15.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 332/106


Woensdag 13 juni 2012
67ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties

P7_TA(2012)0240

Aanbeveling van het Europees Parlement van 13 juni 2012 aan de Raad over de 67ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (2012/2036(INI))

2013/C 332 E/23

Het Europees Parlement,

gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en met name de artikelen 21 en 34,

gezien de ontwerpaanbeveling aan de Raad, ingediend door Alexander Graf Lambsdorff namens de ALDE-Fractie, over de prioriteiten van de Europese Unie voor de 67ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) (B7-0132/2012),

gezien zijn aanbeveling van 8 juni 2011 aan de Raad voor de 66e zitting van de AVVN (1) en zijn resolutie van 11 mei 2011 over de EU als wereldspeler: de rol van de EU in multilaterale organisaties (2),

gezien de prioriteiten van de EU voor de 66ste zitting van de AVVN, door de Raad vastgesteld op 10 juni 2011 (3),

gezien de 66e zitting van de AVVN, in het bijzonder de resoluties van dat orgaan over "De Verenigde Naties binnen de mondiale governance" (4), "Het bevorderen van de efficiëntie, verantwoordelijkheid, doeltreffendheid en transparantie van overheidsadministraties door hoge controle-instanties te versterken" (5), "De situatie in de Arabische Republiek Syrië" (6), "Het empowerment en de ontwikkeling van de bevolking" (7), "Naar mondiale partnerschappen" (8), "Zuid-zuidsamenwerking" (9), "De rol van de Verenigde Naties in het bevorderen van ontwikkeling in de context van mondialisering en onderlinge afhankelijkheid" (10), "De rol van de Verenigde Naties versterken in het verbeteren van periodieke, echte verkiezingen en het bevorderen van democratisering" (11), "Verslag van de Ontwapeningsconferentie" (12), "Een democratische en rechtvaardige internationale orde bevorderen" (13), en "De universele, ondeelbare, onderling verbonden, onderling afhankelijke en wederzijds versterkende aard van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden" (14),

gezien de resolutie van de AVVN van 19 december 2011 over de strijd tegen intolerantie, negatieve stereotypering, stigmatisering en discriminatie van, en het aanzetten tot of aanwenden van geweld tegen personen, op grond van religie of overtuiging (15),

gezien de resolutie van de AVVN van 3 mei 2011 over de deelname van de Europese Unie aan de werkzaamheden van de Verenigde Naties (16),

gezien de resolutie van de AVVN van 31 maart 2010 over de tenuitvoerlegging van Agenda 21, het programma voor de verdere tenuitvoerlegging van Agenda 21 en de resultaten van de Wereldtop over duurzame ontwikkeling (17),

gezien de Millenniumverklaring van de Verenigde Naties van 8 september 2000 waarin de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling worden uiteengezet die de internationale gemeenschap gezamenlijk heeft vastgesteld met het oog op de uitbanning van armoede,

gezien de mededeling van de Commissie van 10 september 2003 over "De Europese Unie en de Verenigde Naties: kiezen voor multilateralisme" (COM(2003)0526),

gezien de opmerkingen van de voorzitter van de Europese Raad na afloop van zijn ontmoeting met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties op 16 april 2012,

gezien zijn resolutie van 16 februari 2012 over het standpunt van het Parlement inzake de 19de zitting van de VN-Raad voor de rechten van de mens (UNHRC) (18),

gezien zijn resolutie van 17 november 2011 over "Steun van de EU voor het Internationaal Strafhof: aangaan van uitdagingen en overwinnen van moeilijkheden" (19),

gezien zijn resolutie van 7 juli 2011 over het externe beleid van de EU ter bevordering van democratie (20),

gezien zijn resolutie van 15 december 2010 over de toekomst van het strategisch partnerschap Afrika-EU na de derde topontmoeting Afrika-EU (21),

gezien zijn resolutie van 25 november 2010 over het tienjarig bestaan van resolutie 1325 (2000) van de VN-Veiligheidsraad over vrouwen, vrede en veiligheid (22),

gezien zijn resolutie van 23 november 2010 over civiel-militaire samenwerking en de ontwikkeling van civiel-militaire capaciteiten (23),

gezien zijn resolutie van 9 juni 2005 over de hervorming van de Verenigde Naties (24),

gezien het verslag van de gezamenlijke delegatie van de Commissie buitenlandse zaken en de Subcommissie mensenrechten naar de 66ste zitting van de Algemene Vergadering van de VN, van 28-29 november 2011,

gezien artikel 121, lid 3, en artikel 97 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking (A7-0186/2012),

