26.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 75/280 |
P7_TA(2013)0309
Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten ***I
Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 3 juli 2013 op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat bewaardertaken, beloningsbeleid en sancties betreft (COM(2012)0350 — C7-0178/2012 — 2012/0168(COD)) (1)
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(2016/C 075/42)
[Amendement 1 tenzij anders vermeld]
AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT (2)
op het voorstel van de Commissie
(1) De zaak werd terugverwezen voor een nieuwe behandeling naar de bevoegde commissie uit hoofde van artikel 57, lid 2, tweede alinea, van het Reglement (A7-0125/2013).
(2) Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief, schrappingen zijn met het symbool ▐ aangegeven.
RICHTLIJN 2013/…/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat bewaardertaken, beloningsbeleid en sancties betreft
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 53, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
▌
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) moet worden gewijzigd om rekening te houden met de ontwikkelingen op de markt en de tot dusver door de marktdeelnemers en toezichthouders opgedane ervaring, met name om discrepanties tussen de nationale bepalingen met betrekking tot de taken en aansprakelijkheid van bewaarders, beloningsbeleid en sancties aan te pakken. |
(2) |
Om de mogelijk schadelijke gevolgen van onvolkomen vormgegeven beloningsstructuren voor een goed risicobeheer en een degelijke controle van het risicogedrag van individuele personen aan te pakken, dient voor beheermaatschappijen van instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) een uitdrukkelijke verplichting te worden opgenomen om voor de categorieën van medewerkers wier beroepsactiviteiten het risicoprofiel van de icbe's die zij beheren materieel beïnvloeden, een beloningsbeleid en een beloningscultuur vast te stellen en in stand te houden die met een deugdelijk en doeltreffend risicobeheer te verenigen zijn. Die categorieën van medewerkers moeten alle werknemers op fonds- of subfondsniveau omvatten die besluiten nemen of fondsen beheren, alsook personen die besluiten nemen inzake beleggingen in niet-financiële activa, personen die bevoegd zijn om invloed uit te oefenen op dergelijke werknemers of personeelsleden, onder meer adviseurs en analisten inzake het beleggingsbeleid, hogere leidinggevende medewerkers , evenals elke werknemer wiens totale beloning hem in dezelfde beloningsschaal plaatst als de hoogste directie en degenen die besluiten nemen. Die regels moeten ook voor icbe-beleggingsmaatschappijen gelden die geen beheermaatschappij aanwijzen. |
(3) |
De beginselen inzake beloningsbeleid moeten zodanig zijn dat icbe-beheermaatschappijen deze beginselen op verschillende wijze kunnen toepassen, afhankelijk van hun grootte en de grootte van de icbe die zij beheren, hun interne organisatie en de aard, de reikwijdte en de complexiteit van hun werkzaamheden. Icbe-beheermaatschappijen moeten er evenwel hoe dan ook voor zorgen dat zij al deze beginselen tegelijkertijd toepassen. |
(4) |
De beginselen betreffende een goed beloningsbeleid in deze richtlijn moeten consistent zijn en aangevuld worden met de beginselen in Aanbeveling 2009/384/EG van de Commissie van 30 april 2009 over het beloningsbeleid in de financiële sector (3), alsmede door de werkzaamheden van de Raad voor de Financiële Stabiliteit (Financial Stability Board — FSB) en de afspraken in G20-verband om het risico in de financiële dienstverlening te beperken . |
(4 bis) |
Een gegarandeerde variabele beloning moet uitzonderlijk zijn omdat deze niet strookt met goed risicobeheer of met het beginsel van prestatiebeloning, en mag bijgevolg geen onderdeel vormen van toekomstige compensatieplannen. |
(4 ter) |
Beloning die uit het fonds aan beheermaatschappijen wordt betaald, moet net zoals de beloning die beheermaatschappijen aan hun medewerkers betalen, stroken met het beginsel van goed en doeltreffend risicobeheer en met de belangen van de beleggers. |
(4 quater) |
Naast de pro-ratabeloning, dient het mogelijk te zijn kosten en uitgaven die rechtstreeks verband houden met de instandhouding en de vrijwaring van beleggingen mogelijk te zijn, bijvoorbeeld voor gerechtelijke stappen, bescherming of handhaving van de rechten van de deelnemer of opvraging van of compensatie voor verloren activa, door de beheermaatschappij ten laste van het fonds te worden gebracht. De Commissie moet beoordelen wat de normale kosten zijn van producten in de lidstaten voor retailbeleggingen. De Commissie moet de relevante sector raadplegen en een effectbeoordeling verrichten, en moet een wetgevingsvoorstel voorleggen indien er behoefte is aan verdere harmonisering. |
(5) |
Ter bevordering van de toezichtconvergentie bij de toetsing van het beloningsbeleid en de beloningscultuur dient de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (4), erop toe te zien dat er richtsnoeren voor een goed beloningsbeleid in de sector vermogensbeheer bestaan. De Europese Bankautoriteit (EBA), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5), moet ESMA bijstaan bij het opstellen van die richtsnoeren. Deze richtsnoeren moeten met name nadere instructies bevatten betreffende de gedeeltelijke neutralisering van de beloningsbeginselen die verenigbaar zijn met het risicoprofiel, de risicobereidheid en de strategie van de beheermaatschappij en de icbe die zij beheert. De richtsnoeren van ESMA voor het beloningsbeleid moeten, in voorkomend geval, voor zover mogelijk worden afgestemd op de richtsnoeren voor fondsen die onder Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (6) vallen. Bovendien moet ESMA toezien op de adequate uitvoering van deze richtsnoeren door de nationale autoriteiten. Tekortkomingen moeten meteen door de toezichthouders worden aangepakt om in geheel de interne markt gelijke voorwaarden te waarborgen. |
