VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Kwaliteit van de in het wegvervoer in de Europese Unie gebruikte benzine en dieselbrandstof: tiende jaarverslag (verslagjaar 2011) /* COM/2013/0458 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT EN DE RAAD Kwaliteit van de in het wegvervoer in de
Europese Unie gebruikte benzine en dieselbrandstof: tiende jaarverslag
(verslagjaar 2011) 1. Inleiding Dit
verslag is een consolidatie van de op grond van Richtlijn 98/70/EG[1] (de “richtlijn”) door de lidstaten verstrekte informatie over de
kwaliteit van benzine en diesel in de EU in 2011. Specificaties voor de in de
EU verkochte benzine en dieselbrandstof zijn opgenomen in de richtlijn: de
eerste ging van kracht op 1 januari 2000; de tweede op 1 januari 2005
en de derde op 1 januari 2009, waardoor het zwavelgehalte van alle
motorbrandstoffen voor auto's in de EU wordt beperkt tot 10 ppm. In de
Europese norm voor systemen voor toezicht op de brandstofkwaliteit
("FQMS") (EN 14274:2003) zijn aanvullende vereisten bepaald. Deze
zijn op grond van Richtlijn 2003/17/EG met ingang van 2004 verplicht. Ingevolge
de richtlijn waren de lidstaten verplicht voor het eerst tegen 30 juni
2002 verslag te doen over het voorafgaande kalenderjaar (d.w.z. 2001). De richtlijn
bepaalt tevens dat de lidstaten verplicht zijn overzichten in te dienen van de
kwaliteit van de brandstoffen die op hun grondgebied worden verkocht. De
oorspronkelijke rapportagevorm is uiteengezet in Beschikking 2002/159/EG
van de Commissie van 18 februari 2002[2]. De vereisten van de richtlijn zijn
gewijzigd naar aanleiding van de introductie van nieuwe brandstofspecificaties
en verslagleggingsvereisten. Alle lidstaten ontvangen een jaarlijks bijgewerkt
rapportageformulier. Hierin dienen alle relevante details te worden opgenomen
met als doel een EU-brede analyse en vergelijking op te stellen van de
resultaten van de beoordeling van de brandstofkwaliteit. Dit formulier volgt de
verslagleggingsvereisten zoals opgenomen in Beschikking 2002/159/EG van de
Commissie en wordt jaarlijks beoordeeld en overeengekomen door de Commissie. In
2011 hebben alle lidstaten voldaan aan de brandstofspecificaties die vereisen
dat het zwavelgehalte in motorbrandstoffen voor auto's minder bedraagt dan
10 ppm. Daarnaast zijn de lidstaten begonnen te rapporteren over
brandstoffen waaraan ethanol is toegevoegd, hetgeen met ingang van
1 januari 2011 ingevolge de wijzigingen zoals vervat in
Richtlijn 2009/30/EG een verslagleggingsvereiste is. Twee lidstaten
(Duitsland en Polen) hebben hun verslag niet op basis van het verstrekte
formulier ingediend. Nederland heeft bij de oorspronkelijke indiening eveneens
geen gebruik van het formulier gemaakt, maar heeft zijn bijdrage desgevraagd omgezet.
