15.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 468/342


P7_TA(2013)0587

Betaalrekeningen ***I

Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 12 december 2013 op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de vergelijkbaarheid van kosten in verband met betaalrekeningen, overstappen van betaalrekening en toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties (COM(2013)0266 — C7-0125/2013 — 2013/0139(COD)) (1)

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2016/C 468/81)

[Amendement 1 tenzij anders vermeld]

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT (*1)

op het voorstel van de Commissie


(1)  De zaak werd dan terugverwezen naar de Commissie uit hoofde van artikel 57, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A7-0398/2013).

(*1)  Amendementen: nieuwe of gewijzigde tekst wordt in vet cursief weergegeven; schrappingen worden aangeduid met het symbool ▌.


RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende de vergelijkbaarheid van kosten in verband met betaalrekeningen, overstappen van betaalrekeningen toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

[…]

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 26, lid 2, VWEU omvat de interne markt een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal gewaarborgd is. Versnippering van de interne markt is schadelijk voor het concurrentievermogen, de groei en de banenschepping in de Unie. Het opheffen van directe en indirecte belemmeringen voor de goede werking van de interne markt is essentieel voor de voltooiing ervan. Het optreden van de Unie met betrekking tot de interne markt in de financiële retaildienstensector heeft er reeds substantieel toe bijgedragen de grensoverschrijdende activiteit van de betalingsdienstaanbieders te ontwikkelen, de keuze van de consumenten te verbeteren en de kwaliteit en de transparantie van het aanbod te verhogen.

(2)

In dit verband heeft Richtlijn 2007/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende betalingsdiensten in de interne markt tot wijziging van de Richtlijnen 97/7/EG, 2002/65/EG, 2005/60/EG en 2006/48/EG, en tot intrekking van Richtlijn 97/5/EG (2) („richtlijn betalingsdiensten”) basistransparantievereisten vastgesteld voor de kosten die door de betalingsdienstaanbieders worden aangerekend voor de diensten die met betrekking tot betaalrekeningen worden aangeboden. Dit heeft de activiteit van betalingsdienstaanbieders substantieel vergemakkelijkt, uniforme regels met betrekking tot het aanbod van betalingsdiensten en de te verstrekken informatie gecreëerd, de administratieve last verminderd en kostenbesparingen voor betalingsdienstaanbieders gegenereerd.

(2 bis)

De goede werking van de interne markt en de ontwikkeling van een moderne, sociaal inclusieve economie zijn steeds meer afhankelijk van de universele verlening van betalingsdiensten. Aangezien betalingsdienstaanbieders de marktlogica volgen en dus de neiging hebben zich vooral op commercieel aantrekkelijke consumenten te richten en kwetsbare consumenten daardoor een beperktere keuze aan producten hebben, moet er nieuwe wetgeving worden opgesteld als onderdeel van een slimme economische strategie voor de Unie.

(3)

Zoals het Europees Parlement reeds in zijn resolutie van 4 juli 2012 met aanbevelingen aan de Commissie betreffende de toegang tot basisbankdiensten  (3) stelde, dient er evenwel meer te worden gedaan om de interneinterne markt voor retailbanking te verbeteren en te ontwikkelen. Hand in hand hiermee dient de financiële sector in de Unie waarlijk dienstbaar te worden gesteld aan het bedrijfsleven en de consument. Momenteel vormen het gebrek aan transparantie en vergelijkbaarheid van kosten alsmede de moeilijkheden bij het overstappen van betaalrekening nog steeds barrières voor de ontplooiing van een volledig geïntegreerde markt. De grote verschillen in productkwaliteit en de beperkte mededinging in de retailbankingsector moeten worden aangepakt en er moeten strenge kwaliteitsnormen worden ontwikkeld.

(4)

De huidige omstandigheden van de interneinterne markt kunnen betalingsdienstaanbieders afschrikken hun vrijheid van vestiging uit te oefenen of diensten te verlenen binnen de Unie wegens de moeilijkheid om klanten aan te trekken bij het toetreden tot een nieuwe markt. Het toetreden tot nieuwe markten brengt vaak grote investeringen met zich mee. Dergelijke investeringen zijn slechts gerechtvaardigd als de aanbieder voldoende kansen en een overeenkomstige vraag van de consumenten voorziet. Het lage niveau van mobiliteit van de consumenten met betrekking tot financiële retaildiensten is in belangrijke mate toe te schrijven aan het gebrek aan transparantie en vergelijkbaarheid ten aanzien van de kosten en aangeboden diensten alsook de moeilijkheden in verband met het overstappen van betaalrekening. Deze factoren onderdrukken eveneens de vraag. Dit geldt in het bijzonder in de grensoverschrijdende context.

(5)

Bovendien kunnen significante belemmeringen voor de voltooiing van de interne markt op het gebied van betaalrekeningen ontstaan door de versnippering van de bestaande nationale regelgevingskaders. De bestaande bepalingen op nationaal niveau met betrekking tot betaalrekeningen en inzonderheid met betrekking tot de vergelijkbaarheid van de kosten en het overstappen van betaalrekening divergeren. Ten aanzien van overstappen heeft het gebrek aan uniforme bindende maatregelen op EU-niveau tot divergente praktijken en maatregelen op nationaal niveau geleid. Deze verschillen zijn zelfs nog meer uitgesproken wat betreft vergelijkbaarheid van kosten, waar geen maatregelen, zelfs niet van zelfregulerende aard, bestaan op het niveau van de Unie. Mochten deze verschillen in de toekomst significanter worden, omdat banken hun praktijken meestal op de nationale markten toesnijden, dan zouden daardoor de kosten van grensoverschrijdend opereren stijgen ten opzichte van de kosten waarmee binnenlandse aanbieders worden geconfronteerd en zou grensoverschrijdend ondernemen minder aantrekkelijk worden. De grensoverschrijdende activiteit in de interne markt wordt belemmerd door obstakels voor de opening van een betaalrekening in het buitenland. De bestaande restrictieve toelatingscriteria kunnen Europese burgers beletten zich vrij binnen de Unie te bewegen. Het aanbieden aan alle consumenten van toegang tot een betaalrekening zal hun deelname aan de interne markt mogelijk maken en hen in staat stellen de voordelen van de interne markt te verwerven.

(6)

Bovendien wordt de potentiële vraag naar betaalrekeningdiensten in de Unie op dit moment niet ten volle geëxploiteerd, omdat sommige gegadigden geen rekening openen, hetzij omdat deze aan hen wordt ontzegd of omdat aan hen geen toereikende producten worden aangeboden. Bredere deelname van de consumenten aan de interne markt zou de betalingsdienstaanbieders verder stimuleren om tot nieuwe markten toe te treden. Het scheppen van de voorwaarden om alle consumenten toegang te bieden tot een betaalrekening is eveneens een noodzakelijk middel om hun deelname aan de interne markt te bevorderen en hen in staat te stellen de voordelen die de interne markt met zich mee heeft gebracht te verwerven.

(7)

De transparantie en vergelijkbaarheid van kosten zijn aangepakt met een zelfreguleringsinitiatief waartoe de banksector de aanzet had gegeven. Betreffende deze richtsnoeren is echter geen definitief akkoord gevonden. Ten aanzien van overstappen voorzien de door de Europese Commissie voor het Bankbedrijf in 2008 vastgestelde gemeenschappelijke beginselen in een modelmechanisme voor het overstappen tussen bankrekeningen die worden aangeboden door betalingsdienstaanbieders welke in dezelfde lidstaat gevestigd zijn. Gezien het niet-bindende karakter ervan, zijn deze beginselen echter in de gehele Unie op inconsistente wijze en met ineffectieve resultaten toegepast. Bovendien hebben de gemeenschappelijke beginselen enkel op het overstappen van bankrekening op nationaal niveau, niet op grensoverschrijdend overstappen betrekking. Ten slotte zijn, ten aanzien van toegang tot een basisbetaalrekening, de lidstaten in Aanbeveling 2011/442/EU van de Commissie[…] (4) uitgenodigd de noodzakelijke maatregelen te nemen om uiterlijk zes maanden na de bekendmaking ervan de toepassing ervan te verzekeren. Tot dusver voldoen slechts weinig lidstaten aan de voornaamste beginselen van de aanbeveling.

(8)

Teneinde op lange termijn doeltreffende en soepele mobiliteit op financieel gebied mogelijk te maken, is het van vitaal belang een uniforme regeling vast te stellen om het probleem van de lage mobiliteit van klanten aan te pakken en met name betaalrekeningdiensten en -kosten vergelijkbaarder te maken en overstappen van betaalrekening te stimuleren alsook te voorkomen dat consumenten die voornemens zijn een betaalrekening grensoverschrijdend aan te kopen, worden gediscrimineerd op basis van woonplaats. Bovendien is het van essentieel belang toereikende maatregelen aan te nemen om de deelname van de klanten aan de betaalrekeningmarkt te bevorderen. Deze maatregelen zullen het betreden door de betalingsdienstaanbieders van de interne markt stimuleren en een gelijk speelveld garanderen waardoor, in het belang van bedrijven en consumenten, de concurrentie en de efficiënte toewijzing van middelen binnen de financiële retailmarkt in de Unie zullen wordt versterkt. Tevens zullen transparante informatie over de kosten en mogelijkheden tot overstappen in combinatie met het recht op toegang tot basisrekeningdiensten de burgers in de Unie in staat stellen gemakkelijker het aanbod van verscheidene aanbieders binnen de Unie te vergelijken en derhalve van een volledig functionerende interne markt op het gebied van financiële diensten te profiteren en aan de groei van de elektronische handel en de verdere ontwikkeling van de interne markt bij te dragen.

(8 bis)

Tevens is het van vitaal belang om ervoor te zorgen dat deze richtlijn geen belemmering vormt voor innovatie op het gebied van financiële retaildiensten. Ieder jaar worden marktrijpe technologieën geïntroduceerd waardoor het bestaande model van betaalrekeningen achterhaald kan raken. Met name mobiele bankdiensten, peer-to-peer-diensten en chipknips moeten worden bevorderd als alternatieven voor traditionele bankdiensten.

(9)

Deze richtlijn is van toepassing op betaalrekeningen die door consumenten worden aangehouden. Bijgevolg vallen rekeningen die door bedrijven, zelfs kleine of micro-ondernemingen, worden aangehouden, tenzij deze op persoonlijke titel worden aangehouden, buiten het toepassingsgebied ervan. Voorts geldt deze richtlijn niet voor spaarrekeningen, die beperktere betaalfuncties kunnen hebben. Evenmin heeft deze richtlijn betrekking op credit cards, aangezien deze niet van centraal belang zijn voor de verwezenlijking van de doelstelling van de richtlijn om de financiële inclusie te versterken en de werking van de interne markt te verbeteren.

(10)

De in de richtlijn vervatte definities zijn afgestemd op die welke opgenomen zijn in andere wetgeving van de Unie, en met name die van Richtlijn 2007/64/EG en die van Verordening (EU) nr. 260/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van technische en bedrijfsmatige vereisten voor overmakingen en automatische afschrijvingen in euro en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 (5).

(11)

Het is voor de consumenten van vitaal belang inzicht te kunnen krijgen in de kosten, zodat zij aanbiedingen van verschillende betalingsdienstaanbieders kunnen vergelijken en met kennis van zaken kunnen besluiten welke rekening het meest aangepast is aan hun behoeften. Vergelijking tussen kosten is niet realiseerbaar indien de betalingsdienstaanbieders voor dezelfde diensten een verschillende terminologie gebruiken en in verschillende formaten informatie verstrekken. Gestandaardiseerde terminologie, in combinatie met ▌informatie over kosten voor de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten in een consistent formaat, kan de consument helpen inzicht te verwerven in de kosten en deze te vergelijken.

(12)

Consumenten zouden het meest profiteren van zo beknopt mogelijke en gestandaardiseerde informatie waarmee het aanbod van de verschillende betalingsdienstaanbieders gemakkelijk te vergelijken is. Er dient een veelvoud aan instrumenten ter beschikking te worden gesteld van de consumenten om betaalrekeningaanbiedingen te vergelijken en er dient consumententoetsing te worden georganiseerd . In dit stadium moet de terminologie betreffende kosten alleen voor de meest representatieve termen en definities binnen de lidstaten worden gestandaardiseerd om het geheel snel te kunnen invoeren .

