GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S Bouwstenen voor de strategische respons van de EU op de problemen in de Golf van Guinee /* JOIN/2013/031 final */
Bouwstenen voor de strategische respons van de
EU op de problemen in de Golf van Guinee SAMENVATTING Staten
die grenzen aan de Golf van Guinee, worden geconfronteerd met talrijke problemen
waarmee ook andere landen in Afrika te kampen hebben. De recente toename van
bedreigingen die het gevolg zijn van de gebrekkige controle in de kustwateren
en de zwakke controle van de toegang tot en de veiligheid langs de kust, vormen
evenwel een groot probleem voor de staten in de regio[1]. Hierbij
gaat het om de toename van criminele en terroristische activiteiten, die ook
een groeiende bedreiging voor de EU vormen. In deze gezamenlijke mededeling
wordt derhalve een evaluatie gemaakt van de totale omvang van de dreiging, de
risico's waaraan de kuststaten en de EU zijn blootgesteld, en de eventuele
maatregelen die de EU samen met de internationale gemeenschap kan nemen om deze
staten te helpen bij het aanpakken van het probleem. Bedreigingen De
bedreigingen nemen verschillende vormen aan, zijn vaak grensoverschrijdend en
kunnen collectief resulteren in een kettingreactie van criminele activiteiten,
waarbij de stabiliteit en de doeltreffendheid van deze staten in het gedrang
komen en zij daarom minder goed in staat zijn om zich economisch te ontwikkelen
of armoede te bestrijden - doelstellingen waarvoor de EU zich inzet. Er zijn
drie verschillende vormen van bedreigingen: (a)
die welke uitsluitend op zee plaatsvinden,
waaronder illegale visserij, illegaal storten van afval, piraterij en gewapende
overvallen op zee[2]; (b)
die welke zich vanuit de zee naar het vasteland verplaatsen,
in eerste instantie handel in verdovende middelen, wapens, namaakartikelen en -
vaak in de tegenovergestelde richting -mensenhandel; (c)
bedreigingen vanaf het vasteland voor maritieme
economische activiteiten, in het bijzonder de offshore olie- en gaswinning,
waaronder gijzeling, diefstal ("bunkeren") en criminaliteit in
havens. Indien
maatregelen uitblijven, zullen deze bedreigingen zodanig toenemen dat zowel
lokale als internationale belangen schade oplopen. Gemeenschappelijke Afrikaanse en Europese belangen De
EU en de landen uit de regio hebben aanzienlijke gemeenschappelijke belangen.
De regio heeft een uitgestrekte kustlijn en is rijk aan hulpbronnen die
cruciaal zijn voor zowel de lokale werkgelegenheid en consumptie als de handel
met Europa. De duurzaamheid van alle maritieme hulpbronnen, met inbegrip van de
visserij, is een grote bron van zorg voor zowel de lokale gemeenschappen als de
Europese afnemers. Veilige mondiale scheepvaartroutes zijn noodzakelijk voor de
handel en een probleemloze visserij. Een aanzienlijk aandeel van de
energievoorziening van de EU is uit deze regio afkomstig en zowel investeerders
als werknemers moeten worden beschermd tegen fysieke agressie. Verdovende
middelen en andere illegale goederen die langs de kust en over de landsgrenzen
heen worden verhandeld, berokkenen de lokale gemeenschappen steeds meer schade
en veroorzaken problemen in Europa. De
voornaamste doelstelling van de EU is dus de staten van de regio - waarvan talrijke
zeer fragiel zijn - te ondersteunen bij het totstandbrengen van vrede,
veiligheid en welvaart door de succesvolle en legitieme ontwikkeling van hun
economieën en instellingen, in overeenstemming met zowel de Afrikaanse vredes-
en veiligheidsarchitectuur (APSA) als het overkoepelende EU-beleid, waarbij een
politieke consensus wordt opgebouwd, de eigen Afrikaanse inbreng wordt
bevorderd en gerespecteerd en de bestaande programma's op elkaar worden
afgestemd in het kader van een gemeenschappelijke benadering van de regionale
ontwikkeling en veiligheid. Uit de ervaring die elders in Afrika is opgedaan,
in het bijzonder in de Hoorn van Afrika, de Sahel en het gebied van de Grote
Meren, blijkt dat een vroeg preventief optreden, waarbij nauw wordt samengewerkt
met de landen van de regio en Afrikaanse regionale instellingen,
kostenefficiënter is dan een interventie in een latere fase. Deze ervaring
heeft ook aangetoond hoe belangrijk het is om rekening te houden met alle
aspecten met het oog op een groter cumulatief effect, waarbij het dus gaat om
politieke, institutionele en economische aspecten alsook veiligheid, behoorlijk
bestuur/corruptiebestrijding en ontwikkeling. Respons De
EU kan de bovenvermelde risico's beperken door de staten te helpen bij het
versterken van de rechtsstaat en het doeltreffend bestuur in de regio, onder
meer door verbeteringen in het scheepvaartbestuur, rechtshandhaving door de
politiediensten, de zeemacht, het leger, de kustwacht, de douane en
immigratiediensten. Aangezien
de maritieme grenzen nog niet volledig zijn afgebakend, in beginsel moeilijk te
bewaken zijn en niet kunnen worden afgesloten, is het in eerste instantie
essentieel om de samenwerking tussen de kuststaten en de opkomende regionale
coördinatiemechanismen te versterken. Daarnaast kan de EU landen in de regio
ondersteunen bij het nakomen van hun internationale verplichtingen als vlaggen-
of kuststaten. Derhalve
wordt voorgesteld dat de EU en haar instellingen, delegaties en lidstaten nauw
samenwerken met andere internationale organisaties en lokale partners, waarbij
een brede strategie wordt gehanteerd die op vier specifieke doelstellingen is
gericht: 1.