Van de 27 jaarlijkse FQMS-verslagen werden er 21 ontvangen binnen de termijn
van 30 juni en werden er 4 binnen één maand na de termijn ontvangen. Twee
verslagen waren weliswaar op tijd, maar moesten worden omgezet naar het
standaardformulier. Afgezet tegen de verslagjaren 2010 en 2009 is er duidelijk
sprake van een verbetering ten aanzien van het binnen de termijn indienen van
de ontvangen verslagen. 2. Brandstofverkoop in Europa Wat betreft de
brandstofverkoop in de EU in 2011 lag de nadruk zwaar op diesel, met een totale
verkoop van 245 227 miljoen liter, afgezet tegen een totale verkoop
van 116 893 miljoen liter aan gecombineerde benzinesoorten. Op het gebied van
benzinesoorten blijft RON 91 marktaandeel verliezen. Deze benzinesoort
wordt momenteel alleen nog verkocht in kleine hoeveelheden, waarbij de totale
verkoop over 2011 uitkwam op 645 miljoen liter. Aan RON 98 werd in
totaal 9 196 miljoen liter verkocht, terwijl RON 95 goed was
voor het merendeel van de benzineverkoop, met een totaal van 107 052 miljoen
liter. Op het gebied van diesel was B7 goed voor het merendeel van de verkoop,
met een totale verkoop van 121 545 miljoen liter. Van zowel B5 als
gewone diesel werd ongeveer half zoveel verkocht (respectievelijk 64 523
en 58 498 miljoen liter). Afbeelding 1 geeft een overzicht van
de verkoop van verschillende brandstoffen per soort in Europa. Figuur 1:
Brandstofverkoop in de EU in 2011 per brandstofsoort Benzine Diesel || || Miljoen liter || Ongelode benzine <10 ppm S || Diesel <10 ppm S || || || Min. RON = 91 || || || Min. RON = 95 || || || RON 95 ≤ RON <98 || || || RON ≥ 98 || || || Diesel || || || Min. RON = 91 E5 || || || Min. RON = 95 E5 || || || RON 95 ≤ RON <98 E5 || || || RON ≥ 98 E5 || || || Diesel B5 || || || Min. RON = 91 E10 || || || Min. RON = 95 E10 || || || RON 95 ≤ RON <98 E10 || || || RON ≥ 98 E10 || || || Diesel B7 || || || Min. RON = 91 E+ || || || Min. RON = 95 E+ || || || RON 95 ≤ RON <98 E+ || || || RON ≥ 98 E+ || || || Diesel B+ De totale
brandstofverkoop in de EU in 2011 en voorgaande jaren is weergegeven in
afbeelding 2. De brandstofverkoop bleef in 2011 min of meer gelijk aan de verkoop in
2010, zij het met een lichte afname van zowel de verkoop van benzine (afname
met 4 338 miljoen liter) als van diesel (afname met
1 614 miljoen liter). Hierdoor nam de totale verkoop van
motorbrandstoffen voor auto's af met 5 952 miljoen liter. Afbeelding 2: Hoeveelheid verkochte
brandstoffen in de EU per soort tussen 2001-2011 Jaar || || Miljoen liter || || || || Diesel || || || || || || Benzine || || || || || || * Voor 2003-2005 zonder Frankrijk, dat voor die periode geen gegevens zijn ingediend; voor 2007-2009 zonder Luxemburg, dat voor die periode geen verslag heeft ingediend; voor 2006 en 2009 zonder Malta, dat voor die periode geen verslag heeft ingediend. Daarnaast breidde de EU in 2004 respectievelijk 2007 uit van 15 naar 27 lidstaten. 3. Beschikbaarheid van de brandstoffen in 2011 Een van de
belangrijkste constateringen van 2011 is dat RON 91 bijna van de markt
verdwenen is, met een verkoop in slechts 4 landen van in totaal
645 miljoen liter. Tabel 1 geeft een overzicht van de distributie en
hoeveelheden brandstoffen in de 27 lidstaten van de EU per lidstaat en
brandstofsoort. Tabel 1: Brandstofverkoop 2011 EU27 per
