5.2.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/82


P7_TA(2013)0189

Vietnam, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting

Resolutie van het Europees Parlement van 18 april 2013 over Vietnam, met name de vrijheid van meningsuiting (2013/2599(RSP))

(2016/C 045/13)

Het Europees Parlement,

gezien de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Vietnam die op 27 juni 2012 is ondertekend en de mensenrechtendialoog tussen de EU en Vietnam die de EU en de regering van Vietnam tweemaal per jaar houden,

gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten waarbij Vietnam partij is sinds 1982,

gezien de uitslag van de universele periodieke toetsing inzake Vietnam van de VN-Mensenrechtenraad van 24 september 2009,

gezien het verslag van de speciale VN-rapporteur inzake de bevordering en bescherming van het recht op vrijheid van mening en meningsuiting aan de 14de bijeenkomst van de Mensenrechtenraad in april 2010,

gezien de verklaring van de woordvoerder van hoge vertegenwoordiger van de EU Catherine Ashton over het veroordelen van bloggers in Vietnam van 24 september 2012,

gezien zijn resolutie van 11 december 2012 over een strategie voor digitale vrijheid in het buitenlandbeleid van de EU (1),

gezien zijn eerdere resoluties over Vietnam,

gezien artikel 122, lid 5, en artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat drie prominente journalisten — Nguyen Van Hai/Dieu Cay, Ta Phong Tan en Pan Thanh Hai — op 24 september 2012 tot een gevangenisstraf zijn veroordeeld; overwegende dat hen na aantekening van beroep een straf van respectievelijk 12, 10 en 3 jaar is opgelegd, gevolgd door een aantal jaar huisarrest, voor het plaatsen van artikelen op de website van de Vietnamese Club van vrije journalisten;

B.

overwegende dat, volgens recente rapporten van internationale mensenrechtenorganisaties, 32 cyberdissidenten zijn veroordeeld tot zware gevangenisstraf of hun proces afwachten in Vietnam; 14 aanhangers van de democratie zijn veroordeeld tot in totaal meer dan 100 jaar gevangenisstraf voor de uitoefening van hun recht op vrijheid van meningsuiting; een groep van 22 vreedzame milieuactivisten gevangenisstraffen opgelegd heeft gekregen die variëren van 10 jaar tot levenslang; een journalist die werkzaam was voor de door de staat beheerde pers is ontslagen nadat hij op zijn persoonlijke blog een kritische post over de secretaris-generaal van de Communistische Partij had geschreven; en dat cyberdissidenten, waaronder Le Cong Cau en Huynh Ngoc Tuan, regelmatig worden getreiterd en gewelddadig bejegend door de politie;

C.

overwegende dat een aantal gewetensgevangenen zijn veroordeeld op basis van vaag geformuleerde bepalingen betreffende „nationale veiligheid”, waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen gewelddaden en vreedzame uitingen van afwijkende meningen of overtuigingen, zoals „propaganda tegen de Socialistische Republiek Vietnam” (artikel 88 van het Wetboek van strafrecht), „activiteiten gericht op het omverwerpen van de volksmacht” (artikel 79), „zaaien van tweedracht tussen religieuze en niet-religieuze personen” (artikel 87), „misbruik van democratische vrijheden teneinde afbreuk te doen aan de belangen van de staat” (artikel 258); overwegende dat verordening 44 van 2002 die gevangenhouding zonder proces mogelijk maakt steeds vaker wordt gebruikt om dissidenten vast te houden;

D.

overwegende dat bloggers en mensenrechtenactivisten steeds vaker het internet op gaan om hun politieke opvattingen te uiten, corruptie aan het licht te brengen en te wijzen op landroof en andere officiële vormen machtsmisbruik;

E.

overwegende dat de Vietnamese autoriteiten de vrijheid van meningsuiting en vreedzame vergadering systematisch onderdrukken en mensen vervolgen die regeringsbeleid in twijfel trekken, gevallen van officiële corruptie aan het licht brengen of aandringen op alternatieven voor het eenpartijstelsel;

F.