(13)

De terminologie betreffende kosten moet door de nationale bevoegde autoriteiten worden bepaald, waarbij met de specificiteit van de lokale markten rekening kan worden gehouden. ▌Bovendien moet, indien mogelijk, de terminologie betreffende kosten op het niveau van de Unie worden gestandaardiseerd, waardoor vergelijking over heel de Unie mogelijk wordt gemaakt. De Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Bankautoriteit (EBA)) moet richtsnoeren vaststellen om de lidstaten te helpen bij het bepalen van de meest gebruikte en voor consumenten duurste betalingsdiensten op nationaal niveau. Dergelijke definities moeten dusdanig ruim worden geformuleerd dat de gestandaardiseerde terminologie doeltreffend gebruikt kan worden.

(14)

Zodra de nationale bevoegde autoriteiten een voorlopige lijst van de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten die op nationaal niveau aan kosten zijn onderworpen alsook termen en definities hebben vastgesteld, moet de Commissie deze toetsen om middels gedelegeerde handelingen de diensten aan te wijzen die de meerderheid van lidstaten gemeenschappelijk hebben en ▌gestandaardiseerde termen en definities op het niveau van de Unie ▌voor te stellen.

(15)

Om de consumenten te helpen gemakkelijk betaalrekeningkosten over heel de interne markt te vergelijken, moeten de betalingsdienstaanbieders aan de consumenten een uitvoerig informatiedocument verstrekken waarin de kosten worden vermeld voor alle aan een betaalrekening gekoppelde diensten die zijn opgenomen in de lijst van de meest representatieve diensten, alsmede eventuele verdere kosten die aan de rekening aangerekend kunnen worden . In het informatiedocument betreffende de kosten moeten de op Unieniveau vastgestelde termen en definities zo veel mogelijk worden gehanteerd. Dit zou eveneens bijdragen aan de totstandbrenging van een gelijk speelveld tussen de kredietinstellingen die op de betaalrekeningmarkt concurreren. ▌Om de consumenten te helpen inzicht te verkrijgen in de kosten die zij voor hun betaalrekening moeten betalen, moet een glossarium met een duidelijke, niet-technische en ondubbelzinnige toelichting betreffende ten minste de aan een betaalrekening gekoppelde diensten en de gerelateerde definities en toelichting voor hen beschikbaar worden gesteld. Het glossarium dient een nuttig instrument te zijn om een beter inzicht in de betekenis van de kosten te bevorderen en ertoe bij te dragen dat de consument in staat wordt gesteld uit een breder betaalrekeningenaanbod te kiezen. Voor betalingsdienstaanbieders moet eveneens een verplichting worden ingevoerd om consumenten kosteloos en ten minste jaarlijks te informeren over alle kosten en rentes die betreffende hun rekening worden gehanteerd . Er moet achteraf informatie worden verstrekt in een specifieke samenvatting. Daarbij moet een volledig overzicht geven van de renteopbrengst en de kosten , alsmede kennisgevingen van aanstaande wijzigingen van kosten of rentepercentages . De consument moet alle informatie krijgen die nodig is om inzicht erin te krijgen op welke kosten de uitgaven en rentes betrekking hebben en na te gaan of het nodig is de consumptiepatronen te wijzingen of van aanbieder te veranderen. ▌

(16)

Om aan de behoeften van de consumenten te voldoen, is het noodzakelijk ervoor te zorgen dat de informatie betreffende betaalrekeningen nauwkeurig, duidelijk en vergelijkbaar is. Daarom moet de EBA, na overleg met nationale autoriteiten en na consumententests, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen voor een gestandaardiseerd presentatieformaat van het informatiedocument betreffende de kosten en de kostenstaat en de gemeenschappelijke symbolen, om te garanderen dat deze begrijpelijk en vergelijkbaar zijn voor de consumenten. ▌Het informatiedocument betreffende de kosten en de kostenstaat moeten duidelijk te onderscheiden zijn van andere mededelingen. ▌

(17)

Met het oog op het consistente gebruik van de geldende terminologie op het niveau van de Unie over de gehele Unie, moeten de lidstaten de betalingsdienstaanbieders verplichten bij het communiceren met consumenten gebruik te maken van de geldende terminologie op het niveau van de Unie alsook de resterende nationale gestandaardiseerde terminologie die is vastgesteld in de voorlopige lijst, daaronder begrepen in het informatiedocument betreffende de kosten en de kostenstaat. Betalingsdienstaanbieders moeten gebruik kunnen maken van merknamen in het informatiedocument betreffende de kosten of de kostenstaat om hun diensten of betalingsrekeningen aan te duiden indien dit bovenop en niet in plaats van de gestandaardiseerde terminologie komt en als bijkomende aanduiding van de aangeboden diensten of rekening .

(18)

Onafhankelijke vergelijkingswebsites zijn voor de consumenten een effectief middel om op een centraal punt de voordelen van de verschillende aanbiedingen betreffende betaalrekeningen te beoordelen. Dergelijke websites kunnen het juiste evenwicht garanderen tussen het feit dat de informatie duidelijk en beknopt, maar ook volledig en omvattend moet zijn, door de gebruikers in staat te stellen wanneer dit voor hen van belang is meer gedetailleerde informatie te verkrijgen. Zij kunnen eveneens de zoekkosten verminderen omdat consumenten geen informatie los van de betalingsdienstaanbieders zullen hoeven in te winnen. Het is van wezenlijk belang dat de informatie op deze websites betrouwbaar, onpartijdig en transparant is en dat consumenten van de beschikbaarheid ervan op de hoogte worden gebracht. De bevoegde autoriteiten moeten het publiek actief informeren over dergelijke websites.

(19)

Om onpartijdige informatie over kosten en rentepercentages die op betalingsrekeningen worden toegepast te verkrijgen, moet aan de consumenten toegang worden geboden tot vergelijkingswebsites die openbaar toegankelijk en onafhankelijk van de betalingsdienstaanbieders zijn. De lidstaten moeten er bijgevolg voor zorgen dat consumenten op hun respectieve grondgebieden vrije toegang hebben tot ten minste één onafhankelijke en openbaar toegankelijke website. Dergelijke vergelijkingswebsites kunnen door of namens de bevoegde autoriteiten, andere overheden en/of erkende private ondernemers worden beheerd. De lidstaten moeten met het oog op vergroting van het consumentenvertrouwen in de overige beschikbare vergelijkingswebsites een vrijwillige erkenningsregeling vaststellen waardoor private beheerders van vergelijkingswebsites in overeenstemming met vastgestelde kwaliteitscriteria erkenning kunnen aanvragen. Er dient een door of namens een bevoegde autoriteit of een andere overheid beheerde vergelijkingswebsite te worden opgezet indien geen privaat beheerde website is erkend. Dergelijke websites moeten eveneens aan de kwaliteitscriteria voldoen.

(20)

Het is momenteel gebruikelijk dat betalingsdienstaanbieders een betaalrekening in een pakket met andere financiële producten of diensten aanbieden. Deze praktijk kan voor betalingsdienstaanbieders een middel zijn om hun aanbod te diversifiëren en met elkaar te concurreren, en kan uiteindelijk nuttig zijn voor consumenten. Uit de in 2009 door de Commissie verrichte studie betreffende koppelverkoop in de financiële sector, alsook uit relevante raadplegingen en consumentenklachten, is echter gebleken dat betalingsdienstaanbieders bankrekeningen kunnen aanbieden in een pakket met producten waarom klanten niet hebben verzocht en die niet essentieel zijn voor betaalrekeningen, zoals een uitgebreide woningverzekering. Bovendien is vastgesteld dat deze praktijken de transparantie en vergelijkbaarheid van prijzen kunnen verminderen, de aankoopopties voor consumenten kunnen beperken en negatieve gevolgen voor hun mobiliteit kunnen hebben. Derhalve moeten de lidstaten ervoor zorgen dat wanneer betalingsdienstaanbieders pakketbetaalrekeningen aanbieden zij aan de consumenten afzonderlijk informatie verstrekken of het mogelijk is de betaalrekening afzonderlijk te kopen en zo ja, welke kosten verbonden zijn aan elk van de andere financiële producten of diensten die deel uitmaken van het pakket. ▌

(21)

Consumenten worden alleen geprikkeld om van rekening te veranderen als dit niet met overmatige administratieve en financiële lasten gepaard gaat. De procedure voor het overzetten van de betaalrekening naar een andere betalingsdienstaanbieder moet helder, snel en veilig zijn. Indien betalingsdienstaanbieders kosten aanrekenen met betrekking tot de overstapservice ▌, moeten deze redelijk zijn en in overeenstemming met artikel 45, lid 2, van Richtlijn 2007/64/EG . Om een positieve invloed op de concurrentie te hebben, moet overstappen ook op grensoverschrijdend niveau worden gefaciliteerd. Aangezien grensoverschrijdend overstappen complexer kan zijn dan overstappen op nationaal niveau en kan vereisen dat betalingsdienstaanbieders hun interne procedures aanpassen en verfijnen, moet worden voorzien in langere overgangsperiodes voor een overstapservice tussen betalingsdienstaanbieders die in verschillende lidstaten zijn gevestigd .

(21 bis)

Lidstaten moet worden toegestaan om, met betrekking tot overstappen tussen betalingsdienstaanbieders die beide op hun grondgebied zijn gevestigd, regelingen vast te stellen of aan te houden die afwijken van de regelingen in deze richtlijn, indien dit duidelijk in het belang is van de consument.

(22)

Het overstappen moet zo eenvoudig mogelijk zijn voor de consument. De lidstaten moeten er dan ook voor zorgen dat de ontvangende betalingsdienstaanbieder verantwoordelijk is voor het initiëren en beheren van het proces namens de consument.

(23)

Als algemene regel en op voorwaarde dat de consument toestemming heeft verleend, dient de ontvangende betalingsdienstaanbieder, idealiter in het kader van één enkele ontmoeting met de ontvangende betalingsdienstaanbieder, namens de consument de terugkerende betalingen over te zetten alsook eventuele resterende positieve saldi over te brengen. Daartoe moeten de consumenten in staat zijn om één toestemming of afwijzing voor de genoemde taken te ondertekenen. Alvorens de toestemming wordt verleend, moet de consument worden geïnformeerd over alle stappen van de procedure die noodzakelijk zijn om het overstappen te voltooien.

(24)

De medewerking van de overbrengende betalingsdienstaanbieder is noodzakelijk voor een succesvolle overstap. ▌De ontvangende betalingsdienstaanbieder moet ofwel de consument, ofwel, indien nodig, de overbrengende betalingsdienstaanbieder kunnen verzoeken alle informatie te verstrekken die hij nodig acht om de terugkerende betalingen naar de nieuwe betaalrekening over te zetten. Er hoeft evenwel niet meer informatie te worden verstrekt dan noodzakelijk om de overstap uit te voeren, en de ontvangende betalingsdienstaanbieder mag niet om overbodige informatie vragen.

(25)

De consumenten mogen niet worden onderworpen aan sancties of enige andere financiële schade als gevolg van het verkeerd doorgeleiden van inkomende overmakingen of automatische afschrijvingen. Dit is vooral van belang voor bepaalde categorieën betalers en begunstigden, zoals nutsbedrijven, die elektronische middelen (bijvoorbeeld databases) gebruiken om rekeninggegevens van consumenten op te slaan en talloze periodieke transacties verrichten waarbij grote aantallen consumenten betrokken zijn.

(26)

De lidstaten moeten waarborgen dat consumenten die voornemens zijn om een betaalrekening te openen niet worden gediscrimineerd op grond van hun nationaliteit of woonplaats. Hoewel het voor betalingsdienstaanbieders belangrijk is ervoor te zorgen dat hun klanten het financiële stelsel niet gebruiken voor illegale doeleinden zoals fraude, witwassen van geld of de financiering van terrorisme, mogen zij geen belemmeringen creëren voor consumenten die van de voordelen van de interne markt willen profiteren door grensoverschrijdend een betaalrekening aan te kopen.

(27)

Consumenten die legaal in de Unie wonen mogen bij het aanvragen van of toegang verkrijgen tot een betaalrekening binnen de Unie niet worden gediscrimineerd op grond van nationaliteit, woonplaats of enige andere reden als bedoeld in artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie . Daarnaast moet toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties gewaarborgd worden door de lidstaten, ongeacht de financiële omstandigheden van de consument, zoals werksituatie, inkomensniveau, kredietverleden of persoonlijk faillissement.