(6) |
De bepalingen inzake beloningen doen geen afbreuk aan de volledige uitoefening van de grondrechten die door de Verdragen worden gegarandeerd, de algemene beginselen van nationaal overeenkomstenrecht en arbeidsrecht, toepasselijke wetgeving inzake rechten van aandeelhouders en de algemene verantwoordelijkheden van de bestuurs- en toezichtsorganen van de instelling in kwestie, noch aan het eventuele recht van de sociale partners om collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten en te bekrachtigen, overeenkomstig de nationale wetgevingen en gebruiken. |
(7) |
Om het noodzakelijke niveau van harmonisatie van de betrokken reguleringsvereisten in de verschillende lidstaten te waarborgen, moeten bijkomende regels worden vastgesteld waarin de taken en verplichtingen van bewaarders worden omschreven, de rechtsentiteiten worden aangewezen die als bewaarder kunnen worden aangesteld en duidelijkheid wordt verschaft over de aansprakelijkheid van bewaarders in gevallen waarin in bewaring gehouden icbe-activa verloren worden of bij onbehoorlijke uitoefening van toezichttaken door de bewaarders. Dergelijke wanprestaties kunnen in het verlies van activa, maar ook in het waardeverlies van activa resulteren als bijvoorbeeld een bewaarder beleggingen heeft geduld die niet aan het fondsreglement voldeden, terwijl de belegger aan onverwachte risico's werd blootgesteld. In bijkomende regels moeten ook de voorwaarden worden verduidelijkt waaronder bewaardersfuncties mogen worden gedelegeerd. |
(8) |
Het is noodzakelijk te verduidelijken dat een icbe één bewaarder moet aanstellen die belast is met het algemene toezicht op de icbe-activa. Door de aanstelling van één bewaarder op te leggen, moet worden gewaarborgd dat de bewaarder een overzicht heeft van alle activa van de icbe en zowel fondsbeheerders als beleggers één aanspreekpunt hebben indien zich in verband met de bewaring van de activa of de uitoefening van de toezichttaken problemen voordoen. De bewaring van activa omvat het in bewaarneming houden van activa of, indien het activa betreft die gezien hun aard niet in bewaarneming te houden zijn, verificatie van de eigendom van die activa alsook het bijhouden van vastleggingen voor die activa. |
(9) |
Bij de uitvoering van zijn taken moet een bewaarder betrouwbaar, eerlijk, professioneel, onafhankelijk en in het belang van de icbe of van de beleggers van de icbe handelen. |
(10) |
Om, ongeacht de rechtsvorm die de icbe aanneemt, een geharmoniseerde aanpak van de uitvoering van de taken van bewaarders in alle lidstaten te garanderen, is het noodzakelijk een uniforme lijst van toezichttaken in te voeren waarmee zowel een icbe die als rechtspersoon is opgericht (een beleggingsmaatschappij) als een icbe die contractueel is opgericht belast zijn. |
(11) |
De bewaarder moet verantwoordelijk zijn voor de behoorlijke controle van de kasstromen van de icbe en met name om te waarborgen dat geld dat de belegger en kasgeld dat de icbe toebehoort correct wordt geboekt op rekeningen die zijn geopend op naam van de icbe of op naam van de beheermaatschappij die namens de icbe optreedt of op naam van de bewaarder die namens de icbe optreedt. Bijgevolg moeten nadere bepalingen inzake kasgeldcontrole worden vastgesteld om effectieve en consistente niveaus van beleggersbescherming te verzekeren. Wanneer hij ervoor zorgt dat beleggersgelden op kasgeldrekeningen wordt geboekt, moet de bewaarder rekening houden met de beginselen die zijn neergelegd in artikel 16 van Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (7). |
(12) |
Om frauduleuze kasgeldoverdrachten te voorkomen, moet worden vereist dat geen kasgeldrekening in verband met de transacties van het fonds wordt geopend buiten medeweten van de bewaarder. |
(13) |
Alle financiële instrumenten die voor een icbe in bewaring worden gehouden moeten van de eigen activa van de bewaarder worden onderscheiden en te allen tijde als toebehorende aan die icbe worden aangemerkt; die vereiste moet een bijkomend beschermingsniveau voor beleggers waarborgen voor het geval de bewaarder in gebreke blijft. |
(14) |
Naast de bestaande bewaarnemingsverplichting voor activa die aan een icbe toebehoren, moet een onderscheid worden gemaakt tussen activa die in bewaring kunnen worden gehouden en activa die niet in bewaring kunnen worden gehouden, waarvoor in plaats daarvan een vereiste van bijhouden van vastleggingen en eigendomsverificatie geldt. De groep activa die in bewaring kunnen worden gehouden, moet duidelijk onderscheiden worden, aangezien de verplichting om verloren activa terug te geven alleen voor die specifieke categorie van financiële activa moet gelden. |
(14 bis) |
De financiële instrumenten die door de bewaarder in bewaring worden gehouden mogen niet voor eigen rekening worden hergebruikt door de bewaarder of een derde aan wie de bewaringstaak is gedelegeerd. |
(15) |
Het is noodzakelijk de voorwaarden voor de delegatie van de bewaringstaken van de bewaarder aan een derde te bepalen. Delegatie en subdelegatie moeten objectief verantwoord zijn en onderworpen zijn aan strikte vereisten met betrekking tot de geschiktheid van de derde waaraan de gedelegeerde taak is toevertrouwd, en met betrekking tot de vereiste bekwaamheid, zorg en zorgvuldigheid die de bewaarder moet betrachten om die derde partij te selecteren, aan te stellen en te controleren. Om uniforme marktvoorwaarden en een in dezelfde mate hoog niveau van beleggersbescherming tot stand te brengen, moeten deze voorwaarden worden afgestemd op die welke van toepassing van zijn uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (8) en Verordening (EU) nr. 1095/2010. Er dienen bepalingen te worden vastgesteld om te garanderen dat derden over de noodzakelijke middelen beschikken om hun taken uit te voeren en dat zij de icbe-activa gescheiden bewaren. |
