MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Actiekader van Hyogo na 2015: Risicobeheer om de weerbaarheid te vergroten /* COM/2014/0216 final */
1- NAAR EEN ACTIEKADER VAN HYOGO NA 2015
Het Actiekader van Hyogo (AKH) voor het
opbouwen van de herstelcapaciteit van landen en gemeenschappen na rampen is een
plan dat door 168 VN-leden werd goedgekeurd. Zij zegden op vrijwillige wijze
toe te zullen werken aan vijf actieprioriteiten met als doel de wereld beter te
beschermen tegen rampen en herstelcapaciteit op te bouwen. Het in 2005
goedgekeurde Actiekader zal in 2015 verstrijken, en daarom vindt er nu een
breed opgezet overlegproces plaats[1] over de
vormgeving van het Actiekader voor rampenpreventie door risicobeperking
voor de tijd na 2015. Dit Actiekader zal worden goedgekeurd tijdens de derde
Wereldconferentie inzake rampenpreventie door risicobeperking in Sendai (Japan)
van 14 tot 18 maart 2015. Rampen
en klimaatrisico´s hebben enorme gevolgen, niet alleen voor de economie maar
ook voor de veiligheid en het welzijn van de burgers. In de afgelopen jaren is
de blootstelling aan rampen aanzienlijk toegenomen door klimaatverandering,
snelle en wanordelijke urbanisatie, demografische druk, bouwwerkzaamheden en
geïntensiveerd landgebruik in risicogevoelige gebieden, verlies aan
biodiversiteit en achteruitgang van ecosystemen. Tussen
2002 en 2012 eisten natuurrampen jaarlijks gemiddeld meer dan 100 000 mensenlevens.
In de afgelopen tien jaar deed zich in heel de wereld een stijgende tendens voor
in de totale rechtstreekse verliezen en bedroeg het economische verlies
jaarlijks gemiddeld meer dan 100 miljard euro[2]. De
gevolgen variëren al naar gelang het gebied en hangen af van de geografische
blootstelling aan risico´s en het niveau van sociaaleconomische ontwikkeling.
Ofschoon het aantal slachtoffers hoger uitvalt in de ontwikkelingslanden en de
economische verliezen hoger uitvallen in de ontwikkelde economieën, zijn alle
landen kwetsbaar voor rampen. De Europese Unie kon de dans niet ontspringen:
in de afgelopen tien jaar verloren door natuurrampen 80 000 mensen het leven en
werd economische schade aangericht voor 95 miljard euro[3]. Om deze
alarmerende trend om te buigen moet een beleid worden gevoerd voor
risicopreventie en risicobeheer, teneinde duurzame ontwikkeling en economische
groei te verzekeren zowel in de Unie[4] als
wereldwijd. Risicopreventie en risicobeheer zijn economisch gezien uitermate
zinvol, omdat daarmee verliezen worden voorkomen en het rendement van elke euro
wordt vervier- tot verzevenvoudigd[5].
Investeringen in rampenrisicobeheer leveren ook grote economische voordelen op
en kunnen een middel zijn om werkgelegenheid te bevorderen en structurele
houdbaarheid van openbare en particuliere financiën te verzekeren. Tegen deze
achtergrond is een hernieuwd internationaal kader voor rampenpreventie door
risicobeperking een unieke gelegenheid om voort te bouwen op de successen van
het AKH en de toekomstige problemen beter aan te pakken. De resultaten van initiatieven als de
Rio+20-top[6] en het
UNFCCC[7] en de
brede internationale steun voor de weerbaarheidsagenda tonen aan dat
risicobeperking en rampenbeheer een prioriteit moeten worden voor de
ontwikkelingslanden, de opkomende economieën en de ontwikkelde landen. De herziening van het AKH is ook een
gelegenheid voor de EU om een balans op te maken van het beleid dat werd
ontwikkeld en van de vooruitgang bij het opbouwen van weerbaarheid en het rampenrisicobeheer
dankzij EU-beleid en steun via ontwikkelingshulp en humanitaire hulp. In deze mededeling wordt een
uiteenzetting gegeven van de initiële standpunten van de Commissie ten aanzien
van de vormgeving van het Actiekader van Hyogo na 2015 op basis van de
resultaten van een aantal EU-beleidsdomeinen als civiele bescherming,
milieubescherming, interne veiligheid, aanpassing aan klimaatverandering,
gezondheid, onderzoek en innovatie, en de weerbaarheidsagenda die wordt bevorderd
via het externe optreden van de EU. De vooruitgang wordt geanalyseerd en er
wordt gekeken naar de mankementen bij de tenuitvoerlegging en nieuwe problemen
als gevolg van toenemende risico´s in de toekomst. 2-
VOORUITGANG EN PROBLEMEN Het AKH werd in 2005 goedgekeurd en
wordt sindsdien gebruikt ter ondersteuning van wereldwijde, regionale en
nationale inspanningen op het gebied van rampenpreventie door risicobeperking. Ondanks
de positieve ontwikkelingen zijn er echter nog steeds belangrijke tekortkomingen
in de tenuitvoerlegging en zijn nieuwe problemen opgedoken. Doordat de ondersteuning van
rampenrisicobeheer een nieuwe impuls kreeg, kwam er ook meer aandacht voor en