tussen de landen in de regio en de internationale
gemeenschap een gemeenschappelijke visie ontwikkelen over de omvang van de
bedreiging in de Golf van Guinee en de noodzaak om ertegen op te treden; 2.
de regeringen van de landen in de regio
ondersteunen bij het opbouwen van sterke instellingen, scheepvaartbesturen en
capaciteiten om het maritieme bewustzijn, de veiligheid en de rechtstaat in de
kustzone te kunnen garanderen; 3.
de welvarende economieën in deze regio ondersteunen
overeenkomstig de nationale en regionale ontwikkelingsstrategieën, om de
werkgelegenheid te bevorderen en kwetsbare bevolkingsgroepen bijstand te
verlenen bij het versterken van hun weerbaarheid en het bestrijden van
criminele of gewelddadige activiteiten; 4.
de samenwerkingsstructuren tussen de landen in de
regio en de regionale organisaties versterken om de noodzakelijke maatregelen
te kunnen nemen om de bedreigingen op zee en aan wal terug te dringen. AARD EN ONTWIKKELING VAN DE BEDREIGING De
geografische reikwijdte van deze gezamenlijke mededeling omvat
6 000 km kustlijn van Senegal tot Angola, met inbegrip van de
eilanden Kaapverdië en Sao Tomé en Principe en omvat twee geografische,
politieke en economische regio's: de Economische Gemeenschap van
West-Afrikaanse Staten (Ecowas) en de Economische Gemeenschap van
Centraal-Afrikaanse Staten (CEEAC), die beide lid zijn van de Commissie voor de
Golf van Guinee (GGC) en de Afrikaanse Unie (AU). De
afgelopen tien jaar hebben de West-Afrikaanse en Centraal-Afrikaanse staten een
explosieve economische groei gekend die gepaard ging met een versterking van
het overheidsbestuur in sommige landen en een verzwakking in andere. Sommige
landen zijn goed op weg om tot de groep van de middeninkomenslanden te gaan
behoren, terwijl in andere landen nog veel moet gebeuren om de armoede te
bestrijden overeenkomstig de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (MDG). Zowel
de welvaartstoename als de armoedebestrijding zou evenwel in het gedrang kunnen
komen door de toenemende instabiliteit en criminele activiteiten in de Golf van
Guinee, waarbij instabiliteit of economische ontwrichting in deze regio
rechtstreekse gevolgen zal hebben voor de EU. Georganiseerde criminaliteit in de vorm van handel
in verdovende middelen, mensen, wapens, ruwe diamant, vervalste geneesmiddelen,
illegaal afval[3],
computercriminaliteit en de hiermee samenhangende witwaspraktijken vindt vaak
plaats in de grensgebieden met moeilijk te bewaken zee- en landgrenzen in de
Golf van Guinee. De smokkelroutes lopen vaak door gebieden die te kampen hebben
met instabiliteit en crises en gaan in de Sahel en Noord-Nigeria gepaard met
terrorisme. De wapen[4]-
en drugshandel, in het bijzonder smokkel van cocaïne, heeft een belangrijke rol
gespeeld in de verzwakking van de overheidsinstellingen in verscheidene landen
in West-Afrika, en vooral in Guinee-Bissau. In sommige gevallen vormt deze
activiteit een extra inkomstenbron voor terreurgroepen in de Sahel. Het Bureau
van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC) raamt alleen
al de waarde van de cocaïne die in 2011 van West-Afrika naar Europa werd
verscheept op 1,25 miljard USD en de meeste illegale migranten, ongeacht of er
mensenhandel in het spel is, hebben Europa als bestemming. Voorts worden ook
cacao, katoen, hout, cashewnoten, goud en diamanten illegaal verhandeld[5]. Piraterij en gewapende overvallen op zee
vormen een tweede toenemende bedreiging. Het maritieme handelsverkeer van en
naar de Golf van Guinee is grotendeels voor rekening van de EU. De regio maakt
deel uit van de strategische maritieme belangen van de EU. Op elk ogenblik zijn
er in de Golf van Guinee gemiddeld 30 schepen die varen onder EU-vlag of in
Europees bezit zijn. De afgelopen tien jaar vonden de meeste van de 551
aanvallen en aanvalspogingen waarvan melding is gemaakt, plaats in gebieden die
onder een nationale rechtsmacht vallen, terwijl minder dan 20% plaatsvond in
internationale wateren, met het grootste aantal in 2012 voor de kust van
Nigeria en Togo. Meestal vinden deze aanvallen plaats wanneer schepen zijn
aangemeerd, of naar of van offshore booreilanden of voorraadschepen varen. Uit
de meest recente informatie blijkt evenwel dat het risico op aanvallen zich
verder van de kust zou kunnen verplaatsen, met een aanpak die overeenstemt met