(16) |
Het toevertrouwen van de bewaring van activa aan de exploitant van een effectenafwikkelingssysteem als vastgesteld in Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (9) of het toevertrouwen van de verlening van dergelijke diensten aan effectenafwikkelingssystemen van een derde land mag niet als een delegatie van bewaringstaken worden beschouwd. |
(17) |
Een derde waaraan de bewaarneming van activa wordt gedelegeerd, moet in staat zijn bij wijze van een gemeenschappelijke gescheiden rekening voor meerdere icbe's een omnibusrekening aan te houden. |
(18) |
Indien bewaring aan een derde wordt gedelegeerd, is het eveneens noodzakelijk te waarborgen dat de derde aan specifieke vereisten inzake effectieve prudentiële regulering en effectief prudentieel toezicht is onderworpen. Bovendien moeten, om ervoor te zorgen dat de financiële instrumenten in het bezit zijn van de derde aan wie bewaring is gedelegeerd, periodieke externe audits worden uitgevoerd. |
(19) |
Om voor consistent hoge niveaus van beleggersbescherming te zorgen, moeten bepalingen inzake gedrag en inzake het beheer van belangenconflicten worden vastgesteld en in alle situaties gelden, inclusief in geval van delegatie van bewaringstaken. Die regels moeten met name een duidelijke scheiding van taken en functies tussen de bewaarder, de icbe en de beheermaatschappij waarborgen. |
(20) |
Om voor een hoog niveau van beleggersbescherming te zorgen en een passend niveau van prudentiële regulering en voortdurende controle te waarborgen, is het noodzakelijk een exhaustieve lijst op te stellen van entiteiten die in aanmerking komen om als bewaarder op te treden, zodat enkel kredietinstellingen en beleggingsondernemingen als icbe-bewaarder worden toegelaten. Om andere entiteiten die vroeger mogelijk in aanmerking kwamen om als bewaarder voor icbe-fondsen op te treden de mogelijkheid te bieden zich tot een in aanmerking komende entiteit om te vormen, moet voor die entiteiten in overgangsbepalingen worden voorzien. |
(21) |
Het is noodzakelijk de aansprakelijkheid van de icbe-bewaarder bij verlies van een in bewaring gehouden financieel instrument te specificeren en te verduidelijken. De bewaarder moet, bij verlies van een in bewaring gehouden financieel instrument, aansprakelijk zijn om een gelijksoortig financieel instrument of het overeenkomstige bedrag aan de icbe terug te geven. Er moet in geen verder ontslag van aansprakelijkheid bij verlies van activa worden voorzien, behalve indien de bewaarder kan bewijzen dat het verlies het gevolg is van een 'externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle om waarvan de gevolgen ondanks alle inspanningen om dit te voorkomen onvermijdelijk zouden zijn geweest'. In dit verband mag een bewaarder zich niet op interne situaties zoals een bedrieglijke handeling van een werknemer kunnen beroepen om zichzelf van aansprakelijkheid te ontstaan. |
(22) |
Indien de bewaarder bewaartaken delegeert en de door een derde in bewaring gehouden financiële instrumenten worden verloren, dan moet de bewaarder aansprakelijk zijn. Tevens dient te worden vastgesteld dat bij verlies van een in bewaring gehouden instrument een bewaarder verplicht is een gelijksoortig financieel instrument of het overeenkomstige bedrag terug te geven, ook al heeft het verlies zich bij de subbewaarder voorgedaan. De bewaarder moeten enkel van die aansprakelijkheid worden ontslagen indien hij kan aantonen dat het verlies het gevolg was van een externe gebeurtenis waarover hij redelijkerwijs geen controle had en waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om ze te verhinderen. In dit verband mag een bewaarder zich niet op interne situaties zoals een bedrieglijke handeling van een werknemer kunnen beroepen om zichzelf van aansprakelijkheid te ontstaan. Ontslag van wettelijke of contractuele aansprakelijkheid mag niet mogelijk zijn bij verlies van activa door een bewaarder of zijn subbewaarder. |
(23) |
Iedere belegger in een icbe-fonds moet, rechtstreeks of onrechtstreeks, via de beheermaatschappij, vorderingen kunnen instellen betreffende de aansprakelijkheid van zijn bewaarder. Verhaal op de bewaarder mag niet afhangen van de rechtsvorm die een icbe-fonds aanneemt (als rechtspersoon of op basis van een contract opgericht) of het juridische karakter van de relatie tussen de bewaarder, de beheermaatschappij en de deelnemers. |
(24) |
Op 12 juli 2010 heeft de Commissie wijzigingen voorgesteld van Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (10). Het is van essentieel belang dat het voorstel van 12 juli 2010 wordt aangevuld door de verplichtingen en de reikwijdte van de aansprakelijkheid van de bewaarder en de subbewaarders van icbe's te verduidelijken om in een hoog niveau van bescherming voor icbe-beleggers te voorzien indien een bewaarder zijn verplichtingen krachtens de richtlijn niet kan nakomen. |
(24 bis) |