soort Brandstoftype || Benzineverkoop (miljoen liter) || Dieselverkoop (miljoen liter) Lidstaat || Min. RON = 91 || Min. RON = 95 || Min. RON = 98 || RON ≥ 98 || Totaal benzine || Totaal diesel Oostenrijk || 48 || - || 2 274 || 56 || 2 378 || 7 248 België || - || 1 405 || - || 355 || 1 760 || 8 738 Bulgarije || - || 763 || 3 || 39 || 805 || 2 184 Cyprus || - || 473 || - || 38 || 511 || 391 Tsjechië || 30 || 2 342 || - || 39 || 2 411 || 4 820 Denemarken || 390 || 1 596 || 2 || - || 1 988 || 3 249 Estland || - || 387 || 20 || - || 407 || 678 Finland || - || 1 035 || - || 1 127 || 2 162 || 2 872 Frankrijk || - || 8 397 || - || 1 988 || 10 385 || 40 327 Duitsland || 177 || - || 23 100 || 3 261 || 26 538 || 39 417 Griekenland || - || 4 268 || 90 || 143 || 4 501 || 2 628 Hongarije || - || 1 651 || - || 42 || 1 693 || 3 293 Ierland || - || 1 856 || - || - || 1 856 || 2 675 Italië1 || - || 11 678 || - || - || 11 678 || 30 231 Letland || - || - || 310 || 24 || 334 || 807 Litouwen || - || 336 || - || 7 || 343 || 1 225 Luxemburg || - || 378 || - || 92 || 470 || 2 054 Malta || - || - || 99 || - || 99 || 105 Nederland || - || 5 625 || 71 || - || 5 696 || 7 783 Polen || - || 4 964 || - || 412 || 5 376 || 14 905 Portugal || - || - || 1 538 || 139 || 1 677 || 5 505 Roemenië || - || - || 1 748 || 161 || 1 909 || 4 149 Slowakije || - || 706 || - || 12 || 718 || 1 263 Slovenië || - || - || 83 || 653 || 736 || 1 580 Spanje || - || - || 6 559 || 608 || 7 167 || 26 712 Zweden || - || 4 223 || 152 || - || 4 375 || 5 324 VK || - || 18 157 || 763 || - || 18 920 || 25 064 1: De gegevens van Italië tonen exact dezelfde
waarde als in 2010, wat vraagtekens opwerpt omtrent de juistheid ervan. Een aantal algemene overwegingen kan worden opgetekend: ·
Diesel domineert in op twee na alle lidstaten de
markt. Alleen in Griekenland en Cyprus heeft benzine het grootste marktaandeel
(respectievelijk 63,1 % en 56,6 %). ·
België laat daarentegen de grootste afhankelijkheid
van dieselbrandstof optekenen: diesel domineert de Belgische markt met een
aandeel van maar liefst 83,2 %, het hoogste cijfer van alle lidstaten
tezamen. ·
De grootste hoeveelheid brandstof werd in 2011
verkocht in Duitsland, met in totaal 18,2 % van de in de EU verkochte
brandstof, met op nationaal niveau een verhouding benzine/diesel van
40,2 % aan benzineverkoop/59,8 % aan dieselverkoop. Na Duitsland was
de grootste markt in de EU Frankrijk, met in totaal 14,0 % van de
verkochte brandstof en op nationaal niveau een verhouding
benzine-/dieselverkoop van 20,5 %/79,5 %. De op twee na grootste
markt is het Verenigd Koninkrijk, die goed was voor in totaal 12,1 % van
de verkochte brandstof in de EU, met op nationaal niveau een verhouding van
43 % benzine/57 % diesel. ·
De marktpenetratie van de E10 is nog altijd laag:
op dit moment wordt het slechts in drie landen (Duitsland, Frankrijk en
Finland) verkocht. 4. Toezicht op de brandstofkwaliteit 2011 4.1. Beschrijving van door de
verschillende lidstaten gebruikte systemen Voor de tenuitvoerlegging van FQMS in de
gehele EU is gebruikgemaakt van een aantal verschillende benaderingen, al is de
consistentie tussen de lidstaten over de jaren wel licht toegenomen. De
benaderingen variëren van die op basis van de Europese norm EN 14274[3], waarbij
monsters worden genomen bij een reeks tankstations, tot diverse nationale
systemen. Op grond van de
richtlijn zijn alternatieve toezichtsystemen toegestaan, op voorwaarde dat die
systemen resultaten garanderen die even betrouwbaar zijn als EN 14274. De