die van de uit Somalië afkomstige piraten die gebruik maken van moederschepen
om aanvallen in internationale wateren uit te voeren. Er wordt gevreesd dat
piraten met het oog op een grotere buit zeelieden zouden kunnen gijzelen, zoals
nu reeds gebeurt in de Hoorn van Afrika. Het onvoorspelbare gebruik van geweld
tegen bemanningen, inclusief het gebruik van wapens, is een zeer zorgwekkende
ontwikkeling. Bij
oliediefstal en "petropiraterij" gaat het zowel om
"bunkeren" als kaping van tankers om brandstof te stelen. Volgens
recente ramingen zou Nigeria hierdoor een verlies lijden van 100 000 vaten
per dag, die vervolgens op de zwarte markt worden doorverkocht. Sleepboten
waarmee arbeiders uit de oliesector naar boorplatforms worden gebracht, zijn
ook reeds het doelwit geweest van piraten en gewapende bandieten. Door deze
activiteiten lopen de overheden inkomsten mis, stijgen de commerciële
veiligheidskosten en wordt het minder interessant om verder in te investeren. Meer
aandacht voor de beveiliging van de aardolie- en petrochemische industrie is
niet alleen van belang in Nigeria (tot nu toe het epicentrum van deze
bedreigingen), maar wordt ook daarbuiten steeds belangrijker - voor de kust van
Equatoriaal-Guinea, Ghana, Kameroen, de Republiek Congo, Gabon, Tsjaad, Liberia
en Angola[6].
Olielozingen die verband houden met oliediefstal vergroten ook de schade aan de
kustgebieden, waardoor het behoud van een levensonderhoud in de visserij en de
landbouw in het gedrang komt. Illegale visserij: De visserij blijft een
belangrijke bedrijfstak in talrijke landen in de Golf van Guinee, die volgens
de gegevens van de Wereldbank en de Voedsel-en Landbouworganisatie goed is voor
25-30% van de inkomsten in Mauritanië, 25 tot 30% van de Senegalese uitvoer, en
25-40% van de overheidsinkomsten in Guinee-Bissau. Als gevolg van illegale,
ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO) in de Golf van Guinee lijden de
kuststaten een jaarlijks verlies van ongeveer 350 miljoen USD. Voorts
brengt IOO-visserij ernstige milieurisico's mee voor de visbestanden en kan zij
resulteren in een totale ineenstorting van de visserij. Naar wordt aangenomen
ligt de totale geraamde vangst in het kustgebied van de Golf van Guinee 40%
hoger dan de gemelde percentages. Aanzienlijke hulpbronnen, inkomsten,
voedings- en bestaansmiddelen gaan hierdoor verloren. De
werkloosheid in de landen van de Golf van Guinee wordt geraamd op
ongeveer 40%, waarbij de jeugdwerkloosheid meer dan 60% bedraagt. De formele,
legale economie biedt jongeren onvoldoende economische mogelijkheden. Daarnaast
heeft de voedselonzekerheid op het platteland geleid tot meer migratie van het
platteland naar de stad, met een snelle groei van de stedelijke bevolking tot
gevolg, waardoor de reeds zwaar belaste sociale en economische infrastructuur
verder onder druk komt te staan, hetgeen spanningen onder de stadsbevolking
veroorzaakt. Door een dergelijk hoog werkloosheidspercentage worden jongeren
aangezet tot criminele activiteiten om in hun levensonderhoud te voorzien,
waarbij zij het voetvolk vormen voor piraten en criminele bendes, of kiezen
jongeren voor illegale migratie in zeer gevaarlijke omstandigheden. EU-BELANGEN De
EU heeft aanzienlijke belangen in de Golf van Guinee op het vlak van economie,
ontwikkeling, handel en veiligheid. De inzet van de EU voor de
armoedebestrijding en de ondersteuning van de economische ontwikkeling is
vastgelegd in de Overeenkomst van Cotonou. Voorts is de EU vastbesloten om de
duurzame exploitatie te bevorderen van natuurlijke hulpbronnen in de regio,
inclusief koolwaterstoffen en visbestanden. Europa importeert ongeveer de helft
van zijn energiebehoeften, waarbij bijna 10% van de aardolie en 4% van het
aardgas afkomstig is uit de Golf van Guinee. Nigeria, Angola,
Equatoriaal-Guinea en Gabon zijn belangrijke producenten van ruwe olie en
Nigeria van aardgas. Vanwege haar ligging vlakbij Europa en een vlotte
zeetoegang heeft de regio voor onze oliebehoefte een comparatief voordeel ten
opzichte van het Midden-Oosten. Daarnaast blijft Europa een belangrijke exportmarkt
voor andere regionale producten zoals producten afkomstig uit de bos- en
landbouw en delfstoffen [7]. De
regio trekt steeds meer Europese investeringen aan, niet alleen in natuurlijke
hulpbronnen, maar ook in consumptiegoederen en diensten, inclusief mobiele telefonie.