was er een toename van de investeringen door de voornaamste belanghebbenden,
waaronder de voornaamste donoren van ontwikkelingshulp. Uit de zelfmonitoring
van de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van de vijf AKH-prioriteiten[8] blijkt
echter dat de meeste vooruitgang is geboekt bij prioriteit 1 (ervoor zorgen dat
de beperking van het rampenrisico een nationale en lokale prioriteit is met een
krachtige institutionele basis voor de tenuitvoerlegging) en bij
prioriteit 5
(de capaciteit verbeteren op het gebied van voorbereiding en respons op
rampen), terwijl er veel minder vooruitgang is geboekt bij prioriteit 4, die
gericht is op de beperking van de onderliggende risicofactoren[9]. De meeste landen blijven het moeilijk
vinden om risicobeperking te integreren in de planning van overheidsinvesteringen,
stedelijke ontwikkeling, ruimtelijke ordening en beheer van de ruimte, en
sociale bescherming. Het beleid en de versterking van de instellingen moet nog
worden vertaald naar daadwerkelijke tenuitvoerlegging en meer weerbare
samenlevingen. De huidige investeringen en beleidsresponsen volstaan niet om de
bestaande risico´s effectief aan te pakken, laat staan om te gaan met nieuwe
problemen als:
de gevolgen van klimaatverandering
en de zich voortzettende degradatie van het milieu zullen leiden tot
heviger en vaker voorkomende extreme natuurverschijnselen zoals
overstromingen, droogte en cyclonen;
de klimaatverandering is een
bedreiging die tevens een multiplicatoreffect heeft op instabiliteit,
conflicten en staatszwakte, hetgeen leidt tot migratie en ontheemding,
zwakke regeringen en geopolitieke instabiliteit;
conflicten en staatszwakte verhogen
op hun beurt de kwetsbaarheid voor rampen;
de bevolkingsgroei in met name arme
landen en arme huishoudens, en de snelle verstedelijking zorgen ervoor dat
de druk op de natuurlijke hulpbronnen en de economische activiteiten in
rampengevoelige gebieden wordt opgevoerd;
een andere tendens waardoor de
kwetsbaarheid aanzienlijk wordt vergroot, is de snelle verstedelijking,
die leidt tot bevolkingsconcentratie en investeringen in aan gevaren en
risico´s blootgestelde gebieden (geschat wordt dat in 2050 60 à 70% van de
wereldbevolking in stedelijke gebieden woont)[10];
de vraag naar energie en voedsel
neemt toe en daardoor komen hulpbronnen als grond en water onder druk te
staan. Verwacht wordt dat waterschaarste een groot probleem zal worden en
dat tegen 2030 bijna de helft van de wereldbevolking zal wonen in gebieden
met grote waterproblemen[11];
er duiken nieuwe risico´s op met
mogelijk sterk ontwrichtende gevolgen (ruimte- of weergerelateerde
gebeurtenissen, multirisico-gebeurtenissen zoals de drievoudige ramp in
Fukushima in 2011, risico´s in het digitale en high-tech tijdperk,
waaronder cyberrisico´s);
met aanzienlijke risico´s gepaard
gaande gebeurtenissen (kleinschalige, zeer frequente en plaatselijke
gebeurtenissen zoals plotselinge overstromingen, branden en
landverschuivingen) worden meestal onderschat en onvoldoende gemeld, maar ze
ondermijnen wel de lokale ontwikkeling en het nationale
concurrentievermogen;
de economieën zijn geglobaliseerd
en hun structuren draaien steeds meer om complexe, mondiale
toeleveringsketens. Zoals bleek bij de overstromingen in Thailand in 2011
kan de economische schok na een ramp zelfs gevolgen hebben voor economieën
en bedrijven aan de andere kant van de wereld;
door economische recessies en
financiële crises komen de nationale begrotingen en de voor
rampenrisicobeheer uitgetrokken begrotingsmiddelen onder druk te staan.
3- HET EU-BELEID INZAKE
RAMPENRISICOBEHEER EN DE WEERBAARHEIDSAGENDA: EEN ESSENTIËLE BIJDRAGE AAN DE
TENUIVOERLEGGING VAN HET AKH Het vergroten van de weerbaarheid van de
EU bij crises en het versterken van haar capaciteit om op risico´s te
anticiperen, zich erop voor te bereiden en erop te reageren, met name op
grensoverschrijdende risico's, is een van de doelstellingen van de Europa
2020-strategie[12]: concurrentiekracht
en duurzaamheid zijn afhankelijk van een effectief rampenrisicobeheer dat
verliezen helpt voorkomen en de weerbaarheid bij de toenemende mondiale
schokken en dreigingen helpt versterken. Investeren in het voorkomen en beheren
van rampenrisico´s is een sterke motor voor innovatie, groei en werkgelegenheid,
opent nieuwe markten en biedt het bedrijfsleven nieuwe kansen. Er zijn aanzienlijke resultaten geboekt
met zowel EU-beleid als EU-financiering. Deze resultaten brengen ons dichter in
de buurt van een samenhangend beleid inzake rampenrisicobeheer. Zij kunnen met
anderen worden gedeeld en schragen het nieuwe internationale kader voor
rampenrisicobeheer. 3.1.