criteria hiervoor zijn echter niet gespecificeerd. Het is daarom niet duidelijk
of de bestaande systemen die niet gebaseerd zijn op EN 14274, voldoen aan
de criteria. In 2011 heeft het
merendeel van de lidstaten aanvullende informatie verstrekt over de selectie
binnen het toezichtsysteem (indien gebruik werd gemaakt van een statistisch
model van EN 14274), dan wel informatie verstrekt over de selectie van een
nationaal toezichtsysteem. Ten aanzien van
het in 2011 gehanteerde systeem voor toezicht op de brandstofkwaliteit hebben
van de 27 lidstaten: ·
5 lidstaten gekozen voor statistisch model A
van EN 14274 (Finland, Griekenland, Italië, Oostenrijk en Spanje); ·
5 lidstaten gekozen voor statistisch model B
van EN 14274 (Duitsland, Frankrijk, Polen, Bulgarije en Roemenië); ·
9 lidstaten gekozen voor statistisch model C van
EN 14274 (Ierland, Portugal, Cyprus, Estland, Hongarije, Litouwen,
Slovenië, Slowakije en Tsjechië); en ·
de resterende 8 lidstaten gebruikgemaakt van een
nationaal toezichtsysteem. 4.2. Bemonstering en rapportage Een van de
belangrijkste aspecten bij de meting van de brandstofkwaliteit is hoe de
monsters van de brandstoffen worden genomen. Deze bemonstering dient te
geschieden in overeenstemming met de vereisten van EN 14274. In deze norm zijn
het aantal en de locaties gespecificeerd van de monsters die door de lidstaten
moeten worden genomen en in hun brandstofkwaliteitsverslagen moeten worden
gerapporteerd. De norm schrijft het minimum aantal monsters per brandstofsoort
voor zowel de winter- als de zomerperiode voor. Tabel 2
biedt een uitsplitsing naar afzonderlijke lidstaten van de bemonstering en van
de rapportage in 2011. Ingeval de lidstaat gebruikmaakt van een statistisch
model zoals opgenomen in EN 14274, moet het verplichte totale aantal
monsters worden berekend, zodat aan de minimumvereiste voor elk model (A, B en
C) wordt voldaan. Tabel 2 geeft
ook een overzicht van het totaal aantal genomen monsters en de bemonstering die
heeft plaatsgevonden bij tankstations. Behalve Duitsland hebben alle lidstaten
deze uitsplitsing in 2011 verschaft. Duitsland diende de resultaten van de
bemonstering in op grond van twee afzonderlijke methoden, maar vermeldde
daarbij niet het totale aantal monsters dat is genomen (aangezien sommige
monsters werden getest op basis van beide methoden, en overige op basis van slechts
één methode). Daarom is het niet mogelijk om te bepalen in hoeverre is voldaan
aan de vereisten voor de monsterhoeveelheden. EN 14274 stelt dat het gevraagde
minimum aantal monsters aan tankstations moet worden genomen, waarbij
tankstations worden gedefinieerd als "locaties, al dan niet onder de
detailhandel vallend, waar brandstof voor de aandrijving van wegvoertuigen
wordt getankt.” Daarom moeten alle in distributieterminals of
raffinaderijen genomen monsters bij de monsters van de tankstations worden
opgeteld om te voldoen aan de minimale bemonsteringsvoorschriften. De situatie in de
lidstaten is in 2011 wel ten gunste veranderd: de systemen voor toezicht op de
brandstofkwaliteit en de bemonsteringsprocessen worden steeds beter,
bijvoorbeeld in Denemarken, waar een nieuw systeem wordt ingevoerd dat in
overeenstemming is met de vereisten van de richtlijn. Het aantal
individuele gevallen van bemonsteringstests die niet voldoen aan de
benzinebrandstofnorm EN 228, is in 2011 ten opzichte van 2010 afgenomen.