Als gevolg van de versnelling van de economische groei in de regio gaat dit
gepaard met een toenemend belang van de regio als een potentiële markt voor exportproducten.
Hierdoor ontstaat er een toenemend wederzijds belang om een partnerschap op te
richten dat tot doel heeft groei en werkgelegenheid te bevorderen door
veiligheid en stabiliteit te garanderen. Evenzo
is het in het belang van de EU om de stabiliteit in de Golf van Guinee te
bevorderen om de EU-burgers te kunnen beschermen tegen de bedreigingen van
drugs, terrorisme, piraterij, gewapende overvallen en andere vormen van
criminaliteit die uitgaan van de regio. RESULTATEN TOT NU TOE Als
reactie op deze bedreigingen zijn er de laatste vijf jaar op internationaal,
regionaal en nationaal niveau een aantal initiatieven genomen: -
Twee resoluties van de Veiligheidsraad van de
Verenigde Naties met betrekking tot piraterij en gewapende overvallen in de
Golf van Guinee[8]
waarin wordt vastgesteld dat het noodzakelijk is om "onder de leiding van
de landen in de regio een brede aanpak uit te stippelen om op te treden tegen
de bedreiging van piraterij en gewapende overvallen in de Golf van Guinee en de
onderliggende oorzaken" en "voort te bouwen op bestaande nationale,
regionale en extraregionale initiatieven om de maritieme veiligheid en
beveiliging in de Golf van Guinee te versterken". Beide resoluties hebben
tot doel de vrede en stabiliteit in de regio van de Golf van Guinee te
handhaven. -
Onder auspiciën van de G8 is een initiatief - Groep
Vrienden van de Golf van Guinee (FOGG) - ingesteld om het vraagstuk van de
maritieme veiligheid in de Golf van Guinee aan te pakken. De EU neemt deel aan
dit initiatief. Hierbij wordt de aandacht toegespitst op het belang van de
Afrikaanse inbreng, het verband tussen economische ontwikkeling en veiligheid,
het belang van coördinatie en informatie-uitwisseling en de noodzaak van een
brede aanpak die ook gericht is op bestuurlijke en justitiële aspecten. -
Het probleem van de IOO-visserij wordt door de
EU aangepakt met de tenuitvoerlegging van de IOO-verordening en de
partnerschapsovereenkomsten inzake visserij die de EU met talrijke kuststaten
in West-en Centraal-Afrika heeft gesloten om hen te helpen bij het reguleren
van de visserij, onder meer door EU-vaartuigen in te zetten en steun te
verlenen aan de ontwikkeling/verbetering van het beheer en de
controle-inspanningen in de visserijsector. -
De regionale organisaties Ecowas en CEEAC hebben
beleidsmaatregelen getroffen en specifieke acties ondernomen, hoofdzakelijk als
gevolg van toenemende internationale druk en steun. Hierbij gaat het onder meer
over een door Ecowas in 2008 uitgestippeld alomvattend kader voor
crisispreventie, waarbij met name grensoverschrijdende en maritieme
veiligheidskwesties worden aangepakt, het cruciale plan van Praia om het
toenemende drugsprobleem aan te pakken en een terrorismebestrijdingsstrategie
en uitvoeringsplan. Sinds 2008 beschikt CEEAC over een geïntegreerde strategie
voor maritieme veiligheid, waarvoor het regionaal centrum voor maritieme
veiligheid in Centraal-Afrika (CRESMAC) is opgericht. In 2012 heeft de
Afrikaanse Unie een Afrikaanse geïntegreerde strategie voor maritieme veiligheid
goedgekeurd (2050 AIM-strategie). -
Individuele landen in
de Golf van Guinee zijn begonnen met het verhogen van de middelen en het in
partnerschap ontwikkelen van strategieën om de georganiseerde misdaad zowel op
zee als aan wal te bestrijden. Zo worden gezamenlijke patrouilles (Operation
Prosperity) uitgevoerd door Nigeria en Benin. -
Bilaterale programma's van EU-lidstaten en andere internationale partners zoals de VS, Brazilië, China, India,
Zuid-Afrika en andere landen verlenen meer ondersteuning voor beleidsvorming,
coördinatie en institutionele capaciteitsopbouw. De ondersteuning van
EU-lidstaten is reeds zeer aanzienlijk, met name wat betreft de
capaciteitsopbouw van cruciale instellingen en diensten. -
Op de op 24-25 juni 2013 in Yaoundé gehouden top
van de staatshoofden en regeringsleiders van de Golf van Guinee
werden de volgende resultaten geboekt: a) de vaststelling van een gedragscode met betrekking tot
het voorkómen en bestrijden van piraterij, gewapende overvallen op zee en illegale
maritieme activiteiten in West-en Centraal-Afrika, die na drie jaar zal worden
geëvalueerd[9];
b) de vaststelling van een memorandum van overeenstemming
(MoU) inzake maritieme veiligheid en beveiliging in West-en Centraal-Afrika dat
door de staatshoofden van de Ecowas, CEEAC en GGC is ondertekend en dat
voorziet in de oprichting van een deskundigengroep die een follow-up actieplan
voor de tenuitvoerlegging van de gedragscode moet voorbereiden; c) het besluit om het intraregionale coördinatiecentrum
(zoals bepaald in het MoU) in Yaoundé te vestigen. Met dit instrument wordt
onder auspiciën van de Afrikaanse Unie toezicht gehouden op de
tenuitvoerlegging. Op
het vlak van de strategische vereisten en de noodzakelijke beleidsmaatregelen
is dus reeds veel werk verricht. De tenuitvoerlegging is evenwel ernstig
bemoeilijkt door een gebrek aan middelen en de kloof met het vereiste niveau
van de extra investeringen om de toenemende georganiseerde criminaliteit terug
te dringen, blijft groot. WAT ZIJN DE VOLGENDE STAPPEN Op
de topconferentie van Yaoundé bleek dat de individuele staten, de regionale
organisaties en de GGC vastberaden waren om samen en in overleg met
internationale partners een zo breed mogelijke regionale maritieme veiligheid
tot stand te brengen[10].