(28)

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat betaalrekeningen met basisfuncties zoals bedoeld in deze richtlijn aan consumenten worden aangeboden door alle betalingsdienstaanbieders die werkzaam zijn op het gebied van algemene retailbetalingsdiensten en die als integraal onderdeel van hun reguliere bedrijfsactiviteiten betaalrekeningen aanbieden . De toegang mag niet al te moeilijk zijn en mag geen overmatige kosten voor de consumenten met zich meebrengen. Het recht op toegang tot een betaalrekening met basisfuncties in elke lidstaat moet worden verleend overeenkomstig Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad  (6) , met name met betrekking tot klantenonderzoeksprocedures. Tegelijkertijd mogen de bepalingen van die richtlijn niet worden gebruikt als enkele basis voor het afwijzen van commercieel minder aantrekkelijke consumenten. Er moet een mechanisme beschikbaar zijn om consumenten zonder vaste verblijfplaats, asielzoekers en consumenten die geen verblijfsvergunning krijgen maar die om wettelijke redenen niet kunnen worden uitgewezen in staat te stellen aan de eisen van hoofdstuk II van Richtlijn 2005/60/EG te voldoen.

(28 bis)

Om ervoor te zorgen dat gebruikers van betaalrekeningen met basisfuncties een passende dienstverlening krijgen, moeten de lidstaten betalingsdienstaanbieders verplichten ervoor te zorgen dat personeelsleden voldoende zijn opgeleid en dat mogelijke belangenconflicten geen negatieve gevolgen hebben voor deze consumenten.

(29)

Lidstaten moeten van betalingsdienstaanbieders kunnen verlangen dat zij nagaan of de consument reeds een actieve en equivalente betaalrekening op hetzelfde grondgebied aanhoudt en de consument verplichten tot het tekenen van een verklaring op erewoord. Een betalingsdienstaanbieder mag een aanvraag om toegang tot een betaalrekening met basisfuncties niet kunnen weigeren behalve in de specifiek in deze richtlijn gedefinieerde gevallen.

(29 bis)

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat betalingsdienstaanbieders aanvragen afhandelen binnen de in deze richtlijn vastgelegde termijnen en dat de betalingsdienstaanbieders in geval van weigering de consument op de hoogte brengen van de specifieke redenen daarvoor, tenzij een dergelijke bekendmaking in strijd zou zijn met de doelstellingen van nationale veiligheid of de bestrijding van financiële criminaliteit.

(30)

Aan de consumenten moet toegang worden gewaarborgd tot een reeks basisbetalingsdiensten. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat op voorwaarde dat een betaalrekening met basisfuncties door de consument wordt aangehouden voor persoonlijk gebruik, er geen beperkingen worden opgelegd voor het aantal verrichtingen dat aan de consument wordt aangeboden op grond van de specifieke prijsstellingregels als opgenomen in deze richtlijn. Bij de bepaling van wat als persoonlijk gebruik moet worden beschouwd, moeten de lidstaten ook rekening houden met bestaand consumentengedrag en de gebruikelijke commerciële praktijk. Aan basisbetaalrekeningen gekoppelde diensten moeten de voorziening omvatten om geld te deponeren en op te nemen. De consument moet in staat zijn essentiële betalingstransacties uit te voeren zoals het ontvangen van een inkomen of uitkering, het betalen van rekeningen of belastingen en het aankopen van goederen en diensten, onder meer via automatische afschrijving, overmaking en het gebruik van een betaalkaart. Dergelijke diensten moeten de aankoop van goederen en diensten online mogelijk maken en consumenten de gelegenheid bieden via het platform voor online bankieren van de betalingsdienstaanbieder, indien beschikbaar, betaalopdrachten te initiëren. Een betaalrekening met basisfuncties mag evenwel niet tot online gebruik worden beperkt, aangezien daardoor een belemmering zou ontstaan voor consumenten zonder internettoegang. Consumenten mag geen toegang tot een voorschot in rekening-courant worden verleend wanneer zij over een betaalrekening met basisfuncties beschikken. De lidstaten mogen betalingsdienstaanbieders echter toestaan rekening courant-kredieten en andere kredietproducten aan klanten met een betaalrekening met basisfuncties aan te bieden als duidelijk separate diensten, mits de toegang tot, of het gebruik van de betaalrekening met basisfuncties niet wordt beperkt door, of afhankelijk wordt gesteld van de aankoop van dergelijke kredietdiensten . De kosten voor dergelijke diensten dienen transparant te zijn en ten minste even gunstig als het gewoonlijke prijsbeleid van de aanbieder.

(31)

Om ervoor te zorgen dat basisbetaalrekeningen voor zoveel mogelijk consumenten beschikbaar zijn, moeten ze kosteloos of tegen redelijke kosten worden aangeboden. De lidstaten moeten vereisen dat betalingsdienstaanbieders ervoor zorgen dat de betaalrekening met basisfuncties te allen tijde de betaalrekening is met de laagste kosten voor de levering van het binnen de lidstaat vastgestelde minimumpakket betalingsdiensten. Bovendien moeten alle extra kosten voor de consument wegens niet-naleving van de voorwaarden van het contract redelijk zijn en mogen zij in geen geval hoger zijn dan het gewoonlijke prijsbeleid van de aanbieder .

(32)

De betalingsdienstaanbieder mag alleen in specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld in geval van niet-naleving van wetgeving inzake het witwassen van geld en de financiering van terrorisme of inzake de preventie en opsporing van misdrijven, weigeren een contract voor een betaalrekening met basisfuncties te openen of moet dit in dergelijke omstandigheden beëindigen. Zelfs in die gevallen kan een weigering alleen worden gerechtvaardigd indien de consument niet aan de bepalingen van die wetgeving voldoet en niet omdat de procedure om na te gaan of de wetgeving is nageleefd te belastend of te kostbaar is.

(33)

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat adequate maatregelen van kracht zijn om bekendheid te geven aan de beschikbaarheid van betaalrekeningen met basisfuncties en de procedures en voorwaarden voor het gebruik daarvan, zoals vastgelegd in deze richtlijn. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de communicatiemaatregelen afdoende zijn en goed gericht, en met name niet over een bankrekening beschikkende, kwetsbare en mobiele consumenten bereiken. Betalingsdienstaanbieders moeten de consumenten voorzien van toegankelijke informatie en passende ondersteuning inzake de specifieke kenmerken van de aangeboden betaalrekening met basisfuncties, de ermee gemoeide kosten en de gebruiksvoorwaarden ervan, en ook de stappen die de consumenten moeten volgen om hun recht op het openen van een betaalrekening met basisfuncties uit te oefenen. De consumenten moeten in het bijzonder erover worden geïnformeerd dat de aankoop van extra diensten niet verplicht is om toegang te verkrijgen tot een betaalrekening met basisfuncties. Om het risico van financiële uitsluiting voor consumenten te minimaliseren, moeten de lidstaten de financiële voorlichting, mede op school, verbeteren, en overmatige schuldenlast bestrijden. Voorts moeten de lidstaten initiatieven van betalingsdienstaanbieders bevorderen om de combinatie van het aanbieden van betaalrekeningen met basisfuncties en onafhankelijke financiële voorlichting te vergemakkelijken.

(34)

De lidstaten dienen bevoegde autoriteiten aan te wijzen die gemachtigd zijn om de handhaving van deze richtlijn te garanderen en waaraan onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden worden verleend. De aangewezen bevoegde autoriteiten moeten onafhankelijk zijn van betalingsdienstaanbieders en moeten beschikken over toereikende middelen voor de uitoefening van hun taken. De lidstaten moeten verschillende bevoegde autoriteiten kunnen aanwijzen om de brede verplichtingen die in deze richtlijn zijn neergelegd, te doen nakomen.

(35)

De consumenten moeten toegang hebben tot effectieve en efficiënte buitengerechtelijke klachten- en herstelprocedures voor de beslechting van geschillen die uit de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn ontstaan. De alternatieve geschillenbeslechtingprocedures dienen eenvoudig toegankelijk te zijn en de bevoegde autoriteiten dienen aan een aantal criteria te voldoen, zoals gelijke vertegenwoordiging van dienstverleners en gebruikers. Een dergelijke toegang is reeds gewaarborgd bij Richtlijn 2013/…/EU voor wat relevante contractuele geschillen betreft. Consumenten moeten echter eveneens toegang hebben tot buitengerechtelijke herstelprocedures ingeval van precontractuele geschillen betreffende bij deze richtlijn vastgestelde rechten en verplichtingen, bv. wanneer aan hen toegang tot een betaalrekening met basisfuncties wordt ontzegd. De naleving van de bepalingen van deze richtlijn vereist dat persoonsgegevens van consumenten worden verwerkt. Een dergelijke verwerking wordt beheerst door Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (7). Deze richtlijn moet daarom voldoen aan de in Richtlijn 95/46/EG en de nationale wetgeving ter uitvoering daarvan vastgestelde regels.

(36)

Om de in deze richtlijn vastgestelde doelstellingen te verwezenlijken, moet de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie worden gedelegeerd met betrekking tot het bepalen van de gestandaardiseerde terminologie op het niveau van de Unie voor betalingsdiensten die een aantal lidstaten gemeenschappelijk hebben en de gerelateerde definities van deze termen.

 

(38)

De lidstaten moeten jaarlijks en voor de eerste maal binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn ▌betrouwbare jaarstatistieken verkrijgen over de werking van de bij deze richtlijn ingevoerde maatregelen. Zij moeten alle relevante informatiebronnen gebruiken en die informatie aan de Commissie meedelen. De Commissie moet op basis van de aldus ontvangen informatie een jaarverslag opstellen.

(39)

Vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn moet een toetsing ervan plaatsvinden om rekening te houden met marktontwikkelingen, zoals het ontstaan van nieuwe soorten betaalrekeningen en betalingsdiensten, alsook ontwikkelingen op andere gebieden van het uniale recht en de ervaringen van de lidstaten. Bij de toetsing dient te worden nagegaan of door de ingevoerde maatregelen de consument een beter inzicht heeft in de betaalrekeningkosten, of betaalrekeningen vergelijkbaarder zijn geworden en of gemakkelijker van rekening kan worden overgestapt. Er moet daarbij ook worden nagegaan hoeveel basisbetaalrekeningen zijn geopend, mede door consumenten die voorheen niet over een bankrekening beschikten, hoe lang dit soort rekeningen zijn aangehouden, hoeveel aanvragen voor het openen van basisbetaalrekeningen geweigerd zijn, hoeveel van die rekeningen ontbonden zijn, en wat de redenen daarvoor en de bijbehorende kosten waren . Daarbij moet eveneens worden nagegaan of gedurende een langere periode verlengde termijnen moeten worden behouden voor betalingsdienstaanbieders die grensoverschrijdend overstappen verrichten. Eveneens moet daarbij worden beoordeeld of de bepalingen betreffende de informatie die moet worden verstrekt door betalingsdienstaanbieders wanneer zij pakketproducten aanbieden toereikend zijn dan wel of bijkomende maatregelen nodig zijn. De Commissie moet een verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad, in voorkomend geval vergezeld van wetgevingsvoorstellen.

(40)

Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie overeenkomstig artikel 6, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

(41)

Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd.

(41 bis)

Een lidstaat moet kunnen besluiten om betalingsdienstaanbieders te ontheffen van de verplichting een betaalrekening met basisfuncties aan te bieden, onder voorbehoud van de goedkeuring van de Commissie. De Commissie moet de ontheffingen alleen goedkeuren indien er een gelijk speelveld tussen alle betalingsdienstaanbieders wordt gegarandeerd, het recht van toegang voor consumenten niet wordt ondermijnd en klanten met een basisrekening niet worden geconfronteerd met het risico op stigmatisering. De goedkeuring leidt niet tot een situatie waarin slechts één betalingsdienstaanbieder deze betaalrekening met basisfuncties in een lidstaat aanbiedt,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Deze richtlijn stelt met betrekking tot de transparantie en vergelijkbaarheid van kosten die aan de consumenten worden aangerekend voor de betaalrekeningen die zij binnen de Europese Unie aanhouden en die door in de Unie gevestigde betalingsdienstaanbieders worden aangeboden en met betrekking tot het overstappen van betaalrekening binnen de Unie regels vast.