overwegende dat Vietnam werkt aan het „decreet voor het beheer, de levering en het gebruik van internetdiensten en online-inhoud”, een nieuw decreet inzake internetbeheer waarmee het filteren van inhoud, censuur en sancties van de regering op basis van vaag geformuleerde „verboden handelingen” wettelijk worden toegestaan en internetbedrijven en -providers, al dan niet afkomstig uit het buitenland, worden verplicht met de regering samen te werken aan het toezicht op en volgen van cyberdissidenten; overwegende dat digitale vrijheden steeds meer in het gedrang komen;

G.

overwegende dat Vietnam in 2009, gedurende de universele periodieke toetsing (UPR) inzake de mensenrechtensituatie in Vietnam van de VN-Mensenrechtenraad, een reeks aanbevelingen over vrijheid van meningsuiting heeft aanvaard, inclusief de aanbeveling om „het recht op het ontvangen, opzoeken en delen van informatie en ideeën volledig te waarborgen in overeenstemming met artikel 19 van het Internationale Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten”; overwegende dat Vietnam die aanbevelingen nog steeds niet heeft opgevolgd;

H.

overwegende dat landonteigening door regeringsambtenaren, gebruik van excessief geweld als reactie op openbare protesten over uitzettingen, willekeurige arrestaties van activisten en zware straffen voor demonstranten voortduren, terwijl de kwesties inzake landrechten en landgebruik onduidelijk zijn;

I.

overwegende dat de vrijheid van godsdienst en overtuiging wordt onderdrukt en de katholieke kerk en niet-erkende godsdiensten, zoals de Verenigde Boeddhistische Kerk van Vietnam, de protestante kerken e.a. nog steeds ernstige vervolgingen op grond van religie ondergaan;

J.

overwegende dat Vietnam is begonnen met omvangrijke openbare raadplegingen met het oog op het opstellen van een nieuwe grondwet, maar dat de personen die hun mening hebben gegeven, zijn gestraft en onder druk gezet;

K.

overwegende dat Vietnam dingt naar een zetel in de VN-Mensenrechtenraad voor de periode 2014-2016;

1.

uit zijn ernstige bezorgdheid over de veroordeling van en zware straffen voor journalisten en bloggers in Vietnam; veroordeelt de voortdurende schendingen van de mensenrechten, inclusief politieke intimidatie, pesterijen, geweldplegingen, willekeurige arrestaties, zware gevangenisstraffen en oneerlijke processen in Vietnam jegens politieke activisten, journalisten, bloggers, dissidenten en mensenrechtenactivisten, zowel online als offline, die duidelijk in strijd zijn met de internationale verplichtingen van Vietnam op het vlak van de mensenrechten;

2.

dringt er bij de autoriteiten op aan om alle bloggers, online journalisten en mensenrechtenactivisten onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij te laten; roept de regering op om een eind te maken aan alle vormen van repressie tegen personen die gebruikmaken van hun recht op vrijheid van meningsuiting, vrijheid van overtuiging en vrijheid van vergadering overeenkomstig de internationale mensenrechtennormen;

3.

roept de Vietnamese regering op de wetgeving die beperkingen vaststelt op het recht op vrije meningsuiting en persvrijheid te wijzigen of in te trekken, teneinde een forum voor dialoog en democratisch debat te creëren; roept de regering tevens op het ontwerp van het „decreet voor het beheer, de levering en het gebruik van internetdiensten en online-inhoud” te wijzigen, om te waarborgen dat hierin het recht op online vrijheid van meningsuiting wordt beschermd;

4.

dringt er bij de Vietnamese regering op aan een eind te maken aan gedwongen uitzettingen, te waarborgen dat personen die aangifte doen van misbruik met betrekking tot landkwesties gebruik kunnen maken van hun recht op vrijheid van meningsuiting, en te garanderen dat gedwongen uitgezette personen toegang hebben tot rechtsmiddelen en passende compensatie in overeenstemming met internationale normen en verplichtingen op grond van internationale mensenrechtenwetgeving;

5.