In het licht van de in deze richtlijn vervatte bepalingen die de reikwijdte van de taken en de aansprakelijkheden van de bewaarders vaststellen, moet de Commissie analyseren in welke situaties het faillissement van een icbe-bewaarder of -subbewaarder kan leiden tot verliezen voor icbe-deelnemers, hetzij door het verlies aan intrinsieke waarde van hun rechten van deelneming hetzij door andere oorzaken, welke verliezen krachtens deze bepalingen niet kunnen worden gerecupereerd, wat bijgevolg kan vereisen dat bestaande beleggerscompensatiestelsels worden uitgebreid zodat ze ook verzekeringspremies dekken of dat een soort compensatie wordt opgezet dat de icbe-bewaarder dekt als een icbe-subbewaarder failliet gaat. Verder moet in de analyse worden nagegaan hoe in dergelijke situaties kan worden gewaarborgd dat beleggers gelijk worden beschermd en dat de transparantie voor alle beleggers gelijk is, ongeacht de bemiddelingsketen tussen de belegger en de effecten die door het faillissement zijn getroffen. Deze analyse moet, zo nodig tezamen met wetgevingsvoorstellen, aan het Europees Parlement en de Raad worden voorgelegd. |
(25) |
Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat dezelfde vereisten voor bewaarders gelden ongeacht de rechtsvorm die een icbe aanneemt. Consistentie van de vereisten moet de rechtszekerheid bevorderen, de beleggersbescherming vergroten en tot het scheppen van uniforme marktvoorwaarden bijdragen. De Commissie heeft geen melding ontvangen dat een beleggingsmaatschappij gebruik heeft gemaakt van de afwijking van de algemene verplichting om activa aan een bewaarder toe te vertrouwen. Bijgevolg moeten de vereisten van Richtlijn 2009/65/EG betreffende de bewaarder van een beleggingsmaatschappij als overbodig worden beschouwd. |
(26) |
Overeenkomstig de mededeling van de Commissie van 8 december 2010 betreffende het versterken van sanctieregelingen in de financiële sector moeten bevoegde autoriteiten gemachtigd zijn om geldelijke sancties op te leggen die voldoende hoog zijn om afschrikkend en evenredig te zijn teneinde op te wegen tegen verwachte voordelen van gedragingen die vereisten schenden. |
(27) |
Teneinde een consistente toepassing in alle lidstaten te garanderen, moeten de lidstaten ertoe worden verplicht zorg ervoor dragen dat de bevoegde autoriteiten bij de vaststelling van de aard van administratieve sancties of maatregelen en het niveau van administratieve geldelijke sancties alle relevante omstandigheden in aanmerking nemen. |
(28) |
Om de afschrikkende werking op het publiek in het algemeen te versterken en het te informeren over inbreuken op regels die nadelig kunnen zijn voor de bescherming van beleggers moeten, behalve in welbepaalde omstandigheden, sancties worden bekendgemaakt. Om naleving van het evenredigheidsbeginsel te verzekeren, moeten de sancties anoniem worden bekendgemaakt indien bekendmaking de betrokken partijen onevenredige schade zou toebrengen. |
(29) |
Aan de bevoegde autoriteiten dienen de nodige onderzoeksbevoegdheden te worden toevertrouwd om mogelijke schendingen op te sporen en zij dienen doeltreffende mechanismen op te zetten om de melding van mogelijke of feitelijke schendingen aan te moedigen. |
(30) |
Deze richtlijn dient alle in de wetgeving van de lidstaten voorkomende bepalingen met betrekking tot delicten en sancties onverlet te laten. |
(31) |
Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zoals verankerd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. |
(32) |
Om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van deze richtlijn worden bereikt, moet de Commissie bevoegd zijn gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Met name moet de Commissie bevoegd zijn gedelegeerde handelingen vast te stellen ter precisering van de gegevens die moeten worden opgenomen in de standaardovereenkomst tussen de bewaarder en de beheermaatschappij of de beleggingsmaatschappij, de voorwaarden voor de uitvoering van bewaardertaken, inclusief het soort financiële instrumenten dat onder de bewaringstaken van de bewaarder moet vallen, de voorwaarden waaronder de bewaarder zijn bewaringstaken mag uitoefenen ten aanzien van financiële instrumenten die bij een centrale bewaarder geregistreerd zijn en de voorwaarden waaronder de bewaarder nominatief uitgegeven financiële instrumenten die bij een uitgevende instelling of administrateur geregistreerd zijn, moet bewaren, de due diligence-verplichtingen van bewaarders, de verplichting tot gescheiden bewaring, de voorwaarden waaronder en omstandigheden waarin in bewaring gehouden financiële instrumenten als verloren moeten worden beschouwd, hetgeen verstaan moet worden onder een externe gebeurtenis buiten zijn redelijke controle om waarvan de gevolgen ondanks alle inspanningen om ze te voorkomen onvermijdelijk zouden zijn geweest. Het niveau van beleggersbescherming voorzien bij deze gedelegeerde handelingen moet ten minste zo hoog zijn als die waarin wordt voorzien door gedelegeerde handelingen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig aan het Europees Parlement en de Raad worden toegezonden. |
(33) |
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring ▌van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken van 28 september 2011 (11) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van een of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken gerechtvaardigd. |
(34) |
Daar doelstellingen van deze richtlijn, namelijk het vertrouwen van beleggers in icbe's verbeteren, door het verscherpen van de vereisten betreffende de taken en de aansprakelijkheid van bewaarders, het beloningsbeleid van beheermaatschappijen en beleggingsmaatschappijen en door het invoeren van gemeenschappelijke normen voor de sancties die op de voornaamste inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn staan, niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, indien zij onafhankelijk van elkaar handelen, en derhalve vanwege hun omvang en gevolgen beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in dat artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. |
(34 bis) |
De Europese Toezichthouder voor gegevens is geraadpleegd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens. |
