meerdere belanghebbenden
Partnerschappen
tussen de overheids- en de particuliere sector voor projecten of diensten die
gewoonlijk door de overheid worden geleverd, kan een efficiënte manier zijn om
het leveren van openbare goederen en diensten aan armen betrouwbaarder en
betaalbaarder te maken, terwijl overheidsmiddelen worden aangevuld met
investeringen uit de particuliere sector. De bouwsector en de koolstofarme
economie met een efficiënt gebruik van hulpbronnen zijn voorbeelden van hoe
Europese deskundigheid via PPP's innoverende oplossingen kan bieden op gebieden
als hernieuwbare energie, groene gebouwen of andere infrastructuurdiensten als
water en riolering, afvalbeheer en vervoer. Op dit vlak
blijft de Commissie technische bijstand bieden aan overheidsinstellingen om hun
administratieve capaciteit te versterken, wet- en regelgevende kaders en
richtlijnen opstellen voor PPP's, mechanismen promoten voor publiek-private
dialoog om mogelijkheden voor PPP's te onderzoeken en hervormingen te
stimuleren in het wet- en regelgevend kader, en financiële instrumenten gebruiken
om particuliere financiering te genereren voor infrastructuurprojecten door de
activiteiten van de particuliere sector betreffende kredietverlening en eigen
vermogen van in aanmerking komende financiële instellingen te versterken via
gecombineerde EU-faciliteiten. Deze activiteiten moeten worden aangevuld met
inspanningen ter verbetering van de deskundigheid, de transparantie en het bestuur
in de overheidssector om te waarborgen dat de winstbetrachting van de
particuliere actoren strookt met het algemeen belang. In de
infrastructuursector kijkt de Commissie verder dan de klassieke PPP's en zal
zij steun verlenen aan nieuwe vormen van partnerschappen en initiatieven met
meerdere belanghebbenden tussen nationale en lokale overheden, ondernemingen en
ngo's voor de ontwikkeling van vaardigheden en het verlenen van basisdiensten
als de toegang tot duurzame en betaalbare energie, water, gezondheidszorg en
onderwijs, evenals op landbouw- en voedingsgebied, met name op het platteland,
voor vrouwen en andere uitgesloten groepen.
2.4.4.
Definiëren van rol en verantwoordelijkheid van de
particuliere sector in de wereldwijde ontwikkelingsagenda
De
mededeling van de Commissie "Een waardig leven voor iedereen"[15]
beschouwt het bevorderen van de motoren voor inclusieve en duurzame groei, met
inbegrip van het voorzien in essentiële diensten voor menselijke ontwikkeling
en het creëren van degelijke werkgelegenheid, als een van de vijf prioritaire
gebieden waarop de wereldwijde agenda voor de periode na 2015 gebaseerd moet
zijn. Deze agenda kan alleen adequaat zorgen voor inclusieve en duurzame groei
als de particuliere sector bij de formulering ervan wordt betrokken. De
Commissie zal, in nauw overleg met de lidstaten, een duidelijke en actieve rol
voor de particuliere sector afbakenen in alle ontwikkelingskaders voor de
periode na 2015. Zij is het ook eens met de erkenning in het resultatendocument
van Rio+20 dat actieve deelname van de particuliere sector kan bijdragen aan
het bereiken van duurzame ontwikkeling en de overgang naar een inclusieve
groene economie. Tegelijk zal de Commissie haar inspanningen vergroten om de
verbintenissen na te komen die zij is aangegaan op het forum op hoog niveau van
Busan betreffende doeltreffende samenwerking tussen de overheid en de
particuliere sector aan ontwikkeling. Actie 12: Onderschrijven
van de gezamenlijke verklaring over samenwerking tussen overheid en
particuliere sector en een actieve rol spelen in het partnerschap voor welvaart
dat voortvloeide uit de Busan Private Sector Building Block.
3.
Toekomst: instrumenten en
afspraken om van de particuliere sector een partner in
ontwikkelingssamenwerking te maken
De Commissie zal
gebruik maken van een combinatie van interventies in haar nationale, regionale
en thematische programma's om haar aanpak voor de ontwikkeling van de
particuliere sector uit te voeren en te integreren, en om het potentieel van de
particuliere sector als partner in ontwikkelingssamenwerking te benutten. Voor
de uitvoering van de hierboven geschetste aanpak en prioriteiten moeten
bestaande werkwijzen en instrumenten worden aangepast, en nieuwe worden
toegevoegd aan het gamma EU-instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking.
3.1.