Beleidsresultaten bij rampenrisicobeheer in de EU In de nieuwe bepalingen van de herziene
EU-wetgeving inzake civiele bescherming [13] wordt
een kader vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van een sectoroverschrijdend
beleid inzake rampenrisicobeheer. Daarmee wordt een alomvattende benadering bevorderd
van alle natuurlijke en door de mens veroorzaakte risico´s in de gehele
rampenbeheersingscyclus (preventie, paraatheid, respons). De nieuwe wetgeving en eerdere mededelingen
en conclusies van de Raad vormen de grondslag voor doorslaggevende acties ter
ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het EU-kader voor rampenrisicobeheer.
Deze acties omvatten onder meer: ·
risiscobeoordeling
en -analyse:
uitgaande van de bestaande nationale risicoanalyses heeft de Commissie een
eerste sectoroverschrijdend overzicht gemaakt van de risico´s in de EU. Daarbij
heeft zij, waar mogelijk en relevant, rekening gehouden met de toekomstige
gevolgen van klimaatverandering, alsmede met de noodzaak van aanpassing aan
klimaatverandering. De lidstaten moeten voor eind 2015 aan de hand van een
samenhangende benadering een nationale risicobeoordeling maken om de gevaren te
identificeren en in aansluiting daarop het nationale vermogen voor risicobeheer
beoordelen en de planning van het risicobeheer verbeteren; ·
aanmoedigen
van leren en ervaringen uitwisselen met het oog op beter bestuur –
bevordering en ondersteuning van geleerde lessen en collegiale toetsingen
(zoals de collegiale toetsingen[14] van het
Verenigd Koninkrijk in 2012 en Finland in 2013), aanmoedigen van leren in alle
lidstaten en aansturen van vooruitgang bij de verdere ontwikkeling en
uitvoering van beleid en praktijken voor risicobeheer; ·
richtsnoeren
voor een op goede praktijken gebaseerde rampenpreventie worden
momenteel voorbereid over horizontale vraagstukken (bestuur, planning,
gegevens, risicocommunicatie en -informatie, onderzoek en technologie); ·
beschikbaarheid,
toegankelijkheid, uitwisseling en vergelijkbaarheid van gegevens, met
inbegrip van de lopende werkzaamheden met de lidstaten en internationale
partners (waaronder UNISDR en IRD[15]) naar
het vaststellen van Europese normen en protocollen voor het vaststellen van
door rampen veroorzaakte verliezen[16]; ·
rampenrisicobeheer
mainstreamen: overwegingen inzake risicopreventie en risicobeheer zijn
opgenomen in een aantal belangrijke EU-beleidsmaatregelen en financiële
instrumenten ter ondersteuning van rampenbestendige investeringen (d.w.z.
cohesiebeleid, vervoer en energie, onderzoek en innovatie, bescherming van kritische
infrastructuur, grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen,
milieueffectbeoordeling, groene infrastructuur, geïntegreerd kustbeheer,
landbouw, voedsel- en voedingszekerheid, water, overstromingsrisicobeheer,
preventie van grote bedrijfsongelukken); ·
verzekeringen
gebruiken als instrument in rampenbeheer – het Groenboek
betreffende de verzekering tegen natuurlijke en door de mens veroorzaakte
rampen[17] heeft
tot doel de particuliere sector te betrekken bij rampenbeheer en na te gaan hoe
verzekeringen effectief kunnen worden gebruikt als stimulans voor bewustmaking,
preventie en mitigatie van risico´s; ·
krachtige
synergieën met de aanpassing aan klimaatverandering, zoals
beschreven in de EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering[18], op
horizontale gebieden als gegevens- en kennisdeling, beoordeling van risico´s en
kwetsbaarheden, bevordering van veerkrachtige steden, ontwikkeling van Europese
normen voor klimaatbestendige infrastructuur, samenhang tussen nationale
aanpassingsstrategieën en risicobeheersplannen, het volgen van rampenbestendige
investeringen[19]; ·
wetenschap
en innovatie voor rampenrisicobeheer: in 2013 heeft de Commissie samen
met de EU-lidstaten een initiatief gelanceerd voor het in kaart brengen en
verbeteren van de benaderingen met betrekking tot wetenschappelijk onderbouwd
advies over risicobeperking en respons op noodsituaties. Bovendien zal met het onderzoeksprogramma
Horizon 2020 steun worden gegeven aan uitdaginggerichte benaderingen met
betrekking tot het verbeteren van rampenbestendigheid (zoals monitoring,
preventie, voorspelling, vroegtijdige waarschuwing, bewustmaking, beperking van
en aanpassing aan klimaatverandering, crisiscommunicatie, technologieoverdracht,
prenormalisatie) ; ·
grensoverschrijdende
gevolgen aanpakken (via macroregionale projecten en strategieën als de
Oostzeestrategie, de Donaustrategie of regionale maritieme strategieën) en
samenwerkingsactiviteiten met kandidaat-lidstaten, potentiële
kandidaat-lidstaten en andere buurlanden. ·