A.

overwegende dat er internationaal gemeenschappelijke waarden en normen gelden die bedoeld zijn om overal ter wereld te zorgen voor vrede, bescherming van de mensenrechten, veiligheid en welvaart en om de voordelen van de mondialisering op een billijkere manier over de wereldbevolking te verdelen;

B.

overwegende dat de VN centraal staan in de mondiale governance, maar tegelijkertijd hun eigen hervormingen doorvoeren om hun transparantie, doeltreffendheid en efficiëntie te verhogen;

C.

overwegende dat er steeds meer behoefte is aan gezamenlijke regels en besluitvormingsmechanismen om de opkomende mondiale uitdagingen en de negatieve gevolgen van de mondiale economische crisis gezamenlijk aan te pakken;

D.

overwegende dat de EU haar samenhang dient te versterken om een belangrijke speler te blijven in een steeds multipolairdere wereld waar mondiaal gecoördineerde actie nodig is; overwegende dat de lidstaten krachtens de Verdragen verplicht zijn hun optreden in internationale organisaties en op internationale conferenties te coördineren;

E.

overwegende dat de EU zich inzet voor effectief multilateralisme met een sterke VN als middelpunt, aangezien dat van essentieel belang is om de mondiale uitdagingen het hoofd te bieden;

F.

overwegende dat de Unie en haar lidstaten de voornaamste financiële contribuanten van het VN-bestel zijn; overwegende dat de EU-27 39% van de gewone begroting van de VN en meer dan 40 % van de vredehandhavingsmissies van de VN financieren;

G.

overwegende dat een solide en stabiel partnerschap tussen de EU en de VN van fundamenteel belang is voor het werk van de VN voor elk van de drie pijlers – vrede en veiligheid, mensenrechten en ontwikkeling – en tevens van essentieel belang is voor de rol van de EU als mondiale speler;

H.

overwegende dat de EU en de VN vanzelfsprekende partners zijn voor vredesopbouw en staatsopbouw en samen een kader scheppen voor collectieve inspanningen op het vlak van vredesopbouw en staatsopbouw;

I.

overwegende dat mensenrechten en democratie stichtende waarden van de EU zijn en dat zij de beginselen en doelstellingen zijn voor het externe optreden van de EU, met inbegrip van het handelsbeleid; overwegende dat de eerbiediging, de bevordering en de vrijwaring van de universaliteit en ondeelbaarheid van de mensenrechten hoekstenen zijn van de Europese eenheid en integriteit;

J.

overwegende dat rechtvaardigheid en de rechtsstaat pijlers zijn van een duurzame vrede, die eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden garanderen; overwegende dat het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof een doorslaggevende bijdrage levert aan de handhaving van de mensenrechten, het internationaal recht en de strijd tegen straffeloosheid;

K.

overwegende dat alle landen en alle burgers, en ook de internationale gemeenschap zelf, voordeel hebben bij voortdurende ondersteuning van democratische processen; overwegende dat zij geconfronteerd worden met de uitdagingen van het opbouwen, herstellen en in stand houden van democratieën;

1.   beveelt de Raad het volgende aan:

De EU bij de VN

a)

voor een zo groot mogelijke coördinatie te zorgen, verenigde standpunten naar voren te brengen en de samenhang en zichtbaarheid van de EU als mondiale speler bij de VN te versterken; te voldoen aan de verwachtingen van de VN-lidstaten ten aanzien van het vermogen van de EU om tijdig op te treden en resultaten te halen; op VN-niveau een brede en flexibele benadering te ontwikkelen ten aanzien van de standpunten in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), om de EU in staat te stellen snel op te treden en een totaalaanpak te volgen, wat GBVB-kwesties betreft;

b)

haar bijdrage tot het werk van de VN te verbeteren door tot een gemeenschappelijke interpretatie te komen van de AVVN-resolutie over de voorwaarden van de deelname van de EU aan de werkzaamheden van de AVVN en door samen te werken met partners om deze resolutie volledig toe te passen; bij het Parlement een verslag in te dienen over de toepassing ervan in de praktijk;