Voor diesel is het aantal gevallen van niet-inachtneming van de norm
EN 590 in 2011 afgenomen. Het volledige overzicht is terug te vinden in
het rapport getiteld EU Fuel Quality Monitoring – 2011 Summary Report -
Final report to the European Commission DG Climate Action, dat beschikbaar
is op de website van het DG Klimaat. Tabel 2:
Overzicht van de bemonstering en rapportage van de lidstaten met betrekking tot
de eisen van Richtlijn 98/70/EG en de Europese norm EN 14274 Lidstaat || FQMS-model (1) || Grootte (2) || Ge-scheiden Z&W? (3) || Mon-sters per soort per periode (4) || Totaal vereiste monsters (5) || Genomen monsters (6) || Bij tankstations genomen monsters (7) || Nale-ving bemonste-ring (8) Ben-zine || Die-sel || Ben-zine || Die-sel || Ben-zine || Die-sel || Benzine || Die-sel Oostenrijk || AT || A || S || ü || 50 || 104 || 100 || 153 || 150 || 153 || 150 || ü || ü België || BE || N || S || ü || (50) || (200) || (100) || 2 006 || 5 325 || 2 006 || 5 325 || (ü) || (ü) Bulgarije || BG || B || S || ü || 100 || 410 || 200 || 473 || 496 || 461 || 482 || ü || ü Cyprus || CY || C || S || ü || 50 || 108 || 100 || 233 || 140 || 233 || 140 || ü || ü Tsjechië || CZ || C || S || ü || 50 || 102 || 104 || 944 || 955 || 944 || 1 015 || ü || ü Denemarken || DK || N || S || ü || (50) || (200) || (100) || 41 || 21 || 41 || 9 || (×) || (×) Estland || EE || C || S || ü || 50 || 104 || 100 || 350 || 210 || 350 || 210 || ü || ü Finland || FI || A || S || ü || 50 || 200 || 100 || 224 || 126 || 224 || 126 || ü || ü Frankrijk || FR || B || L || ü || 200 || 800 || 400 || 487 || 420 || 395 || 420 || × || ü Duitsland || DE || B || L || ü || 200 || 802 || 400 || 520 || 363 || 0 || 0 || × || × Griekenland || EL || A || S || ü || 50 || 106 || 100 || 112 || 100 || 33 || 20 || × || × Hongarije || HU || C || S || ü || 50 || 102 || 100 || 120 || 120 || 120 || 120 || ü || ü Ierland || IE || C || S || ü || 50 || 100 || 100 || 149 || 136 || 94 || 97 || × || × Italië || IT || A || L || ü || 100 || 200 || 200 || 200 || 200 || 200 || 200 || ü || ü Letland || LV || N || S || ü || (50) || (108) || (200) || 202 || 307 || 173 || 160 || (ü) || (ü) Litouwen || LT || C || S || ü || 50 || 102 || 100 || 104 || 100 || 92 || 91 || × || × Luxemburg || LU || N || S || ü || (50) || (200) || (100) || 89 || 98 || 81 || 98 || (×) || (×) Malta || MT || N || S || ü || (50) || (100) || (100) || 32 || 27 || 21 || 18 || (×) || (×) Nederland || NL || N || S || ü || (50) || (100) || (100) || 100 || 100 || 100 || 100 || (ü) || (ü) Polen || PL || B || S || ü || 200 || 216 || 206 || 265 || 295 || 265 || 295 || ü || ü Portugal || PT || C || S || ü || 50 || 108 || 100 || 254 || 122 || 200 || 100 || ü || ü Roemenië || RO || B || S || ü || 100 || 216 || 200 || 224 || 222 || 224 || 222 || ü || ü Slowakije || SK || C || S || ü || 50 || 102 || 100 || 155 || 123 || 155 || 123 || ü || ü Slovenië || SI || C || S || ü || 50 || 200 || 100 || 145 || 178 || 142 || 115 || × || ü Spanje || ES || A || L || ü || 100 || 216 || 200 || 634 || 330 || 0 || 0 || × || × Zweden || SE || N || S || ü || (50) || (104) || (100) || 672 || 756 || 0 || 0 || (×) || (×) VK || VK || N || L || ü || (100) || (208) || (200) || 1 369 || 2 298 || 68 || 65 || (×) || (×) # || Kolom || Toelichting (1) FQMS-model || N = Nationaal systeem voor toezicht op de brandstofkwaliteit (FQMS) A = EN 14274 statistisch model A B = EN 14274 statistisch model B C = EN 14274 statistisch model C (2) Grootte – grootte van het land || S = klein (totale verkoop van motorbrandstoffen voor auto's <15 miljoen ton per jaar) L = groot (totale verkoop van motorbrandstoffen voor auto's >15 miljoen ton per jaar) (3) Gescheiden Z&W? || P Gescheiden zomer- en winterrapportage O geeft aan dat de rapportage van de bemonsteringsresultaten uitsluitend op het volledige jaar gebaseerd is. (4) Monsters per soort per periode || EN 14274: Er zijn verminderde bemonsteringseisen voor soorten die minder dan 10% van de totale verkoop vertegenwoordigen. Voor lidstaten die gebruikmaken van een nationaal systeem voor toezicht op de