versterkte
paraatheid voor
respons via de ontwikkeling op basis van vrijwilligheid van een collectieve
pool van vooraf toegezegde vermogens voor respons bij rampen, een betere
responsplanning, een opleidingsnetwerk, een nauwere samenwerking van de
autoriteiten op het gebied van opleiding en oefening[20] en
versterkte vroegtijdige waarschuwingssystemen[21]. Eveneens
worden via de ruimteprogramma´s van de EU, zoals Galileo en Copernicus, wereldwijd
nieuwe operationele diensten voor beheer van noodsituaties aangeboden. 3.2. EU-steun
aan ontwikkelingslanden met de nadruk op het opbouwen van weerbaarheid in
crisisgevoelige landen Uitgaande
van de mededeling over weerbaarheid uit 2012[22] en het
daaropvolgende actieplan[23] heeft
de EU zich ertoe verbonden kwetsbaarheid te verminderen en weerbaarheid tegen
toekomstige spanningen en schokken op te bouwen, hetgeen een voorwaarde is voor
armoedevermindering en duurzame ontwikkeling. De benaderingen inzake
risicobeheer zullen een integrerend bestanddeel zijn van alle EU-programma´s
voor humanitaire steun en ontwikkelingshulp in alle sectoren en contexten. Bij
dit werk zal verder worden gebouwd op de EU-strategie ter beperking van het
risico op rampen in ontwikkelingslanden van 2009[24] en het
uitvoeringsplan van 2011[25]. De
EU-aanpak inzake weerbaarheid vereist multisectorale benaderingen op meerdere
niveaus (op lokaal, regionaal, nationaal en mondiaal niveau) waarmee de
onderling verbonden, causale factoren in de dynamiek van kwetsbaarheid en onstabiliteit
worden aangepakt en tevens de capaciteiten op elk niveau of in elke sector
worden geoptimaliseerd. Hierbij ligt sterk de nadruk op de leidinggevende rol
van lokale, nationale en regionale instellingen. Er is
aanzienlijke vooruitgang geboekt. Met de recente initiatieven SHARE[26], AGIR[27] en GCCA[28], wordt
reeds een bijdrage geleverd aan de opbouw van weerbaarheid in de meest kwetsbare
landen. De Intra-ACP-strategie[29] volgt
dezelfde lijn en geeft steun aan onder regionale verantwoordelijkheid ten
uitvoer gelegde strategieën voor rampenpreventie door risicobeperking en
klimaatverandering en actieplannen in Afrika, het Caribisch gebied en
de Stille Oceaan. Het
ECHO-programma inzake rampenparaatheid (DIPECHO) – dat het mogelijk maakte
gemeenschapsgerichte benaderingen en bewezen goede praktijken met betrekking
tot risicobeperking (waaronder de bevordering van veiligere scholen,
ziekenhuizen en weerbaarheid van steden) uit te testen en opnieuw toe te passen
– zal op grotere schaal worden verspreid en worden geïntegreerd in
overheidsbeleid. Er is
ook vooruitgang geboekt op het gebied van crisis- en
kwetsbaarheidsbeoordelingen via de ontwikkeling van een gemeenschappelijke,
transparante en wetenschappelijk onderbouwde indicator inzake humanitair risico
(InfoRM[30]) die is
gebaseerd op open data en is gericht op het harmoniseren van het
rampenrisicobeheer door de diverse humanitaire actoren (een gezamenlijk
initiatief van het Permanent Comité van VN-organisaties en de Europese
Commissie en donors, ngo´s en lidstaten). Deze
initiatieven zullen ook dienen om het bredere externe beleid van de EU te
schragen, met inbegrip van het gemeenschappelijk buitenlands en
veiligheidsbeleid (bv. werkzaamheden voor conflictpreventie en ontwikkeling van
een vroegtijdig waarschuwingssysteem). 4- BEGINSELEN VOOR HET NIEUWE KADER De mondiale context wordt gekenmerkt
door steeds groter wordende behoeften en nieuwe uitdagingen en daarom moeten in
het kader dat het AKH zal opvolgen, de benaderingen en praktische middelen worden
vastgesteld waarmee de rampenrisico´s moeten worden beperkt en de weerbaarheid
effectiever moet worden versterkt. Uitgaande van de met het huidig AKH geboekte
successen en geleerde lessen moeten de volgende hoofdelementen worden opgenomen
in het AKH na 2015: (i) Meer rekenschap, meer transparantie
en beter bestuur Het huidige kader is vrijwillig en
gebaseerd op zelfbeoordeling. De verwachting is dat het niet-bindend zal
blijven, maar tijdens de onderhandelingen over het toekomstig kader moet wel
een reeks normen en mechanismen worden ontwikkeld om te waarborgen dat de
diverse actoren verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor hun optreden (of
niet-optreden). Het zal stimulansen moeten bieden voor de na te komen
verbintenissen en de verantwoordelijkheidszin voor het uitvoeringsproces moeten
waarborgen. Er moeten mechanismen komen voor
periodieke collegiale toetsingen, waaronder vrijwillige collegiale toetsingen
(zoals die met succes werden uitgeprobeerd in het Verenigd Koninkrijk en