c)

samen te werken met de EU-lidstaten en de EU-delegatie bij de VN om de coördinatie, de transparantie en de informatie-uitwisseling in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VNVR) te verbeteren en de standpunten en belangen van de EU in de VNVR beter te laten verdedigen door de lidstaten die er lid van zijn dan wel door een vertegenwoordiger van de EU op verzoek van de voorzitter; de invloed van de EU op de beslissingen van de VNVR te versterken en de EU bij de VN meer zichtbaarheid te geven wat cruciale VNVR-aangelegenheden betreft;

d)

te zorgen voor een sterke vertegenwoordiging van de EU in alle organisaties en gespecialiseerde agentschappen van de VN;

e)

een langetermijnstrategie te ontwikkelen voor het VN-lidmaatschap en te werken aan een krachtigere openbare diplomatie inzake VN-aangelegenheden;

De EU en mondiale governance

f)

doeltreffend multilateralisme naar voren te schuiven als belangrijkste strategische zorg van de EU, door de representativiteit, transparantie, verantwoordingsplicht, efficiëntie en doeltreffendheid van de VN te verbeteren om zo de resultaten op het terrein te verbeteren; te herinneren aan de noodzaak om een nieuw institutioneel evenwicht te vinden tussen de steeds belangrijker rol van de G-20, de VN en de VN-agentschappen, en de internationale financiële instellingen (international financial institutions, IFI's); in dit verband de mondiale governance te bevorderen en te zoeken naar oplossingen voor een verdere verbetering van de coördinatie tussen de diverse G-formaties en het VN-systeem, waarbij de G-formaties op vruchtbare wijze kunnen worden belast met de economische dimensie, op voorwaarde dat de VN als organisatie haar centrale rol blijft spelen en blijft fungeren als legitiem orgaan voor mondiaal optreden;

g)

actievere contacten te onderhouden met strategische en andere bilaterale en multilaterale partners, met name de VS, om doeltreffende oplossingen te bevorderen voor problemen die zowel de burgers van de EU als de wereld als geheel treffen, met inbegrip van de armsten en meest kwetsbaren;

h)

een algehele en consensuele hervorming van de VNVR actief te ondersteunen om de legitimering, regionale vertegenwoordiging, verantwoordingsplicht en effectiviteit ervan te versterken; eraan te herinneren dat een EU-zetel in een uitgebreide VNVR een centrale doelstelling op lange termijn van de Europese Unie blijft; de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter (HV/VV) te verzoeken met het oog hierop een gezamenlijk standpunt van de lidstaten te formuleren; dit doel in de toekomst te verwezenlijken te werken aan een voorafgaande coördinatie van de standpunten in de Raad van de EU over de opname van nieuwe leden in de VNVR en de herziening van de besluitvorming binnen de VNVR;

i)

deel te nemen aan de bezinning die binnen de AVVN op gang is gebracht over de rol van de VN in de mondiale governance, om de transparantie en de samenwerking te bevorderen; een nauwere samenwerking tussen de EU en de AVVN te bevorderen;

j)

te helpen de AVVN nieuw leven in te blazen en de efficiëntie ervan te vergroten, onder meer door het werk te ondersteunen van de ad-hocwerkgroep, grondigere en resultaatgerichtere thematische debatten over actuele, belangrijke kwesties te bevorderen en te zorgen voor nauwere samenwerking van de AVVN met andere belanghebbenden, inclusief het maatschappelijk middenveld en andere internationale en regionale organisaties en fora; te onderstrepen dat de agenda's van de AVVN en de belangrijkste comités ervan nog beter op elkaar moeten worden afgestemd; het feit te onderstrepen dat de AVVN alleen een nieuwe impuls kan krijgen als zij relevante en passende maatregelen treft met betrekking tot zaken die de hele internationale gemeenschap aangaan;

k)

opnieuw zijn engagement te bevestigen om ervoor te zorgen dat de VN beschikken over voldoende financiële middelen, die worden beheerd op efficiënte en doeltreffende wijze, volgens de beginselen van begrotingsdiscipline en -coherentie, overeenkomstig de strengste internationale normen;

