3.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 353/15


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

2013/C 353/08

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen  (2)

„PIRANSKA SOL”

EG-nummer: SI-PDO-0005-01098-27.02.2013

BGA ( ) BOB ( X )

1.   Naam

„Piranska sol”

2.   Lidstaat of derde land

Slovenië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.8.

Andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten (specerijen, enz.)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

„Piranska sol” is zeezout dat uitsluitend wordt gewonnen uit de zoutpannen van Sečovlje en Strunjan. Dit zout wordt geproduceerd op een natuurlijke bodem van algen en mineralen, een zogenaamde „petola”, die een aanzienlijke invloed heeft op de kleur en de kwaliteit van piranzout. De productie berust op een traditie die meer dan 700 jaar teruggaat, waarbij het zout dagelijks, volledig handmatig en enkel met traditionele werktuigen wordt verzameld. Door het zout dagelijks samen te harken, verkrijgen de kristallen van „Piranska sol” een kleinere, minder dichte structuur en worden ze doorgaans niet groter dan 6,3 mm.

Bij de kristalvorming vormt het zout witte tot grijze kristallen, die in beperkte mate onzuiverheden van natuurlijke oorsprong kunnen vertonen. Deze verzamelingsmethode heeft als gevolg dat de zoutkristallen broos zijn en snel oplossen. Wanneer de zoutkorrels worden gemalen, komt er een duidelijk zeearoma vrij.

De fleur de sel „Piranska sol” kristalliseert op de oppervlakte van de pekel in de kristalliseerbekkens, waardoor het zout zijn kenmerkende kristalstructuur verkrijgt die een kleine hoeveelheid zeewater vasthoudt. Door de vorm van de kristallen van de fleur de sel en de pekel die zij bevatten, lossen zij snel op.

Parameter

Waarde

Eenheid

Bulkdichtheid vóór opslag

max.

950 kg/m3

NaCl (op basis van het drooggewicht)

min.

95 %

Mg2+

min.

0,2 %

Ca2+

min.

0,1 %

Lood (Pb)

<

2 mg/kg

Cadmium (Cd)

<

0,5 mg/kg

Arseen (As)

<

0,5 mg/kg

Kwik (Hg)

<

0,1 mg/kg

Koper (Cu)

<

2 mg/kg

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Elke stap in de productie van „Piranska sol”, van het gebruik van de basisstructuur van de zoutpannen, over de aanleg van de „petola”, tot de verwerking van het zout (zoutbekkens vullen, pekel produceren, kristalliseren, handmatig harken, decanteren, drogen, malen en zeven), moet binnen het afgebakende geografische gebied plaatsvinden.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

„Piranska sol” wordt geproduceerd in het geografische gebied van het natuurpark Sečovlje Salina en het natuurreservaat Strunjan in de gemeenten Piran en Izola aan de Sloveense kust.

5.   Verband met het geografische gebied

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied

In het geografische gebied heerst een submediterraan klimaat. Dankzij het reliëf en dankzij het feit dat de voornaamste winden vrij spel hebben in de baai en de vallei, ligt de verhouding tussen neerslag en dagelijkse verdamping in beide zoutpannen beter dan in de omringende gebieden. De belangrijkste winden zijn de warme mistral die overdag vanuit de zee in de vallei waait, en de bora die 's nachts in de omgekeerde richting waait.

De bodem van de zoutpannen bestaat uit recent sediment — organisch kleislib, dat in Sečovlje door de rivier de Dragonja wordt afgezet en in Strunjan door de stroom de Roja. Dit sediment is het voornaamste bouwmateriaal van de ophogingen en de kanalen die de zoutpannen vormen. De bodem van de verdampingsbekkens is van klei gemaakt, terwijl de kristalliseerbekkens uit recent sediment bestaan, waardoor er een kwalitatief hoogwaardige laag „petola” op kan worden aangelegd. De „petola” is een bijzondere eigenschap van de zoutpannen van Sečovlje en Strunjan.