Finland in de context van de EU-samenwerking op het gebied van
rampenrisicobeheer en het AKH), die als instrumenten kunnen dienen bij het
verbeteren van de beleidsvorming, de uitwisseling van ervaringen en de
versterking van rekenschap en verantwoording. Om meer transparantie te waarborgen moeten
met het nieuwe kader betrouwbare en vergelijkbare gegevens over verliezen door rampen,
gevaren en kwetsbaarheid worden verzameld en uitgewisseld in een open
data-beleid. Daartoe behoort ook de ontwikkeling van gemeenschappelijke en
interoperabele gegevens, risicobeoordelingsprotocollen en openbare
risicoregisters en risicodatabanken. De normalisatie-inspanningen moeten
gericht zijn op alle voor risicobeheer relevante activiteiten. Zij moeten
worden ondersteund door stelselmatige acties om het publiek risicobewust te
maken en de risicocommunicatie en crisiscommunicatie te verbeteren (onderwijs,
betrokkenheid van de media, netwerken). Het nieuwe kader moet tevens
bijdragen aan beter bestuur op het gebied van rampenbeheer op alle niveaus en
sectoroverschrijdend, waarbij effectieve coördinatiemechanismen en duurzame
partnerschappen moeten worden opgebouwd tussen de diverse overheidsinstanties
en de relevante belanghebbenden (maatschappelijk middenveld, universiteiten en
onderzoeksinstituten, particuliere sector). Om de relevante actoren en
gemeenschappen bij het besluitvormingsproces te kunnen betrekken moet worden gezorgd
voor inclusieve participatiemechanismen en voor de bevordering van een op
rechten gebaseerde benadering[31]. Krachtige
lokale structuren en een versterking van de capaciteiten van de lokale
autoriteiten zijn van essentieel belang om te zorgen voor een betere planning
en een grotere weerbaarheid van steden en om lokaal politiek engagement en een
effectieve tenuitvoerlegging van de bestaande rechts- en beleidkaders te
waarborgen. Regionale
intergouvernementele organisaties moeten een belangrijke rol spelen bij de
tenuitvoerlegging van het nieuwe kader en bij de regionale platforms voor
rampenpreventie door risicobeperking aangezien in diverse regio´s, waaronder de
EU, geïntegreerde regionale strategieën voor rampenrisicobeheer worden
ontwikkeld. Er moeten stimulansen worden geboden voor effectievere regionale
mechanismen en programma´s voor samenwerking en capaciteitontwikkeling, met
name om het hoofd te kunnen bieden aan gemeenschappelijke en
grensoverschrijdende risico´s. Verder moeten regionale risicobeoordelingen en
een efficiëntere planning worden bevorderd. (ii) Een
resultaatgericht kader – de rol van streefdoelen en indicatoren bij het meten
van de vooruitgang en het stimuleren van de uitvoering In de bestaande
actieprioriteiten en indicatoren[32] uit hoofde van het huidige AKH wordt gekeken naar de mate waarin de
landen werk hebben gemaakt van het beleid en de instellingen die nodig zijn om
het rampenrisico te beperken. De zelfmonitoring van de vooruitgang bij de
tenuitvoerlegging van de vijf AKH-prioriteiten is tot nu toe echter nog niet
uitgemond in een consequente inspanning van de landen om rampenrisico en
weerbaarheid te monitoren. Bovendien bestonden er geen koppelingen tussen het
monitoren van de vooruitgang uit hoofde van het AKH en de mechanismen voor het
monitoren van de vooruitgang uit hoofde van de MOD´s[33] en het UNFCCC. Een nieuw, vereenvoudigd monitoringsysteem moet
ervoor zorgen dat deze tekortkomingen worden aangepakt en een doeltreffender
systeem tot stand wordt gebracht voor het meten van de gemaakte vooruitgang,
het stimuleren van de uitvoering op verschillende niveaus en de uitwisseling
van successen. De
actiegerichte streefdoelen moeten verder worden ontwikkeld om de uitvoering van
het nieuwe kader effectief te kunnen meten en meer rekenschap en verantwoording
aan te kunnen moedigen. Daarbij moet het gaan om de essentiële onderdelen van
weerbaarheid tegen rampen en moeten de landen worden aangemoedigd de
noodzakelijke beleidsvormen en instrumenten in het leven te roepen en uit te
voeren om het ontstaan en ophopen van risico´s tegen te gaan en aldus het
rampenrisico te beperken en de weerbaarheid te vergroten. De
streefdoelen moeten politiek aanvaardbaar, operationeel haalbaar en meetbaar,
bereikbaar en resultaatgericht zijn en moeten vergezeld gaan van een duidelijk
tijdskader. Daarbij kan het onder meer gaan om verbintenissen om voor een
bepaalde datum geïntegreerde risicobeoordelingen en beoordelingen van de
vermogens voor risicobeheer te hebben verricht en geïmplementeerd (zoals reeds
is voorzien in de EU-wetgeving inzake civiele bescherming), of om andere
resultaatgerichte acties te hebben ondernomen (zoals waarborgen dat alle