Vrede en veiligheid

Vredehandhaving en vredesopbouw

l)

het operationele partnerschap te versterken en de strategische coherentie en effectiviteit van collectieve inspanningen voor vredesopbouw te bevorderen, onder meer via de werkzaamheden van het speciaal comité voor vredesoperaties (Special Committee on Peacekeeping Operations);

m)

de samenwerking te bevorderen en partnerschappen aan te gaan op het gebied van conflictpreventie, civiel en militair crisisbeheer en conflictoplossing met de VN, de OVSE, de Afrikaanse Unie (AU), de Arabische Liga en andere internationale en regionale organisaties, en met het maatschappelijk middenveld; de capaciteit voor vredesopbouw van regionale organisaties te versterken, onder meer via de voorgestelde trilaterale partnerschappen tussen de EU, de VN en de AU en tussen de EU, de VN en de ECOWAS;

n)

de samenwerking tussen de verschillende actoren binnen de structuur voor vredesopbouw te bevorderen, in het bijzonder tussen het secretariaat van de VN, de VNVR, de AVVN en de lidstaten van de VN die betrokken zijn bij vredesmissies; inspanningen te leveren om ervoor te zorgen dat de lidstaten van de EU bijdragen tot de VN-vredesmissies via speciale capaciteit, zoals vervoer en logistiek, en opleiding; de mogelijkheid te overwegen om een militaire operatie op touw te zetten in het kader van het GVGB, inclusief de mogelijkheid een gevechtsgroep in te zetten vóór een VN-vredesmissie, indien de VN daarom verzoeken, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de bescherming van alle leden van vredesmissies en van eventuele gevechtsgroepen; de capaciteitsopbouw voor conflictoplossing en -beheer en voor bemiddeling, vredeshandhaving en vredesopbouw op nationaal en subnationaal niveau te ondersteunen; de uitwisseling van knowhow en goede praktijken tussen de partners te bevorderen;

o)

steun te bieden aan de VN-evaluatie van de civiele capaciteit om praktische manieren te vinden om de vraag af te stemmen op het aanbod op kritieke domeinen op het vlak van civiele capaciteit; de aanwerving te versnellen, operationele incompatibiliteit tegen te gaan en overlapping te vermijden bij het inzetten van civiele GVDB-capaciteit ter ondersteuning van VN-acties; mogelijkheden te onderzoeken voor de gezamenlijke inzet van crisisresponsteams binnen een VN-missie in gevallen waar er behoefte is aan snel inzetbare capaciteit;

p)

te zorgen voor de deelname van vrouwen aan alle fases van het vredesproces en hen systematisch te betrekken bij preventieve diplomatie, vroegtijdige waarschuwing en veiligheidsbewaking; overeenkomstig VNVR-resolutie 1325 (2000) over vrouwen, vrede en veiligheid te focussen op de noodzaak het genderperspectief te incorporeren in conflictpreventie, vredeshandhavingsoperaties, humanitaire hulpverlening, wederopbouw na conflicten en DDR-initiatieven (25); zich in te zetten voor de uitvoering van VNVR-resolutie 1325 door alle VN-lidstaten;

q)

met de VN samen te werken om de bestaande mondiale uitdagingen, bijvoorbeeld de klimaatverandering, de proliferatie van kernwapens, georganiseerde misdaad en terrorisme, en pandemieën aan te pakken;

r)

bij te dragen tot het welslagen en tot de uitvoering van de conclusies van de VN-conferentie van 2012 inzake een wapenhandelsverdrag en van de toetsingsconferentie van 2012 van het actieprogramma inzake handvuurwapens en lichte wapens;

R2P (Responsibility to Protect, verantwoordelijkheid om te beschermen)

s)

landen te helpen om hun verantwoordelijkheid om hun bevolking te beschermen, op te nemen; te benadrukken dat spoedige en passende internationale maatregelen moeten worden genomen om genocide, etnische zuivering, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid te voorkomen en te beëindigen;

t)

verdere politieke en institutionele vooruitgang te boeken inzake de tenuitvoerlegging van het R2P-concept in de organen van de VN, in het bijzonder de VNVR, de AVVN en de UNHRC, en conclusies te trekken uit de interventie in Libië en het onvermogen tot het nemen van snelle maatregelen in het geval van Syrië; het debat te bevorderen over de manier waarop de VN-organen, in het bijzonder de VNVR, dit concept kunnen aanwenden om nauwere samenwerking tussen de VN-lidstaten tijdens crises te bewerkstelligen; te wijzen op de positieve rol van regionale organisaties bij de ontwikkeling en toepassing van een operationele benadering van R2P;

