11.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 105/1 |
Richtsnoeren voor de indeling in de gecombineerde nomenclatuur van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein
2013/C 105/01
Bij algemene regel 3 b) voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt ook voorzien in de indeling van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein.
Voor de toepassing van deze regel, moet de uitdrukking „goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein” worden opgevat als betrekking hebbend op goederen die:
a) |
bestaan uit tenminste twee verschillende artikelen die op het eerste gezicht onder verschillende posten kunnen worden ingedeeld, |
b) |
bestaan uit producten of artikelen die samen worden aangeboden om in een specifieke behoefte te voorzien of om een specifieke activiteit uit te voeren, en |
c) |
zodanig zijn opgemaakt dat zij zonder opnieuw te worden verpakt rechtstreeks aan de verbruiker kunnen worden verkocht (bv. in dozen of koffers of op kartons). |
(Zie ook de GS-toelichting op de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur 3 b) en 6)
Aan alle bovenstaande voorwaarden moet worden voldaan.
Bovengenoemde regels zijn niet van toepassing op „stellen of assortimenten” die op grond van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur worden ingedeeld wanneer de term „stel of assortiment” in de formulering van een GN-code wordt gebruikt, bijvoorbeeld:
— |
6308 00 00 — Stellen … bestaande uit weefsel en garen … opgemaakt voor de verkoop in het klein … |
— |
8206 00 00 — Stellen, bestaande uit gereedschap van twee of meer … posten … opgemaakt voor de verkoop in het klein |
— |
9503 00 70 — ander speelgoed, aangeboden in assortimenten of in stellen |
of overeenkomstig specifieke bepalingen, bijvoorbeeld:
— |
aantekening 3 op afdeling VI, |
— |
aantekening 1 op afdeling VII, |
— |
aantekening 14 op afdeling XI, |
— |
aantekeningen 3 en 7 op hoofdstuk 61, |
— |
aantekeningen 3 en 6 op hoofdstuk 62. |
DEEL (A)
… „die op het eerste gezicht onder verschillende posten kunnen worden ingedeeld” …
(1) |
Overeenkomstig de GS-toelichting op algemene regel 3 b) voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, is de eerste voorwaarde om twee of meer verschillende artikelen aan te merken als „goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein” dat ze onder verschillende posten kunnen worden ingedeeld. |
(2) |
Niettemin kunnen, overeenkomstig de algemene regel 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuuren de GS-toelichting op de regel waarin wordt gesteld dat „vorenstaande regels 1 tot en met 5, „mutatis mutandis” de indeling bepalen onder onderverdelingsniveaus binnen dezelfde post”, twee of meer verschillende artikelen die onder dezelfde post maar onder verschillende onderverdelingen kunnen worden ingedeeld, worden aangemerkt als een stel of assortiment in de zin van de algemene regel 3 b) voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, omdat zij aan bovengenoemde voorwaarden voldoen. Bijvoorbeeld: goederen opgemaakt voor de verkoop in het klein, bestaande uit een fles shampoo (3305 10 00) en een fles haarlotion (3305 90 00) voor de verzorging van haar, worden beschouwd als een stel of assortiment onder post 3305. |
(3) |
Echter, twee of meer verschillende producten die zijn ingedeeld onder dezelfde post en onder dezelfde onderverdeling, kunnen niet als een stel of assortiment in de zin van de algemene regel 3 b) voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur worden beschouwd, omdat zij niet aan de bovengenoemde voorwaarden voldoen. Bijvoorbeeld: goederen opgemaakt voor de verkoop in het klein bestaande uit een cleanser, een toner en een moisturiser. In dit geval zijn alle producten ingedeeld onder onderverdeling 3304 99 00 en vormen de artikelen daarom geen stel of assortiment. |
DEEL B (I)
… „worden aangeboden om in een behoefte te voorzien of om een specifieke activiteit uit te voeren” …
(1) |
Met het oog op de indeling van stellen of assortimenten zijn de afzonderlijke artikelen van een stel of assortiment aan elkaar gerelateerd en bedoeld om samen of in combinatie met elkaar te worden gebruikt om in een specifieke behoefte te voorzien of om een specifieke activiteit uit te voeren. |
(2) |
