5.9.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 266/137 |
RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT
van 3 april 2014
met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012, Afdeling VII — Comité van de Regio’s
HET EUROPEES PARLEMENT,
— |
gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 (1), |
— |
gezien de geconsolideerde jaarrekening van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2012 (COM(2013) 570 — C7-0279/2013) (2), |
— |
gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2012, tezamen met de antwoorden van de instellingen (3), |
— |
gezien de verklaring van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2012 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd (4) als bedoeld in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien artikel 314, lid 10, en de artikelen 317, 318 en 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5), en met name de artikelen 50, 86, 145, 146 en 147, |
— |
gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (6), en met name de artikelen 164, 165 en 166, |
— |
gezien zijn eerdere kwijtingsbesluiten en -resoluties, |
— |
gezien artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0226/2014), |
1. |
stelt met tevredenheid vast dat de Rekenkamer in haar jaarverslag 2012 opmerkt dat geen significante tekortkomingen met betrekking tot de gecontroleerde aspecten in verband met personeelsbeheer en aanbestedingen bij het Comité van de Regio’s (hierna „het Comité” genoemd) zijn vastgesteld; |
2. |
is ingenomen met het feit dat de Rekenkamer op basis van haar controlewerkzaamheden heeft geconcludeerd dat de betalingen als geheel over het per 31 december 2012 afgesloten jaar met betrekking tot de administratieve en andere uitgaven van de instellingen en organen geen fouten van materieel belang vertonen; |
3. |
stelt vast dat het Comité in 2012 beschikte over een goedgekeurde begroting van 86 503 000 EUR (84 059 000 EUR in 2011), waarvan 85 000 000 EUR aan vastleggingskredieten, met een benuttingspercentage van 98,2 %; benadrukt dat de begroting van het Comité louter administratief is; |
4. |
stelt met tevredenheid vast dat het uitvoeringspercentage van de begroting 98,2 % bedraagt, vergeleken met 97,5 % in 2011; verwacht dat het uitvoeringspercentage de komende perioden verder zal worden verhoogd; |
5. |
verwelkomt de oprichting van een Stuurgroep voor subsidiariteit om de politieke governance van het Comité te verbeteren en de versterkte nieuwe rol van het Comité ten uitvoer te brengen, zoals omschreven in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; |
6. |
is tevreden met de projecten inzake de interne organisatie van het Comité, waarbij doelstellingen zijn geformuleerd inzake samenwerking tussen de diensten en verwezenlijking van synergieën dankzij gemeenschappelijke activiteiten en gezamenlijke acties; verwelkomt, met betrekking tot de aanbevelingen van vorig jaar, de verstrekte informatie en wil graag doorlopend van de projecten op de hoogte worden gehouden en geïnformeerd worden over de gevolgen van de genomen maatregelen voor de begroting; |
7. |
neemt kennis van de verstrekte informatie over het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen; stelt met tevredenheid vast dat alle door het Comité gebruikte energie afkomstig is uit hernieuwbare bronnen; |
8. |
stelt met tevredenheid vast dat de door de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement geformuleerde aanbevelingen en vereisten door de begrotingsdienst van het Comité in een centrale databank worden opgenomen en dat de vooruitgang die met de tenuitvoerlegging wordt geboekt regelmatig wordt gevolgd; |
9. |
vraagt het Comité de personeelsstructuur te blijven controleren, om ervoor te zorgen dat de organisatie van de posten volledig efficiënt is en bijdraagt tot een betere besteding van het toegekende budget; |
10. |
is van oordeel dat het personeelsbeheer efficiënte IT-ondersteuning moet krijgen; wil graag geïnformeerd worden over eventuele vertragingen bij de toepassing van nieuwe systemen voor personeelsbeheer; |
11. |
vraagt om verduidelijking van het controleprogramma 2012 van het Comité, met name van de risicovolle activiteiten en het overeenkomstige actieplan om ze te voorkomen; |
12. |
stelt met tevredenheid vast dat het percentage externe vertalingen gedaald is van 5,8 % in 2011 tot 4,5 % in 2012; leidt uit deze cijfers af dat de doeltreffendheid nog verder kan worden verbeterd; |
13. |
verzoekt het Comité de informatie over niet-gebruikte vertolkingsdiensten op te nemen in het jaarlijkse activiteitenverslag; |
14. |
verzoekt het Comité samen te werken met andere instellingen om te zorgen voor een gemeenschappelijke methode om de vertaalkosten te presenteren om zo de analyse en vergelijking van de kosten te vereenvoudigen; |
15. |
is ervan overtuigd dat het personeelsbeleid in de gemeenschappelijke diensten en de vertaaldiensten op een aantal punten moet worden verbeterd; is van oordeel dat de lopende contacten tussen het Comité, het Europees Economisch en Sociaal Comité (hierna „EESC”) en het Parlement op dit terrein bijdragen aan rationalisering van de middelen; |
16. |
stelt vast dat een tussentijdse evaluatie van de samenwerking tussen deze instellingen een nuttig instrument zou zijn om de voordelen van de samenwerking te evalueren en verdere plannen te maken voor verbeterde en op maat gesneden oplossingen in de toekomst; |
17. |
prijst het Comité voor de consistente kwaliteit van het jaarlijkse activiteitenverslag en voor de verstrekking van een algemeen jaarlijks impactverslag, dat een belangrijk instrument is voor de beoordeling van zijn werk; stelt met tevredenheid vast dat in het jaarlijkse activiteitenverslag een volledige tabel is opgenomen met al het personeel dat ter beschikking van het Comité staat; |
18. |
is van oordeel dat het akkoord inzake administratieve samenwerking tussen het Comité en het EESC een efficiënt instrument is; beveelt het Comité aan het akkoord in een bijgewerkte vorm te behouden; |
19. |
vraagt te worden geïnformeerd over de exacte bedragen die met de nieuwe overeenkomst inzake administratieve samenwerking met het EESC worden bespaard, en over de terreinen die onder de nieuwe overeenkomst vallen; |
20. |
gaat ervan uit dat de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met het EESC ook zal leiden tot een versterking van de samenwerking op het vlak van het beheer van de gemeenschappelijke diensten; |
21. |
verzoekt de Rekenkamer in zijn volgende jaarverslag een evaluatie op te nemen van de follow-up die het Comité geeft aan de aanbevelingen van het Parlement in deze resolutie. |
(2) PB C 334 van 15.11.2013, blz. 1.
(3) PB C 331 van 14.11.2013, blz. 1.
(4) PB C 334 van 15.11.2013, blz. 122.
(5) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(6) PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.