u)

samen te werken met partners om ervoor te zorgen dat dit concept gericht is op preventie, bescherming en wederopbouw na conflicten, overeenkomstig de driedeling van R2P in de verantwoordelijkheid om te voorkomen, te beschermen en wederop te bouwen; landen te helpen hiervoor capaciteit op te bouwen, onder meer door de mechanismen voor vroege waarschuwing en de VN-bemiddelingscapaciteiten op dit gebied te versterken; in samenwerking met de lidstaten van de VN de oprichting van contactpunten aan te moedigen om toezicht uit te oefenen op ontluikende conflictsituaties en binnen de EU-delegaties capaciteit op dit gebied op te bouwen;

v)

het EU-engagement voor het R2P-concept krachtig te herbevestigen en de totstandbrenging te initiëren van een interinstitutionele consensus inzake R2P tussen het Europees Parlement, de EDEO en de EU-lidstaten, om te zorgen voor een consistenter EU-optreden met betrekking tot deze kwesties op VN-fora;

Bemiddeling

w)

bemiddeling te bevorderen als kostenefficiënt instrument voor de vreedzame preventie en beslechting van conflicten en om te voorkomen dat landen waar een conflict heeft plaatsgehad, opnieuw in een conflict terechtkomen; doeltreffendere bemiddelingsrichtsnoeren uit te werken op het vlak van de rechtsstaat en democratische verantwoordingsplicht;

x)

dit instrument prioriteit te geven en de uitvoering ervan te ontwikkelen en de bemiddelingscapaciteit binnen de EDEO verder te ontwikkelen, op basis van het concept inzake versterking van de capaciteit van de EU ten aanzien van bemiddeling en dialoog;

y)

nauw samen te werken met de VN en andere actoren op het gebied van bemiddeling; te streven naar synergieën bij bemiddelingsactiviteiten met het VN-Departement Politieke Zaken (Department for Political Affairs, DPA); te pleiten voor partnerschappen en samenwerking van internationale, regionale en subregionale organisaties met de VN, onderling en met het maatschappelijk middenveld, bijvoorbeeld via een partnerschap tussen de EU en de VN op het gebied van bemiddelingscapaciteiten; de informatie-uitwisseling, de samenwerking en de coördinatie te verbeteren om ervoor te zorgen dat de inspanningen van de diverse actoren die bij een specifieke bemiddeling betrokken zijn, coherent en complementair zijn;

Internationale justitie

z)

het internationale strafrechtsstelsel te versterken; te wijzen op de rol van het Internationaal Strafhof in het kader van de strijd tegen straffeloosheid en het Internationaal Strafhof voort naar voren te schuiven als enige permanente gerechtelijke instantie die individuele daders kan berechten voor oorlogsmisdaden, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide, wanneer nationale gerechten hiertoe niet in staat of niet bereid zijn;

aa)

het Internationaal Strafhof te versterken door de verstrekking van politieke, diplomatieke, financiële en logistieke steun; alle lidstaten van de VN aan te moedigen zich bij het Internationaal Strafhof aan te sluiten door het Statuut van Rome te ratificeren; nauwe samenwerking tussen de VN en de organen en agentschappen ervan en het Strafhof te stimuleren;

Mensenrechten

ab)

de internationale inspanningen te versterken die erop gericht zijn te bereiken dat alle door VN-verdragen beschermde mensenrechten als universeel, ondeelbaar, van elkaar afhankelijk en met elkaar verbonden worden beschouwd; te helpen de nationale capaciteit te versterken om de internationale mensenrechtenverplichtingen na te komen; in samenhang hiermee te benadrukken dat de vrijheid van godsdienst en geloof voor iedereen moet worden gegarandeerd;

ac)

actief steun te verlenen aan het door Afrikaanse landen geïnitieerde initiatief en de aanbeveling van de Commissie inzake de positie van de vrouw door te werken aan de goedkeuring in 2012 van een AVVN-resolutie inzake de wereldwijde uitbanning van genitale verminking van vrouwen; de HV/VV en de Commissie te verzoeken de hoogste prioriteit te geven aan het welslagen van dit proces;

ad)