2.   Deze richtlijn bepaalt tevens een kader voor de regels en voorwaarden volgens welke de lidstaten voor de consumenten een recht waarborgen om in de Unie een betaalrekening met basisfuncties te openen en te gebruiken.

3.   De opening en het gebruik van een betaalrekening met basisfuncties op grond van deze richtlijn is in overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk II van Richtlijn 2005/60/EG.

3 bis.     Onverminderd de artikelen 15 tot en met 19 wordt een betaalrekening met basisfuncties voor de toepassing van deze richtlijn beschouwd als een betaalrekening.

4.   Deze richtlijn geldt voor in de Unie gevestigde betalingsdienstaanbieders.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn gelden de volgende definities:

(a)

„consument”: iedere natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit;

(a bis)

„legaal verblijvend”: de status van een burger van de Unie of onderdaan van een derde land die legaal op het grondgebied van de Unie verblijft, met inbegrip van personen die asiel zoeken in het kader van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, het bijbehorende Protocol van 31 januari 1967 en andere relevante internationale verdragen;

(b)

„betaalrekening”: een op naam van een of meer betalingsdienstgebruikers aangehouden rekening die voor de uitvoering van betalingstransacties wordt gebruikt;

(c)

„betalingsdienst”: een betalingsdienst als gedefinieerd in artikel 4, lid 3, van Richtlijn 2007/64/EG;

(c bis)

„aan de betaalrekening gekoppelde diensten”: alle diensten die verband houden met het aanhouden van een betaalrekening, met inbegrip van betalingsdiensten en betalingstransacties als bedoeld in artikel 3, onder g), van Richtlijn 2007/64/EG;

(d)

„betalingstransactie”: een door de betaler of door de begunstigde geïnitieerde handeling waarbij geldmiddelen worden gedeponeerd, overgemaakt of opgenomen, ongeacht of er onderliggende verplichtingen tussen de betaler en de begunstigde bestaan;

(e)

„betalingsdienstaanbieder”: een betalingsdienstaanbieder als gedefinieerd in artikel 4, lid 9, van Richtlijn 2007/64/EG , behalve voor de toepassing van Hoofdstuk IV, waar het betrekking heeft op alle betalingsdienstaanbieders op het grondgebied van de lidstaten die werkzaam zijn op het gebied van algemene retailbetalingsdiensten en die als integraal onderdeel van hun reguliere bedrijfsactiviteiten betaalrekeningen aanbieden ;

(f)

„betaalinstrument”: een betaalinstrument als gedefinieerd in artikel 4, lid 23, van Richtlijn 2007/64/EG;

(g)

„overbrengende betalingsdienstaanbieder”: de betalingsdienstaanbieder van wie de informatie betreffende alle of sommige terugkerende betalingen wordt overgebracht;

(h)

„ontvangende betalingsdienstaanbieder”: de betalingsdienstaanbieder aan wie de informatie betreffende alle of sommige terugkerende betalingen wordt overgebracht;

(i)

„betaler”: hetzij een natuurlijk of een rechtspersoon die houder is van een betaalrekening en een betalingsopdracht van die betaalrekening toestaat, hetzij, als er geen betaalrekening van de betaler is, een natuurlijke of rechtspersoon die een betalingsopdracht geeft naar de betaalrekening van een begunstigde;

(j)

„begunstigde”: natuurlijke of rechtspersoon die de beoogde ontvanger is van de geldmiddelen waarop een betalingstransactie betrekking heeft;

(k)

„kosten”: alle eventuele kosten en boetes die door de consument aan de betalingsdienstaanbieder verschuldigd zijn voor en in verband met aan een betaalrekening gekoppelde diensten ;

(k bis)

„kredietrentevoet”: de hoogte van de rente die aan de consument wordt betaald voor het aanhouden van geldmiddelen op een betaalrekening;

(l)

„duurzaam medium”: ieder hulpmiddel dat de consument of de betalingsdienstaanbieder in staat stelt om persoonlijk aan de consument gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is aangepast aan het doel waarvoor de informatie is bestemd, en die een ongewijzigde weergave van de opgeslagen informatie mogelijk maakt;

(m)

„overstappen”: het op verzoek van een consument overbrengen van de ene betalingsdienstaanbieder naar de andere betalingsdienstaanbieder van de informatie over alle of sommige doorlopende opdrachten voor overmakingen, terugkerende automatische afschrijvingen en terugkerende inkomende overmakingen die op een betaalrekening worden uitgevoerd, met of zonder overbrenging van het positieve rekeningsaldo van de ene betaalrekening naar de andere of sluiting van de eerste rekening; Overstappen impliceert niet de overgang van het contract van de overbrengende betalingsdienstaanbieder naar de ontvangende betalingsdienstaanbieder.

(n)

„automatische afschrijving”: een betalingsdienst voor debiteringen van de betaalrekening van een betaler, waarbij een betalingstransactie door de begunstigde wordt geïnitieerd met goedkeuring van de betaler;

(o)

„overmaking”: een ▌betalingsdienst voor het crediteren van de betaalrekening van een begunstigde middels een betalingstransactie of een reeks betalingstransacties van een betaalrekening van een betaler door de betalingsdienstaanbieder die de betaalrekening van de betaler bezit, op basis van een door de betaler gegeven instructie;

(p)

„doorlopende opdracht”: een dienst waarbij met regelmatige tussenpozen een betaalrekening van een begunstigde van een betaalrekening van een betaler wordt gecrediteerd middels een reeks betalingstransacties die op basis van een door de betaler gegeven instructie worden uitgevoerd door de betalingsdienstaanbieder die de betaalrekening van de betaler bezit;

(q)

„geldmiddelen”: bankbiljetten, muntstukken en giraal geld alsook elektronisch geld als gedefinieerd in artikel 2, lid 2, onder b), van Richtlijn 2009/110/EG;

(r)

„raamcontract”: een betalingsdienstencontract dat de toekomstige uitvoering beheerst van afzonderlijke en opeenvolgende betalingstransacties en dat de verplichtingen en voorwaarden voor de opening van een betaalrekening kan omvatten;

(r bis)

„werkdag”: werkdag als omschreven in artikel 4, punt 27, van Richtlijn 2007/64/EG.

Artikel 3

Gestandaardiseerde terminologie in verband met betaalrekeningen

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten waarvan sprake is in artikel 20 een voorlopige lijst opstellen van de meeste representatieve aan betalingsrekeningen gekoppelde diensten op nationaal niveau . De lijst omvat ten minste de 10 meest representatieve diensten die op nationaal niveau beschikbaar zijn. De lijst omvat termen en definities voor elk van de vastgestelde diensten , waarbij in elke officiële taal van de lidstaat slechts één term wordt gebruikt voor elke dienst .

2.   Voor de toepassing van lid 1 houden de bevoegde autoriteiten rekening met de diensten:

(a)

die door de consumenten met betrekking tot hun betaalrekening het vaakst gebruikt worden:

(b)

die voor de consumenten ▌de hoogste kosten veroorzaken , zowel in totaal als per eenheid ;

Om de juiste toepassing van deze criteria voor de uitvoering van lid 1 te waarborgen, ontwikkelt de EBA ▌ingevolge artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren om de bevoegde autoriteiten bij te staan.

3.   De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op … [ 12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] in kennis van de in lid 1 bedoelde lijsten. Op verzoek verstrekken de lidstaten aan de Commissie aanvullende informatie over de gegevens op basis waarvan zij de lijsten hebben opgesteld met inachtneming van de in lid 2 bedoelde criteria.

4.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 24 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot vaststelling, op basis van de voorlopige lijsten die ingevolge lid 3 zijn ingediend, van een gestandaardiseerde terminologie van de Unie voor aan een betaalrekening gekoppelde diensten die ten minste een meerderheid van de lidstaten gemeenschappelijk hebben. De gestandaardiseerde terminologie van de Unie is duidelijk en bondig en omvat gemeenschappelijke termen en definities voor de gemeenschappelijke diensten. In elke officiële taal van elke lidstaat wordt voor elke dienst slechts één term gebruikt .

5.   Na de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen, verwerkt elke lidstaat onverwijld en in ieder geval binnen een maand de ingevolge lid 4 vastgestelde gestandaardiseerde terminologie van de Unie in de in lid 1 bedoelde voorlopige lijst en publiceert hij deze lijst.

Artikel 4

Informatiedocument betreffende de kosten en glossarium

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders tijdig vóór het aangaan van een contract betreffende een betaalrekening met een consument de consument een uitvoerig informatiedocument betreffende de kosten verstrekken. Het informatiedocument betreffende de kosten bevat alle beschikbare aan een betaalrekening gekoppelde diensten die zijn opgenomen in de lijst van de meest representatieve diensten waarvan sprake in artikel 3, lid 5, en de gerelateerde kosten voor elke dienst. Tevens vermeldt het eventuele verdere kosten en rentevoeten die voor de rekening kunnen gelden. Om het informatiedocument betreffende de kosten te onderscheiden van commerciële of contractuele documentatie, moet bovenaan de eerste bladzijde een gemeenschappelijk symbool worden afgedrukt. De lidstaten zorgen ervoor dat betalingsdienstaanbieders de consumenten op de hoogte stellen van eventuele wijzigingen van kosten en waar relevant aan de consument een actueel informatiedocument betreffende de kosten beschikbaar stellen.

Indien de kosten voor een dienst alleen gelden voor bepaalde communicatiekanalen, bijvoorbeeld via internet of een bijkantoor, of indien de kosten variëren naar gelang het gebruikte kanaal, wordt dit duidelijk aangegeven in het informatiedocument betreffende de kosten.

1 bis.     De lidstaten zien erop toe dat betalingsdienstaanbieders geen andere kosten in rekening brengen dan die staan weergegeven in het informatiedocument betreffende de kosten.

2.   Indien een of meer van de ▌betalingsdiensten wordt aangeboden als onderdeel van een pakket betalingsdiensten , wordt in het informatiedocument betreffende de kosten mededeling gedaan ▌van de kosten voor het hele pakket, van de in het pakket opgenomen diensten en hun nummer, en van de kosten voor diensten die niet onder de kosten voor het pakket vallen . ▌

5.   De lidstaten verplichten de betalingsdienstaanbieders voor de consumenten een glossarium beschikbaar te stellen van alle in lid 1 bedoelde diensten en de gerelateerde definities en toelichting .

De lidstaten zien erop toe dat het overeenkomstig de eerste alinea verstrekte glossarium is opgesteld in duidelijke, ondubbelzinnige en niet-technische bewoordingen en dat het niet misleidend is.

6.   Het informatiedocument betreffende de kosten en het glossarium worden door de betalingsdienstaanbieders permanent voor de consumenten en toekomstige consumenten op hun website beschikbaar gesteld, waar ze ook voor niet-klanten eenvoudig toegankelijk zijn . Het informatiedocument wordt door de betalingsdienstaanbieders in lokalen die toegankelijk zijn voor de consumenten op een duurzaam medium kosteloos beschikbaar gesteld en het glossarium wordt op verzoek op een duurzaam medium beschikbaar gesteld.

7.    De EBA stelt, na overleg met nationale autoriteiten en na consumententests, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op voor een gestandaardiseerd presentatieformaat van het informatiedocument betreffende de kosten en het gemeenschappelijke symbool ervan.

De EBA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk … [12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Artikel 5

Kostenstaat

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders aan de consumenten ten minste jaarlijks en kosteloos een staat verstrekken van alle kosten en rentevoeten die voor hun betaalrekening worden gehanteerd .

Het communicatiekanaal dat gebruikt moet worden om de consument de kostenstaat te verstrekken wordt overeengekomen tussen de overeenkomstsluitende partijen. De kostenstaat wordt op verzoek van een consument beschikbaar gesteld op papier.

2.   De staat als bedoeld in lid 1 omvat de volgende informatie:

(a)

de voor elke dienst aangerekende eenheidskosten en het aantal keren dat de dienst tijdens de relevante periode is gebruikt of, wanneer diensten in een pakket zijn gecombineerd, de voor het hele pakket aangerekende kosten ;

(b)

het totale bedrag aan kosten die tijdens de relevante periode voor elke aangeboden dienst zijn opgelopen , waar passend rekening houdend met de specifieke kostenstructuren in verband met dienstenpakketten ;

(b bis)

de op de rekening toegepaste hoogte van de rente op rekening-courantkredieten, het aantal dagen dat de rekening in het rood stond alsmede de totale in rekening gebrachte rentekosten met betrekking tot het debetsaldo tijdens de relevante periode;

(b ter)

de op de rekening toegepaste kredietrentevoet, het gemiddelde saldo en het totale bedrag aan rente dat tijdens de relevante periode is bijgeschreven;

(c)

de totale balans (positief of negatief) na aftrek van alle kosten en de verwerking van de rente in verband met het gebruik van de rekening tijdens de relevante periode;

(c bis)

kennisgevingen van aanstaande wijzigingen van kosten en rentevoeten in de daaropvolgende periode.