De eerste geschreven bron over de zoutpannen van Piran dateert van 804. Het stadshandvest van Piran uit 1274, waarvan slechts enkele delen bewaard zijn, omvat een aantal voorschriften voor de zoutpannen en wijst op het recht van de stad om zout te produceren en te verhandelen. Het Statuut van Piran van 1358 bevat een verklaring dat de zoutpannen opnieuw moesten worden opgebouwd wegens de bruine kleur die de klei aan „Piranska sol” gaf. Met behulp van zoutwerkers van het eiland Pag begon men het zout op een „petola” te produceren, waardoor het zout kwalitatief beter, zuiverder en witter werd.

Door de instabiliteit aan het begin van de 18e eeuw kenden de zoutpannen van Piran na 300 jaar groei en ontwikkeling een achteruitgang. In de 19e eeuw vielen de zoutpannen onder het beheer van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk, hetgeen de zoutpannen ten goede kwam omdat de productiebeperkingen werden opgeheven, de verkoopprijs van het zout steeg en het verplicht werd al het geproduceerde zout aan te kopen. Daardoor konden de zoutpannen hun dominante positie heroveren. Na de val van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie kwamen de zoutpannen achtereenvolgens onder Italiaans en Joegoslavisch beheer te staan.

5.2.   Specificiteit van het product

Een van de kenmerken van „Piranska Sol” is dat het volgens een traditie wordt geproduceerd die meer dan 700 jaar teruggaat.

De belangrijkste eigenschap van „Piranska sol” is dat het op „petola” wordt geproduceerd, een bodem die vanaf het einde van het voorgaande seizoen tot het begin van de zoutkristallisatie wordt aangelegd. Dit vereist een nauwgezette opvolging van een reeks procedés, waaronder het klaarmaken van de juiste basis voor de „petola” zelf. De „petola” is een korst van 1 cm dik die kunstmatig wordt aangelegd en die uit cyanobacteriën, gips, carbonaten en, in mindere mate, ook klei bestaat. De rol van „petola” is tweeledig: ten eerste voorkomt het dat het zout zich met het zeeslib eronder vermengt, waardoor zuiverder en witter zout ontstaat; ten tweede fungeert het als een biologisch filter dat voorkomt dat sporen van zware metalen zich in de zoutkristallen neerzetten. De „petola” moet vlak zijn zodat de pekellaag erboven oppervlakkig blijft en een consistente diepte behoudt.

Een andere eigenschap van „Piranska sol” is dat het dagelijks wordt verzameld door de zoutkristallen handmatig samen te harken in kleine kegelvormige hopen. Door de kristallen dagelijks samen te harken met een traditioneel werktuig (een houten hark, een zogenoemde „gavero”), wordt voorkomen dat de kristallen een dikke harde laag vormen die typisch is voor mechanisch verzameld zeezout. Dankzij deze wijze van kristalvorming verkrijgt men kristallen die vaak een kleine hoeveelheid van het oorspronkelijke zeewater vasthouden, die lichter en brozer zijn en doorgaans niet groter zijn dan 6,3 mm. „Piranska sol” wordt niet geraffineerd of gewassen, waardoor het natuurlijke evenwicht van de minerale samenstelling ervan behouden blijft, en het bevat geen additieven.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

In het verleden heeft men voor de ontwikkeling van technieken om zout uit zeewater te winnen altijd vastgehouden aan bekkens voor geleidelijke verdamping. Vandaag is deze basistechnologie nog steeds dezelfde, waarbij de onderlinge verschillen tussen de zoutpannen in het Middellandse Zeegebied grotendeels te wijten zijn aan klimaat, geologie en plaatselijke milieuomstandigheden. De opvallendste verschillen liggen in de methode voor het verzamelen of oogsten van het zout in de kristalliseerbekkens. Hier hangt de ontwikkeling van het proces immers hoofdzakelijk af van het microklimaat van de desbetreffende zoutpannen. Onder gunstige klimatologische omstandigheden kan een proces van continue kristallisatie worden toegepast, terwijl aan het andere uiteinde van het spectrum, zoals voor de zoutpannen van Piran, de slechte klimatologische omstandigheden met een grote kans op zomerstormen en zware neerslag tot gevolg hebben dat het zout dagelijks moet worden geoogst. De traditionele productie van „Piranska sol” heeft in de loop van de geschiedenis van de zoutpannen verschillende veranderingen ondergaan, maar het dagelijks oogsten van het zout is ontstaan en voortgezet als gevolg van de klimatologische omstandigheden en de vele jaren ervaring van de zoutwerkers. Het dagelijks oogsten van zout betekent dat de laag met zoutkristallen op de bodem van het bekken slechts enkele millimeters dik is, dus even dik als de zoutkristallen zelf. Deze oogstmethode verleent het zout zijn kenmerkende kristalvorm, die vaak het oorspronkelijke zeewater vasthoudt. De kristallen van „Piranska sol” zijn lichter en brozer dan de zeezoutkristallen die een harde laag hebben gevormd.