De follow-up van deze topconferentie is derhalve een nuttig uitgangspunt voor
de EU-benadering. De
benadering van de EU moet steunen op drie beginselen: -
partnerschap met de landen van de Golf van Guinee,
hun regionale organisaties en andere internationale organisaties die in de
regio actief zijn (Ecowas, CEEAC, GGC, de maritieme organisatie voor West-en
Centraal-Afrika (MOWCA), de VN-bureaus voor Centraal- en West-Afrika (UNOCA en
UNOWA), internationale organisaties waaronder de Afrikaanse Unie (AU) en VN-agentschappen
zoals de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), alsook Interpol, de
Werelddouaneorganisatie (WDO) en andere organisaties); -
een alomvattende aanpak van de problemen, waarmee
vraagstukken op het vlak van veiligheid, ontwikkeling en bestuur in één
strategisch kader worden opgenomen; -
toepassing van de ervaring die is opgedaan met de
EU-strategieën in andere Afrikaanse regio's. De
EU stelt een geïntegreerde benadering voor waarbij alle bestuursvraagstukken en
veiligheidsrisico's en dreigingen aan wal en op zee aan de orde komen, rekening
wordt gehouden met alle aspecten van de grensoverschrijdende georganiseerde
misdaad op maritiem vlak zoals in de in Yaoundé ondertekende gedragscode is
bepaald, de onderliggende oorzaken worden aangepakt en regionale vrede,
veiligheid, stabiliteit, behoorlijk bestuur en ontwikkeling worden bevorderd.
De ondersteuning van het grensbeheer, de rechtsstaat, de hervorming van de
rechts- en veiligheidskaders, het garanderen van de toegang tot justitie en
mensenrechten en de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad met inbegrip
van de illegale migratie zijn essentiële onderdelen van de langdurige
inspanningen die in de toekomst moeten worden geleverd. Economisch bestuur is
eveneens cruciaal, zoals een beter beheer van en een grotere maatschappelijke
betrokkenheid bij de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip
van olie, visbestanden en andere natuurlijke rijkdommen. Andere belangrijke
punten zijn voortbouwen op de bestaande geslaagde EU-acties en lering trekken
uit de EU-strategieën in de Sahel en de Hoorn van Afrika, activiteiten opzetten
op nationaal, regionaal en internationaal niveau, met individuele staten of
groepen van staten die de politieke bereidheid hebben om op te treden (en
andere staten ertoe aanzetten zich bij deze acties aan te sluiten). Met
het oog hierop zal de EU-benadering worden toegespitst op de volgende vier doelstellingen:
Doelstelling 1 – Tussen de landen in de
regio en de internationale gemeenschap een gemeenschappelijke visie ontwikkelen
over de omvang van de dreiging in de Golf van Guinee en de noodzaak om ertegen
op te treden. De
bedoeling is te zorgen voor een degelijke, op feiten gebaseerde grondslag voor
beleidsontwikkeling en actie, de eigen inbreng van de Afrikaanse landen te
bevorderen en de politieke bereidheid te stimuleren om de problemen aan te pakken.
De EU kan zo ook de kosten en de baten van de voorgestelde acties beter inschatten. Door
samen te werken met de belangrijkste belanghebbenden in de landen en regionale
organisaties, inclusief organisaties uit het maatschappelijk middenveld,
niet-gouvernementele organisaties (ngo's), regionale organisaties voor
visserijbeheer (ROVB) en de particuliere sector wordt het mogelijk een
allesomvattend beeld te schetsen van de omvang van de dreiging, de
mogelijkheden in kaart te brengen en overeenstemming te bereiken over de prioriteiten.