(35) |
Richtlijn 2009/65/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2009/65/EG wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
de volgende artikelen ▌worden ingevoegd: „Artikel 14 bis 1. De lidstaten verplichten de beheermaatschappijen beloningsbeleid en beloningspraktijken in te voeren en toe te passen die in overeenstemming zijn met en bijdragen aan een gezond en doeltreffend risicobeheer en niet aanmoedigen tot het nemen van risico’s die niet te verenigen zijn met het risicoprofiel, het reglement of de statuten van de icbe's in hun beheer. 2. Het beloningsbeleid en de beloningspraktijken hebben betrekking op vaste en variabele componenten van salarissen en uitkeringen uit hoofde van discretionaire pensioenen. 3. Het beloningsbeleid en de beloningspraktijken zijn van toepassing op de volgende categorieën van medewerkers, inclusief werknemers of andere personeelsleden zoals — maar niet uitsluitend — tijdelijk of contractueel personeel, op fonds- of subfondsniveau:
4. ESMA geeft in overeenstemming met artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 ▌voor de bevoegde autoriteiten richtsnoeren die voldoen aan artikel 14 ter. In deze richtsnoeren wordt ook rekening gehouden met de beginselen voor een gezond beloningsbeleid die zijn vastgelegd in Aanbeveling 2009/384/EG ▌, alsmede met de omvang van de beheermaatschappijen en de door hen beheerde icbe’s, hun interne organisatie en de aard, reikwijdte en complexiteit van hun werkzaamheden. Bij de ontwikkeling van de richtsnoeren werkt ESMA nauw samen met de ▌EBA om voor consistentie te zorgen met voor andere sectoren van financiële diensten, met name kredietinstellingen en beleggingondernemingen, ontwikkelde vereisten. Artikel 14 ter 1. Bij de vaststelling en toepassing van het beloningsbeleid als bedoeld in artikel 14 bis nemen beheermaatschappijen de volgende beginselen in acht op een wijze en in de mate die aansluit bij hun omvang, interne organisatie en de aard, reikwijdte en complexiteit van hun activiteiten:
1 bis. ESMA ziet, in samenwerking met de bevoegde autoriteiten, toe op het beloningsbeleid als bedoeld in artikel 14 bis. Indien artikel 14 bis en dit artikel niet worden nageleefd, kan ESMA overeenkomstig zijn in artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vastgestelde bevoegdheden handelen, met name door aanbevelingen te richten aan de bevoegde autoriteiten om de toepassing van een specifiek beloningsbeleid tijdelijk te verbieden of te beperken. 1 ter. De [icbe/beheermaatschappij/remuneratiecommissie verschaft de beleggers jaarlijks op een duurzame drager informatie over het beloningsbeleid van de icbe voor personeel binnen de werkingssfeer van artikel 14 bis waarin wordt beschreven hoe de beloning is berekend. 1 quater. Onverminderd lid 1, zorgen de lidstaten ervoor dat de bevoegde autoriteit van de [icbe/beheermaatschappij/remuneratiecommissie] kan verlangen dat deze schriftelijk uiteenzet op welke wijze een variabel beloningspakket strookt met haar verplichting om een beloningsbeleid vast te stellen waarmee:
In nauwe samenwerking met EBA zet ESMA in haar richtsnoeren over het beloningsbeleid uiteen hoe uiteenlopende sectorale beloningsbeginselen, zoals die in Richtlijn 2011/61/EU en Richtlijn 2013/36/EU, moeten worden toegepast, wanneer werknemers of andere personeelscategorieën diensten verlenen die onder uiteenlopende sectorale beloningsbeginselen vallen. [Am. 3] 2. De in lid 1 vermelde beginselen zijn van toepassing op alle soorten door de beheermaatschappij uitgekeerde beloningen en op alle overdrachten van rechten van deelneming of aandelen in de icbe, ten gunste van de categorieën van medewerkers, inclusief hogere leidinggevende en risiconemende medewerkers en medewerkers met een controlefuncties en elke werknemer wiens totale beloning binnen dezelfde beloningsschaal als hogere leidinggevenden en risiconemers valt, wier beroepswerkzaamheden het risicoprofiel van de icbe's die zij beheren materieel beïnvloeden. 3. Beheermaatschappijen die significant zijn qua omvang, of qua omvang van de door hen beheerde icbe's, hun interne organisatie en de aard, reikwijdte en complexiteit van hun werkzaamheden, stellen een remuneratiecommissie in. De remuneratiecommissie is zodanig samengesteld dat zij een kundig en onafhankelijk oordeel kan geven over beloningsbeleid en -cultuur en over de prikkels die worden gecreëerd voor het beheren van risico’s. De remuneratiecommissie , opgezet in voorkomend geval in overeenstemming met de ESMA richtsnoeren, is verantwoordelijk voor het voorbereiden van beslissingen over beloning, ook van beslissingen die gevolgen hebben voor het risico en het risicobeheer van de beheermaatschappij of de betrokken icbe en die het leidinggevend orgaan bij de uitoefening van zijn toezichttaak moet nemen. De remuneratiecommissie wordt voorgezeten door een lid van het leidinggevend orgaan dat in de betrokken beheermaatschappij geen leidinggevende taken verricht. De leden van de remuneratiecommissie zijn leden van het leidinggevend orgaan, die in de betrokken beheermaatschappij geen leidinggevende functie uitoefenen. De remuneratiecommissie omvat werknemersvertegenwoordigers en draagt er zorg voor dat de regels die ze uitvaardigt de aandeelhouders in staat stellen in onderlinge samenwerking te handelen. Bij de voorbereiding van zijn beslissingen houdt het remuneratiecomité rekening met de langetermijnbelangen van belanghebbenden, investeerders en het openbaar belang. ” |
(2) |
Artikel 20, lid 1, onder a), wordt vervangen door:
|
(3) |