de mainstreaming van de mensenrechten in alle aspecten van het werk van de VN verder te bevorderen, en hierbij te bevestigen dat de mensenrechten onlosmakelijk verbonden zijn met de andere VN-doelstellingen betreffende vrede, veiligheid en ontwikkeling;

ae)

proactief deel te nemen aan het werk van de UNHRC, door resoluties te steunen, verklaringen af te geven en deel te nemen aan interactieve dialogen en debatten om voor een beter evenwicht in het werk van de UNHRC te zorgen;

af)

de vroegtijdige waarschuwingscapaciteit van de Speciale Procedures te verbeteren door te voorzien in een mechanisme waardoor een situatie automatisch aan de UNHRC wordt voorgelegd; het follow-upproces voor de tenuitvoerlegging van aanbevelingen uit de Speciale Procedures te versterken;

ag)

het proces van de universele periodieke toetsing (Universal Periodic Review, UPR) proberen te versterken door aanbevelingen mee te nemen in bilaterale en multilaterale dialogen met VN-lidstaten, en door deze dialogen te baseren op internationale normen en standaarden;

ah)

zich in de AVVN en de commissies ervan te blijven inzetten voor een moratorium op het gebruik van de doodstraf, dat door een steeds groter aantal landen wordt gesteund, en voor de rechten van het kind, vrije media en religieuze verdraagzaamheid; steun te verlenen aan alle inspanningen tot uitbanning van foltering; met name de goedkeuring aan te moedigen van het facultatieve protocol bij het VN-Verdrag tegen foltering;

Ondersteuning van de democratie

ai)

te helpen om te zorgen voor plaatselijke zeggenschap over het democratische proces en voor de ontwikkeling van een cultuur van democratie en rechtsstaat; de ondersteuning van de democratie uit te breiden naar andere terreinen dan het verkiezingsproces, om de democratie duurzaam te maken en de burgers tastbare resultaten te leveren; ervoor te zorgen dat parlementen en politieke partijen in grotere mate worden betrokken bij de programma's ter ondersteuning van de democratie; te onderstrepen dat onafhankelijke ngo's die ongestoord kunnen werken, belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een sterke burgercultuur;

aj)

aandacht te besteden aan sociale en economische inclusie, democratische overgang en politieke/electorale processen, capaciteitsopbouw, het versterken van het maatschappelijk middenveld, de deelname van jongeren aan de parlementaire democratie, de bescherming van de vrijheid van meningsuiting, geweten en godsdienst en de bescherming van de rechten van vrouwen, inclusief hun deelname aan het publieke en politieke leven, zowel in de maatschappelijke praktijk als in de wetgeving;

ak)

de ondersteuning van de democratie beter te integreren in het externe optreden van de EU; democratische governance te ondersteunen door middel van zijn verschillende financiële instrumenten, indien mogelijk met gebruikmaking van de hulpmiddelen van de EU-delegaties; op mondiaal en plaatselijk niveau samen te werken met de VN en andere partners om de rechtsstaat te bevorderen, onafhankelijke media te ondersteunen en democratische instellingen op te bouwen en te versterken die resultaten kunnen halen;

al)

ervoor te zorgen dat bij de mandaten van vredesmissies rekening wordt gehouden met de noodzaak om verkiezingswaarnemingsmissies te ondersteunen en deze van de nodige middelen te voorzien om de veiligheid te garanderen van de waarnemers op het terrein;

Ontwikkeling

am)

het EU-beleid inzake kwesties die verband houden met ontwikkeling, op alle niveaus gelijk te trekken, om tegenstrijdigheden te voorkomen tussen op ontwikkeling gerichte beleidsmaatregelen enerzijds en obstakels voor de ontwikkeling van de partnerlanden in bi-, pluri- en multilaterale overeenkomsten en fora anderzijds; bijzondere aandacht te besteden aan de mensenrechten en de gevolgen voor ontwikkeling bij vrijhandelsakkoorden en tijdens onderhandelingen op WTO-niveau;

an)

zich te blijven inzetten om de mens centraal te zetten in het ontwikkelingsproces; de VN-verklaring over het recht op ontwikkeling te laten volgen door concrete actie en hierbij te focussen op praktische stappen in de richting van de uitvoering ervan;

ao)