Een kader voor gestructureerde dialoog en gezamenlijke
aanpak met de particuliere sector
Een goed begrip
van de behoeften en beperkingen van de lokale particuliere sector, en de
benutting van het potentieel van de Europese particuliere sector om zich in te
zetten voor ontwikkeling en met ondernemingen in ontwikkelingslanden, vraagt om
ruimte voor interactie en samenwerking tussen de particuliere en de
overheidssector. Via EU-delegaties stimuleert de Commissie op lokaal niveau de
inclusieve publiek-private beleidsdialoog door de werking van bestaande of
nieuwe dialoogmechanismen te ondersteunen, zoals nationale raden voor
werkgelegenheid of export en vakbonden, door doelgerichte capaciteitsopbouw van
de vertegenwoordigers van de particuliere sector, waaronder kamers van
koophandel, sociale partners en organisaties die micro- en kleine en
middelgrote ondernemingen vertegenwoordigen, vrouwelijke ondernemers en
ondernemingen en werknemers in de informele sector, om hun bijdrage aan die
dialoogmechanismen te verbeteren. De Commissie zal haar beleidsdialoog met
partnerlanden ook gebruiken om meer bereidheid te creëren bij regeringen en
lokale overheden om open discussies aan te gaan met vertegenwoordigers van de
particuliere sector. Op Europees en
wereldniveau draagt de Commissie bij aan de ontwikkeling van een kader voor
dialoog en efficiënte gezamenlijke actie met de particuliere sector, bij
voorkeur door bestaande initiatieven te versterken, met inbegrip van het recent
opgerichte Beleidsforum over ontwikkelingsvraagstukken[16], met
het oog op meer samenwerking tussen aparte Europese platformen en programma's.
Er wordt ook meer rechtstreekse interactie gezocht met bedrijven en hun
sectororganisaties via dialoogmechanismen op sectorniveau, om zo te streven
naar meer betrokkenheid van de particuliere sector en marktgebaseerde
oplossingen voor duurzame landbouw en agro-industrie, duurzame energie,
infrastructuur en sociale sectoren.
3.2.
Particuliere middelen voor ontwikkeling via combineren
De Commissie
erkent het combineren van EU-subsidies met leningen of eigen vermogen van
andere publieke of particuliere geldschieters (blending) als belangrijk
instrument om extra middelen te genereren voor ontwikkeling en de impact van
EU-steun te vergroten. Via het EU-platform voor blending in externe
samenwerking werkt de Commissie samen met financiële instellingen aan het
vergroten van het katalysatoreffect van gecombineerde instrumenten voor het genereren
van meer particuliere financiële middelen door vaker gebruik te maken van financiële
instrumenten als waarborgen, eigen vermogen en andere risicodelingsinstrumenten
voor infrastructuurinvesteringen. In deze context zoekt de Commissie ook
mogelijkheden om het bereik van gecombineerde instrumenten te vergroten op nieuwe
gebieden als duurzame landbouw en sociale sectoren, en om meer projecten te
faciliteren die een grote impact hebben op de ontwikkeling van de lokale
particuliere sector, zoals toegang tot financiering voor kmo's via de creatie
van specifieke onderdelen voor de particuliere sector in de regionale
gecombineerde faciliteiten.
3.3.
Politiek gewicht van de EU gebruiken ter ondersteuning van
inclusieve en duurzame groei
Een standpunt
dat regelmatig naar voren kwam tijdens de raadplegingen met belanghebbenden ter
voorbereiding van deze mededeling, is dat het politieke gewicht van de EU een
comparatief voordeel is dat ten volle moet worden benut om de doelstellingen betreffende
de ontwikkeling van de particuliere sector te ondersteunen. Daarom streeft de
Commissie naar meer positieve interactie en de impact op de ontwikkeling van de
particuliere sector van EU-beleid en -instrumenten op het vlak van handel,
ondernemingen, werkgelegenheid en daarmee gerelateerde gebieden. Via een
beleidsdialoog met partnerlanden in multilaterale fora blijft de Commissie, in
overleg met de Europese Dienst voor extern optreden, streven naar de
hernieuwing van verbintenissen inzake internationaal afgesproken beginselen en
richtsnoeren in verband met verantwoordelijke bedrijfspraktijken op het vlak
van mensen- en arbeidsrechten, corruptiebestrijding en fiscale zaken. Zij gaat
ook na wat, in het kader van haar politieke dialoog, de beste aanpak is voor
zaken als de hervorming van het ondernemingsklimaat, die cruciaal zijn voor investeringen,
innovatie en de ontwikkeling van de particuliere sector, met inbegrip van de
rechtsstaat, corruptiebestrijding, beheer van overheidsfinanciën, fiscale
hervormingen en de efficiëntie en capaciteit van overheidsinstanties. Ten slotte
streeft de Commissie ook naar synergieën tussen begrotingssteun en
rechtstreekse interventies om de doelstellingen betreffende ontwikkeling van de