brandstofkwaliteit, staat het geschatte equivalente minimum aantal monsters (op basis van de brandstofverkoop) tussen haakjes () vermeld. (5) Totaal aantal vereiste monsters || Berekening van het minimum aantal vereiste monsters op grond van EN 14274 overeenkomstig het toezichtmodel en de grootte van het land. Het minimum aantal monsters moet worden genomen van het punt van gebruik bij de tankstations. Voor lidstaten die gebruikmaken van een nationaal systeem voor toezicht op de brandstofkwaliteit, staat het geschatte equivalente minimum aantal monsters (op basis van de brandstofverkoop) tussen haakjes () vermeld. (6) Genomen monsters || Het totaal aantal monsters dat is genomen per brandstofsoort op alle locaties (tankstations, distributieterminals en raffinaderijen). (7) Monsters genomen op tank-stations || De totale hoeveelheid monsters die is genomen bij tankstations, in staatsbezit dan wel commercieel. Dit wordt afzonderlijk gerapporteerd in het standaardrapportageformulier. Indien het aantal monsters dat wordt genomen bij tankstations niet overeenkomt met het totale aantal monsters, is dit te wijten aan verschillen in het oorspronkelijk ingediende rapport (dit geldt met name voor Frankrijk en Tsjechië, waar het aantal monsters bij tankstations groter is dan het totale aantal monsters). (8) Inacht-neming bemonste-ringseisen || ü Geeft aan of wordt voldaan aan het vereiste van EN 14274 voor het aantal monsters, waarbij × staat voor niet-inachtneming. NB: dit betreft algehele inachtneming van de bemonsteringseisen voor alle brandstofsoorten. Zie het rapport van de lidstaat voor de inachtneming van de bemonsteringseisen van elke brandstofsoort afzonderlijk. Indien gebruik wordt gemaakt van een nationaal toezichtsysteem, wordt de geschatte inachtneming als equivalent van EN 14274 tussen haakjes () gezet. Indien een lidstaat geen uitsplitsing van de bemonsteringslocaties heeft opgenomen, is het niet mogelijk de inachtneming van de bemonsteringseisen in te schatten. || Benzine || Benzine || Diesel || Diesel || || || 5. Inachtneming
van de grenswaarden van de richtlijn 5.1. Rapportage inzake benzine In 2011 hebben de meeste lidstaten volledige
informatie verschaft over de inachtneming van de bemonsteringseisen voor
benzine. Om te beoordelen of aan de eisen is voldaan, moet bekend zijn welke
testmethode is gebruikt voor het testen van een aantal parameters (omdat de
reproduceerbaarheid en de tolerantiedrempels per testmethode verschillen). De
lidstaten kunnen deze informatie op het rapportageformulier meedelen. Dit is
weliswaar geen verplicht onderdeel van de rapportage, maar wel cruciaal om het
conformiteitsniveau te bepalen. In de EU zijn in
2011 bij de volgende parameters de meeste afwijkingen van de specificaties
vastgesteld: ·
In 2011 werd de dampspanning in de zomer 106 keer
overschreden. Veel van deze overschrijdingen blijken echter op te treden in de
overgangsperioden wanneer de leveranciers overgaan van brandstoffen met
zomerspecificaties naar brandstoffen met winterspecificaties, of omgekeerd. ·
De RON/MON-specificaties werden in 2011 bij 38
monsters niet nageleefd. Een aantal
lidstaten hebben niet alle gegevens verstrekt over monsters die niet bleken te
voldoen aan de tolerantiewaarden. 5.2. Rapportage inzake diesel In 2011 heeft een
aantal lidstaten niet alle gegevens verstrekt over monsters die niet bleken te
voldoen aan de tolerantiewaarden. Van de zes parameters die in 2011 voor diesel
zijn getest, waren de volgende niet conform de specificatie: ·
Het maximale zwavelgehalte van 10 ppm werd bij
in totaal 126 monsters overschreden. Het gemiddelde zwavelgehalte voor alle
lidstaten blijft met 5,8 ppm echter onder de verplichte grenswaarde van
10 ppm. ·
In totaal werd bij 19 monsters een afwijking van de
distillatiegrenzen vastgesteld. 5.3. Samenvatting Tabel 3 geeft
een overzicht van de naleving door de lidstaten van de richtlijn voor 2011, op
basis van de resultaten van de analyse van de monsters afgezet tegen de
tolerantiegrenzen alsook op basis van de vorm en de inhoud van de rapportage.