4.    De EBA stelt, na overleg met nationale autoriteiten en na consumententests, ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op voor een gestandaardiseerd presentatieformaat van de kostenstaat en het gemeenschappelijke symbool ervan.

De EBA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk … [12 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

Artikel 6

Mededelingen met standaardterminologie

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders in alle mededelingen aan consumenten, waaronder contractuele en marketingmededelingen, in voorkomend geval gebruik maken van de gestandaardiseerde terminologie in de lijst van de meest representatieve aan een betaalrekening gekoppelde diensten als bedoeld in artikel 3, lid 5.

2.   De betalingsdienstaanbieders mogen in hun marketingmededelingen aan klanten gebruik maken van merknamen die hun diensten of betaalrekeningen aanduiden , op voorwaarde dat zij in voorkomend geval duidelijk de overeenkomstige term gebruiken van de gestandaardiseerde terminologie in de complete lijst als bedoeld in artikel 3, lid 5. Betalingsdienstaanbieders mogen gebruik maken van dergelijke merknamen in het informatiedocument betreffende de kosten of de kostenstaat indien dit bovenop en niet in plaats van de gestandaardiseerde terminologie komt en als bijkomende aanduiding van de aangeboden diensten of rekening .

Artikel 7

Vergelijkingswebsites op nationaal niveau

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de consumenten kosteloos toegang hebben tot ten minste één website die is opgezet overeenkomstig lid 2 of 3, en die op zijn minst de volgende elementen omvat:

(a)

een vergelijking van de rente die wordt betaald of in rekening wordt gebracht op de betaalrekening, van de kosten die door de betalingsdienstaanbieders worden aangerekend voor de diensten welke met betrekking tot betaalrekeningen op nationaal niveau worden aangeboden;

(b)

een vergelijking van elementen die bepalend zijn voor het door de betalingsdienstaanbieder geboden dienstverleningsniveau, waaronder factoren als het aantal vestigingen en de locatie daarvan en het aantal geldautomaten waarmee toegang tot diensten kan worden verkregen;

(c)

aanvullende informatie over de gestandaardiseerde Unieterminologie, over toegang tot betaalrekeningen, waaronder betaalrekeningen met basisfuncties, en over overstapprocedures op nationaal en Unieniveau. Deze informatie kan worden verstrekt in de vorm van links naar externe websites.

2.   De lidstaten stellen een vrijwillige erkenningsregeling vast voor door private ondernemers beheerde websites waarop de in artikel 7, lid 1, onder (a) en (b) omschreven vergelijkingselementen worden vergeleken die door de betalingsdienstaanbieders voor met betrekking tot betaalrekeningen aangeboden diensten worden aangerekend. Om erkenning te verkrijgen, gelden voor door private ondernemers beheerde vergelijkingswebsites de volgende voorwaarden:

(a)

zij zijn juridisch, financieel en operationeel onafhankelijk van elke betalingsdienstaanbieder;

(a bis)

zij bevatten duidelijke informatie over hun eigenaren en financieringswijze;

(a ter)

zij bevatten duidelijke, objectieve criteria waarop de vergelijkingen zijn gebaseerd;

(a quater)

zij zijn onpartijdig in de zin dat er geen advertenties van betalingsdienstaanbieders, hun agenten, filialen of merken op de homepage of de vergelijkingspagina's worden weergegeven;

(b)

er wordt gebruik gemaakt van gewone en ondubbelzinnige taal en, in voorkomend geval, de gestandaardiseerde Unieterminologie als bedoeld in artikel 3, lid 5;

(c)

er wordt juiste en geactualiseerde informatie verstrekt, met vermelding van de laatste actualisering ;

(d)

gebruikers worden objectieve en volledige resultaten aangeboden waarbij ten volste rekening wordt gehouden met de door de gebruiker geselecteerde zoekcriteria, en ingeval de weergegeven informatie geen overzicht van het totale marktaanbod geeft dit duidelijk melden voordat de zoekresultaten worden weergegeven ;

(d bis)

verzoeken van betalingsdienstaanbieders in de betrokken lidstaat om hun gegevens op te nemen op de website worden aanvaard;

(e)

er is een effectieve informatieopvraag- en klachtenbehandelingsprocedure in werking.

Wanneer de betalingsdienstaanbieders kosten in rekening worden gebracht voor het opnemen van hun gegevens op een dergelijke website, zijn die kosten niet-discriminerend en worden zij op de website bekendgemaakt.

3.   Indien geen website ingevolge lid 2 erkend is, zorgen de lidstaten ervoor dat een website wordt opgezet die door of namens de bevoegde autoriteit waarvan sprake in artikel 20 of enige andere bevoegde overheid beheerd wordt. Indien een website ingevolge lid 2 erkend is, kunnen de lidstaten besluiten een bijkomende website op te zetten die door de bevoegde autoriteit waarvan sprake in artikel 20 of enige andere bevoegde overheid beheerd wordt. Voor websites die door een bevoegde autoriteit worden beheerd ingevolge lid 1, geldt lid 2, onder a) tot en met e).

4.   De lidstaten weigeren bij herhaaldelijke of aanhoudende niet-naleving van de verplichtingen in lid 2 de erkenning van private ondernemers of trekken deze in .

4 bis.     Betalingsdienstaanbieders zijn niet aansprakelijk voor onjuiste of verouderde informatie over henzelf of over hun diensten, die staat vermeld op een erkende of niet-erkende vergelijkingswebsite, indien de aanbieder van de website de desbetreffende informatie niet heeft gecorrigeerd, ondanks een verzoek hiertoe van de betalingsdienstaanbieder.

4 ter.     De lidstaten zien erop toe dat de consumenten weet hebben van het bestaan van de in lid 1 bedoelde websites en de in lid 2 of 3 bedoelde erkende websites.

Artikel 7 bis

Vergelijkingswebsite van de Unie

1.     De lidstaten stellen de EBA in kennis van de vergelijkingswebsites die aan de voorwaarden van artikel 7, leden 1, 2 en 3 voldoen.

2.    Uiterlijk … [drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn], zet de EBA een openbaar toegankelijke vergelijkingswebsite van de Unie op die consumenten de mogelijkheid biedt de betaalrekeningen die op de interne markt worden aangeboden te vergelijken. De vergelijkingswebsite van de Unie biedt de consumenten ter aanvulling op die informatie een glossarium met de gestandaardiseerde technologie van de Unie zoals goedgekeurd overeenkomstig artikel 3, lid 5, alsmede praktische richtsnoeren over het grensoverschrijdend overstappen tussen betaalrekeningen.

Artikel 8

Pakketrekeningen

De lidstaten zorgen er onverminderd artikel 4, lid 2 voor dat wanneer een betaalrekening samen met een andere financiële dienst of een ander product als onderdeel van een pakket wordt aangeboden, de betalingsdienstaanbieder de consument informeert over het feit of het mogelijk is de betaalrekening afzonderlijk aan te kopen en , zo ja, dat deze afzonderlijke informatie verstrekt betreffende de kosten in verband met elk van de in het pakket aangeboden andere financiële producten en diensten

HOOFDSTUK III

OVERSTAPPEN

Artikel 9

Aanbod van de overstapservice

De lidstaten zorgen ervoor dat de respectieve betalingsdienstaanbieders een overstapservice als beschreven in artikel 10 aanbieden aan elke consument die bij een andere in de Unie gevestigde betalingsdienstaanbieder een betaalrekening aanhoudt en die een nieuwe betaalrekening heeft geopend bij de ontvangende betalingsdienstaanbieder .

Lidstaten kunnen, met betrekking tot het overstappen tussen betalingsdienstaanbieders die beide op hun grondgebied zijn gevestigd, regelingen vaststellen of aanhouden die afwijken van de in artikel 10 omschreven regelingen, indien dit duidelijk in het belang is van de consument en de overstap wordt afgerond binnen maximaal hetzelfde totale tijdschema als omschreven in artikel 10.

Artikel 10

De overstapservice

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de overstapservice door de ontvangende betalingsdienstaanbieder wordt geïnitieerd en verricht in overeenstemming met de regels die vervat zijn in de leden 2 tot en met 7.

2.   De overstapservice wordt door de ontvangende betalingsdienstaanbieder geïnitieerd. De ontvangende betalingsdienstaanbieder dient van de consument ▌schriftelijke toestemming te krijgen om de overstapservice te kunnen verrichten. In geval van gezamenlijke rekeningen moet toestemming worden verkregen van alle rekeninghouders.

De toestemming wordt opgesteld in een officiële taal van de lidstaat waar de overstapservice geïnitieerd wordt of in elke door beide partijen overeengekomen andere taal.

De toestemming stelt de consument in staat specifieke goedkeuring aan de overbrengende betalingsdienstaanbieder te verlenen of te weigeren om elk van de taken te verrichten die zijn vermeld in lid 3, onder e) en f), en specifieke goedkeuring aan de ontvangende betalingsdienstaanbieder te verlenen of te weigeren om elk van de taken te verrichten die zijn vermeld in lid 4, onder c) en d), en lid 5. De toestemming stelt de consument in staat specifiek om de overzending door de overbrengende betalingsdienstaanbieder van de in de leden 3, onder a) en b), vermelde informatie te verzoeken.

De toestemming bevat tevens de datum vanaf welke terugkerende betalingen vanaf de bij de ontvangende betalingsdienstaanbieder geopende rekening moeten worden uitgevoerd. Deze datum is ten minste zeven werkdagen na de datum waarop de overbrengende betalingsdienstaanbieder het verzoek tot uitvoering van de overstap ontvangt van de ontvangende betalingsdienstaanbieder overeenkomstig artikel 10, lid 6.

3.   Binnen twee werkdagen vanaf de ontvangst van de toestemming waarvan sprake in lid 2 vraagt de ontvangende betalingsdienstaanbieder de overbrengende betalingsdienstaanbieder de volgende taken uit te voeren:

(a)

aan de ontvangende betalingsdienstaanbieder en, indien de consument daar ingevolge lid 2 specifiek om heeft verzocht, aan de consument een lijst zenden van alle bestaande doorlopende opdrachten voor overmakingen en debiteurgedreven automatischeafschrijvingsmandaten , indien beschikbaar ;

(b)

aan de ontvangende betalingsdienstaanbieder en, indien de consument daar ingevolge lid 2 specifiek om heeft verzocht, aan de consument te beschikbare informatie zenden over inkomende overmakingen en crediteurgedreven automatische afschrijvingen die de voorafgaande 13 maanden op de rekening van de consument zijn uitgevoerd;

(c)

aan de ontvangende betalingsdienstaanbieder de bijkomende informatie zenden die ▌de ontvangende betalingsdienstaanbieder nodig heeft om de overstap te verrichten;

(d)

indien de overbrengende betalingsdienstaanbieder geen systeem aanbiedt voor automatische doorgeleiding van inkomende overmakingen en automatische afschrijvingen naar de rekening die de consument bij de ontvangende betalingsdienstaanbieder aanhoudt, vanaf de in de toestemming bepaalde datum ▌ophouden automatische afschrijvingen en inkomende overmakingen te aanvaarden;

(e)

indien de consument specifieke goedkeuring heeft verleend ingevolge lid 2, op de door de consument bepaalde datum elk overblijvend positief saldo naar de bij de ontvangende betalingsdienstaanbieder geopende of aangehouden rekening overbrengen; ▌

(f)

indien de consument specifieke goedkeuring heeft verleend ingevolge lid 2, op de door de consument bepaalde datum de bij de overbrengende betalingsdienstaanbieder aangehouden rekening sluiten;

(f bis)

doorlopende opdrachten en overmakingen annuleren met een uitvoeringsdatum vanaf de in de toestemming bepaalde datum.