particuliere sector te verwezenlijken. Begrotingssteun en de bijhorende
beleidsdialoog kunnen een belangrijke grondslag vormen voor hervormingen van
het ondernemingsklimaat in partnerlanden door een stimulans te vormen voor de
stabiliteit van de macro-economische kaders, gezond financieel beheer van de
overheidsfinanciën, transparantie van en toezicht op de begroting. Bovendien
kunnen specifieke hervormingscontracten en resultaatsindicatoren voor de
ontwikkeling van de particuliere sector helpen bij de verwezenlijking van de
hervormingen van het ondernemingsklimaat. Het politieke
gewicht van de EU hangt af van de mate waarin de Commissie en de lidstaten in
staat zijn hun sterke punten en vaardigheden aan te spreken en samen te werken
met een gezamenlijke strategische visie. Dankzij betere donorcoördinatie en
gezamenlijke programmering zal de EU met één stem spreken en zal zij meer
rendement halen uit het feit dat zij in de meeste landen een van de grootste
donoren is op het vlak van inclusieve en duurzame economische ontwikkeling. Door
meer te investeren in ontwikkelingslanden en een actievere rol te spelen in
ontwikkelingssamenwerking, geeft de particuliere sector een duidelijk signaal
over de belangrijke bijdrage die de sector kan leveren aan inclusieve en
duurzame groei in ontwikkelingslanden. Met de strategie die in deze mededeling
wordt uiteengezet, kan de Commissie de betrokkenheid van zowel lokale als
Europese ondernemingen vergemakkelijken en versnellen om in de praktijk tot
tastbare en positieve resultaten te komen. [1] Zie http://ec.europa.eu/europeaid/how/evaluation/evaluation_reports/2013/1317_docs_en.htm. [2] Tussen november 2013 en
februari 2014 zijn EU-lidstaten, partnerregeringen, lokale overheden,
vertegenwoordigers van de Europese en lokale particuliere sector, sociale
partners en ngo's geraadpleegd over kwesties die relevant waren voor deze
mededeling. [3] Deze interventies hangen
nauw samen met en worden aangevuld door activiteiten op het vlak van handel en
ontwikkeling als geschetst in de mededeling "Handel, groei en
ontwikkeling" van 2012 (COM(2012) 22 final). [4] Verordening nr. 966/2012
van het Europees Parlement en de Raad, en Gedelegeerde Verordening nr.
1268/2012 van de Commissie betreffende de toepassingsregels van die
verordening. [5] COM(2012) 22 final. [6] Bijvoorbeeld met de
impactfinancieringsenveloppe voor de ACS-regio van de EIB, een nieuw bijzonder
onderdeel ter waarde van 500 miljoen euro binnen de bestaande
ACS-investeringsfaciliteit, wordt gestreefd naar meer invloed op ontwikkeling
met als hoofddoel het terugdringen van armoede door de sociale en ecologische
problemen in de ACS-landen aan te pakken, waaronder het scheppen van
fatsoenlijk werk, de duurzaamheid van kleine ondernemingen op het platteland,
beperking van de klimaatverandering, toegang tot basismiddelen als water en
energie, en de economische en sociale integratie van vrouwen en jongeren. [7] In het groenboek
betreffende de verzekering tegen natuurlijke en door de mens veroorzaakte
rampen (COM(2013) 0213 final) wordt geschetst welke rol verzekeringen hebben op
het vlak van hulp aan ontwikkelingslanden die kwetsbaar zijn voor rampen bij
het tot stand brengen van doeltreffende bestrijdingsmechanismen. [8] Overeenkomstig
het grondstoffeninitiatief uit 2008 (COM(2008) 699). [9] Mededeling van de Commissie
"Na 2015: naar een alomvattend en geïntegreerd financieringsmodel voor
armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling" (COM(2013) 531). [10] Een vernieuwde
EU-strategie 2011-2014 ter bevordering van maatschappelijk verantwoord
ondernemen, COM(2011) 681 definitief. [11] Bijvoorbeeld de
kaderovereenkomst met de Republiek Korea, ondertekend op 10 mei 2010. [12] Het SAP+ bepaalt
bijvoorbeeld dat de minst ontwikkelde landen die van dit stelsel gebruik maken,
27 internationale verdragen moeten ratificeren en respecteren; zij moeten dus
in hun wetgeving minimumnormen over arbeid, milieu en corruptiebestrijding
opnemen, die bedrijven ook moeten naleven. [13] JOIN (2014) 8 van 28.2.2014 en
COM(2014) 111 van 5.3.2014. [14] Bijvoorbeeld het Duitse
develoPPP programma, het Oostenrijkse economischpartnerschapsprogramma, het
programma ondernemingen voor ontwikkeling van SIDA, of challenge funds opgezet
door onder meer het DFIF en het Nederlandse ministerie voor Buitenlandse zaken. [15] COM(2013) 92 final. [16] Het Beleidsforum over
ontwikkelingsvraagstukken werd opgericht door de Commissie als dialoogruimte
voor verschillende belanghebbenden. Lokale overheden, maatschappelijke
organisaties en vertegenwoordigers van de particuliere sector dragen er bij aan
ontwikkelingsbeleid en -programma's.