Mogelijke maatregelen: -
verbeteren van de verzameling (momenteel worden
slechts 30-50% van de maritieme incidenten gemeld) en uitwisseling van gegevens; -
afbakenen van geografische en thematische
voorrangsgebieden waarop de reactie van de EU moet worden gericht, onder meer
in samenwerking met andere internationale actoren; -
aanpakken van de bredere oorzaken van de
instabiliteit overeenkomstig het risiconiveau, waarbij gebruik wordt gemaakt
van instrumenten zoals het systeem voor vroegtijdige waarschuwingen bij
conflicten en de risicobeoordelingen bij conflicten en
EU-mensenrechtenstrategieën; -
ervoor zorgen dat thematische (veiligheid, drugshandel
en terrorismebestrijding) en geografische beleidsmaatregelen/strategieën op
elkaar worden afgestemd; -
handhaven van de nauwe banden met de particuliere
sector, in het bijzonder met de industrie, kleinschalige visserijbedrijven, de
mijnbouwsector en scheepvaartmaatschappijen, om ervoor te zorgen dat de
regeringen rekening houden met hun vooruitzichten; -
ondersteunen van de dialoog met het maatschappelijk
middenveld, de industrie en de regeringen. Doelstelling 2 - De regeringen van de
landen in de regio ondersteunen bij het oprichten van de instellingen en het
ontwikkelen van de capaciteiten om de veiligheid en de rechtsstaat te
waarborgen. Robuuste
nationale (en regionale) instellingen die op een duurzame basis kunnen optreden
tegen de dreigingen, zijn cruciaal voor een doeltreffende bestrijding van
georganiseerde criminele netwerken. Deze instellingen moeten vastberaden zijn
om de criminaliteit te bestrijden, beschikken over het mandaat en de middelen
om te kunnen optreden alsook over de technische deskundigheid, inclusief op
gespecialiseerde terreinen. De EU beschikt over de ervaring en de middelen om
bijstand te verlenen bij de opbouw van de lokale capaciteit en moet via een
politieke dialoog hiervoor de noodzakelijke politieke steun in de hand werken. Hierbij
gaat het om de volgende instellingen: -
politieke instellingen (bv. parlementen,
verkiezingscomités, politieke partijen) die aan andere instellingen een mandaat
kunnen verlenen om op te treden en kunnen zorgen voor een passend rechtskader; -
veiligheidsinstellingen (bv. binnenlandse
veiligheidsdiensten, kustwacht, havenautoriteiten, douaneautoriteiten en het
leger – land-, zee- en luchtmacht, met alle hiermee verbonden functies op het
vlak van inlichtingenvergaring) die toezicht kunnen uitoefenen en indien nodig
kunnen optreden om handelsroutes en olie-installaties te beschermen en illegale
activiteiten zoals drugs- en mensenhandel te bestrijden. Er moet gezorgd worden
voor een geschikt rechtskader en politieke verantwoordelijkheid met het oog op
een duidelijke bevoegdheidsafbakening voor de bestrijding van ernstige
misdrijven op zee of aan wal. Een capaciteitsversterking is noodzakelijk op
specifieke terreinen waar aanzienlijke lacunes zijn (bv. bestrijding van
piraterij op zee of opsporen van drugs); -
instellingen van de rechtsstaat (bv.
politiediensten, justitiële instanties en gevangenissen, inclusief
gespecialiseerde rechtbanken die bijvoorbeeld bevoegd zijn op het vlak van
douane of visserij) die het mogelijk maken a) een onderzoek in te stellen ten
aanzien van verdachten en hen voor de rechtbank te brengen en daadwerkelijk te bestraffen
overeenkomstig de wet en met in achtneming van de mensenrechtennormen; b) de
toegang tot justitie en mensenrechtenbescherming te vergemakkelijken (ook voor
slachtoffers van mensenhandel) en hervormingen op het vlak van het rechtswezen
en binnenlandse zaken te bevorderen. Cruciale aspecten hierbij zijn de
onafhankelijkheid en bescherming van rechters en onderzoeksmagistraten,
forensische capaciteit om in rechtszaken bewijsmateriaal ter staving voor te
leggen en het gebruik van illegale ondervragingsmethoden terug te dringen; -
instellingen die bevoegd zijn op het vlak van
economisch en ecologisch beheer: de nationale autoriteiten moeten optreden
tegen bestaande corruptie, witwaspraktijken via nationale financiële
instellingen bestrijden, voorkomen dat overeenkomsten inzake natuurlijke
hulpbronnen op een corrupte of incompetente wijze worden beheerd en ervoor
zorgen dat bij commerciële exploitaties het milieu goed wordt beschermd; -
instellingen voor toezicht en de organisaties van
het maatschappelijk middenveld (bv. auditeur-generaal, ombudsman, instellingen
voor corruptiebestrijding, media, ngo's, denktanks, buurtgroepen) die het goed
bestuur en de rechtsstaat kunnen bevorderen waardoor de speelruimte wordt
beperkt waarin georganiseerde criminele netwerken activiteiten kunnen
ontwikkelen. De
EU moet ernaar streven samen te werken met de lokale gemeenschappen, het
maatschappelijk middenveld en de media om burgers te helpen om deze
instellingen ter verantwoording te roepen. Mogelijke maatregelen: a)
de rechtsstaat verbeteren door nationale
wetshandhavingsinstanties en de rechterlijke macht te versterken; de capaciteit
voor toezicht op zee en aan wal te verbeteren; stimuleren van de samenwerking
tussen agentschappen en op regionaal vlak met betrekking tot de strijd tegen
drugs en de georganiseerde misdaad, inclusief samenwerking op het gebied van
veiligheid en justitie, uitwisseling van gegevens, gemeenschappelijke
grensoverschrijdende acties ter bestrijding van de drugs- en mensenhandel,
steun voor de ontwikkeling van de geïntegreerde maritieme strategie 2050 voor
Afrika en verbetering van het toezicht en de verslaglegging over inbreuken op
de maritieme veiligheid, inclusief het vergaren van bewijsmateriaal voor
vervolging; b)
het economische en ecologische beheer verbeteren
door de ontwikkeling of versterking van rechtskaders voor de visserij en de
offshore winning van minerale rijkdommen, inclusief regelgeving voor
visvergunningen; samenwerking met internationale organisaties, regionale
organisaties voor visserijbeheer en andere essentiële instellingen die de
naleving van het internationale recht en de regionale regelgeving garanderen;
samenwerken met de particuliere sector – met inbegrip van de olie- en maritieme
industrieën om acties op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen en
de raadpleging van het maatschappelijk middenveld en de lokale gemeenschappen
te bevorderen. Doelstelling 3 – De ontwikkeling van
welvarende economieën in de kuststaten ondersteunen, waardoor deze staten voor
hun burgers resultaten kunnen boeken op het vlak van basisdienstverlening,
werkgelegenheid en armoedebestrijding. Talrijke
staten in de Golf van Guinee zijn fragiele minst ontwikkelde landen (MOL) met
een lage score op essentiële ontwikkelingsindicatoren zoals levensverwachting,
gezondheidszorg en alfabetisering. Grootschalige armoede, slecht bestuur en
onderontwikkeling kunnen leiden tot het ontstaan van criminele activiteiten.