4.   Bij ontvangst van de aan de overbrengende betalingsdienstaanbieder gevraagde informatie waarvan sprake in lid 3, voert de ontvangende betalingsdienstaanbieder de volgende taken uit:

(a)

binnen zeven werkdagen de doorlopende opdrachten voor overmakingen waarom door de consument is verzocht, instellen en deze vanaf de in de toestemming bepaalde datum uitvoeren;

(b)

automatische afschrijvingen aanvaarden vanaf de in de toestemming bepaalde datum;

(b bis)

consumenten indien relevant in kennis stellen van hun rechten met betrekking tot automatische afschrijvingen binnen SEPA krachtens artikel 5, lid 3, onder d, van Verordening (EU) nr. 260/2012;

(c)

indien de consument specifieke goedkeuring heeft verleend ingevolge lid 2, de betalers die terugkerende overmakingen naar een betaalrekening van een consument doen op de hoogte brengen van de gegevens van de rekening van de consument bij de ontvangende betalingsaanbieder. Als de ontvangende betalingsdienstaanbieder niet over alle informatie beschikt die hij nodig heeft om de betaler te informeren, vraag hij binnen twee dagen ofwel de consument ofwel, indien nodig en behoudens de instemming van de consument,, de overbrengende betalingsdienstaanbieder de ontbrekende informatie te verstrekken;

(d)

indien de consument specifieke goedkeuring heeft verleend ingevolge lid 2, begunstigden die een automatische afschrijving gebruiken om vanop de rekening van de consument geldmiddelen te innen op de hoogte brengen van de gegevens van de rekening van de consument bij de ontvangende betalingsdienstaanbieder en de datum vanaf welke automatische afschrijvingen van die rekening zullen worden geïnd. Als de ontvangende betalingsdienstaanbieder niet over alle informatie beschikt die hij nodig heeft om de begunstigde te informeren, vraag hij binnen twee dagen ofwel de consument ofwel, indien nodig en behoudens de instemming van de consument,, de overbrengende betalingsdienstaanbieder de ontbrekende informatie te verstrekken;

(e)

indien de consument wordt gevraagd de in de punten c) en d) vermelde ontbrekende informatie te verstrekken, aan de consument standaardbrieven verstrekken, opgesteld in een officiële taal van de lidstaat waar de overstapservice geïnitieerd wordt of in een door beide partijen overeengekomen andere taal, met gegevens betreffende de nieuwe rekening en de aanvangsdatum als vermeld in de toestemming.

4 bis.     De lidstaten zien erop toe dat er op nationaal niveau termijnen worden vastgesteld voor zowel betalers als begunstigden, om rekening te houden met de door de ontvangende betalingsdienstaanbieder doorgegeven nieuwe rekeninggegevens van de consument. De lidstaten zien er tevens op toe dat de consumenten op de hoogte worden gebracht van dergelijke termijnen en de daarmee verband houdende aansprakelijkheid.

5.   Indien de consument specifieke goedkeuring heeft verleend ingevolge lid 2, mag de ontvangende betalingdienstaanbieder alle bijkomende taken uitvoeren die noodzakelijk zijn om de overstap te verrichten.

6.   Bij ontvangst van een verzoek van de ontvangende betalingsdienstaanbieder voert de overbrengende betalingsdienstaanbieder de volgende taken uit:

(a)

de ontvangende betalingsdienstaanbieder binnen zeven werkdagen na ontvangst van het verzoek de in de punten a), b) en c) van lid 3 vermelde informatie zenden;

(b)

indien de overbrengende betalingsdienstaanbieder geen systeem aanbiedt voor automatische doorgeleiding van inkomende overmakingen en automatische afschrijvingen naar de rekening die de consument bij de ontvangende betalingsdienstaanbieder aanhoudt, vanaf de door de ontvangende betalingsdienstaanbieder gevraagde datum op de betaalrekening inkomende overmakingen stopzetten en ophouden automatische afschrijvingen te aanvaarden.

(c)

▌resterende positieve saldi van de betaalrekening naar de bij de ontvangende betalingsdienstaanbieder aangehouden rekening overbrengen;

(d)

de betaalrekening sluiten zodra de onder (a), (b) en (c) genoemde taken zijn uitgevoerd ;

(e)

alle bijkomende taken ingevolge lid 5 uitvoeren die noodzakelijk zijn voor het verrichten van de overstap.

6 bis.     Ingeval de consument nog openstaande verplichtingen heeft jegens de overbrengende betalingsdienstaanbieder, is laatstgenoemde niet verplicht de betalingsregeling overeenkomstig lid 6, onder (d), op te heffen. Indien er van dergelijke openstaande verplichtingen sprake is, stelt de betalingsdienstaanbieder de consument in kennis van het feit dat zijn rekening niet kan worden opgeheven.

7.   Onverminderd artikel 55, lid 2, van Richtlijn 2007/64/EG blokkeert de overbrengende betalingsdienstaanbieder vóór de met de ontvangende betalingsdienstaanbieder overeengekomen datum geen betaalinstrumenten , zodat de levering van betaaldiensten aan de consument niet wordt onderbroken tijdens het overstapproces .

8.   De lidstaten zorgen ervoor dat alle bepalingen in de leden 1 tot en met 7 , behalve die in lid 4, onder (c) en (d), eveneens van toepassing zijn wanneer de overstapservice door een in een andere lidstaat gevestigde betalingsdienstaanbieder wordt geïnitieerd.

9.   In het in lid 8 vermelde geval worden de in de leden 3, 4 en 6 vermelde termijnen verdubbeld, met uitzondering van gevallen waarin het om transacties gaat die onder artikel 1 van Verordening (EU) nr. 260/2012 vallen, waarbij zowel de overbrengende als de ontvangende betaalrekening in euro zijn . Deze bepaling is aan toetsing onderworpen ingevolge artikel 27.

Artikel 11

Kosten in verband met de overstapservice

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de consumenten in staat zijn kosteloos toegang te verkrijgen tot hun persoonlijke informatie betreffende bestaande doorlopende opdrachten en automatische afschrijvingen die in het bezit is van de overbrengende of de ontvangende betalingsdienstaanbieder.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat de overbrengende betalingsdienstaanbieder de door de ontvangende betalingsdienstaanbieder ingevolge lid 6, onder a), van artikel 10 gevraagde informatie verstrekt zonder de consument of de ontvangende betalingsdienstaanbieder kosten in rekening te brengen.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat eventuele kosten die door de overbrengende betalingsdienstaanbieder aan de consument worden aangerekend voor de beëindiging van de bij hem aangehouden betaalrekening worden bepaald in overeenstemming met artikel 45, lid 2, van Richtlijn 2007/64/EG.

4.   De lidstaten zorgen ervoor dat eventuele kosten die door de overbrengende of de ontvangende betalingsdienstaanbieder aan de consument worden aangerekend voor enige uit hoofde van artikel 10 verstrekte dienst, met uitzondering van de diensten waarvan sprake in de leden 1, 2 en 3, redelijk is.

Artikel 11 bis

Automatische doorgeleiding

Tenzij de Europese Commissie na het uitvoeren van een regelgevingseffectbeoordeling anders besluit, zien de lidstaten erop toe dat uiterlijk … [zes jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] een voorziening getroffen wordt voor automatische doorgeleiding van betalingen van de ene betaalrekening naar de andere binnen dezelfde lidstaat, met automatische kennisgeving daarvan aan de begunstigden en betalers.

Artikel 12

Financieel verlies voor consumenten

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat enig door de consument opgelopen kosten of ander financieel verlies als gevolg van de niet-naleving door de bij het overstapproces betrokken betalingsdienstaanbieder van zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 10 door die betalingsdienstaanbieder worden vergoed binnen drie werkdagen na vaststelling van niet-naleving. De bewijslast berust bij de betalingsdienstaanbieder, die moet aantonen dat de voorwaarden van artikel 10 zijn nageleefd.

2.   De consumenten dragen geen financieel verlies als gevolg van fouten of vertragingen bij het actualiseren van hun betaalrekeninggegevens door een betaler of een begunstigde. De lidstaten zien erop toe dat betalers en begunstigden aansprakelijk worden gesteld wanneer zij zich niet houden aan de door de lidstaten overeenkomstig artikel 10, lid 4 bis, vastgestelde termijnen.

Artikel 13

Informatie over de overstapservice

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat betalingsdienstaanbieders de volgende informatie over de overstapservice beschikbaar stellen voor consumenten:

(a)

de taken van de overbrengende en de ontvangende betalingsdienstaanbieder voor elke stap van het overstapproces, als vermeld in artikel 10;

(b)

de termijn voor de voltooiing van de respectieve stappen;

(c)

de eventuele kosten die voor het overstapproces worden aangerekend;

(d)

alle informatie die de consument gevraagd wordt te verstrekken;

(e)

de alternatieve regeling inzake geschillenbeslechtingprocedures waarvan sprake in artikel 21.

2.   De informatie wordt in alle bijkantoren van de betalingsdienstaanbieders die toegankelijk zijn voor consumenten kosteloos op een duurzaam medium beschikbaar gesteld en is te allen tijde in elektronische vorm beschikbaar op hun website.

HOOFDSTUK IV

TOEGANG TOT BETAALREKENINGEN

Artikel 14

Niet-discriminatie

De lidstaten zorgen ervoor dat consumenten die legaal in de Unie verblijven bij het aanvragen van of toegang verkrijgen tot een betaalrekening binnen de Unie niet worden gediscrimineerd op grond van nationaliteit, woonplaats of enige andere grond als bedoeld in artikel 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie . De voorwaarden die van toepassing zijn op het aanhouden van een basisbetaalrekening mogen in generlei opzicht discriminerend zijn. Het is niet verboden enigerlei zichtbaar onderscheid aan te brengen door de kaart er bijvoorbeeld anders te doen uitzien, of door een andere rekening of een andere kaartnummer toe te kennen.

Artikel 15

Recht op toegang tot een betaalrekening met basisfuncties

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat een betaalrekening met basisfuncties aan consumenten wordt aangeboden door alle betalingsdienstaanbieders die werkzaam zijn op het gebied van algemene retailbetalingsdiensten en die als integraal onderdeel van hun reguliere bedrijfsactiviteiten betaalrekeningen aanbieden . De lidstaten zorgen ervoor dat betaalrekeningen met basisfuncties niet alleen worden aangeboden door betalingsdienstaanbieders die de rekening alleen ▌voor online bankieren aanbieden.

Een lidstaat kan besluiten betalingsdienstaanbieders te ontheffen van de in de eerste alinea bedoelde verplichting, onder voorbehoud van goedkeuring van de Commissie. Een dergelijke ontheffing is gebaseerd op objectieve en restrictieve criteria. De Commissie keurt de ontheffingen alleen goed indien er een gelijk speelveld tussen alle betalingsdienstaanbieders wordt gegarandeerd, het recht van toegang voor consumenten niet wordt ondermijnd en de ontheffing niet leidt tot een situatie in de desbetreffende lidstaat waarin klanten met een basisrekening het risico lopen dat zij gestigmatiseerd worden. [Ams. 4 en 5/rev]

1 bis.     De lidstaten kunnen betalingsdienstaanbieders van de verplichting in lid 1 ontheffen, indien zij:

(a)

genoemd worden in artikel 2, lid 5, van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad  (8);

(b)

geen winstoogmerk hebben;

(c)

lidmaatschap vereisen aan de hand van vastgestelde criteria zoals beroep.

Elke dergelijke ontheffing wordt toegestaan zonder afbreuk te doen aan het recht van toegang voor consumenten tot een betaalrekening met basisfuncties.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat er op hun grondgebied een systeem voorhanden is ter waarborging van het in artikel 14 bedoelde recht van consumenten om een betaalrekening met basisfuncties te openen en te gebruiken, onverminderd de volgende voorwaarden:

(a)

een dergelijk recht is van toepassing ongeacht de woonplaats van de consument , onverminderd lid 2 bis;

(a bis)

er wordt een mechanisme ingevoerd om consumenten zonder vaste verblijfplaats, asielzoekers en consumenten die geen verblijfsvergunning krijgen maar die om wettelijke redenen niet kunnen worden uitgewezen in staat te stellen aan de eisen van hoofdstuk II van Richtlijn 2005/60/EG te voldoen.