roept de autoriteiten op de internationale verplichtingen van Vietnam na te komen door een eind te maken aan vervolgingen op grond van religie alsmede juridische belemmeringen weg te nemen voor onafhankelijke religieuze organisaties die vrijelijk vreedzame religieuze activiteiten ontplooien, hetgeen inhoudt dat zij alle religieuze gemeenschappen moeten erkennen, godsdienstbeoefening moeten toestaan en de activa van de Verenigde Boeddhistische Kerk van Vietnam, de katholieke kerk en alle andere religieuze gemeenschappen die op willekeurige gronden door de overheid in beslag zijn genomen, moeten teruggeven;

6.

spreekt zijn ernstige bezorgdheid uit over de omstandigheden waarin gewetensgevangenen worden vastgehouden die voortvloeien uit slechte behandeling en gebrek aan medische zorg; verzoekt de autoriteiten hun lichamelijke en psychologische integriteit te waarborgen, onbeperkte toegang tot juridisch advies te garanderen en passende medische zorg te bieden aan de personen die dit nodig hebben;

7.

wijst er opnieuw op dat de mensenrechtendialoog tussen de EU en Vietnam moet leiden tot concrete vorderingen op het gebied van mensenrechten en democratisering; dringt er in dit verband bij de Europese Unie op aan om de bezorgdheden op het gebied van de mensenrechtenschendingen in Vietnam consequent op de hoogste niveaus aan de kaak te stellen en om de druk op de Vietnamese autoriteiten op te voeren teneinde de controles op internet en blogs alsmede het verbod op media in particulier bezit op te heffen, groepen en individuen toe te staan mensenrechten te bevorderen en hun meningen te uiten en in het openbaar een afwijkende opvatting te laten horen, maatregelen te nemen om de doodstraf af te schaffen, nationale veiligheidswetten die worden gebruikt om vreedzame dissidenten te straffen in te trekken of te wijzigen, en vreedzame gewetensgevangenen vrij te laten;

8.

herinnert alle partijen eraan dat in artikel 1 van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) het volgende wordt verklaard: „Eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen vormt de grondslag voor de samenwerking tussen de partijen en de bepalingen van deze Overeenkomst en vormt een essentieel onderdeel van de Overeenkomst”; verzoekt de hoge vertegenwoordiger de verenigbaarheid van het beleid van de Vietnamese regering met de in de PSO opgenomen voorwaarden te beoordelen;

9.

moedigt Vietnam aan stappen te nemen in de richting van de ratificatie van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (ICC) en het Verdrag tegen foltering (CAT); verzoekt de regering een onafhankelijke nationale mensenrechtencommissie in te stellen;

10.

verzoekt dat de Intergouvernementele Commissie inzake mensenrechten van de ASEAN de toestand van de mensenrechtensituatie in Vietnam onderzoekt met speciale aandacht voor de vrijheid van meningsuiting, en dat deze commissie het land aanbevelingen verstrekt;

11.

is ingenomen met het feit dat de regering van Vietnam een openbare raadpleging heeft georganiseerd met betrekking tot haar eerste constitutionele hervorming sinds 1992 en dat de termijn nu is verlengd tot september 2013, maar betreurt dat deze openbare raadpleging heeft geleid tot straffen voor en druk op personen die hun mening op legitieme wijze uiten; hoopt dat de kwesties inzake burgerrechten, politieke rechten en religieuze vrijheden als prioriteit worden behandeld in de nieuwe grondwet; is in dit verband verheugd over de start van een dialoog met mensenrechtenorganisaties; spreekt de hoop uit dat dit op langere termijn kan leiden tot belangrijke hervormingen op het gebied van werk, onderwijs en mensenrechten; pleit ervoor dat de speciale VN-rapporteur voor vrijheid van mening en meningsuiting wordt verzocht het land te bezoeken en dat de autoriteiten alle aanbevelingen volledig ten uitvoer leggen;

12.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten, de regering en het parlement van Vietnam, de regeringen van de ASEAN-listaten, de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor mensenrechten en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.


(1)  Aangenomen teksten: P7_TA(2012)0470.