24.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 93/320


P7_TA(2014)0084

Apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 5 februari 2014 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (herschikking) (COM(2011)0772 — C7-0426/2011 — 2011/0356(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure — herschikking)

(2017/C 093/52)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0772),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0426/2011),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 28 maart 2012 (1),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten (2),

gezien de brief d.d. 27 maart 2012 van de Commissie juridische zaken aan de Commissie interne markt en consumentenbescherming overeenkomstig artikel 87, lid 3, van zijn Reglement,

gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 11 oktober 2013 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien de artikelen 87 en 55 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A7-0255/2012),

A.

overwegende dat het betreffende voorstel volgens de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie geen andere inhoudelijke wijzigingen bevat dan die welke als zodanig in het voorstel worden vermeld en dat met betrekking tot de codificatie van de ongewijzigde bepalingen van de eerdere besluiten met die wijzigingen kan worden geconstateerd dat het voorstel een eenvoudige codificatie van de bestaande besluiten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen;

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast, rekening houdend met de aanbevelingen van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie;

2.

hecht zijn goedkeuring aan zijn hierbij gehechte verklaring, die samen met de definitieve wetgevingstekst in de L-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie zal worden bekendgemaakt;

3.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in het voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


(1)  PB C 181 van 21.6.2012, blz. 105.

(2)  PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1.


P7_TC1-COD(2011)0356

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 5 februari 2014 met het oog op de vaststelling van Richtlijn 2014/…/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen (herschikking)

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn 2014/34/EU.)


BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

VERKLARING VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Het Europees Parlement is van mening dat slechts wanneer en in zoverre uitvoeringshandelingen in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 in vergaderingen van comités worden besproken, deze comités kunnen worden opgevat als „comitéprocedure-comités” als bedoeld in Bijlage I bij het Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie. Vergaderingen van comités vallen binnen het toepassingsgebied van punt 15 van het Kaderakkoord wanneer en in zoverre andere aangelegenheden besproken worden.