(b)

de uitoefening van het recht wordt niet al te moeilijk of belastend ▌gemaakt voor de consument;

(b bis)

er wordt voorzien in een mechanisme waarmee consumenten die niet over een bankrekening beschikken alsook kwetsbare en mobiele consumenten geïnformeerd worden over de beschikbaarheid van betaalrekeningen met basisfuncties;

(b ter)

de in artikel 10 en 11 van deze richtlijn bedoelde overstapservice dient geleverd te worden indien een consument van een andere bankrekening die binnen het kader van de overstapservice valt, wenst over te stappen naar een betaalrekening met basisfuncties.

2 bis.     Om het in lid 2 neergelegde recht uit te kunnen oefenen vereisen de lidstaten dat consumenten een duidelijke relatie kunnen aantonen met de lidstaat waar zij een betaalrekening met basisfuncties willen openen.

Indien de consument een dergelijke relatie dient aan te tonen, zorgen de lidstaten ervoor dat dit niet te belastend is voor de consument. Hiertoe zien de lidstaten erop toe dat de bevoegde autoriteiten een lijst opstellen van criteria om een dergelijke relatie aan te kunnen tonen. Op deze lijst staan in ieder geval nationaliteit, familiebanden, persoonlijke binding, plaats van beroepsuitoefening, stage of leerplaats, verkenning van arbeidskansen of andere beroepsactiviteiten, plaats van studie of beroepsopleiding, woonplaats, plaats van eigendom en een asiel- of migratieaanvraag die nog in behandeling is.

De EBA ontwikkelt overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richtsnoeren om de bevoegde autoriteiten bij te staan bij het ten uitvoer leggen van dit lid.

Betalingsdienstaanbieders houden rekening met de door de consument geleverde informatie en kunnen van de consument verlangen fysiek aanwezig te zijn of door een derde juridisch vertegenwoordigd te zijn in het dichtstbijzijnde bijkantoor om een rekening te openen.

De lidstaten zorgen ervoor dat consumenten nadat de rekening op afstand vooraf is geopend een maand de tijd hebben om een duidelijke relatie aan te tonen. Voordat een dergelijke verificatie heeft plaatsgevonden, met inbegrip van persoonlijke aanwezigheid indien nodig, is het betalingsdienstaanbieders toegestaan het gebruik van de rekening te beperken.

2 ter.     Voordat een betaalrekening met basisfuncties wordt geopend, kunnen lidstaten van betalingsdienstaanbieders verlangen dat zij nagaan of de consument reeds een actieve en equivalente betaalrekening op het grondgebied van de desbetreffende lidstaat aanhoudt en de consument verplichten tot het tekenen van een verklaring op erewoord ter zake.

3.   Een betalingsdienstaanbieder mag een aanvraag om toegang tot een betaalrekening met basisfuncties niet weigeren behalve in de volgende gevallen:

(a)

indien het klantenonderzoek dat overeenkomstig hoofdstuk II van Richtlijn 2005/60/EG wordt uitgevoerd wijst op een aanzienlijk risico dat de rekening in strijd met het Unierecht gebruikt zal worden;

(b)

in gevallen waarin de lidstaat gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid in lid 2 ter van dit artikel indien een consument bij een op zijn grondgebied gevestigde betalingsdienstaanbieder reeds een betaalrekening aanhoudt waarmee hij van de in artikel 17 , lid 1, opgesomde betalingsdiensten gebruik kan maken.

4.    De lidstaten zien erop toe dat betalingsdienstaanbieders aanvragen voor toegang tot een betaalrekening met basisfuncties binnen zeven werkdagen na ontvangst van een complete aanvraag en bewijs van identiteit afhandelen. De lidstaten zorgen ervoor dat, in de gevallen als vermeld in lid 3, de betalingsdienstaanbieder de consument onmiddellijk schriftelijk en kosteloos van de weigering en de concrete gronden daarvoor op de hoogte brengt tenzij een dergelijke openbaarmaking in strijd zou zijn met de doelstellingen van nationale veiligheid of de bestrijding van financiële criminaliteit . Daarnaast wordt de consument geattendeerd op ten minste één in de betrokken lidstaat beschikbaar, kosteloos of goedkoop rechtsmiddel of aanbod van adviesdiensten, alsmede op beschikbare mechanismen voor alternatieve geschillenbeslechting.

5.   De lidstaten zorgen ervoor dat, in de gevallen als vermeld in lid 3, onder b), de betalingsdienstaanbieder passende maatregelen neemt ingevolge hoofdstuk III van Richtlijn 2005/60/EG.

6.   De lidstaten zorgen ervoor dat toegang tot een betaalrekening met basisfuncties niet afhankelijk wordt gesteld van de aankoop van bijkomende diensten of van aandelen van de betalingsdienstaanbieder .

Artikel 16

Kenmerken van een betaalrekening met basisfuncties

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat een betaalrekening met basisfuncties de volgende diensten omvat:

(a)

diensten waarmee alle verrichtingen kunnen worden uitgevoerd die nodig zijn voor het openen, gebruiken en sluiten van een betaalrekening;

(b)

diensten waarmee geld op een betaalrekening kan worden gestort;

(c)

diensten waarmee binnen de Unie contanten van een betaalrekening kunnen worden opgenomen , aan het bankloket en bij pinautomaten tijdens of buiten de openingstijden van de bank ;

(d)

uitvoering van de volgende betalingstransacties binnen de Unie:

(i)

automatische afschrijving via SEPA en in valuta anders dan de euro ;

(ii)

betalingstransacties via SEPA en in valuta anders dan de euro via een betaalinstrument (zoals middels een betaalkaart of een softwareproduct) , daaronder begrepen online betalingen;

(iii)

overmakingen via SEPA en in valuta anders dan de euro, met inbegrip van doorlopende opdrachten, aan terminals, loketten en via online faciliteiten van de betalingsdienstaanbieder .

2.   De lidstate n waarborgen dat er, mits een betaalrekening met basisfuncties door de consument wordt aangehouden voor persoonlijk gebruik, geen grenzen worden gesteld aan het aantal verrichtingen dat aan de consument wordt aangeboden volgens de specifieke regels inzake kosten zoals vastgelegd in artikel 17 . Bij de bepaling van wat als persoonlijk gebruik moet worden beschouwd, moeten de lidstaten ook rekening houden met bestaand consumentengedrag en de gebruikelijke commerciële praktijk.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat de consument in bijkantoren of via ▌online faciliteiten van de betalingsdienstaanbieder, indien beschikbaar, vanaf de betaalrekening van de consument betalingstransacties kan beheren en initiëren.

4.   De lidstaten zorgen ervoor dat ▌de betaalrekening met basisfuncties geen mogelijkheid heeft voor rekening courant-kredieten anders dan, waar dit passend wordt geacht, een tijdelijke kasfaciliteit voor kleine bedragen . De lidstaten mogen betalingsdienstaanbieders toestaan rekening courant-kredieten en andere kredietproducten aan klanten met een basisbetaalrekening aan te bieden als duidelijk separate diensten. De toegang tot of het gebruik van de betaalrekening met basisfuncties wordt op geen enkele wijze afhankelijk gesteld van of beperkt door de aankoop van dergelijke kredietproducten. De kosten voor dergelijke diensten zijn transparant en ten minste even gunstig als het gewoonlijke prijsbeleid van de aanbieder.

4 bis.     De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen aan te nemen overeenkomstig artikel 24 teneinde de lijst van diensten die deel uitmaken van een betaalrekening met basisdiensten te wijzigen naargelang de ontwikkelingen op het vlak van betalingsmiddelen en de technologie.

Artikel 17

Gerelateerde kosten

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat de in artikel 16 vermelde diensten door de betalingsdienstaanbieders kosteloos of tegen redelijke kosten worden aangeboden. De lidstaten verplichten betalingsdienstaanbieders ervoor te zorgen dat de betaalrekening met basisdiensten van de producten die zij aanbieden te allen tijde de betaalrekening is met de laagste kosten voor de levering van het overeenkomstig artikel 16, lid 1 en 2 binnen de lidstaat omschreven minimumpakket betalingsdiensten.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat de kosten die wegens niet-naleving van de verbintenissen van de consument op grond van het raamcontract aan de consument worden aangerekend redelijk zijn en nooit hoger dan het gebruikelijke prijsbeleid van de aanbieder .

Artikel 18

Raamcontracten en beëindiging

1.   Raamcontracten die toegang verlenen tot een betaalrekening met basisfuncties zijn aan de bepalingen van Richtlijn 2007/64/EG onderworpen tenzij in de leden 2 en 3 anders is bepaald.

2.   De betalingsdienstaanbieder kan een raamcontract alleen dan unilateraal beëindigen indien ten minste een van de volgende voorwaarden is vervuld:

(a)

de consument heeft de rekening opzettelijk voor illegale doeleinden gebruikt;

(b)

er heeft gedurende meer dan 24 opeenvolgende maanden op de rekening geen transactie plaatsgevonden en de aan de betalingsdienstaanbieder verschuldigde kosten zijn niet betaald ;

(c)

de consument heeft welbewust onjuiste informatie verstrekt om de betaalrekening met basisfuncties te verkrijgen met dien verstande dat als hij wel juiste informatie zou hebben verstrekt, de aanvraag zou zijn geweigerd ;

(c bis)

de klant is niet in staat om binnen een maand nadat de rekening op afstand vooraf is geopend een duidelijke relatie met de betreffende lidstaat als bedoeld in artikel 15, lid 2 bis, aan te tonen;

(d)

de consument woont niet langer legaal in de Unie of heeft later een tweede betaalrekening geopend in de lidstaat waar hij reeds een betaalrekening met basisfuncties aanhoudt.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat indien de betalingsdienstaanbieder het contract voor een betaalrekening met basisfuncties beëindigt, hij de consument ten minste 1 maand voor de beëindiging in werking treedt schriftelijk en kosteloos op de hoogte brengt van de gronden en de rechtvaardiging voor de beëindiging , van ten minste één kosteloos of goedkoop rechtsmiddel of aanbod van adviesdiensten, alsmede van beschikbare mechanismen voor alternatieve geschillenbeslechting, tenzij een dergelijke openbaarmaking in strijd zou zijn met de doelstellingen van nationale veiligheid .

Artikel 19

Algemene informatie betreffende betaalrekeningen met basisfuncties

1.   De lidstaten zorgen ervoor dat adequate maatregelen van kracht zijn om bekendheid te geven aan de beschikbaarheid van betaalrekeningen met basisfuncties, de prijsvoorwaarden, de te volgen procedures om het recht uit te oefenen om toegang te verkrijgen tot basisbetaalrekeningen met basisfuncties en de manieren om toegang te verkrijgen tot alternatieve oplossingen voor de beslechting van geschillen. De lidstaten zorgen ervoor dat de communicatiemaatregelen afdoende zijn en goed gericht, en met name niet over een bankrekening beschikkende, kwetsbare en mobiele consumenten bereiken.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat betalingsdienstaanbieders voor de consumenten actief toegankelijke informatie en passende ondersteuning beschikbaar stellen over de specifieke kenmerken van de aangeboden betaalrekening met basisfuncties, de eraan verbonden kosten en de gebruiksvoorwaarden. De lidstaten zorgen er eveneens voor dat de consument in kennis wordt gesteld van het feit dat de aankoop van bijkomende diensten niet verplicht is om toegang te verkrijgen tot een betaalrekening met basisfuncties.

2 bis.     De lidstaten verlangen van onderwijsinstellingen en adviesdiensten dat zij diensten ontwikkelen ten behoeve van de meest kwetsbare klanten teneinde hen te adviseren en te helpen bij een verantwoord beheer van hun financiën. De lidstaten moedigen initiatieven aan om dit te verwezenlijken en het financieel onderwijs op scholen en elders verbeteren. Het risico van financiële uitsluiting moet voor alle consumenten tot een minimum worden teruggebracht. Voorts moedingen lidstaten initiatieven van betalingsdienstaanbieders aan waarbij gestreefd om het aanbieden van betaalrekeningen met basisfuncties en onafhankelijke financiële educatie te combineren.

2 ter.     De lidstaten zorgen ervoor dat betalingsdienstaanbieders die betaalrekeningen met basisfuncties moeten aanbieden jaarlijks gegevens openbaar maken over het aantal gedurende dat jaar aangevraagde, geweigerde, geopende en gesloten betaalrekeningen met basisfuncties. De relevante gegevens worden vergaard en gepubliceerd op het niveau van de bijkantoren en het bedrijf als geheel.