ervoor te zorgen dat het aandeel van de totale Europese hulp dat wordt verleend via de EU-begroting, niet wordt verlaagd en dat met deze middelen nog altijd wordt gefocust op armoede en honger; te overwegen 20 % van alle EU-hulp te bestemmen voor sociale basisvoorzieningen, volgens de definitie van de VN, met speciale nadruk op gratis en universele toegang tot eerstelijnsgezondheidszorg en basisonderwijs, rekening houdend met de EU-steun voor het "Onderwijs-voor-iedereen"-initiatief en haar engagement om een rol te spelen op het gebied van de volksgezondheid in de wereld;

ap)

bij te dragen tot een betere samenhang van het beleid wat ontwikkeling betreft en tot een verbetering van de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp, aangezien deze kwesties essentieel blijven om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te halen;

aq)

het voortouw te nemen bij de in de VN ondernomen inspanningen om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te hamen en ervoor te zorgen dat deze doelstellingen sneller worden gerealiseerd, met name door te focussen op de doelstellingen waarvoor tot dusver de minste vooruitgang is geboekt;

ar)

zich te blijven inzetten om samen met de internationale gemeenschap armoede uit te bannen, maar tegelijk te werken aan de opstelling van een ambitieuze agenda voor de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling voor de periode na 2015, rekening houdend met de geboekte vooruitgang, maar ook met de nog resterende uitdagingen;

as)

actie te ondernemen als gevolg van de VN-conferentie Rio+20 over duurzame ontwikkeling en te werken aan de volledige tenuitvoerlegging van het resultaat van deze conferentie, onder andere door duurzame ontwikkeling te bevorderen als leidend beginsel voor de mondiale ontwikkeling op lange termijn;

at)

een VN-panel van vooraanstaande personen op te richten;

au)

actie te ondernemen voor de tenuitvoerlegging van de conclusies die zijn aangenomen in Busan;

av)

een cruciale bijdrage te leveren aan de strijd tegen speculatie met levensmiddelen en voor een oplossing van het nijpende probleem van armoede en honger;

aw)

voorrang geven aan voedselzekerheid, productiecapaciteit in de landbouw, infrastructuur, capaciteitsopbouw, inclusieve economische groei, gunstige marktomstandigheden en nieuwe ondernemingen, toegang tot technologie en menselijke en sociale ontwikkeling in de minst ontwikkelde landen, overeenkomstig het actieprogramma van Istanboel en de conclusies die zijn aangenomen tijdens de 13e UNCTAD-zitting op 26 april 2012 in Doha;

ax)

zijn engagement te herbevestigen voor de beginselen van Rome inzake voedselzekerheid; de gevolgen van speculatie met voedingsproducten te betreuren;

ay)

de ontwikkelingslanden aan te moedigen om, met de steun van internationale donoren, langetermijnmaatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat droogte niet onafwendbaar leidt tot honger; strategieën voor rampenrisicovermindering en vroegtijdige waarschuwingssystemen in te voeren;

az)

de centrale rol die wordt gespeeld door de VN, met name het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden (United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs, UNOCHA), ten volle te ondersteunen;

ba)

het langetermijnengagement van de EU voor steun voor het welzijn van de bevolking in de Hoorn van Afrika en voor de aanpak van de onderliggende oorzaken van de structurele voedselonzekerheid en conflicten te herbevestigen;

Klimaatverandering, mondiale milieubescherming en duurzaamheid

bb)

mondiaal het voortouw te nemen inzake governance op het gebied van klimaat en de internationale samenwerking met betrekking tot de klimaatverandering; bij te dragen aan een institutionele structuur die inclusief, transparant en rechtvaardig is en een evenwichtige vertegenwoordiging van de ontwikkelingslanden en de ontwikkelde landen in de bestuursorganen op dit gebied waarborgt; verder te werken aan een dialoog met centrale spelers, zoals de BRICS-landen en de ontwikkelingslanden, gezien het feit dat de klimaatverandering een centraal element is geworden in de internationale betrekkingen; het vermogen van de EDEO verder te ontwikkelden om een EU-beleid op te bouwen op het gebied van klimaatdiplomatie;

bc)