Artikel 22 wordt vervangen door: „Artikel 22 1. De beleggingsmaatschappij, en de beheermaatschappij voor elk door haar beheerd beleggingsfonds, zorgen ervoor dat één bewaarder wordt benoemd overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk. 2. De benoeming van de bewaarder wordt schriftelijk vastgelegd in een contract. Dat contract regelt de uitwisseling van informatie die noodzakelijk wordt geacht om de bewaarder in staat te stellen zijn taken met betrekking tot de icbe waarvoor hij als bewaarder is benoemd, uit te voeren, overeenkomstig deze richtlijn en andere wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen die relevant zijn voor bewaarders in de lidstaat van herkomst van de icbe. 3. De bewaarder:
4. De bewaarder zorgt ervoor dat de kasstromen van de icbe naar behoren gecontroleerd worden, en zorgt er in het bijzonder voor dat alle betalingen door of namens beleggers bij de inschrijving op rechten van deelneming van de icbe ontvangen zijn, en dat alle kasgeld van de icbe geboekt is op kasgeldrekeningen die aan de volgende voorwaarden voldoen:
Indien de kasgeldrekeningen geopend zijn op naam van de bewaarder die namens de icbe optreedt, mag geen kasgeld van de in punt b) van de eerste alinea bedoelde entiteit en geen eigen kasgeld van de bewaarder op die rekeningen geboekt worden. 5. De activa van de icbe worden als volgt bij een bewaarder in bewaring gegeven:
5 bis. De bewaarder voorziet de beheermaatschappij op gezette tijden van een volledig overzicht van alle activa die namens de icbe in bewaring worden gehouden. 5 ter . De financiële instrumenten die door de bewaarder in bewaring worden gehouden mogen niet voor eigen rekening worden hergebruikt door de bewaarder of een derde aan wie de bewaringstaak is gedelegeerd. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder hergebruik verstaan het gebruik van financiële instrumenten die door één handeling worden geleverd om onderpand te verstrekken voor een andere transactie, inclusief maar niet uitsluitend overdracht, terbeschikkingstelling, verkoop en lening. 6. De lidstaten zorgen ervoor dat bij insolventie van de bewaarder en/of een gereguleerde entiteit die financiële instrumenten van een icbe in bewaring houdt, deze ▐ in bewaring gehouden financiële instrumenten van een icbe niet beschikbaar zijn voor uitkering onder of realisatie ten voordele van crediteuren van de bewaarder of van de gereguleerde entiteit . 7. De bewaarder mag geen van zijn in de leden 3 en 4 genoemde taken delegeren aan derden. De bewaarder mag de in lid 5 genoemde taken uitsluitend aan een derde delegeren indien:
De in lid 5 genoemde taken mogen door de bewaarder alleen worden gedelegeerd aan een derde die tijdens de uitvoering van de aan hem gedelegeerde taken:
Voor de toepassing van punt (e) geeft ESMA in overeenstemming met artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 aan de bevoegde autoriteiten gerichte richtsnoeren uit inzake de passende maatregelen ingeval van insolventie van de derde. Niettegenstaande punt b) van de derde alinea kan, indien het recht van een derde land vereist dat bepaalde financiële instrumenten in bewaarneming worden genomen door een lokale entiteit en geen lokale entiteiten aan de in punten a) tot met f) van de derde alinea vervatte eisen inzake bewaringsdelegatie voldoen, de bewaarder zijn taken aan een dergelijke lokale entiteit slechts delegeren in de mate waarin dit vereist is uit hoofde van de wetgeving van het derde land en alleen zolang er geen lokale entiteiten aan de eisen inzake delegatie voldoen, en alleen onder de volgende voorwaarden:
De derde mag deze taken op zijn beurt, onder dezelfde voorwaarden, subdelegeren. In dit geval is artikel 24, lid 2, mutatis mutandis van toepassing op de relevante partijen. Voor de toepassing van deze alinea wordt de dienstverlening door effectenafwikkelingssystemen als aangewezen bij Richtlijn 98/26/EG ▌ of de verlening van dergelijke diensten door effectenafwikkelingssystemen van een derde land niet als delegatie van zijn bewaarnemingstaken beschouwd.” |
(4) |
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
|
(5) |
Artikel 24 wordt vervangen door: „Artikel 24 1. De lidstaten zorgen ervoor dat de bewaarder jegens de icbe en de deelnemers van de icbe aansprakelijk is voor het verlies door de bewaarder of een derde aan wie de bewaarneming van conform ▐ artikel 22, lid 5, in bewaarneming genomen financiële instrumenten is gedelegeerd. In geval van verlies van een in bewaarneming genomen financieel instrument zorgen de lidstaten ervoor dat de bewaarder onverwijld een financieel instrument van hetzelfde type of het overeenkomstige bedrag teruggeeft aan de icbe of de beheermaatschappij die namens de icbe optreedt. De bewaarder is niet aansprakelijk indien hij kan aantonen dat het verlies het gevolg is van een externe gebeurtenis waarover hij redelijkerwijs geen controle heeft en waarvan de gevolgen onvermijdelijk waren, ondanks alle inspanningen om ze te verhinderen. De lidstaten zorgen ervoor dat de bewaarder jegens de icbe en de beleggers van de icbe eveneens aansprakelijk is voor alle andere verliezen die zij ondervinden doordat de bewaarder zijn verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn met opzet of door nalatigheid niet naar behoren nakomt. 2. De in lid 22, lid 7, bedoelde delegatie laat de aansprakelijkheid van de bewaarder onverlet. 3. De in lid 1 bedoelde aansprakelijkheid van de bewaarder mag niet bij overeenkomst worden uitgesloten of beperkt. 4. Elke overeenkomst die in strijd is met de bepaling van lid 3, is nietig. 5. Deelnemers van de icbe kunnen de bewaarder rechtstreeks of onrechtstreeks via de beheermaatschappij aanspreken. 5 bis. Geen enkele bepaling in dit artikel belet dat een bewaarder regelingen treft om zijn in lid 1 genoemde aansprakelijkheid na te leven mits dergelijke regelingen deze aansprakelijkheid niet beperken of verminderen of tot gevolg hebben dat de bewaarder zijn verplichtingen met vertraging naleeft.” |