Met het totstandbrengen van legale en duurzame werkgelegenheid voor jongeren
zouden enkele van de onderliggende oorzaken van de onveiligheid in talrijke
landen in de Golf van Guinee kunnen worden aangepakt. In
het kader van het EU-ontwikkelingsbeleid, met inbegrip van de Agenda voor
verandering, wordt voorrang gegeven aan bijstand aan de armste landen, in het
bijzonder fragiele staten. De belangrijkste kwesties die in de Agenda voor
verandering aan de orde komen, zijn onder meer behoorlijk bestuur, inclusieve
en duurzame groei, landbouw, voedselzekerheid, schone energie en een grotere
weerbaarheid tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Wat betreft voeding,
handel, economische ontwikkeling en werkgelegenheid, spreekt het voor zich dat
een beter beheer van de visserijsector en in het bijzonder de kleinschalige
kustvisserij cruciaal is voor de regio.[11] Mogelijke maatregelen: -
de lopende maatregelen voortzetten en uitbreiden om
verbeteringen tot stand te brengen in de regulering en het beheer van
essentiële industrieën in de landen van de Golf van Guinee, met inbegrip van de
visserijsector en de winningsindustrieën; -
de inbreng van de gemeenschappen in de lokale
economische ontwikkeling verhogen en gemeenschappen ondersteunen door de
toegang tot energie en basisdiensten uit te breiden; -
overleggen met de landen in de Golf van Guinee, de
regionale organisaties voor visserijbeheer, de internationale organisaties en
andere essentiële belanghebbenden om de regulering en het beheer van de
visserijsector en de winningsindustrieën te verbeteren. Doelstelling 4 – Samenwerkingsstructuren
oprichten tussen de landen van de regio om te zorgen voor een doeltreffend
grensoverschrijdend optreden op zee en aan wal. Gezien
het belang van informatie-uitwisseling en samenwerking tussen een brede waaier
van agentschappen en openbare en particuliere actoren is een degelijke planning
en coördinatie essentieel, met name met de cruciale regionale organisaties
Ecowas, CEEAC en GGC. De bredere coördinerende rol die de Afrikaanse Unie
vervult, heeft haar waarde bewezen in de Hoorn van Afrika en wordt steeds meer
gewaardeerd door de regionale organisaties in de Golf van Guinee. Deze
integratie en coördinatie van de inspanningen moet door de EU-samenwerking
worden ondersteund. Mogelijke maatregelen: -
de planning, coördinatie en communicatie bij de
regionale partners verbeteren, regionale organisaties ondersteunen om meer
samen te werken bij de follow-up van de topconferentie van Yaoundé; -
vaststellen op welke terreinen de inbreng van
actieve partners zoals de VS, Canada, Japan, China, alsook de VN, de
Wereldbank, en andere multilaterale organisaties/instellingen kan resulteren in
een positieve impact, waarbij ook de Golf van Guinee wordt betrokken in onze
politieke dialoog met deze partners; -
in het kader van de politieke dialogen die de EU
met de staten en de regionale organisaties en andere regionale instellingen
onderhoudt, op gezette tijden de veiligheidssituatie op zee en aan wal alsook
de mate van ontwikkeling, de trends en behoeften evalueren; -
Ecowas, CEEAC en GGC en de Afrikaanse Unie
ondersteunen bij hun inspanningen op het vlak van coördinatie - intern, met hun
eigen lidstaten, met elkaar en met externe partners. CONCLUSIES Hoewel
op nationaal, regionaal en internationaal niveau een aantal veelbelovende
stappen zijn genomen, vereisen de omvang, de verscheidenheid en de veranderende
aard van de criminele activiteiten en de complexiteit van de onderliggende
problemen veel meer aandacht op nationaal, regionaal en internationaal niveau.