burgers, ook kwetsbare burgers, toegang hebben tot vroegtijdige waarschuwing en
risico-informatie, dat pas aangelegde infrastructuur, zoals ziekenhuizen,
gezondheidsinstellingen en scholen, bestand zijn tegen rampen, dat het
percentage aan gevaren blootgestelde mensen en infrastructuur wordt verminderd). Universele
streefdoelen kunnen een stimulans zijn voor een beter geïntegreerde benadering bij
het wereldwijd vergelijken van de tenuitvoerlegging en het uitwisselen van
goede praktijken tussen de ontwikkelde landen en de ontwikkelingslanden. Wegens
de sterk uiteenlopende risicoprofielen van de verschillende landen en regio´s
is het waarschijnlijk beter om specifiekere streefdoelen en indicatoren vast te
stellen op nationaal of regionaal niveau. Er zijn in verschillende regio´s
regionale strategieën ontwikkeld en daarvan uitgaande moet steun worden gegeven
aan regionale benaderingen van streefdoelen, rekening houdend met de specifieke
kenmerken van de gevaren en de bij de tenuitvoerlegging van het AKH gemaakte
vooruitgang, evenals met de bestaande mechanismen voor regionale samenwerking
bij rampenbeheer. Bovendien
kunnen indicatoren om te meten hoe de gevolgen van rampen in de loop van de
tijd veranderen, bijdragen tot het volgen van de vooruitgang bij de opbouw van
een grotere rampenbestendigheid. Dat kunnen indicatoren zijn als de frequentie
van rampen, rechtstreekse economische verliezen als percentage van het bbp per
land, het aantal slachtoffers en gewonden, het percentage verzekerde verliezen
in vergelijking met de totale verliezen, het percentage particuliere middelen
en openbare begrotingsmiddelen dat is uitgetrokken voor rampenpreventie door
risicobeperking en paraatheid (bv. gemeten met een betrouwbaar systeem voor het
volgen van rampenrisicobeheer[34]). De
streefdoelen en indicatoren moeten uitmonden in tastbare verminderingen van de
geleden verliezen en risico´s, daar waar deze het meest relevant zijn. iii) Een sterkere bijdrage aan duurzame
en slimme groei Met het nieuwe kader moet rampenbestendigheid
worden bevorderd in de economische en financiële beslissingen en strategieën in
zowel de openbare als particuliere sector. Er moet speciale aandacht worden
besteed aan de kostenbatenanalysen van de maatregelen voor rampenpreventie om
onder meer ook steun te kunnen geven bij middelentoewijzing. Alle belangrijke
infrastructuren en projecten moeten risicogevoelig en klimaat- en
rampenbestendig zijn. Het is van groot belang dat
het nieuwe AKH wordt ontwikkeld en uitgevoerd in een nauw partnerschap met de
particuliere sector, de internationale financiële instellingen, zoals de EIB[35] en de EBWO[36] en andere belangrijke investeerders. Er moeten nieuwe initiatieven
voor betrokkenheid van alle bedrijfstakken worden bevorderd, zoals de
ontwikkeling van partnerschappen tussen spelers in de openbare en particuliere
sector en andere belanghebbenden. De verzekerings-/herverzekeringswaardeketen,
waaronder (her)verzekeringstussenpersonen, verzekerings- en
herverzekeringsmaatschappijen, maar ook op de markt gebaseerde instrumenten
moeten een hoofdrol spelen in de ondersteuning van bijzonder rampgevoelige
landen bij de invoering van effectieve financiële noodmechanismen. Ook moeten
zij risicovol gedrag ontmoedigen. Innovatieve technologieën en
instrumenten voor de ondersteuning van rampenbeheer moeten verder worden
aangemoedigd (ICT, vroegtijdige waarschuwingssystemen, rampenbestendige infrastructuur
en gebouwen, groene infrastructuur, klimaat en geïntegreerde modellering van
rampenrisico´s, op ecosystemen gebaseerde benaderingen, communicatie,
kennisbeheer), Dit zal ook leiden tot meer kansen voor het bedrijfsleven en
bijdragen aan groene groei. Het nieuwe kader moet het
raakvlak tussen wetenschap en politiek versterken en munt slaan uit de
beschikbare kennis, waaronder innovatie en technologie. Ook moet effectiever
gebruik worden gemaakt van wetenschap en onderzoek in zowel de natuur- als sociale
wetenschappen, om de beleidsmaatregelen en operaties stelselmatig te kunnen
onderbouwen. Hiertoe behoort ook een vooruitziende, alomvattende benadering met
betrekking tot gevarenidentificatie (een benadering waarin rekening wordt
gehouden met zowel natuurlijke als door de mens veroorzaakte risico´s, met
inbegrip van industriële en chemische ongevallen) en oplossingsgericht
onderzoek om de toekomstige risico´s en de maatschappelijke uitdagingen beter
aan te kunnen pakken. Nauwe internationale samenwerking op dit gebied is
essentieel. Een gezamenlijke benadering
gecombineerd met aanpassing aan klimaatveranderingen en een sterkere nadruk op