De term specifieke behoefte kan ruim worden geïnterpreteerd aangezien de artikelen, om in een specifieke behoefte te voorzien, hetzij opeenvolgend kunnen worden gebruikt (bijvoorbeeld een cosmetisch huidverzorgingsassortiment bestaande uit verschillende producten), hetzij door elkaar (bijvoorbeeld een stel boren en pluggen (zie ook punt(B)(I)(5)(d))). |
(3) |
De term specifieke activiteit kan worden beschreven als een bij een bepaalde/specifieke gelegenheid uitgevoerde handeling en de artikelen van het stel of assortiment worden gewoonlijk bij deze gelegenheid gebruikt. |
(4) |
Situatie waarin goederen worden aangemerkt/niet worden aangemerkt als opgemaakt om in een specifieke behoefte of specifieke activiteit te voorzien:
|
(5) |
Voorbeelden van producten of artikelen die als een stel of assortiment kunnen worden ingedeeld op basis van de algemene regel 3 b) voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur:
|
(6) |
Voorbeelden van een product of van artikelen die niet als een stel of assortiment kunnen worden ingedeeld op basis van de algemene regel 3 b) voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur:
|
DEEL B (II)
… „ontoereikende stellen of assortimenten” …
(1) |
Als een of meer artikelen van een „stel of assortiment” niet in een specifieke behoefte voorzien of niet zijn ontworpen om dezelfde specifieke activiteit uit te voeren als de andere artikelen van een „stel of assortiment” die zijn verpakt voor de verkoop in het klein, moet ELK artikel afzonderlijk worden ingedeeld. Het is onmogelijk een stel of assortiment te construeren van een „ontoereikend stel of assortiment” en alleen enkele artikelen te scheiden (zie ook de GS-toelichting op de algemene regel 3b), voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur (X)). |
(2) |
De artikelen kunnen alleen als een set of assortiment worden ingedeeld, als zij ALLEMAAL aan elkaar zijn gerelateerd en samen worden gebruikt. In alle andere gevallen (dat wil zeggen, slechts enkele artikelen zijn aan elkaar gerelateerd en worden gezamenlijk gebruikt), moet ELK artikel afzonderlijk worden ingedeeld. |
(3) |
Bijvoorbeeld: in het geval van een badkamerassortiment (zie punt (B)(I)(6)(a)), bestaande uit een douchegel, zeep, bodylotion en pantoffels, moet ELK artikel afzonderlijk worden ingedeeld, omdat de pantoffels niet in dezelfde specifieke behoefte voorzien. |
DEEL B (III)
… „stellen of assortimenten inclusief een ondergeschikt/verwaarloosbaar artikel” …
(1) |
Goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein kunnen worden gecombineerd met een ondergeschikt/verwaarloosbaar artikel (in bepaalde gevallen zelfs meer dan één artikel) van verwaarloosbare waarde dat geen betrekking heeft op de andere artikelen van het stel of assortiment (d.w.z. het voorziet niet in dezelfde specifieke behoefte of specifieke activiteit) en zou normaal gesproken afzonderlijk worden ingedeeld. |
(2) |
De aanwezigheid van het ondergeschikte/verwaarloosbare artikel kan worden genegeerd bij de bepaling of een groep artikelen een stel of assortiment vormt („de minimis-regel”) en alle artikelen worden samen ingedeeld op voorwaarde dat aan alle navolgende voorwaarden wordt voldaan:
Voorbeelden:
|
(3) |
De bovenstaande regel kan eveneens — van geval tot geval — worden toepast als één „hoofdartikel” samen met een ondergeschikt/verwaarloosbaar artikel wordt aangeboden. Een doos ontbijtgranen met een klein verrassingsartikel van verwaarloosbare waarde zoals speelgoed/een poppetje van kunststof of stickers, wordt niet afzonderlijk ingedeeld. Echter, als de doos ontbijtgranen een CD met muziek, software of computerspelletjes bevat, moeten de artikelen afzonderlijk worden ingedeeld, omdat de cd meer dan een irrelevant element van verwaarloosbare waarde vormt en een niet verwante, belangrijke functie bezit. |
DEEL (C)
… „zodanig zijn opgemaakt dat zij zonder opnieuw te worden verpakt rechtstreeks aan de verbruiker kunnen worden verkocht” …
(1) |
Overeenkomstig deze toelichting en teneinde aangemerkt te worden als een „stel of assortiment” moet aan ALLE navolgende voorwaarden worden voldaan:
|
(2) |
Echter, in uitzondering op punt (1)(b), kunnen goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein in afzonderlijke verpakkingen worden aangeboden, indien dit gerechtvaardigd is, bijvoorbeeld vanwege de samenstelling van de artikelen (bv. grootte, gewicht, chemische samenstelling) of vanwege transport- of veiligheidsredenen, op voorwaarde dat zij rechtstreeks aan de verbruiker kunnen worden verkocht zonder opnieuw te worden verpakt. Deze situatie is alleen aanvaardbaar als:
|