Deze benadering is volledig in overeenstemming met en vormt een aanvulling op
de nationale beleidsmaatregelen inzake armoedebestrijding en de regionale
initiatieven, waarbij ook synergie-effecten tot stand komen met de acties zijn
uitgevoerd in het kader van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserij en
de acties voor de tenuitvoerlegging van de IOO-verordening. Het spreekt voor
zich dat activiteiten in het kader van de hier geschetste doelstellingen elkaar
wederzijds kunnen versterken en aanvullen. Het
zal evenwel essentieel zijn om coördinatie tot stand te brengen tussen deze
verschillende initiatieven, zowel in de regio als bij de EU-instellingen in
Brussel, alsook met de eigen programma's van de EU-lidstaten en de
internationale gemeenschap. Ons ambitieniveau, dat weliswaar breed is en
betrekking heeft op de volledige waaier van economische, sociale en
bestuurlijke uitdagingen en vraagstukken op het gebied van veiligheid en
ontwikkeling, is in deze fase de juiste benadering. Het
is aangewezen om zich toe te spitsen op de terreinen waarop de EU de meeste
resultaten kan bereiken. Na Yaoundé is er een mogelijkheid om gewicht te geven
aan de regionale coördinatieplatforms die worden opgericht en onder Afrikaanse
leiding staan. Uiteindelijk
kunnen dankzij dit strategisch kader de werkzaamheden van de EU met haar
partners in de Golf van Guinee op een meer coherente wijze worden gepland en
beter worden geëvalueerd. Door nu meer aandacht te besteden aan een betere
coördinatie zal de EU aanzienlijke effecten tot stand kunnen brengen op het
vlak van de veiligheid, investeerdersvertrouwen, welvaart, bestaansmiddelen,
het milieu en de energievoorziening. [1] Inclusief de talrijke aangrenzende, door land omsloten staten waarvan
de bevoorrading afhankelijk is van economische activiteiten in de kustgebieden [2] In het internationaal recht wordt een onderscheid gemaakt tussen
"piraterij" - voorvallen die plaatsvinden in internationale wateren -
en "gewapende overvallen op zee" - voorvallen die plaatsvinden in
territoriale wateren. [3] Voorbeelden van illegaal afval zijn onder meer herbiciden en
pesticiden, olielozingen, onbehandeld industrieel afval waaronder radioactieve
smetstoffen en verontreinigende stoffen uit spuitbussen. [4] Volgens ramingen van UNODC zijn er ongeveer 5 tot 7 miljoen handvuurwapens
en lichte wapens in omloop in de regio van de Golf van Guinee. [5] De diamantsmokkel heeft bijgedragen tot het oplaaien van het conflict
in de regio, hetgeen heeft geleid tot de oprichting van de
Kimberleyprocescertificering om te beletten dat conflictdiamanten op de
internationale markten komen. [6] In het rapport van het Europees Parlement, augustus 2011, PE 433.768:
"The Effects of Oil Companies' Activities on the Environment, Health and
Development in Sub-Saharan Africa" ("De gevolgen van activiteiten
van oliebedrijven voor het milieu, de volksgezondheid en de ontwikkeling in
Afrika bezuiden de Sahara" vert.) wordt de situatie in Angola en
Nigeria toegelicht. [7] Voorbeelden hiervan zijn: ijzererts (Nigeria, Gabon en Kameroen),
diamanten (Guinee, Liberia, Sierra Leone), mangaan (Gabon), bauxiet (Guinee),
kobalt en hout (Kameroen) en cacao (Ghana, Ivoorkust). [8] Resoluties (2011) 2018 en (2012) 2039 van de VN-Veiligheidsraad. [9] De code is gebaseerd op de gedragscode van Djibouti van de IMO voor
het westelijk deel van de Indische Oceaan. De belangrijkste kenmerken van de
code zijn het bijzondere belang dat wordt gehecht aan informatie-uitwisseling
en coördinatie, die worden bevorderd door een aangewezen nationaal contactpunt
in elk land, en een aantal regionale transnationale en transregionale
coördinatiecentra voor maritieme veiligheid, een duidelijke toezegging van de
staten om hun exclusieve economische zones af te bakenen en hun eigen wetgeving
te handhaven, met inbegrip van de wetsbepalingen inzake visserij, piraterij en
gewapende overvallen op zee, milieubescherming, storten van afval en
delfstoffen, inclusief olie. De code valt onder auspiciën van de Afrikaanse
Unie - en niet van de IMO - om te zorgen voor een grotere Afrikaanse inbreng.
De code is momenteel niet-bindend. [10] In artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 725/2004 van het
Europees Parlement en de Raad wordt "maritieme veiligheid"
gedefinieerd als "de combinatie van preventieve maatregelen en personele
en materiële middelen die het zeevervoer en de havenfaciliteiten moeten
beschermen tegen dreigingen van opzettelijke ongeoorloofde acties." [11] Ook voor de EU biedt de versterking van de lokale capaciteiten om de
visbestanden in stand te houden en te beheren, aanzienlijke voordelen, in de
vorm van betere vooruitzichten voor de visserijvloot van de EU en een grotere
veiligheid op de zeeroutes dankzij een beter lokaal toezicht.