de beperking van de onderliggende risicofactoren in het ecosysteembeheer,
hulpbronnenefficiëntie, bodemgebruik en stedelijke planning, milieubewaking en
effectbeoordelingen zijn essentiële voorwaarden om duurzame groei op de lange
termijn te verzekeren. (iv) Kwetsbaarheden en
behoeften aanpakken binnen een alomvattend kader Het nieuwe AKH moet inclusiever en
gendergevoeliger zijn. Het moet beter worden afgestemd op de doelgroepen
(kinderen, ouderen, gehandicapten, daklozen, arme mensen en mensen zonder
voedselzekerheid, enz.) en op de versterking van hun positie, alsmede op het
maatschappelijk middenveld. Dit betekent onder meer dat op effectieve wijze
gebruik moet worden gemaakt van geschikte sociale vangnetmechanismen en van
socialebeschermingssystemen die kunnen inspelen op rampenrisico´s. De rol van
vrouwen bij het opbouwen van weerbaarheid in huishoudens en gemeenschappen moet
worden bevorderd. Bijzondere aandacht moet
worden besteed aan de opbouw van weerbaarheid in alle stedelijke en kwetsbare
plattelandsgebieden en in kustgebieden met behulp van onder meer geïntegreerde
planning. Belangrijke instrumenten hierbij zijn alomvattende
risicobeoordelingen, krachtige mechanismen voor de coördinatie tussen lokale en
nationale overheden met actieve betrokkenheid van het maatschappelijk
middenveld en bewustmakingsinitiatieven (zoals stedenjumelage). Op mondiaal vlak is het rampenrisico
sterk geconcentreerd in arme landen met zwakke besturen. In veel gevallen wordt
deze kwetsbaarheid nog verergerd door politieke onstabiliteit en conflicten. Een
benadering voor de opbouw van weerbaarheid die goed werkt in een stabiel, goed
geregeerd land, kan niet automatisch worden toegepast in een land dat in een
conflictsituatie verkeert. Het nieuwe kader moet daarom bij de
besluitvorming over wat de beste manier is om rampenrisico´s te beperken rekening
houden met factoren als onstabiliteit en conflicten in bepaalde landen. In een
alomvattend internationaal kader moeten ook andere vormen van geweld en
onstabiliteit en naast natuurlijke gevaren ook technologische risico´s worden
aangepakt. Hierbij gaat het om dagelijkse, kleine, lokale rampen en maar ook om
mondiale spanningen en schokken, zoals voedsel- en voedingsonzekerheid en
epidemieën. (v) Samenhang
verzekeren met de internationale agenda Het is van essentieel belang
dat rampenrisicobeheer en beleid voor de aanpassing aan klimaatveranderingen
deel gaan uitmaken van de internationale agenda voor duurzame ontwikkeling.
Weerbaarheid tegen rampen en de daaraan gerelateerde factoren – zoals deze hierboven
zijn beschreven – zijn reeds uitgeroepen tot belangrijke vraagstukken voor de
internationale voorbereidingen op het ontwikkelingskader na 2015, dat zich zal
moeten bezig houden met uitroeiing van armoede en duurzame ontwikkeling. Afgezien daarvan is ook het
ontwerp van de overeenkomst 2015 inzake klimaatverandering een gelegenheid om
de aanpassingsinspanningen op te voeren en te zorgen voor integratie van het
rampenrisicobeheer. Daarbij moet worden voortgebouwd op en worden voorzien in coördinatie
met de relevante processen in het kader van het UNFCCC, zoals het proces inzake
de nationale aanpassingsplanning, het venster voor aanpassing op grond van het
groene klimaatfonds en het Warschaumechanisme voor verlies en schade. In
initiatieven zoals de gezamenlijke nationale actieplannen (JNAP´s) in het
gebied van de Stille Oceaan worden inspanningen op het gebied van
klimaataanpassing gecombineerd met inspanningen op het gebied van
rampenrisicobeheer. Deze initiatieven moeten ook in andere regio´s worden
bevorderd. Er vinden daarnaast ook
andere, hiermee verbonden gebeurtenissen op hoog niveau plaats, met name op het
gebied van voeding[37],
biodiversiteit[38] en cultuur[39]. De
derde VN-conferentie van kleine insulaire ontwikkelingslanden en de VN-top van
regeringsleiders over klimaatveranderingen vinden eveneens dit jaar plaats. Het beleid, de
doelstellingen en de streefdoelen alsmede het toezicht daarop, waarover binnen
deze fora besprekingen worden gevoerd, en het Actiekader van Hyogo na 2015
moeten elkaar ondersteunen en versterken. Het nieuwe kader moet ook
duidelijkheid brengen in de betrekkingen tussen UNISDR en UNFCCC en andere
VN-organen die verantwoordelijk zijn voor het inkaderen van de mondiale en
nationale respons op dreigende rampen en de gevolgen van klimaatverandering. Tot slot is ook zeer
belangrijk dat op internationaal niveau geleidelijk aan de duty to prevent,
de plicht te voorkomen, wordt erkend en wordt verankerd via de ontwikkeling
door de Commissie voor Internationaal Recht van het internationaal recht betreffende