2 quater.     De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten onder meer op hun website een audit publiceren van de prestaties van elke betalingsdienstaanbieder voor wat betreft verenigbaarheid met de vereiste inzake het recht op toegang. Hiertoe worden de relevante betalingsdienstaanbieders onafhankelijk gewaardeerd naar hun prestaties voor het aanbieden van betaalrekeningen met basisfuncties en wordt er jaarlijks een rating van de tien banken met het grootste marktaandeel gepubliceerd. Alle relevante gegevens worden doorgestuurd naar de Commissie en de EBA.

HOOFDSTUK V

BEVOEGDE AUTORITEITEN EN ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING

Artikel 20

Bevoegde autoriteiten

1.   De lidstaten wijzen bevoegde autoriteiten aan die een doeltreffende naleving van deze richtlijn waarborgen en monitoren. Die bevoegde autoriteiten nemen alle noodzakelijke maatregelen om een dergelijke naleving te waarborgen. Zij zijn onafhankelijk van de betalingsdienstaanbieders. Zij zijn bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 4, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1093/2010.

2.   De in lid 1 bedoelde autoriteiten zijn onafhankelijk van betalingsdienstaanbieders en beschikken over alle bevoegdheden en middelen die noodzakelijk zijn voor het verrichten van hun taken. De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer meer dan een autoriteit bevoegd is om een doeltreffende naleving van deze richtlijn te waarborgen en te monitoren, deze autoriteiten nauw samenwerken zodat zij hun respectieve taken effectief kunnen uitvoeren. Die autoriteiten werken nauw samen met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten teneinde de juiste en volledige tenuitvoerlegging van de in deze richtlijn neergelegde maatregelen te waarborgen.

2 bis.     De in lid 1 bedoelde autoriteiten raadplegen regelmatig de relevante belanghebbenden, waaronder consumentenvertegenwoordigers, om de daadwerkelijk naleving van deze richtlijn te waarborgen en te verifiëren, onverminderd de in lid 1 vastgelegde onafhankelijkheidsvereiste.

3.   De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op … [één jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] in kennis van de in lid 1 bedoelde aangewezen bevoegde autoriteiten. Zij brengen de Commissie op de hoogte van de verdeling van de taken van die autoriteiten. Zij stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van alle latere wijzigingen met betrekking tot de aanwijzing en respectieve bevoegdheden van die autoriteiten.

Artikel 21

Alternatieve geschillenbeslechting

1.    De lidstaten stellen passende en efficiënte buitengerechtelijke klachten- en herstelprocedures vast voor de beslechting van geschillen tussen consumenten en betalingsdienstaanbieders betreffende rechten en verplichtingen die uit hoofde van deze richtlijn zijn vastgesteld. Daartoe wijzen de lidstaten bestaande organen aan en richten in voorkomend geval nieuwe organen op.

1 bis.     De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders zich aansluiten tot een of meer alternatieve geschillenbeslechtingsinstellingen die aan de volgende criteria voldoen:

(a)

de termijn om het geschil bij de rechtbank aanhangig te maken wordt geschorst voor de duur van de procedure voor alternatieve geschillenbeslechting;

(b)

de procedure verloopt kosteloos of tegen billijke kosten, zoals nader bepaald in nationale wetgeving;

(c)

elektronische middelen zijn voor de partijen niet de enige manier om toegang te krijgen tot de procedure;

(d)

aanbieders, consumenten en andere gebruikers zijn gelijkelijk vertegenwoordigd.

1 ter.     De lidstaten zorgen ervoor dat de betalingsdienstaanbieders zich bij een of meerdere organen voor alternatieve geschillenbeslechting aansluiten.

1 quater.     De lidstaten stellen de Commissie en de EBA uiterlijk … [ zes maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] in kennis van de in lid 1 bedoelde organen. Zij delen de Commissie alle latere wijzigingen met betrekking tot deze organen onverwijld mee.

1 quinquies.     De lidstaten zorgen ervoor dat betalingsdienstaanbieders de consument in kennis stellen van de instanties voor alternatieve geschillenbeslechting waaronder zij vallen en die bevoegd zijn om eventuele geschillen tussen henzelf en de consument te beslechten. Ze geven tevens aan of zij al dan niet bereid of verplicht zijn gebruik te maken van de diensten van deze entiteiten voor de beslechting van geschillen met consumenten.

1 sexies.     De in lid 1 ter bedoelde informatie moet op duidelijke, begrijpelijke en eenvoudige wijze toegankelijk zijn op de website van de aanbieders, voor zover zij over een website beschikken, en in de algemene voorwaarden van tussen de aanbieder en een consument gesloten verkoop- of dienstenovereenkomsten.

HOOFDSTUK VI

SANCTIES

Artikel 22

Administratieve maatregelen en toepassing van administratieve sancties en andere administratieve maatregelen

1.    De lidstaten stellen regels vast betreffende administratieve sancties en andere administratieve maatregelen die gelden voor overtredingen van de ingevolge deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen alle noodzakelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd. Deze administratieve sancties en andere administratieve maatregelen ▌zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.

De hoogte van financiële sancties moet zoveel mogelijk op Unieniveau worden vastgesteld om de daadwerkelijke naleving van de nationale bepalingen die uit hoofde van deze richtlijn worden aangenomen te waarborgen.

2.     Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 vaardigt de EBA richtsnoeren voor de bevoegde autoriteiten uit over de aard van de administratieve sancties en andere administratieve maatregelen, alsmede over de hoogte van de administratieve boetes.

3.     De lidstaten zien erop toe dat de bevoegde autoriteiten boetes of andere maatregelen die zijn opgelegd voor schending van de nationale bepalingen ter omzetting van deze richtlijn onverwijld openbaar maken en dat zij daarbij een uiteenzetting geven van het type en de aard van de schending.

De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk … [18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] in kennis van de bepalingen ten aanzien van de boetes en eventuele daaropvolgende wijzigingen daaraan.

HOOFDSTUK VII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 23

Gedelegeerde handelingen

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 24 gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende artikel 3, lid 4.

Artikel 24

Uitoefening van de delegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 23 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie verleend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 23 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een overeenkomstig artikel 23 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van drie maanden na kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien het Europees Parlement en de Raad beide vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met drie maanden verlengd.

 

Artikel 26

Evaluatie

1.    De lidstaten verstrekken de Commissie jaarlijks en voor het eerst uiterlijk op … [ 3 jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] informatie over het volgende ▌:

(a)

naleving door de betalingsdienstaanbieders van de bepalingen in de artikelen 3 tot en met 6;

(b)

het aantal erkende vergelijkingswebsites die zijn opgezet ingevolge artikel 7 en de beste praktijken met betrekking tot de gebruikerstevredenheid over vergelijkingswebsites ;

(c)

het aantal betaalrekeningen dat is omgezet, de gemiddelde voor het gehele overstapproces benodigde tijd, de gemiddelde totale aangerekende overstapkosten, het aantal overstapweigeringen , alsook de meest voorkomende problemen waar gebruikers tijdens de overstap mee te maken hebben ;

(d)

het aantal geopende betaalrekeningen met basisfuncties, de duur van aanhouding van dit soort rekeningen, het aantal weigeringen en beëindigingen en de gronden daarvoor en de gerelateerde kosten.

(d bis)

de maatregelen die zijn genomen om kwetsbare leden van de samenleving te helpen bij vraagstukken inzake financiële huishouding en buitensporig lenen.

2.     De Commissie stelt op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie een jaarverslag op.

Artikel 27

Evaluatieclausule

1.   Uiterlijk op … [ vier jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voor betreffende de toepassing van deze richtlijn, in voorkomend geval vergezeld van een voorstel.

Het verslag moet het volgende bevatten:

(a)

een overzicht van alle door de Commissie naar aanleiding van onjuiste of onvolledige tenuitvoerlegging van deze richtlijn gestarte inbreukprocedures;

(b)

een analyse van de impact van deze richtlijn op de harmonisering en integratie van retailbanking in de Unie alsmede op de mededinging en gemiddelde in de lidstaten in rekening gebrachte kosten;

(c)

strategieën ter verbetering van transparantie van de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de voorziening in betalingsdiensten in de hele Unie, onder meer ten aanzien van de transparantie op het vlak van bedrijfsmodellen en beleggingsstrategieën alsook sociaal verantwoord ondernemen;

(d)

een beoordeling van de kosten en baten van de invoering van volledige overdraagbaarheid van betaalrekeningnummers in de hele Unie, met inbegrip van een stappenplan voor deze invoering;

(e)

een analyse van de kenmerken van consumenten die sinds de omzetting van de richtlijn een betaalrekening met basisfuncties hebben geopend;

(f)

voorbeelden van beste praktijken in de verschillende lidstaten voor wat betreft vermindering van de uitsluiting van consumenten van de toegang tot betalingsdiensten;

(g)

een analyse van de kosten die voor basisbetaalrekeningen worden aangerekend, daarbij rekening houdend met de in artikel 17, lid 3 uiteengezette criteria;

(h)

een beoordeling van de verschillende opties voor het in de hele Unie vaststellen van een maximum voor de totale jaarlijkse kosten van het openen en gebruiken van een betaalrekening met basisfuncties en manieren om een dergelijk maximum aan te passen aan nationale omstandigheden;

(i)

een beoordeling van de impact van de levering van betaalrekeningen met basisfuncties op de markt voor andere betaalrekeningen met soortgelijke diensten.

2.   Bij de toetsing wordt, mede op basis van de ingevolge artikel 26 van de lidstaten ontvangen informatie, nagegaan of, gelet op de evolutie van de betaalmiddelen en de technologie, de lijst van diensten die deel uitmaken van de betaalrekening met basisfuncties moet worden gewijzigd of geactualiseerd.

3.   Bij de toetsing wordt eveneens nagegaan ▌of bijkomende maatregelen nodig zijn naast die welke ingevolge artikel 7 en 8 met betrekking tot vergelijkingswebsites en pakketaanbiedingen zijn vastgesteld.

Artikel 28

Omzetting

1.   De lidstaten belasten zich uiterlijk tegen … [ twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] met de vaststelling en bekendmaking van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die noodzakelijk zijn om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Indien de stukken die door de lidstaten worden overlegd als bijlage bij de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen, niet toereikend zijn om volledig inzicht te krijgen in de mate waarin die maatregelen in overeenstemming zijn met bepaalde artikelen van deze richtlijn, kan de Commissie, op verzoek van de EBA met het oog op de uitvoering van haar taken uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1093/2010 of op eigen initiatief, verlangen dat de lidstaten meer gedetailleerde informatie met betrekking tot de omzetting van deze richtlijn en uitvoering van die maatregelen verstrekken.

2.   Zij passen die bepalingen toe vanaf één jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.

In afwijking van de eerste alinea passen de lidstaten vanaf … [18 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] de bepalingen van hoofdstuk III toe met betrekking tot overstapdiensten tussen in dezelfde lidstaat gevestigde betalingsdienstaanbieders en, voor betaalrekeningen in euro, tussen in de Unie gevestigde betalingsdienstaanbieders, voor betalingsdiensten in euro.

In afwijking van de eerste alinea en tenzij de Commissie anders besluit op basis van een ontwerp van regelgevingseffectbeoordeling, passen de lidstaten vanaf … [48 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] de bepalingen van hoofdstuk III toe met betrekking tot een overstapdienst tussen in de Unie gevestigde betalingsdienstaanbieders voor betaalrekeningen in een andere valuta dan de euro.

In afwijking van de eerste alinea passen de lidstaten artikel 4, lid 1 tot en met 6, artikel 5, lid 1 en 2, en artikel 6, lid 1 en 2, toe binnen 18 maanden na de datum van publicatie van de in artikel 3, lid 5, bedoelde lijst.

In afwijking van de eerste alinea passen lidstaten waar per 1 januari 2014 een nationale juridische regeling geldt om de toegang tot betaalrekeningen met basisfuncties te garanderen voor consumenten die legaal op hun grondgebied verblijven, vanaf … [24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] de bepalingen van hoofdstuk IV toe.

3.   Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

4.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 29

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 30

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te …,

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

Voor de Raad

De voorzitter


(1)  Nog niet in het PB bekendgemaakt.

(2)  PB L 319 van 5.12.2007, blz. 1.

(3)  Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0293.

(4)  PB L 190 van 21.7.2011, blz. 87.

(5)  PB L 94 van 30.3.2012, blz. 22.

(6)   Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15).

(7)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(8)   Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.06.13, blz. 338).