26.4.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/14


Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)

COMP/39.530 — Microsoft (koppelverkoop)

2013/C 120/05

(1)

Deze procedure heeft betrekking op de oplegging van een geldboete krachtens artikel 23, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1/2003 (2) aan Microsoft Corporation (hierna „Microsoft” genoemd) wegens niet-naleving van een besluit tot verbindendverklaring van gedane toezeggingen.

(2)

Op 16 december 2009 heeft de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 haar goedkeuring gehecht aan een besluit tot verbindendverklaring van door Microsoft gedane toezeggingen om tegemoet te komen aan de bezwaren van de Commissie ten aanzien van de koppelverkoop van de webbrowser van Microsoft (Internet Explorer) met haar besturingssysteem voor cliënt-pc's (Windows), waarvoor zij een machtspositie heeft (3). De toezeggingen omvatten met name de aanbieding van een „keuzescherm”, waarmee gebruikers van Windows in de EER gemakkelijk de webbrowser zouden kunnen kiezen die hun voorkeur geniet.

(3)

Na door de Commissie in kennis te zijn gesteld van informatie die deze van een ontwikkelaar van webbrowsers had ontvangen, erkende Microsoft in juli 2012 dat zij had verzuimd het keuzescherm op te nemen in alle exemplaren van Windows 7 Service Pack 1 (hierna „Windows 7 SP 1” genoemd), wat overeenstemde met ongeveer 15,3 miljoen pc's.

(4)

Op 24 oktober 2012 heeft de Commissie een mededeling van punten van bezwaar aangenomen. Microsoft heeft op 6 november 2012 toegang gekregen tot het dossier en op 2 december 2012 op de mededeling van punten van bezwaar geantwoord. Microsoft heeft geen verzoek om een hoorzitting ingediend.

(5)

In het ontwerpbesluit wordt geconcludeerd dat Microsoft nalatig heeft gehandeld en dat de overtreding 14 maanden heeft geduurd. In het ontwerpbesluit wordt ook geconcludeerd dat het feit dat Microsoft de Commissie heeft geholpen om de zaak snel te onderzoeken door bewijsmateriaal van de overtreding te verstrekken, als een verzachtende omstandigheid moet worden aangemerkt.

(6)

Ik heb van geen van de partijen bij de procedure in deze zaak een verzoek of klacht ontvangen. Het ontwerpbesluit heeft alleen betrekking op bezwaren ten aanzien waarvan de betrokkenen in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunt kenbaar te maken. Ik ben dan ook van mening dat de daadwerkelijke uitoefening van de procedurele rechten van alle partijen in deze zaak is geëerbiedigd.

Brussel, 5 maart 2013.

Wouter WILS


(1)  Conform de artikelen 16 en 17 van Besluit 2011/695/EU van de voorzitter van de Europese Commissie van 13 oktober 2011 betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 275 van 20.10.2011, blz. 29).

(2)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

(3)  Samenvatting in PB C 36 van 13.2.2010, blz. 7.