de "bescherming van mensen in geval van rampen". Dit moet worden
gebruikt als voertuig voor de verbetering van de tenuitvoerlegging van het AKH
na 2015. 6- VOORUIT GAAN Een herzien Actiekader van Hyogo na 2015
is een belangrijke gelegenheid om vorderingen te maken met rampenrisicobeheer
in heel de wereld. De in deze mededeling naar voren
gebracht ideeën moeten als grondslag dienen om met de lidstaten van de EU, het
Europees Parlement, het Comité van de Regio´s, het Europees Economisch en
Sociaal Comité en andere belanghebbenden (maatschappelijk middenveld,
universiteiten, particuliere sector) alsmede met internationale partners en het
VN-bestel besprekingen te voeren over de manier waarop tijdens het proces ter
voorbereiding van de Sendai-top verder vorm kan worden gegeven aan deze agenda. [1] Het VN-secretariaat voor
rampenterugdringing (UNISDR)
werd verzocht (AVVN Resolutie 66/199 van 22 december 2011) de ontwikkeling te
vergemakkelijken van een kader voor rampenpreventie door risicobeperking
voor de tijd na 2015 [2] Centrum voor Onderzoek
van de Epidemiologie bij Rampen (Centre for Research on the Epidemiology of
Disasters - CRED) [3] Centrum
voor Onderzoek van de Epidemiologie bij Rampen (CRED) – de gegevens betreffen de
EU-28 en de periode 2002-2012. [4] Overeenkomstig
hetgeen is voorzien in de Europa 2020-strategie COM(2010) 2020 [5] "
Natural disasters, counting the cost " (Wereldbank, 2004) [6] VN-Conferentie
over duurzame ontwikkeling 2012 [7] Raamverdrag
van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering [8] Prioriteiten
voor actie: (1): verzekeren dat de beperking van het rampenrisico een nationale
en lokale prioriteit wordt met een krachtige institutionele
implementatiegrondslag, (2) het vaststellen, beoordelen en bewaken van
rampenrisico´s en het verbeteren van vroegtijdige waarschuwing, (3) het
gebruiken van kennis, innovatie en onderwijs voor het bevorderen van een
cultuur van veiligheid en weerbaarheid op alle niveaus, (4) het verminderen van
de onderliggende risicofactoren, (5) het versterken van de rampenparaatheid
voor een effectieve respons op alle niveaus. [9] Tenuitvoerlegging
van het Aktiekader van Hyogo, Samenvattingsverslagen 2007-2013, UNISDR, 2013 [10] Mondiaal
Gezondheidsobservatorium, WHO [11] VN-Department voor
economische en sociale zaken (UNDESA) [12] COM(2010)
2020, 3.3.2010 [13] Besluit nr 1313/2013/EU
betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming. [14] Ondersteund door de Europese
Commissie en ontwikkeld in samenwerking met UNISDR en de OESO. [15] Integrated
Research on Disaster Risk, http://www.irdrinternational.org [16] De Groeve, T., K. Poljansek en L.
Vernaccini, 2013. Recording
Disaster Losses: Recommendations for a European approach. Bureau voor publicaties van de
Europese Unie, verslagen van wetenschappelijk en technisch onderzoek EUR 26111.
ISBN
978-92-79-32690-5, DOI: 10.2788/98653 (online), http://publications.jrc.ec.europa.eu/repository/handle/111111111/29296 [17] COM(2013)213, 16.4.2013 [18] COM(2013)216, 16.4.2013 [19] Bijdragen aan het EU-streefdoel
van 20% klimaatgerelateerde investeringen met de EU-begroting. [20] Besluit
nr 1313/2013/EU betreffende een Uniemechanisme voor civiele bescherming [21] Zoals EFFIS (Europees
informatiesysteem voor bosbranden) of EFAS (Europees waarschuwingssysteem voor
overstromingen) [22] COM(2012)586,
3.10.2012 [23] SWD
(2013) 227. 19.6.2013 [24] COM(2009)84. 23.2.2009 [25] SEC(2011) 215, 16.02.2011 [26] Ondersteuning van de
weerbaarheid in de Hoorn van Afrika [27] Wereldwijde
alliantie voor het weerbaarheidsinitiatief voor de Sahel [28] Wereldwijde bondgenootschap tegen
klimaatverandering(GCCA) http://www.gcca.eu [29] Europese Gemeenschap –
ACS groep van landen intra-ACS-strategiedocument en meerjarig indicatief
programma [30] Indicator
voor risicobeheer (InfoRM), http://inform.jrc.ec.europa.eu [31] Zoals het recht op bescherming,
informatie of raadpleging. [32] 22
kernindicatoren in 5 actieprioriteiten [33] Millenniumontwikkelingsdoelstellingen [34] Bestaande
indicatoren aanvullen, waaronder Rio-markers http://www.oecd.org/dac/stats/rioconventions.htm. [35] Europese
Investeringsbank
[36] Europese
Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling [37] Internationale
Voedingsconferentie van de VN (ICN2) in november 2014. [38] COP
12 van het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD) in oktober 2014 in
Korea en MOP 1 van het Protocol van Nagoya. [39] Speciale
zitting van de AVVN in september 2014 over inheemse volkeren, evenals een
geplande AVVN-vergadering op hoog niveau inzake cultuur en duurzame
ontwikkeling.