Tijdens de productie van „Piranska sol” worden traditionele handmatige technieken toegepast wanneer met klei wordt gewerkt en wanneer de bodem voor de „petola” wordt klaargemaakt en de „petola” zelf wordt aangelegd en onderhouden. Er wordt gebruikgemaakt van houten werktuigen die niet chemisch behandeld of gecoat zijn. Om de fleur de sel te oogsten, wordt een zeer licht werktuig gebruikt.

Bij rustig weer kristalliseert fleur de sel op het oppervlak van de kristalliseerbekkens in de vorm van een dunne broze korst. De kristallen hebben een opvallende piramidevormige structuur die een kleine hoeveelheid water vasthoudt, waardoor ze sneller kunnen oplossen.

In de 14e eeuw waren de zoutpannen op het eiland Pag moderner dan die van Piran en waren ze bekend om hun wit zout, dat gewonnen werd op een bodem, de zogenaamde „petola”. In die tijd had het zout van de zoutpannen van Piran door de aanwezige klei een bruine kleur en dus kregen de zoutwerkers van Pag toestemming om ook in Piran, op dezelfde wijze als op Pag, zoutpannen te bouwen, teneinde het zout met een „petola” te produceren (Statuut van Piran, 1358). Het traditionele proces voor de aanleg van de „petola” op een kleibasis — in Sečovlje voornamelijk afkomstig van de rivier de Dragonja en in Strunjan van de stroom de Roja, uit het heuvelige achterland met flyschgesteente van de Šavrinski Gričevje — was een van de grootste ontwikkelingen in de 14e eeuw en heeft de kwaliteit en de kleur van het gewonnen zout aanzienlijk beïnvloed. Sedertdien wordt „Piranska sol”, vanwege zijn zuiverheid en witheid, en het ontbreken van kleiresten, als een belangrijk handelsproduct geprezen doorheen een grote geografische regio.

„Piranska sol” wordt nagenoeg volledig handmatig gewonnen. In het verleden hebben generaties van kleine boerenfamilies uit de buurt van de zoutpannen en de inwoners van Piran hun leven aangepast aan het seizoenswerk van de zoutpannen, waarbij zij hun kennis van generatie op generatie hebben doorgegeven. Deze ervaring en kennis, van de handhaving van het hele plaatselijke zoutpanmilieu, tot de specifieke technieken voor het klaarmaken van de zoutbekkens, met name de procedés om de „petola” regelmatig en het hele jaar door te produceren, de methode voor de verzameling van het geproduceerde zout en het verversen, het vullen en aanvullen van de bekkens met de juiste hoeveelheden en concentraties pekel, hebben allemaal een zeer grote bijdrage geleverd aan de uiteindelijke kwaliteit en eigenschappen van „Piranska sol”.

De faam en hoge kwaliteit van „Piranska sol” werden bevestigd door talrijke literatuurstukken, brochures en artikelen die in de Sloveense en buitenlandse pers zijn verschenen (met inbegrip van Gambero Rosso, New Western Cuisine, the Slovenia Times, WaSaBi, en the New York Times).

De productie van „Piranska sol” heeft doorheen de geschiedenis in symbiose met de omgeving plaatsgevonden en heeft een natuurlijke en culturele waarde aan die omgeving toegevoegd.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006 (3))

http://www.mko.gov.si/fileadmin/mko.gov.si/pageuploads/podrocja/Varna_in_kakovostna_hrana_in_krma/zasciteni_kmetijski_pridelki/Specifikacije/Piranska_sol_spec-nova_potrjena_2012.pdf


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.

(2)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12. Vervangen door Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(3)  Vgl. voetnoot 2.