Eén van de wijzigingen in de richtlijn bestond uit de invoeging van een artikel
waarin het volgende is bepaald: "De lidstaten stellen de sancties vast
die van toepassing zijn bij inbreuken op de nationale voorschriften die uit
hoofde van deze richtlijn worden vastgesteld. De vastgestelde sancties moeten
doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn." Sommige lidstaten hebben
informatie verschaft over de corrigerende maatregelen van hun nationale
autoriteiten en de opgelegde sancties voor niet-conforme monsters. Deze en
overige opmerkingen met betrekking tot de toezichtsystemen van de lidstaten
worden in meer detail beschreven in de hoofdstukken over de afzonderlijke
lidstaten in dit rapport. In 2011 zijn in
totaal 10 257 benzinemonsters getest. Daarvan hebben er 211 de
grenswaarden voor een of meer parameters overschreden, hetgeen overeenkomt met
een non-conformiteit van 2,0 %. Van de 13 718 dieselmonsters, waarbij
de zes verplichte parameters werden getest, voldeden er in 2011 203 niet aan de
grenswaarden. Dit komt overeen met 1,5 % van alle gerapporteerde monsters. Het percentage
monsters dat niet aan de specificatie voldeed, is afhankelijk van het aantal
genomen monsters, dat (in elke lidstaat) zou moeten afhangen van de verkochte
hoeveelheid brandstof en de toeleveringsbronnen. Aangezien er lidstaten zijn
waar het nationale systeem voor toezicht niet overeenkomt met de statistische
modellen A, B of C, en gebruik wordt gemaakt van statistische modellen die
mogelijk niet de meest geëigende zijn, moet echter ook rekening worden gehouden
met non-conformiteit binnen de EU, gewogen naar hoeveelheid en aantal monsters. Tabel 3:
Overzicht van de naleving door de lidstaten voor het verslagjaar 2011 || Lidstaat || Non-conformiteit met de grenswaarden niet conforme monsters (NC) / totaal || Onvolledige rapportage niet gemeten parameters (NGP)/totaal || Late rapportage || || (1) || (2) || (3) || || Benzine || Diesel || Benzine || Diesel || || || NC || Totaal || NC || Totaal || NGP || Totaal || NGP || Totaal || (maanden) || AT || 6 || 153 || 8 || 150 || 0 || 19 || 0 || 6 || <1 maand || BE || 70 || 2006 || 89 || 5 325 || 1 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || BG || 27 || 473 || 19 || 496 || 5 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || CY || 21 || 233 || 6 || 140 || 0 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || CZ || 22 || 944 || 19 || 955 || 0 || 19 || 1 || 6 || Op tijd || DK || 0 || 41 || 0 || 21 || 0 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || EE || 9 || 350 || 0 || 210 || 0 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || FI || 1 || 224 || 0 || 126 || 1 || 19 || 1 || 6 || Op tijd || FR || 17 || 487 || 39 || 420 || 0 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || DE || 3 || 520 || 7 || 363 || 1 || 19 || 0 || 6 || <2 maanden || EL || 0 || 112 || 0 || 100 || 1 || 19 || 0 || 6 || <1 maand || HU || 4 || 120 || 1 || 120 || 1 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || IE || 1 || 149 || 1 || 136 || 0 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || IT || 0 || 200 || 0 || 200 || 7 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || LV || 0 || 202 || 0 || 307 || 0 || 19 || 0 || 6 || <1 maand || LT || 0 || 104 || 0 || 100 || 1 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || LU || 5 || 89 || 1 || 98 || 1 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || MT || 5 || 32 || 3 || 27 || 1 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || NL || 0 || 100 || 0 || 100 || 1 || 19 || 1 || 6 || Op tijd || PL || 5 || 265 || 2 || 295 || 1 || 19 || 2 || 6 || Op tijd || PT || 5 || 254 || 2 || 122 || 0 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || RO || 1 || 224 || 0 || 222 || 1 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || SK || 3 || 155 || 4 || 