de burgers zeggenschap te blijven geven in verband met governance op het gebied van milieu door een effectieve mondiale toepassing van Rio-beginsel 10; in verband hiermee de bepalingen van de Overeenkomst van Århus ook buiten de United Nations Commission for Europe (UN/ECE) geldigheid te verlenen via een mondiale overeenkomst of door de Overeenkomst van Århus open te stellen voor partijen buiten de UN/ECE; betere governance te bevorderen op het gebied van duurzame ontwikkeling, onder andere door een versterking van het Milieuprogramma van de VN (United Nations Environment Programme, UNEP); actief samen te werken met partners op het gebied van een betere mondiale handhaving van milieuwetten;

bd)

het gezamenlijke standpunt te promoten van de EU en de AU om het UNEP op te waarderen tot een gespecialiseerd VN-agentschap met hoofdkwartier in Nairobi, Kenia; binnen deze nieuwe institutionele structuur aandacht te besteden aan financiering, technologieoverdracht en de opbouw van capaciteit in verband met duurzame ontwikkeling;

be)

de biodiversiteit en klimaatbescherming in de ontwikkelingslanden te ondersteunen, overeenkomstig de bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (United Nations Framework Convention on Climate Change, UNFCCC) vastgestelde doelstellingen; van zeeën en oceanen een van de centrale pijlers te maken van het kader van Rio, naast het klimaat en de bescherming van de biodiversiteit;

bf)

de actieve deelname te ondersteunen van de Commissie aan het lopende debat over lacunes in de bescherming en mogelijk reacties daarop, dat door de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen van de VN (UNHCR) is geïnitieerd in het kader van de dialoog van de Hoge Commissaris over uitdagingen op het gebied van bescherming, die bedoeld is om het bestaande internationale beschermingskader voor verdreven en staatloze personen te verbeteren; actief deel te nemen aan het debat over de term "klimaatvluchteling" voor mensen die door de klimaatverandering gedwongen zijn hun woonplaats te ontvluchten en hun toevlucht te zoeken in het buitenland, inclusief een mogelijke juridische definitie van deze term, die nog niet erkend is in het internationaal recht of in een wettelijk bindende internationale overeenkomst;

Varia

bg)

het onderlinge contact tussen regeringen en parlementen met betrekking tot mondiale kwesties te bevorderen en het debat over de mondiale rol van parlementen te bevorderen; wat mondiale governance betreft, de democratische aard ervan, de verantwoordingsplicht in verband ermee en de transparantie ervan te versterken en een grotere deelname van de bevolking en de parlementen aan de activiteiten van de VN mogelijk te maken;

2.   verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de HV/VV, de Raad en – ter informatie – aan de Commissie.


(1)  Aangenomen teksten van die datum, P7_TA(2011)0255.

(2)  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0229.

(3)  Raad van de Europese Unie 11298/2011.

(4)  Resolutie A/RES/66/256 van de Algemene Vergadering van de VN.

(5)  Resolutie A/RES/66/209 van de Algemene Vergadering van de VN.

(6)  Resolutie A/RES/66/253 van de Algemene Vergadering van de VN.

(7)  Resolutie A/RES/66/224 van de Algemene Vergadering van de VN.

(8)  Resolutie A/RES/66/223 van de Algemene Vergadering van de VN.

(9)  Resolutie A/RES/66/219 van de Algemene Vergadering van de VN.

(10)  Resolutie A/RES/66/210 van de Algemene Vergadering van de VN.

(11)  Resolutie A/RES/66/163 van de Algemene Vergadering van de VN.

(12)  Resolutie A/RES/66/59 van de Algemene Vergadering van de VN.

(13)  Resolutie A/RES/66/159 van de Algemene Vergadering van de VN.

(14)  Resolutie A/RES/66/151 van de Algemene Vergadering van de VN.

(15)  Resolutie A/RES/66/167 van de Algemene Vergadering van de VN.

(16)  Resolutie A/RES/65/276 van de Algemene Vergadering van de VN.

(17)  Resolutie A/RES/64/236 van de Algemene Vergadering van de VN.

(18)  Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0058.

(19)  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0507.

(20)  Aangenomen teksten, P7_TA(2011)0334.

(21)  Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0482.

(22)  PB C 99E van 3.4.2012, blz. 56.

(23)  PB C 99E van 3.4.2012, blz. 7.

(24)  PB C 124 E van 25.5.2006, blz. 549.

(25)  Disarmament, Demobilisation, Reinsertion and Reintegration (ontwapening, demobilisatie en herintegratie).