(6) |
Artikel 25, lid 2, wordt vervangen door: „2. Bij de vervulling van hun respectieve taken handelen de beheermaatschappij en de bewaarder loyaal, billijk, professioneel, onafhankelijk en in het belang van de icbe en de beleggers in de icbe. Noch de bewaarder noch zijn subbewaarders mogen activiteiten uitvoeren met betrekking tot de icbe of de beheermaatschappij namens de icbe die aanleiding kunnen geven tot belangenconflicten tussen de icbe, de beleggers in de icbe, de beheermaatschappij en hemzelf, tenzij de bewaarder ervoor heeft gezorgd dat de uitvoering van de mogelijkerwijs conflicterende taken functioneel en hiërarchisch gescheiden is en de potentiële belangenconflicten naar behoren zijn geïdentificeerd, beheerd, gecontroleerd en meegedeeld aan de beleggers in de icbe.” |
(7) |
Artikel 26 wordt vervangen door: „Artikel 26 1. De wet of het fondsreglement van het beleggingsfonds bepaalt onder welke voorwaarden de beheermaatschappij en de bewaarder worden vervangen en welke regels ter bescherming van de deelnemers bij deze vervanging gelden. 2. De wet of de statuten van de beleggingsmaatschappij bepalen onder welke voorwaarden de beheermaatschappij en de bewaarder wordt vervangen en welke regels ter bescherming van de deelnemers bij deze vervanging gelden.” |
(8) |
De volgende artikelen ▌worden ingevoegd: „Artikel 26 bis De bewaarder stelt zijn bevoegde autoriteiten op verzoek alle informatie ter beschikking die hij bij de uitvoering van zijn taken heeft verkregen en die de bevoegde autoriteiten van de icbe of de beheermaatschappij van de icbe nodig kunnen hebben. Indien de bevoegde autoriteiten van de icbe of de beheermaatschappij van de icbe andere zijn dan die van de bewaarder, delen de bevoegde autoriteiten van de bewaarder de ontvangen informatie onverwijld met de bevoegde autoriteiten van de icbe en de beheermaatschappij. Artikel 26 ter 1. De Commissie is bevoegd ▌ overeenkomstig artikel 112 ▌ gedelegeerde handelingen vast te stellen voor het specificeren:
|
(9) |
In artikel 30 wordt de eerste alinea vervangen door: „De artikelen 13, 14, 14 bis en 14 ter zijn van overeenkomstige toepassing op beleggingsmaatschappijen die geen beheermaatschappij hebben aangewezen die ingevolge deze richtlijn over een vergunning beschikt.”. |
(10) |
Afdeling 3 van hoofdstuk V wordt geschrapt. |
(11) |
In artikel 69, lid 3, wordt de volgende ▌ alinea toegevoegd: „Het jaarverslag bevat ook de volgende elementen:
|
(11 bis) |
Artikel 78, lid 3, onder a), wordt vervangen door:
|
(12) |
Artikel 98 wordt als volgt gewijzigd:
|
(13) |
Artikel 99 wordt vervangen door: „Artikel 99 1. Onverminderd de toezichtbevoegdheden van de bevoegde autoriteiten uit hoofde van artikel 98 en onverminderd het recht van de lidstaten om te zorgen voor strafrechtelijke sancties en deze op te leggen, stellen de lidstaten regelgeving vast inzake administratieve sancties en anderemaatregelen wanneer de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen niet zijn nageleefd en dragen er zorg voor dat deze maatregelen worden getroffen. De sancties en maatregelen zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend. 2. De lidstaten zorgen ervoor dat indien voor icbe's, beheermaatschappijen, beleggingsmaatschappijen of bewaarinstellingen verplichtingen gelden, bij een inbreuk aan de leden van het leidinggevend orgaan en aan alle andere personen die uit hoofde van het nationale recht verantwoordelijk zijn voor de inbreuk sancties of maatregelen mogen worden opgelegd. 3. Aan de bevoegde autoriteiten worden alle onderzoeksbevoegdheden toegekend die nodig zijn voor de vervulling van hun taken. Bij de uitoefening van hun bevoegdheden werken de bevoegde autoriteiten nauw met elkaar samen om ervoor te zorgen dat de sancties of maatregelen het gewenste resultaat opleveren, en om hun optreden te coördineren wanneer het om grensoverschrijdende zaken gaat.” |
(14) |
De volgende artikelen ▌worden ingevoegd: „Artikel 99 bis 1. De lidstaten zorgen ervoor dat hun wet- en regelgeving en hun bestuursrechtelijke bepalingen voorzien in sancties met betrekking tot het volgende:
2. De lidstaten zorgen ervoor dat in alle in lid 1 bedoelde gevallen ten minste de volgende administratieve sancties en maatregelen kunnen worden toegepast:
Artikel 99 ter De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de bevoegde autoriteiten alle sancties of maatregelen die worden opgelegd voor overtredingen van de nationale bepalingen voor de omzetting van deze richtlijn onverwijld bekend maken, met inbegrip van informatie over het type en de aard van de overtreding en de identiteit van de verantwoordelijke personen, tenzij een dergelijke publicatie de stabiliteit van de financiële markten ernstig in gevaar zou brengen. Ingeval bekendmaking de betrokken partijen onevenredige schade zou berokkenen, maken de bevoegde autoriteiten de opgelegde sanctie of maatregel zonder vermelding van namen bekend. Artikel 99 quater 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten bij de vaststelling van de aard van administratieve sancties of maatregelen en van de omvang van administratieve geldboeten ervoor zorgen dat deze doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn en alle relevante omstandigheden in aanmerking nemen, zoals onder meer:
2. Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 richt ESMA richtsnoeren tot de bevoegde autoriteiten met betrekking tot de aard van de administratieve maatregelen en sancties en de omvang van de administratieve geldboeten. Artikel 99 quinquies 1. De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten effectieve mechanismen instellen om inbreuken op de nationale bepalingen ter omzetting van deze richtlijn aan de bevoegde autoriteiten te melden en dat de bevoegde autoriteiten een of meer veilige communicatiekanalen instellen voor de melding van dergelijke inbreuken . De lidstaten zorgen ervoor dat de identiteit van personen die via deze kanalen inbreuken melden, alleen bekend is bij de bevoegde autoriteit. 2. De in lid 1 bedoelde mechanismen omvatten ten minste:
2 bis. ESMA stelt een of meer veilige communicatiekanalen in voor de melding van inbreuken op de nationale bepalingen ter uitvoering van deze richtlijn. De lidstaten zorgen ervoor dat de identiteit van personen die via deze kanalen inbreuken melden, alleen bekend is bij ESMA. 2 ter. De in lid 2 bis bedoelde melding te goeder trouw van een inbreuk op de nationale bepalingen ter omzetting van deze richtlijn aan ESMA of aan de bevoegde autoriteit vormt geen schending van een verbod op openbaarmaking van informatie uit hoofde van een overeenkomst of een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling en brengt voor de melder generlei aansprakelijkheid met zich. 3. De lidstaten schrijven voor dat instellingen over passende procedures moeten beschikken opdat hun werknemers in staat zijn schendingen intern via een specifiek kanaal te melden. Artikel 99 quinquies 1. De lidstaten verstrekken ESMA jaarlijks geaggregeerde informatie over alle maatregelen of sancties die overeenkomstig artikel 99 zijn opgelegd. De ESMA publiceert deze informatie in een jaarverslag. 2. Ingeval de bevoegde autoriteit een maatregel of sanctie openbaar heeft gemaakt, stelt zij ook ESMA van die maatregelen of sancties in kennis. Wanneer een openbaar gemaakte maatregel of sanctie op een beheermaatschappij betrekking heeft, neemt ESMA een verwijzing naar de openbaar gemaakte maatregel of sanctie op in het register van beheermaatschappijen dat op grond van artikel 6, lid 1, is gepubliceerd. 3. ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de procedures en formulieren voor de verstrekking van informatie als bedoeld in dit artikel. ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk tegen … voor aan de Commissie. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010. ▌ |
(15) |
Het volgende artikel 104 bis wordt ingevoegd: „Artikel 104 bis 1. De lidstaten passen Richtlijn 95/46/EG toe op de verwerking van persoonsgegevens in de lidstaten uit hoofde van deze richtlijn. 2. Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en van de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (14) geldt voor de verwerking van persoonsgegevens door ESMA ingevolge deze richtlijn. |
(16) |
Artikel 112, lid 2, wordt vervangen door: „2. De bevoegdheid om de gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. De in de artikelen 12, 14, 43, 51, 60, 61, 62, 64, 75, 78, 81, 90, 95 en 111 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vier jaar met ingang van 4 januari 2011. De in artikel 50 bis bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vier jaar met ingang van 21 juli 2011. De in artikelen 22 en 24 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vier jaar met ingang van […]. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad deze intrekt overeenkomstig artikel 112 bis.” |
(17) |
Artikel 112 bis, lid 1, wordt vervangen door: „1. 1. Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikelen 12, 14, 22, 24, 43, 50 bis, 51, 60, 61, 62, 64, 75, 78, 81, 90 , 95 en 111 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken.” |
(18) |
Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn |
Artikel 2
1. De lidstaten dienen uiterlijk op […] de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.
De lidstaten passen de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen bedoeld in lid 1 toe vanaf […].
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Indien de toelichtende stukken waarvan de lidstaten de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld doen gaan, niet toereikend zijn om volledig inzicht te krijgen in de mate waarin deze omzettingsbepalingen in overeenstemming zijn met bepaalde bepalingen van deze richtlijn, kan de Commissie, op verzoek van ESMA met het oog op de uitvoering van taken uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1095/2010 of op eigen initiatief, van de lidstaten verlangen meer gedetailleerde informatie met betrekking tot de omzetting van de richtlijn en tenuitvoerlegging van die bepalingen en deze richtlijn te verstrekken.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te …,
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
Voor de Raad
De voorzitter
(1) PB C 96 van 4.4.2013, blz. 18.
(2) PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32.
(3) PB L 120 van 15.5.2009, blz. 22.
(4) PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.
(5) PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12.
(6) PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1.
(7) PB L 241 van 2.9.2006, blz. 26.
(8) PB L 302 van 17.11.2009, blz. 1.
(9) PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.
(10) PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22.
(11) PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.
BIJLAGE
In bijlage I wordt punt 2 van schema A vervangen door:
„2. |
Gegevens betreffende de bewaarder: |
2.1. |
de identiteit van de bewaarder van de icbe en een omschrijving van zijn taken; |
2.2. |
een omschrijving van alle door de bewaarder gedelegeerde bewaringstaken ▌ en alle belangenconflicten die uit die delegatie kunnen voortvloeien. |
Informatie over alle entiteiten die betrokken zijn bij de bewaring van de activa van het fonds, alsmede de belangenconflicten die eruit kunnen voortvloeien, wordt op verzoek ter beschikking gesteld door de bewaarder.”.