123 || 1 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || SI || 0 || 145 || 2 || 178 || 1 || 19 || 1 || 6 || Op tijd || ES || 0 || 634 || 0 || 330 || 0 || 19 || 0 || 6 || <1 maand || SE || 1 || 672 || 0 || 756 || 8 || 19 || 1 || 6 || Op tijd || VK || 5 || 1 369 || 0 || 2 298 || 0 || 19 || 0 || 6 || Op tijd || Aantal landen || || || || || 27 || || || || (1) Non-conformiteit met de grenswaarden (betrouwbaarheidsgrens 95%) || Bij onvolledige rapportage kan niet worden nagegaan of alle monsters binnen de grenswaarden zijn gebleven. Als uit de ingediende gegevens niet kan worden afgeleid bij hoeveel monsters de grenswaarde werd overschreden, wordt met het symbool ">" aangegeven dat het vermelde aantal niet-conforme monsters een minimale waarde is en wellicht groter was. || (2) Onvolledige rapportage || Voor sommige parameters kunnen kleinere hoeveelheden monsters worden genomen maar alle parameters moeten wel voldoen aan de standaardtestmethode, d.w.z. dat voor alle parameters monsters worden genomen om de brandstofkwaliteit accuraat te kunnen beoordelen. De lidstaten moeten duidelijk aangeven waar de monsters zijn genomen en de resultaten van de bemonsteringen rapporteren. || (3) Late rapportage || Richtlijn 98/70/EG bepaalt dat de lidstaten uiterlijk op 30 juni van elk jaar een verslag over het toezicht moeten indienen. || Een ander belangrijk aspect van de beoordeling
van brandstofkwaliteit is dat het in elke lidstaat op de markt wordt gebracht
overeenkomstig specifieke parameters die moeten worden gecontroleerd. Op het
moment bestaan in sommige lidstaten op dit vlak nog afwijkingen. In het
volledige verslag voor 2011 ("EU Fuel Quality Monitoring – 2011 Summary
Report - Final report to the European Commission DG Climate Action") staat
in de tabel getiteld Summary of parameters not reported by Member States for
each fuel grade (Overzicht van de parameters die niet door elke lidstaat
voor elke brandstofsoort zijn gerapporteerd) het aantal parameters per lidstaat
vermeld dat niet is gemeten. Al vormt deze situatie niet een probleem voor
de beoordeling van de algehele brandstofkwaliteit in Europa, het is toch een
punt dat in het verslagjaar 2012 verbeterd moet worden. 6. Conclusies De brandstofkwaliteit houdt in hoge mate
verband met zowel de uitstoot van CO2 als de luchtkwaliteit, en is
medebepalend voor het gemak waarmee de fabrikanten de gewenste
emissiegrenswaarden voor verontreinigende stoffen en broeikasgassen kunnen
naleven en voor de daarmee gemoeide kosten. Uit het toezicht op de brandstofkwaliteit in
2011 blijkt dat in het algemeen aan de specificaties voor benzine en diesel in
Richtlijn 98/70/EG wordt voldaan en dat er zeer weinig overschrijdingen
zijn vastgesteld. De herziening van de EN 14274-norm zorgt voor
verdere duidelijkheid voor de lidstaten, hetgeen zal leiden tot grotere
consistentie binnen de beschikbare gegevens voor de beoordeling van de diverse
parameters voor de brandstofkwaliteit. Onder de lidstaten is duidelijk de wil
aanwezig is om zich in te spannen teneinde meer inzicht in de
verslagleggingsvereisten en hun toezichtsystemen te krijgen. Aangezien overschrijdingen relatief zeldzaam
zijn en de meeste lidstaten actie ondernemen om niet-conforme brandstof uit de
verkoop te halen, is de Commissie niet op de hoogte van negatieve effecten op
emissies van voertuigen of op het functioneren van motoren ten gevolge van deze
overschrijdingen. De Commissie blijft er echter bij de lidstaten op aandringen
dat zij zorgen voor volledige naleving van de eisen zodat er zich ook in de
toekomst geen problemen voordoen. [1] PB L 350 van 28.12.1998,
blz. 58. [2] PB L 53 van 23.2.2002, blz. 30. [3] EN 14274:2003 - Brandstoffen voor wegvoertuigen
- Beoordeling van de kwaliteit van benzine en diesel - Systeem voor periodiek
kwaliteitsonderzoek (FQMS).